www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

 Duitse vertaling / Deutsche Übersetzung  -  Klik hier

Nederlands Dagblad - 12 oktober 2001   www.nd.nl

LEES OOK HET ORIGINELE  BIJBEL & WETENSCHAP  ARTIKEL

Hieronder:
he
t ND-artikel,
én de reactie van het EH-bestuur,
én het 'Redactioneel' in de erop volgende Bijbel&Wetenschap.

Nederlands Dagblad
12 oktober 2001
Ouweneel verwerpt inspiratietheorieën

van onze redactie kerk

AMERSFOORT - Elke theologische leer omtrent de onfeilbaarheid van de Schrift is feilbaar mensenwerk, vindt prof. dr. W.J. Ouweneel. De goddelijke inspiratie noemt hij ten diepste een geheimenis. En een geheimenis kun je niet vangen in een of andere theorie.

Het jongste nummer van Bijbel & Wetenschap, een uitgave van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort, is gewijd aan het thema 'Hoe lezen wij de Schrift?'.
Ouweneel kent wel acht verschillende inspiratietheorieën, maar hij heeft er niet veel mee op: ,,We zien vaak achteraf hoe historisch bepaald zulke visies uit het verleden in feite waren - en latere generaties zullen van onze Schriftvisies hetzelfde zeggen.''

Ouweneel grenst zich enerzijds af van de vrijzinnigheid. ,,'Heel uw woord is de waarheid' (Ps. 119 : 16) - dat is en blijft onverkort ons motto.'' Anderzijds stelt hij de vraag of de aanname van een letterlijke, historische Adam ,,echt net zo belangrijk is als het geloof in de letterlijke, historische Christus''. Moet het in de Bijbel geschiedkundig en natuurwetenschappelijk allemaal kloppen, of gaat het ,,veeleer om een existentiële zaak? Of zijn dat valse tegenstellingen?''

Overschatting
De moderne 'historische Schriftkritiek' en het 'fundamentalisme' met elkaar vergelijkend, stelt hij dat beide richtingen lijden ,,aan dezelfde overschatting van de 'moderne wetenschap'. De één meent wetenschappelijk te kunnen aantonen dat de Bijbel niet, en de ander dat de Bijbel wel het onfeilbare Woord van God is.''Overschatting van de wetenschap noemt hij de stelling: wie aan de gangbare theologie der onfeilbaarheid komt, komt aan de onfeilbaarheid van de Schrift.

Hetzelfde constateert hij bij de Drie-eenheid: ,,Waarom is het zo moeilijk in te zien dat wie aan gebrekkige menselijke theorieën over de drie-eenheid van God komt, daarmee nog echt niet aan God zelf komt?''De 'behoudende' theologie wenst volgens hem niet het onderscheid te aanvaarden tussen geloofskennis van het hart én de wetenschappelijke verantwoording daarvan met het logisch verstand. ,,Veelal stelt men de theologie gewoon gelijk aan de geloofskennis; dus wie aan de theologie komt, komt aan het geloof.'' Op die manier, vindt Ouweneel, zijn heel wat studeerkamertheorieën aan het kerkvolk opgedrongen ,,als laatste waarheden Gods'' en tot inzet van kerkscheuringen gemaakt. En daar zijn nog steeds geen lessen uit getrokken.

Hoewel hij het niet eens is met de geloofsveronderstellingen van het modernisme ('de Bijbel is niet waar'), vindt hij dat deze stroming op bepaalde punten krediet verdient. Als voorbeeld noemt hij het aandacht vestigen op ,,de geweldige betekenis van literaire genres in het Oude Testament''.

Al met bestempelt Ouweneel het schema 'bijbelgetrouw' versus 'bijbelkritisch' als simplistisch.

Letterlijk waar?
Ook mr. H.P. Medema vraagt zich in het blad af, of het fundamentalisme zichzelf niet heeft overschat: ,,Het fundamentalisme heeft de vraag willen beantwoorden die door de modernistische theologie op de agenda was geplaatst: is het letterlijk waar? - en het antwoord was duidelijk: ja. Terwijl de modernistische theologie duidelijk nee zei. Maar wie heeft de vraag bedacht? Die staat niet in de Bijbel, en wordt in dat Boek ook niet opgeroepen.''

Eveneens af te keuren vindt hij de vraag: is het historisch waar? ,,Als zouden we het verleden terug kunnen roepen en kunnen controleren op feitelijk gebeurd-zijn. Een totaal verkeerd uitgangspunt van de moderne tijd, waarmee wij als christenen ons überhaubt niet zo naïef hadden moeten inlaten.''

