www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


In de ban van de Ring
J.R.R. Tolkien
(Eerste nederlandstaliqe druk: 1960)

Nederlands Dagblad, 30-6-2000
door René Fransen

Uitschakeling van ongeloof

Als tiener las ik boeken zoals alleen een tiener lezen kan: met een onstilbare honger werkte ik meter na meter van de bibliotheek af. Vader en moeder voor de wekelijkse 'grote boodschappen' naar Albert Heijn, ik naar de bieb in hetzelfde Hilversumse winkelcentrum. Op rantsoen, één nieuw boek en een boek om te herlezen, anders zou ik m'n achttiende verjaardag niet halen in de jeugdafdeling. In die tijd gebeurde het een paar keer dat een boek zo meeslepend was, dat ik meende het ultieme leesgenot te hebben beleefd. Tot het volgende boek zich aandiende dat nóg meeslepender was. De laatste keer dat mij zoiets overkwam - waarmee het ultieme boek dus geïdentificeerd is - was bij lezing van 'In de ban van de ring', door J.R.R. Tolkien.

Een meeslepend verhaal, voor wie zich wil laten meeslepen. Een sprookje met een omvang van de Bijbel, dat zich afspeelt in een wondere wereld, Midden-Aarde genaamd, die volledig uit het brein van de wat stijve hoogleraar Engels uit Oxford ontsproten is. Een wereld die zo goed in elkaar steekt, zo doordacht is opgezet, dat je er in kunt geloven.



'Suspension of disbelief', het uitschakelen van ongeloof, dat was het doel dat Tolkien zichzelf stelde. Als hoogleraar hield hij zich bezig met allerlei mythologieën, van de IJslandse Edda tot de klassieke mythologie. Maar Engeland had geen mythisch verleden, en om dit gebrek te compenseren bedacht Tolkien er zelf maar een.

In 'In de ban van de ring' komt maar een deel van die mythologie voor. Dat maakt het boek zo sterk: er zit nog een hele wereld achter die wereld vol merkwaardige creaturen als hobbits, elfen en aardmannen. Dat is ook het verschil tussen Tolkien en de ontelbare navolgers die hij heeft gekregen. Die schreven ook dikke boeken over vreemde werelden, maar slaagden er nooit in de details en de diepgang van Midden-Aarde te benaderen.

Tolkiens boek werd in de jaren zestig een 'hippie-bijbel', maar dat doet hem onrecht. Het boek is afgedaan als 'alleen maar een sprookje', in sommige kringen ook in de ban gedaan als occult. Maar er is niets mis met sprookjes: die tonen een uitvergroting van deugden als opofferingsgezindheid, trouw en moed. En als oprechte rooms-katholiek schreef Tolkien een verhaal waarin de echo's van zijn geloof doorklinken. Plaatsvervangend lijden, maar ook reddende engelen, en de Ene God als schepper - zij het op grote afstand, onbereikbaar voor stervelingen.

Heel anders dan in de Narnia-boeken van zijn goede vriend C.S. Lewis. Lewis leende nogal eens wat van Tolkien - beiden waren in de jaren dertig prominent lid van een literaire club, de Inklings, waar wekelijks werd voorgelezen uit (ongepubliceerd) eigen werk. Lewis vond zijn God in gesprekken met mede-lnklings, onder wie Tolkien, en droeg Hem uit met alle overtuiging van een bekeerling - een literaire Paulus. Met Tolkien deelde hij de voorliefde voor mythologie, omdat, zo wisten beiden, alle mythen uiteindelijk terug te voeren zijn op die ene mythe, die waar is.


Sprookjes en vertellingen
J. R. R. Tolkien
Uitgeverij: Het Spectrum, Utrecht, 2000, Pagina's: 292

Reformatorisch Dagblad

Recensie door Henriëtte van de Wetering - 15 november 2000

Tolkiens helden zijn niet opgeleid

"Er was eens een dorp, voor mensen met een goed geheugen niet zo lang geleden, en voor mensen met lange benen niet zo ver weg." Zo begint een van de sprookjes van J. R. R. Tolkien in de bundel "Sprookjes en vertellingen".
De opening is typerend voor de schrijver: voor lezers met "lange benen" en een onbevangen geest is de wereld van fantasie niet moeilijk te bereiken. Al zullen sommigen er nooit komen of er zich thuis voelen.

De bundel is een welkome aanvulling voor de liefhebbers van Tolkiens bekendere boeken "De Hobbit" en "In de ban van de ring". Daarin heeft de Oxfordse hoogleraar in de jaren veertig en vijftig een sprookjesachtige wereld gecreëerd die allerlei motieven ontleent aan de Noorse en Keltische
heldenverhalen.

Toch staan in Tolkiens wereld geen dappere koningen of snoevende spierbundels centraal, maar de ware held blijkt een kleine hobbit, die trouw is omdat hij weet dat hij niet anders kan handelen dan hij doet. En dat is precies het refrein dat tussen de regels doorklinkt van de liederen die ook in "Sprookjes en vertellingen" zijn opgenomen.

Men kan als kritiekpunt aanvoeren dat de liederen -een relaas van een veldslag uit de tiende eeuw en een essay over sprookjes, die samen met drie verhalen de bundel vormen- een zeer willekeurige verzameling zijn. Daarbij zullen de liederen voor lezers die het land van de hobbit niet kennen nogal
wonderlijk overkomen. Dit is zeker waar.

Thema
Toch hebben de diverse onderdelen van de uitgave volgens mij een samenhangend, overkoepelend thema. Altijd weer gaat het om de gewone, alledaagse, niet tot held opgeleide mens. In moeilijke situaties gebracht, wordt hij voor de keuze gesteld om het kwade te haten en zijn verlangen naar
het goede niet op te geven.

Dit geldt bijvoorbeeld in het verhaal "De smid van Groot Wolding". Toen de smid nog een jongen was, werd hij eens uitgenodigd voor het Feest van Brave Kinderen. Al was het meer toeval dan verdienste dat hij daar aanwezig was, juist in zijn portie feesttaart bleek een echte Elfenster te zitten. Die
ster veranderde zijn bestaan. Niet alleen maakte hij als smid ijzeren gebruiksvoorwerpen met een ongekende schoonheid, maar hij vond op verre reizen ook de toegang tot het Feeënrijk.

Toen hij oud geworden was, ontdekte hij pas het ware geheim van de ster: hij moest er afstand van doen om hem te kunnen doorgeven aan een ander kind. En hij werd een held door de Elfenster te geven aan de kleinzoon van de sikkeneurigste en meest egoïstische dorpsgenoot.

Vikingen
De Oudengelse sage van Beorhtnoth benadert het heldendom vanuit de negatieve kant. Hertog Beorhtnoth streed een wanhopige, maar heroïsche strijd tegen de vikingen. Hij was bereid om al zijn manschappen op te offeren teneinde zijn eer te redden en zij stierven in een ware slachtpartij. "Overmod" noemt de dichter dat, te vertalen als overmoedigheid of zelfs hoogmoed.

Het is het tegenovergestelde van Tolkiens ideaal: weten dat je maar een klein mensje bent. Pas als je dat geleerd hebt, bijvoorbeeld van een sprookjesschrijver, kun je grote dingen doen.


www.vergadering.nu