www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

3 RECENSIES


Jezus van Nazareth / 1
van de doop in de Jordaan tot de Gedaanteverandering
Joseph Ratzinger (Benedictus XVI)
Hardcover,  384 Pagina's
Uitgeverij Terra - Lannoo
€ 29,95
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Het is het meest persoonlijke boek dat Joseph Ratzinger ooit geschreven heeft. 
Zijn hele leven lang heeft Joseph Ratzinger zich bezig gehouden met de studie van Jezus van Nazareth. Hij deed dat als hoogleraar, als bisschop, als opperste hoeder van het geloof, als paus Benedictus XVI. Aan dit boek begon hij een paar jaar geleden, toen hij nog kardinaal was. Na zijn benoeming tot paus schreef hij er in zijn vrije uren aan verder. 
In dit boek gaat hij in op het leven van Jezus -tussen zijn doop in de Jordaan en de gedaanteverandering- en denkt hij na over wat het christendom kan zeggen over de vragen van het menselijk bestaan in onze tijd. Zijn antwoord hangt rechtstreeks samen met de vraag: wie is Jezus van Nazareth? Was Hij alleen een mens, of was Hij meer?

"Ik ben innerlijk lang onderweg geweest naar dit boek. Nadat ik gekozen was tot bisschop van Rome heb ik alle vrije ogenblikken benut om er verder aan te schrijven. 
Het is generlei wijze een document van leergezag, maar enkel en alleen een uitdrukking van mijn persoonlijke zoeken ''naar het gelaat van de Heer''. Iedereen is daarom vrij mij tegen te spreken." Benedictus XVI

Lees ook de recensie van Jezus van Nazareth / 2...

3 RECENSIES


3. CV-Koers - september 2007

Joseph Ratzinger - Jezus van Nazareth

Paus Benedictus XVI publiceerde deze zomer een boek dat niet onopgemerkt mag blijven: Jezus van Nazareth. Het is geschreven vanuit een sterke persoonlijke betrokkenheid en vormt een onomwonden bevestiging van de belijdenis van Petrus: "U bent de Christus, de Zoon van de levende God."

Recensie door Tjerk de Reus

Benedictus XVI heeft zich al eerder laten kennen als een krachtige verdediger van het christelijk geloof. Toch typeert het woord 'verdedigen’ hem niet goed. Hij is niet iemand die krampachtig strijdt om zijn hachje of om het hachje van de kerk. Benedictus XVI wil allereerst een getuige zijn. Dat is de sfeer van zijn nieuwe, omvangrijke boek over Jezus Christus. Natuurlijk is hij ook kritisch in gesprek met moderne theologen en argumenteert hij soms polemisch. Maar de sfeer van dit geheel is vooral positief getuigend: hij wijst op Jezus als Redder en Verlosser. Jezus “laat ons het gelaat van God zien”.

Dit nieuwe boek is het eerste van een tweedelig werk over de persoon en het werk van Jezus. Allerlei momenten uit Jezus' leven krijgen aandacht: de doop van Jezus, de Bergrede, het Onze Vader, een drietal gelijkenissen, verklaringen van Jezus over zichzelf et cetera. De stijl van het boek is helder, soms diepzinnig, maar altijd goed leesbaar. Benedictus XVI biedt veel informatie en graaft soms diep in tekstverbanden. Dat maakt het boek geschikt voor herlezing en ook voor bespreking in bijbelkringen of gespreksgroepen.

Betrouwbaarheid
Een aantal hoofdlijnen bepaalt de sfeer en smaak van het geheel. Een ervan is de historische betrouwbaarheid van de Bijbel. In de loop van de afgelopen 150 jaar zijn er in katholieke, maar ook in protestantse kring talloze nieuwe ideeën verkondigd als het gaat om de interpretatie van de evangeliën. De traditie van de kerk zou gaandeweg een beeld van Jezus hebben ontworpen dat niet klopt met, of zelfs haaks staat op, wie Jezus werkelijk was. De paus betoogt in zijn boek het omgekeerde: de historische Jezus en de Jezus die de kerk der eeuwen belijdt, liggen niet mijlenver uiteen, maar zijn een en dezelfde. De paus erkent dat er traditievorming heeft plaatsgevonden en dat de grote concilies in de vroege eeuwen van het christendom bepaalde lijnen hebben doorgetrokken. Maar dat is niet in tegenspraak met wat er aan de orde was in Jezus' optreden, zegt de paus. Het is een nadere ontvouwing van het hart van het bijbelse getuigenis.

In het verlengde hiervan pleit de paus voor de betrouwbaarheid van de evangeliën in historisch opzicht. Hierin toont hij een grote dosis gezond verstand. Er hangt ook veel van af. Als het heil van God niets te maken heeft met de bodem van ons bestaan en de gewone werkelijkheid waarin wij leven, dan hebben we er niets aan. In aansluiting bij de brieven van Johannes kritiseert de paus een denkwijze waarin Christus' vlees en bloed worden afgewezen: "Het is een christendom dat als het ware alleen het woord, maar niet het vlees en bloed wil. Men gaat niet meer uit van de verlossende kracht van Jezus' bloed. Want die verstoort de intellectuele harmonie.'

Breuk met God
Het valt op hoezeer de paus denkt vanuit Christus. Het Rijk dat Jezus aankondigde, is niet in de eerste plaats een Rijk van vrede en gerechtigheid. Hijzelf is het Rijk. Vanuit die vaststelling worden vervolgens de lijnen getrokken. Dat is een waarborg voor een echt bijbelse verankering van de theologie. Het is een van de verzoekingen ('bekoringen’ in het katholieke spraakgebruik) van onze tijd, zegt de paus, om het Rijk Gods te zien als een "recept voor vooruitgang”. Waar humaniteit zichtbaar is, zou het Rijk zich baanbreken. Jezus zou ons vooral een betere wereld hebben willen brengen. Nee, zegt de paus. Jezus geeft in de eerste plaats zichzelf. Hij beëindigt de vervreemding van de mens, die voortkomt uit de breuk met God; die breuk is immers "het begin van alle kwaadaardigheid in de mens".

Het is een intrigerend punt hoe in de katholieke theologie het mens zijn zich verhoudt tot de Schepper. Bij protestanten zijn God en mens zónder de genade vrijwel volslagen vreemden voor elkaar. In het katholieke denken staan Schepper en schepping altijd met elkaar in verband. De genade sluit aan bij het schepselmatige besef dat aanwezig is. Benedictus XVI kan in dat verband schrijven dat de Tien Geboden in diepste zin niet van buitenaf worden opgelegd, maar een verheldering vormen van de innerlijke aanleg van de mens. In Gods geboden wordt "de muzieknotatie van ons bestaan ( ... ) ontraadseld, we kunnen haar lezen en omzetten in leven”. Maar ook hier hoedt de paus zich voor valkuilen, dankzij zijn concentratie op Jezus. Hij schrijft dat de komst van Jezus geen schouderklop was voor de mensen van toen: “Ook de nieuwe verschijning van Gods goedheid is geen suikerwater. Het schandaal van het kruis is voor veel mensen nog moeilijker te verdragen dan de donder op de Sinaï ooit voor de Israëlieten”.

De verschijning van dit boek is een grote gebeurtenis. Protestanten onderschatten vaak de invloed en betekenis van de katholieke kerk en ook van een publieke religieuze figuur als de paus. Dat dit bijbelse en inspirerende boek over Jezus verkocht en gelezen wordt in Singapore, Manhattan, Seoul, Caracas, Wladiwostok en Soest, kan ook voor evangelische en reformatorische protestanten een bemoedigende wetenschap zijn.
 


2. Ellips - augustus 2007

De eerste paus met een Jezusboek

Boekrecensie door Willem J. Ouweneel

Joseph Ratzinger is de eerste paus in bijna tweeduizend jaar die zijn persoonlijke kijk op Jezus van Nazaret in een boek heeft gepubliceerd. Daarbij hanteert hij de wetenschappelijke argumenten die bij een theologieprofessor passen, maar heeft de moed het op te nemen tegen de modernistische theologie. Een analyse van prof. Ouweneel.

Zojuist heb ik een van de opmerkelijkste boeken uit die ik sinds tijden gelezen heb. Niet alleen opmerkelijk vanwege de inhoud, maar ook vanwege de schrijver. Ik zou erg graag willen weten wat voor indruk het boek op mij gemaakt zou hebben als ik niet geweten had wie de schrijver was, maar daar zal ik nooit meer achter komen. Die schrijver is namelijk Joseph Ratzinger, tegenwoordig beter bekend als paus Benedictus XVI.

Een theologisch werk
Dat is al het eerste bijzondere: het gaat om een boek dat Ratzinger niet geschreven heeft als paus, maar als theoloog. Het is dus geen leerambtelijk schrijven, met alle autoriteit die daarbij hoort, maar een wetenschappelijk werk, dat zich uitdrukkelijk blootstelt aan de kritiek van zijn lezers. En het boek gaat niet over zomaar een thema; nee, het heet Jesus von Nazareth. Er zijn van de Duitse uitgave meteen 200.000 exemplaren gedrukt, en het wordt momenteel vertaald in meer dan dertig talen. De Nederlandse vertaling is pas uitgekomen. Al vóór de verschijning ervan was het boek een sensatie vanwege de auteur. Ratzinger is zijn leven lang al met Jezus van Nazaret bezig geweest: als gelovig christen, als knappe theologieprofessor kardinaal Meisner noemde hem ooit de 'Mozart van de theologie' als bisschop, als kardinaal, en nu als paus.

Dit boek is het resultaat van een lange theologische carrière (de paus is in april tachtig geworden), maar krijgt een bijzonder cachet doordat het verscheen tijdens zijn pausschap. Daardoor is het het persoonlijkste boek geworden dat een paus ooit geschreven heeft. Sterker nog: Benedictus XVI is als we Petrus als zogenaamde eerste paus even vergeten de enige paus in bijna tweeduizend jaar die in een boek zijn persoonlijke visie op Jezus Christus heeft gegeven. Dat is een feit van historische betekenis zeker nu het geen modernistisch-kritisch boek is geworden, maar een prachtig persoonlijk geloofsgetuigenis.

Ratzinger begon aan dit boek toen hij nog kardinaal was, en na zijn verheffing tot paus heeft hij er elke vrije minuut aan besteed. Nu is dan het eerste deel verschenen, dat Jezus beschrijft vanaf zijn doop door Johannes tot en met de verheerlijking op de berg. In een tweede en laatste deel hoopt de paus én de kindheids én de lijdensgeschiedenis van Jezus te behandelen. Het is overigens geen doorgaande bespreking van het leven van Jezus, bijvoorbeeld op basis van een evangeliënharmonie; Ratzinger kiest bepaalde essentiële thema's: de doop van Jezus, de verzoekingen in de woestijn, de bergrede, het Onze Vader, de discipelen, de gelijkenissen (vooral die van de barmhartige Samaritaan, van de verloren zoon en van de rijke man en de arme Lazarus), de grote Johanneïsche beelden (water, wijnstok en wijn, brood, herder), de belijdenis van Petrus (Mt16) en de verheerlijking op de berg.