Het fundamentalisme riep ook ,,angstig'': er zijn geen fouten in de Bijbel, en dat kunnen we bewijzen. Maar dit uitgangspunt was verkeerd, aldus Medema: ,,Het gezag en de kracht van de Bijbel ligt niet in de bewijsbare foutloosheid van de tekst van het Boek, maar in de merkbare werkelijkheid van het gebeuren in datzelfde boek.''(12 oktober 2001)

©Nederlands Dagblad


Het ND gaf aan het bestuur en de directie van de Evangelische Hogeschool ruimte om te reageren op het bovenstaande artikel:

ND 18 oktober 2001

Inspiratietheorieën

In de krant van 12 oktober stond een bericht onder de kop: 'Ouweneel wijst theorieën over inspiratie af' (pag,2). Dit naar aanleiding van het themanummer van Bijbel & Wetenschap over de vraag 'Hoe lezen wij de Schrift?', dat deze week verschenen is. In het bericht zijn wat krenten uit de B&W-pap gevist, en daaraan is natuurlijk altijd het risico verbonden dat de journalist daarbij nogal kort door de bocht gaat.

Zo geeft het bericht wel redelijk goed weer wat Ouweneel in het themanummer over inspiratie gezegd heeft, maar de kop is onjuist. Ten eerste: Ouweneel wijst inspiratietheorieën niet af. Hij vindt sommige van die theorieën (met al hun beperktheden) wel degelijk heel bruikbare (zij het gebrekkige) benaderingen van het goddelijk geheimenis der inspiratie. Ten tweede: de verstandige en welwillende lezers van het Nederlands Dagblad begrepen dat Ouweneel met zijn kritiek op inspiratietheorieën nog niet de inspiratie als zodanig afwees. Integendeel, net als iedereen aan de Evangelische Hogeschool houdt hij vast aan de volledige goddelijke inspiratie en daarmee aan het goddelijke gezag en de betrouwbaarheid van de Schrift. Daarover mag geen misverstand bestaan.

Evenzo kan de (uit haar verband geïsoleerde) vraag of het bestaan hebben van Adam net zo belangrijk is als de opstanding van Christus, verkeerd opgevat worden. Die vraag betekent niet dat Ouweneel het bestaan van Adam zou loochenen, integendeel. Het probleem zit 'm niet in het bericht als zodanig, maar in wat oppervlakkige lezers er (ten onrechte) uit zouden kunnen concluderen. Wie de moeite neemt het themanummer van Bijbel & Wetenschap te lezen, zal veel beter kunnen beoordelen wat Ouweneel (en andere auteurs) precies gezegd hebben.

Evenzo heeft H.P. Medema zich juist helemaal niet willen conformeren aan de kritische vragen van de moderne theologie, die klinken als de woorden van de slang in Genesis 3:1 (Statenvertaling): ,,ls het ook dat God gezegd heeft?" Integendeel. De vraag naar de werkelijkheid van hoe het gebeurde (zo betoogt Medema in zijn artikel) wordt door de Bijbel in het geheel niet gesteld, zelfs niet opgeroepen. Dit Boek vraagt van ons dat wij de werkelijkheid van dat wat gebeurd is, gebeurt en gebeuren zal, integraal tot ons laten komen. Het is een typerende zelfoverschatting van de moderniteit dat zij in staat is de Schrift in stukjes en partjes uiteen te snijden, en vervolgens vast te stellen wat wel of niet echt gebeurd is. Maar het is erger dan dat: het is de weigering het Woord van God onbevangen tot zich te laten komen, als precies dezelfde werkelijkheid waarvan wij zelf ook deel uitmaken, de werkelijkheid van God. Zo hooghartig lezen we zelfs een menselijk boek niet, en in het desbetreffende artikel wordt met illustraties uit de literatuurwetenschap aangetoond, dat geen enkel boek zijn lezers toestaat het op die arrogante manier te lezen, laat staan de Bijbel.

De term 'evangelisch' bij de Evangelische Hogeschool staat voor bijbelgetrouw. Ruim 75%, van de EH-studenten komt uit de brede reformatorische (hervormd(gereformeerde) gezindte. Ruim 20% komt uit de evangelische hoek in al zijn schakeringen. Ook het EH-docentencorps, bestuur en Raad van Toezicht en Advies weerspiegelen die verhouding van reformatorisch / evangelisch. Op de EH werken reformatorischen en evangelischen heel goed samen. We richten ons op datgene wat ons bindt en Wie ons bindt: onze Verlosser de Heere Jezus Christus, als de, enige Weg tot zaligheid. Onze benadering naar studenten toe is bijbelgetrouw: de Bijbel is onze grondslag als het onfeilbare, geïnspireerde Woord van God. De Bijbel spreekt met absoluut gezag, zowel waar hij handelt over het heil, als waar hij spreekt over de geschiedenis, de kosmos en de natuur. Dat beleden wij 25 jaar geleden en dat belijden we ook anno 2001.

Het bestuur van de EH
De directie van de EH
Prof dr. W.J. Ouweneel


( Deutsche übersetzung )

Uit: Bijbel en Wetenschap   november 2001
Tijdschrift van de Evangelische Hogeschool  -  www.eh.nl
Email:
b-w.eh@solcon.nl
Abonnement: € 22,50 per jaar

LEES HET ORIGINELE  BIJBEL & WETENSCHAP  ARTIKEL


Vervolgartikel in het Reformatorisch Dagblad op 6 december 2001

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu