www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu 1 RECENSIE 2 Korintiërs 1. EO-Visie - 12 september 2009 - www.eo.nl/visie
1. Nederlands Dagblad - 8 mei 2009 - www.nd.nl Profiel van een evangeliedienaar
Invoegingen Er is over deze brief in de geschiedenis van de exegese veel te doen geweest. De eenheid ervan is betwist; men heeft gemeend allerlei delen uit verloren gegane brieven erin terug te kunnen vinden. Ook over de vraag wie de tegenstanders van Paulus eigenlijk waren, is veel discussie geweest. En of het om een of om twee groepen gaat, of de 'schijnapostelen' en de 'superapostelen' dezelfden zijn of niet. Van Spanje onderzoekt een en ander gedegen en komt tot conclusies waar over het algemeen goed mee te leven valt. Zo gaat hij uit van de literaire eenheid van de brief zoals die voor ons ligt en weet hij dit exegetisch ook aannemelijk te maken. Die kwestie is misschien niet meer zo brandend omdat - zoals terecht geconstateerd wordt - de neiging onder theologen om nogal snel tot allerlei invoegingen te besluiten zodra de aansluiting tussen twee gedeelten in een Bijbelboek even iets minder soepel verloopt, gelukkig op zijn retour is. Maar toch moeten we er niet aan voorbijgaan dat de toon van de brief vanaf hoofdstuk 10 anders is, scherper, sarcastisch haast. Volgens de auteur van dit commentaar komt dat omdat de spits van het betoog veranderd is. Eerst richtte Paulus zich tot de gemeente, met wie de verstoorde relatie juist weer hersteld was. Nu richt hij zijn pijlen op zijn tegenstanders. En dan ligt de zaak nog steeds gevoelig. Ook blij ben ik met de constatering dat het bij de 'schijnapostelen' en de 'superapostelen' om dezelfde groep gaat. De argumenten om deze beide te onderscheiden zijn niet overtuigend en zeker de identificatie van de 'superapostelen' met de apostelen in Jeruzalem is zeer aanvechtbaar. De apostelen in Jeruzalem waren geen tegenstanders van Paulus. Ze hadden elkaar juist de broederhand gereikt (Gal. 2:9; vgl. Hand. 15). Van Spanje zoekt de tegenstanders in de kring van Joodse rondtrekkende sofisten... die zichzelf als christenen beschouwden". Wat dat betreft heeft hij mij wel overtuigd. Maar hij gaat wat te ver als hij eraan toevoegt “dat zij zeer waarschijnlijk uit Alexandrië afkomstig waren en als metgezellen van Apollos waren meegereisd naar Korinte”. Dat kunnen we onmogelijk weten en de koppeling aan Apollos stelt deze 'broeder' (1 Kor 16:12; vgl. 3:4-6) onnodig in een kwaad daglicht. Al betekent een en ander ook volgens Van Spanje niet dat Apollos zelf tot de tegenstanders gerekend moet worden. Toepassing Hier past toch een kritische kanttekening. Commentatoren hebben nog wel eens de neiging hun hand te overspelen en meer te willen verhelderen dan mogelijk en nodig is. Het is niet altijd mogelijk om op basis van de weinige gegevens die ons ter beschikking staan bevredigende conclusies te trekken. Dan is het geen schande om te zeggen “wij weten het niet” in plaats van “zeer waarschijnlijk is het dit". Het is ook niet nodig, want de taak van de exegeet is om de tekst uit te leggen en niet om een speculatieve reconstructie te geven van de achterliggende historische gebeurtenissen. Of de schijnapostelen al dan niet met Apollos zijn meegereisd, doet niets toe of af aan het begrijpen van Paulus' betoog. Het deel over 2 Korintiërs is degelijk en grondig en - als ik mij niet vergis - iets meer gericht op grammaticale detailexegese dan sommige andere delen. De grote lijn van de brief komt, behalve in de inleiding, minder sterk naar voren. De toepassing wordt aan de lezer overgelaten. Ook het taalgebruik is wat stijfjes en meer afgestemd op medetheologen dan op de gemiddelde geïnteresseerde Bijbellezer. Al wordt dit, zoals in de hele reeks, voor een deel wel weer goed gemaakt door al te technische details in een wat kleinere letter af te drukken. Wie niet zo diep wil gaan of weinig tijd heeft, kan deze gedeelten overslaan. De inhoudsopgave vermeldt vier excursen, maar die zijn kort, slechts een of enkele pagina's. Bij de vraag wie 'de twee onbekende broeders in 2 Korintiërs 8,18-24' zijn in het derde excurs, vind ik dat niet zo erg. Over 'Paulus' gebruik van het Oude Testament in 2 Korintiërs 3' (het eerste excurs) had ik graag wat meer gelezen. Van Spanje gaf zijn commentaar de titel Profiel van een evangeliedienaar mee. En hoewel het niet het doel van het schrijven van 2 Korintiërs was om zo'n profiel op te stellen, geeft het toch de inhoud wel goed weer. We lezen immers hoe Paulus zijn apostelschap legitimeert, zijn integriteit handhaaft en tegelijk zijn gezag niet opgeeft. En daar kunnen dienaren van het evangelie nog altijd veel van leren. |