Antimodernisme
Ratzinger neemt duidelijk stelling tegen de houding die de nieuwtestamentische wetenschap zo lang heeft beheerst, als zouden de evangeliën toedekken wie de 'historische Jezus' werkelijk is geweest. Hij valt het historisch-kritisch onderzoek als methodologie niet af, maar laat zien dat men de resultaten ervan ook heel anders kan duiden, en wel op een wijze die niet conflicteert met de traditionele visie op Jezus. Juist door Jezus te zien als de Zoon van God treedt de historische waarheid over Hem in de evangeliën aan het licht. Uiteraard is dit een geloofskeuze maar een die 'historische redelijkheid' in zich draagt (p.18). Want het is waar: een geloofsboodschap zal de wereld pas overtuigen als zij (mede) op rationele argumenten is gebaseerd. Juist de reconstructies die de laatste decennia aangaande Jezus verschenen zijn, zo betoogt Ratzinger, verduisteren Hem voor ons. In deze Jezusbeelden is de kloof tussen de 'Christus van het geloof' en de 'historische Jezus' met Wie de theologen zich bezighouden, steeds verder verdiept (p. 10, 20v., 143, 272 277). De Jezus van de evangeliën zou in deze visie veeleer een product van de vrome verbeeldingskracht van de jonge Kerk zijn. Daartegenover verdedigt Ratzinger met kracht de stelling dat de 'ware historische Jezus' en de 'Christus van het geloof' identiek zijn. Hij betoogt dat het christelijk geloof niet pas na Pasen ontstaan is, maar noodzakelijk moet teruggaan op een historische werkelijkheid van voor Pasen (p.350).

Hier zou men meteen een zwakte in het boek kunnen aanwijzen, en wel dat Ratzinger zich hoofdzakelijk oriënteert aan rooms-katholieke theologen. De zojuist genoemde stelling is namelijk in de laatste jaren ook uitvoerig en met veel diepgaandere argumenten verdedigd door bijvoorbeeld de Britse protestantse nieuwtestamenticus James Dunn, maar Ratzinger legt weinig kennis van protestantse theologen aan de dag. De enigen die hij noemt, zijn enkele Duitse, zoals Rudolf Bultmann (wiens theorieën hij afwijst) en Joachim Jeremias.

Toch is Ratzingers boek van enorm belang, al was het alleen al doordat hij vanwege zijn pausschap onnoemelijk veel meer lezers zal bereiken katholiek én protestant dan welke protestantse auteur ook. Er zullen van zijn boek in vele talen miljoenen exemplaren verkocht worden. Het is dan ook geweldig dat de meest invloedrijke christen op aarde het zo voor de Christus der Schriften opneemt. Modernistische theologen zullen ongetwijfeld heftig protesteren tegen Ratzingers Jezusvisie maar van geen van hen zal de invloed bij benadering zo groot zijn als die van de paus. Trouwens, tot nu toe zijn de recensies in Duitse, Zwitserse en Oostenrijke kranten opmerkelijk lovend.

Ratzingers Jesusvisie
De paus komt rond voor zijn opvatting uit dat de evangeliën ons geen literaire verhalen, geen mythen vertellen die wel op geloofsniveau, maar niet op historisch niveau ‘waar' zouden zijn. Integendeel, de evangeliën bieden ons de historische feiten omtrent Jezus, zij het dat deze door de evangelisten beschreven worden vanuit de herinnering die gekleurd is door de dood en de opstanding van Jezus. Slechts zo kan het leven van Jezus trouwens pas werkelijk verstaan worden. Ratzinger legt ook grote nadruk op het Oude Testament, dat het noodzakelijke achtergrondsdecor vormt voor het begrijpen van Jezus.

Ratzinger windt er geen doekjes om: Jezus was noch een ethisch liberale, noch een politiek rebelse joodse rabbi, maar het vleesgeworden Woord van God, de Zoon van de Vader (p. 159v.). Zijn boodschap was de God van Israël aan alle volken van de aarde te brengen (p. 73). Een centraal thema in die boodschap is het koninkrijk Gods, of liever (zoals Ratzinger wil) de heerschappij van God, die zich manifesteert in Jezus, de gehoorzame Zoon, die geheel in gebedsgemeenschap met en naar de wil van de Vader leeft en ons dat voorleeft. Vanuit deze visie op Jezus krijgen alle passages in de evangeliën hun zin en betekenis. Ook de lijdensgeschiedenis Jezus' plaatsvervangend lijden en sterven is daarbij van belang, maar die komt pas in deel II aan de orde.




Wij moeten de evangeliën lezen, oftewel naar Jezus zien, met dezelfde ogen waarmee de evangelisten naar Hem zagen. Op deze stelling van de paus zal ongetwijfeld kritiek komen. Immers, veel wetenschappers kunnen de gedachte niet verdragen dat het geloof ooit meer zou kunnen 'zien' dan in de netjes van het wetenschappelijk onderzoek kan worden opgevangen. Zij zullen betogen dat geloof eerder blind maakt voor de 'objectieve resultaten’ van het theologische speurwerk. 

Misschien had Ratzinger dit zelf al kunnen ondervangen door de kwestie van het geloofsvooroordeel van alle wetenschappelijke navorsing expliciet aan de orde te stellen. Het gaat de paus trouwens niet alleen om het rechte wetenschappelijke zicht op Jezus van Nazaret, integendeel. Het gaat erom dat de lezer zelf de gemeenschap met Christus leert kennen. Dit maakt het boek mede zo belangrijk, als een onderdeel van de 'herovering' van het Westen voor het christelijk geloof. Ook protestanten kunnen zich daarover verblijden, want het boek bevat nauwelijks een echt 'roomse' passage waaraan protestanten aanstoot zouden moeten nemen. Het gaat Ratzinger er dan ook niet om de Katholieke Kerk aan te prijzen, of de katholieke theologie, maar de persoon van Jezus zelf.

Ratzinger betreurt dat 'wij' de wereld, in plaats van haar God te geven, een cynisme hebben bijgebracht waarin het alleen op macht en winst aankomt: de machten van de markt, van de handel met wapens, met drugs en met mensen alsmede de ideologie van het succes, van het zich goed voelen. Hij geeft een scherp oordeel over het rijke Westen: volgens hem heeft het kolonialisme de mensen in Afrika uitgebuit, de moraal van de Afrikaners vernietigd en is het daardoor mede schuldig geworden aan de nood van het zwarte continent (p. 238v.). Ook het marxisme, de bevrijdingstheologie en het feminisme krijgen een beurt (p.62,154, 174). Bovendien breekt Ratzinger ook met het anti judaïstische denken dat de katholieke theologie zo lang gekenmerkt heeft. Zo laat hij rabbi Jacob Neusner, die zo indringend over Jezus geschreven heeft, uitvoerig aan het woord komen (p.136 147).

Dit is de boodschap van de paus: wanneer je God verloren hebt, heb je jezelf verloren; dan ben je nog slechts een toevallig product van de evolutie (p.201). Het is mogelijk God terug te vinden maar dat kan alleen via Hem in Wie God tot ons mensen is gekomen, in Hem die zelf God de Zoon is: Jezus van Nazaret.

Nog één slotopmerking: Dit artikel is bedoeld om het boek van Joseph Ratzinger aan te prijzen, niet om paus Benedictus XVl als zodanig aan te prijzen. De wijze waarop hij bijvoorbeeld onlangs in Brazilië de pinksterkerken (die vele miljoenen ex katholieken in hun midden hebben opgenomen) ervanlangs heeft gegeven, is zeer bedroevend. De RK Kerk weet niet veel meer te doen dan de allerarmsten van het land een bidprentje in de hand te geven. De pinksterkerken geven hun brood, medische hulp, het evangelie en christelijke hoop. De RK Kerk dient zich in Brazilië eerder te schamen dan de pinksterkerken verwijten te maken.

 


1. Reformatorisch Dagblad - 27 juni 2007 - www.refdag.nl

De eerste paus met een Jezusboek

Boekrecensie door K. van der Zwaag

Een pleidooi voor een klassieke christologie tegenover de moderne theologie. Kardinaal Joseph Ratzinger, alias paus Benedictus XVI, volgt in zijn boek het leven van Jezus stap voor stap, in discussie met kerkvaders, conciliedecreten en hedendaagse theologen. Roomse dogma’s spelen meest impliciet een rol.
Het boek van de paus over Jezus is het eerste deel in een trilogie. Het boek van de uit Duitsland afkomstige paus was een bestseller in zijn geboorteland (stond daar geruime tijd in de top tien) en in Italië, waar het honderdduizenden lezers vond. Omdat de studie ook in Nederland gretig aftrek zal vinden, is het goed om er kennis van te nemen. De 80-jarige Ratzinger schrijft bevlogen, inspirerend en op een hoog intellectueel niveau, waarbij zijn roomse achtergrond voor een argeloze lezer nauwelijks te vinden is. Bovendien wekt het boek sympathie omdat de huidige paus kritisch staat ten opzichte van de moderne theologie die met een fileermes het Christusmysterie ontrafelt en ontdoet van zijn wonder.

In een inleiding omschrijft Ratzinger zijn eigen positie binnen de moderne theologie c.q. historisch-kritische methode. Voor de paus staat vast dat de historische methode een essentiële dimensie van het exegetische werk is en blijft. Het is immers wezenlijk eigen aan het Bijbelse geloof dat het betrekking heeft op werkelijke, historische gebeurtenissen. Maar de historische methode heeft haar beperkingen, zegt Ratzinger, omdat zij zich alleen richt op (teksten in) het verleden, zonder dit eigentijds te kunnen maken.

Ratzinger kiest voor de ”canonieke” exegese, die de Schrift wil verstaan in de geest waarin zij geschreven is en de Schrift als geheel ziet. Oude en Nieuwe Testament horen bij elkaar. Ratzinger kiest duidelijk voor een christologische hermeneutiek die Jezus Christus als sleutel tot het geheel van de Schrift beschouwt en de Bijbel als een eenheid ziet. Hij erkent dat dit een geloofsbeslissing is die niet kan voortkomen uit een louter historische methode. Canonieke exegese staat volgens hem echter niet haaks op de historisch-kritische methode, maar ontwikkelt die uitleg organisch verder en laat die worden tot wat in wezen theologie is.

Bij elkaar 
Ratzinger wil de historische Jezus en de Christus van het geloof dicht bij elkaar houden. Hij staat kritisch tegenover de poging om de christologie van de eerste gemeente vanuit de gemeentetheologie van de eerste christenen te verklaren. Zo zou de opstanding geen historisch feit zijn, maar door de eerste gemeente geconstrueerd. Het is volgens Ratzinger historisch veel logischer dat er aan de oorsprong iets heel groots gestaan heeft en dat de persoon van Jezus echt alle bestaande categorieën doorbrak. Als we vanuit de geloofsovertuiging dat Jezus als mens werkelijk God was de teksten lezen -met de historische methode- dan gaan de teksten open.

In tien hoofdstukken volgt de schrijver Jezus op een aantal kern- en keerpunten van zijn leven. Hij belicht Jezus voortdurend vanuit het Oude Testament, vanuit ”Mozes en de profeten” (Jezus is de beloofde nieuwe Profeet, die de Thora tot vervulling brengt). Jezus heeft de God van Israël verkondigd aan de volkeren. „Hij heeft de universaliteit gebracht, die de enige, grote en beslissende belofte aan Israël en de wereld is.”

Anderzijds plaatst Ratzinger Jezus duidelijk als de tweede Persoon in de Drie-eenheid, omdat Jezus de Zoon van God is en als Zoon in gemeenschap met de Vader leeft. Hij valt geheel de „grote beelden” van het Johannesevangelie bij en de Petrusbelijdenis van Jezus als de Christus, de Zoon van de levende God. „De christologische dimensie, het mysterie dat de Zoon de Vader openbaart, is aanwezig in alles wat Jezus zegt en doet.” Hij citeert met instemming Nicea over de wezensgelijkheid (homo-ousios) van Vader en Zoon en de drie titels van Jezus die tijdens Zijn leven al gebruikt werden: Messias (Christus), Kyrios (Heer) en Zoon Gods.

Ratzinger keert zich tegen de moderne theologie om de Persoon van Christus steeds verder te vervluchtigen. Was het eerst de kerk die centraal stond, toen werd het Christus. Omdat dit te exclusief zou zijn voor christenen, sprak men alleen over God. Maar omdat ook God een scheidslijn vormt tussen de religies en tussen de mensen, werd vervolgens de stap gezet naar het spreken over ”het Rijk”, een wereld waarin vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping heersen. En dat rijk moet gerealiseerd worden. Het resultaat is, aldus de schrijver, dat God verdwenen is en het enige wat telt is de inrichting van de wereld. „Deze ’postchristelijke’ visie op geloof en religie staat verontrustend dicht bij de derde bekoring van Jezus.”

Tijdsbeeld 
Ratzinger trekt ook lijnen naar deze tijd. Dat gebeurt vooral in de beschrijving van de drie verzoekingen (Ratzinger spreekt van bekoringen). Daarin gaat het om de Godsvraag, wie we moeten aanbidden: satan of Jezus. De kern waarop in het menselijk bestaan de wegen zich scheiden, is de Godsvraag, aldus de paus. De mens kan niet zonder God, is de boodschap van Ratzinger. God is uiteindelijk het ware goed van de mens.

Ook wijdt hij actuele beschouwingen aan het veranderen van stenen in brood. Hij is dan scherp naar de ontwikkelingshulp van het Westen, die zijns inziens op louter materiële principes is gebouwd. Die heeft God niet alleen vergeten, maar mensen van God weggeduwd en de derde wereld gemaakt tot dat wat hij nu is. „Ze heeft ter plaatse gegroeide religieuze, morele en sociale structuren terzijde geschoven en haar technocratische mentaliteit ervoor in de plaats gesteld. Ze dacht stenen in brood te kunnen veranderen, maar ze heeft stenen in plaats van brood gegeven. Het gaat om het primaat van God. Het gaat erom dat we God als werkelijk erkennen, een werkelijkheid die voorwaarde is voor alles wat goed is.”

De paus schrijft boeiende dingen over de bergrede (die hij christologisch uitlegt), de gelijkenissen (Jezus wil geen abstracte kennis overbrengen, maar laat zien hoe transparant Gods licht doorschijnt in de gebeurtenissen van alle dag), het gebed des Heeren. Er staan lezenswaardige passages die exegetisch diepgravend zijn, steeds belicht vanuit het Oude Testament en de joodse traditie. Ratzingers boek onderstreept voortdurend de eenheid van de Schrift. Hij laat regelmatig commentaren van kerkvaders aan het woord, staande in de traditie van de kerk van alle eeuwen.

Roomse Kerk 
Is het te merken dat het boek door een paus geschreven is? Het antwoord is dat het meestal niet direct te merken valt. Het themaregister vermeldt nergens begrippen zoals paus, Maria, mis, celibaat, Petrusambt. Ratzinger houdt zich op dit punt duidelijk in, zo zou je het ook kunnen formuleren. Hij zegt in zijn voorwoord dat dit boek op generlei wijze „een document van het leergezag is.” Toch zien we hier en daar zijn rooms-katholieke achtergrond duidelijk naar voren komen.

Dat blijkt uit zijn aandacht voor de kerk. Schrift en kerk zijn bij de Romana immers nauw aan elkaar verbonden. Het „volk Gods”, de Kerk, is het levende subject van de Schrift, de diepere ’auteur’ van de Schriften. Door het sacrament van de doop wordt de mens ingelijfd in de kerk en ontvangt hij de genade. De doop ziet hij als het sacrament van de moederschoot, namelijk de Kerk die de dopeling opneemt en aanneemt. Ook ruimt hij veel aandacht in voor de rol van Petrus, al noemt hij (wijselijk?) het Petrusambt niet.

Opvallend is ook een optimistische visie op het heil. Ratzinger schrijft gloedvol over het mysterie van het mens-zijn dat zijn vervulling vindt in God. Maar het blijft vaak een ongebroken relatie met God. Als schepsel al is de mens op bijzondere manier „kind van God” en God „zijn ware Vader.” Wie leerling van Jezus is, krijgt deel aan de verlossing en „overschrijdt de grens van ons mens-zijn.” „Als verwachting en mogelijkheid al gelegd vanuit de schepping, toen wij naar Gods beeld en gelijkenis geschapen werden.”

Typisch rooms-katholiek is de gedachte van het natuurlijk verlangen (”desiderium naturale”), waarbij de natuur haar voleinding vindt in het bovennatuurlijke. Volgens Rome is in de zondeval het bovennatuurlijke weggenomen, maar blijft de natuur in tact. De mens is niet geheel door de zonde aangetast en verdorven. Hij is halfdood, zoals blijkt uit Ratzingers beschrijving van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. „De mens is beroofd van de glans van het bovennatuurlijke en verwond in zijn menselijke natuur”, zo citeert hij de scholastici in de middeleeuwen.

De Samaritaan verbeeldt Christus die olie en wijn op onze wonden giet, wat volgens Ratzinger weer geïnterpreteerd kan worden als beeld van „de verlossende gave van de sacramenten. Hij levert ons af in de herberg, de Kerk.” Toch is Ratzinger ook weer realistisch in zijn visie op de onvolmaaktheid van de mens. Als het hart van de mens niet goed is, kan er niets anders goed worden, stelt de paus. „De breuk met God is het begin van alle kwaadaardigheden in de mens. Heling ervan is voorwaarde voor de vrede in de wereld.”

Eucharistie 
De duidelijkste roomse invloed in het Jezusboek is te vinden op het punt van de eucharistie. Daar ligt immers het hart van Rome. In de eucharistie legt God zich daadwerkelijk in onze handen, aldus Ratzinger. De vierde bede van het Onze Vader, geef ons heden ons dagelijks brood, ziet de schrijver als een gebed om de eucharistie. Volgens hem hebben de kerkvaders „nagenoeg eenstemmig” dit zo verstaan. Ook de terugkomst van de verloren zoon eindigt in een feestmaal, „het feest van de eucharistie dat vooruitgrijpt op het eeuwige feestmaal.” De mensgeworden Zoon schenkt zich aan ons weg in het sacrament. In de eucharistie schenkt God ons het ware manna waarop de mensheid wacht, omgekeerd kunnen wij door de „’lijfelijke’ zelfgave van de Heer” met Hem Zijn geestelijke weg gaan.

Wie deze zin leest: „Wij kunnen ons tegenwoordig nauwelijks meer iets voorstellen bij de gedachte dat God de dood van zijn Zoon ervoor over gehad heeft om schuld te vergeven en de mensen van binnenuit te genezen”, weet dat Ratzinger een duidelijk contrageluid geeft tegenover veel moderne theologen.

Al geeft het boek diepgravende exegetische beschouwingen die Jezus doen oplichten als de Christus (vanuit de wereld van Mozes en de profeten), we moeten niet blind zijn voor de leer van Rome. Dat deze leer in dit boek slechts impliciet aanwezig is, maakt het wellicht nog acceptabeler voor protestanten. Kortom, het is geen typisch rooms-katholiek boek, maar wel geschreven door iemand die zich plaatsbekleder van Christus noemt en dat is iets wat we steeds in ons achterhoofd moeten houden.

 

www.vergadering.nu