www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu


2 'boekbesprekingen' over het boekenweekgeschenk 2003

Het Nederlands Dagblad - 20 maart 2003 - www.nd.nl 

Gala, de vrouw en de dood
door Henk P. Medema

Bij nader inzien heb ik het Boekenweekgeschenk 2003, de novelle Gala van Ronald Giphart, toch gelezen. Ik had het, al was het niet publiekelijk, ongelezen de grond ingeboord. Nu denk ik er anders over. Zeker, deze denkwereld en dit taalgebruik is meer dan verwerpelijk. Maar het is nog meer. Ik kijk in deze weerspiegeling van mensenzielen en ik voel deernis, Laat me dat mogen uitleggen.

Het prachtige geheim van de eerste schepping kennen wij als christenen, althans: we zouden het kunnen kennen. We hebben er een hele klus aan om het echt te pakken te krijgen. Het is er nog wel, zoals de hele schepping er nog is, maar sinds de zondeval ligt het geheim bedekt, is het verborgen, onvindbaar zelfs, voor wie niet wil zoeken. Veel mensen - zijn het vooral mannen, of vergis ik me nu? - willen niet zoeken, of durven niet. Veel mannen gaan zelfs op de vlucht voor 'de vrouw'. Zoals C.S. Lewis betoogt: pornografie en 'schuine' moppen worden eigenlijk geboren uit angst voor de vrouw. In feite is dat ook het geval bij de mannen die de confrontatie met hun eigen vrouw, of welke vrouw dan ook, vermijden.

Dat wil niet zeggen dat vrouwen in hun leven geen rol spelen - soms zelfs zeer veelvuldig en op een manier waar ze zelf trots op zijn. Bijvoorbeeld de Rus over wie Alexander Soltzhenytsin schrijft in zijn Goelag Archipel, dat hij er trots op was met honderden vrouwen te hebben geslapen, en als 'bewijs' hun slipjes bewaarde. Maar hoeveel flirtende blikken hij ook uitwisselde met hoeveel vrouwen ook, in werkelijkheid durfde hij geen van hen echt in de ogen te kijken'. Van ziel tot ziel contact hebben is wat anders dan het bed delen. Haar als persoon ontmoeten is zoiets als op de rand van de afgrond gaan staan, terwijl je hoogtevrees hebt. Dus bouwen vele mannen liever een hekje op veilige afstand en behandelen de vrouw als iets wat ze ook wel is of had kunnen zijn. Als moeder, zorgend. Als hoer, verleidend. Als madonna, heilig. Als 'stuk', voor consumptie, zodat een man met een vrouw (of zelfs met veel vrouwen!) 'intiem' kan zijn geweest zonder haar echt te kennen.

Iedereen
Nu kom ik dan op het Boekenweekgeschenk van 2003. Dat er nogal wat vloeken en een te grote mate van pornografisch taalgebruik in voorkomt, is in feite niet eens het ergste probleem. Giphart schrijft briljant, dat moet je hem ook nog toegeven.

Maar het probleem zit veel dieper. De auteur, een man, verplaatst zich in het denken en voelen van een jonge vrouw, die hij als vertelster gebruikt. Maar in het verhaal verplaatst 'de' man zich slechts (en dan nog alleen maar in fysiek erotische zin) in het lichaam van 'de' vrouw, waarbij man en vrouw in principe volstrekt vervangbaar zijn, iedereen kan het met iedereen doen. Hun diepste 'ik' houden de toevallige partners volledig voor elkaar gesloten.
Zo ontstaat er een sfeer van totale levenloosheid, zo morsdood dat de fysieke dood niet meer gevoeld wordt, en aanleiding kan zijn voor,een galafeest.

Dit is een vreselijke wereld. Het is een wereld vol van 'genot', maar zonder intimiteit, een leven vol met mensen die, met een door Giphart bedachte term, 'Mijn Mensen' kunnen worden genoemd, maar zonder echte menselijke relaties. Paulus moet zoiets bedoeld hebben toen hij schreef: 'Wie in genotzucht leeft, is levend dood' (1 Tim. 5:5). Een volstrekte ongevoeligheid, waarin het scherpe mes van de dood - eigenlijk laat Giphart dat toch weer heel gevoelig zien - niet meer gevoeld wordt, en juist daarom toch weer wel. Waar mensen elkaar van buiten raken, maar niet van binnen. Ze zijn fysiek 'intiem' met elkaar, maar het is een ruilhandel met gesloten harten. Fräser illustreert dat: zijn gesteriliseerde potentie, zijn volstrekte onbegrip als de vertelster inzicht krijgt in de hypocrisie van de wereld om haar heen. Hij moet zich eindelijk blootgeven, maar staat er bij als een kind. Manneke Pis.

Intiem
In ons huidige spraakgebruik ontstaat veel verwarring over wat we bedoelen met 'intimiteit'. In een krantenbericht kan vermeld worden dat een man een meisje verkrachtte en 'intieme handelingen' met haar verrichtte. Het soort handelingen dat dan bedoeld is, is juist allerminst intiem, het is een grove manier om een mens van de andere sekse alleen van buiten te gebruiken, en daarbij haar innerlijke zelf met brutale verachting volstrekt buiten beschouwing te laten. Het is bewust of onbewust een ultieme poging zich tegenover elkaar niet bloot te geven, ook al rukt men elkaar de kleren van het lijf. Het is de weigering van het wederzijdse spiegelen waardoor mannen en vrouwen elkaars hart delen; het is de roofzuchtige poging om elkaars lichaam te bezitten terwijl de ziel buitenspel blijft.

Verkrachting is geen dappere daad, geen bewijs van kracht. Het is angst voor jezelf en voor de ander, een bewijs van vrees.
Een wereld waar men zo leeft, verdient onze deernis. Een boek dat deze wereld weergeeft, vereist onze morele verontwaardiging en zelfs veroordeling. Maar de honderdduizenden die dit boek lezen, en de miljoenen die op deze manier 'inhoud' geven aan hun leven, verdienen onze deernis.


Opbouw - 14 maart 2003

Verworden leven in boekenweekgeschenk
'We praatten, zoenden en hadden seks; meer niet'
door J.J Lakerveld, Emmeloord

Onder de middelbare schooljeugd zijn ze onvoorstelbaar populair, de schrijvers Ronald Giphart, Joost Zwagerman en in iets mindere mate Arnon Grunberg. Herkennen jongeren in het werk van deze auteurs hun eigen leefwereld? Het is niet te hopen.

Juist om die populariteit was ik al veel eerder van plan in Opbouw aandacht aan ze te besteden, maar een bepaalde tegenzin tegen de inhoud van hun werk heeft me er tot nu toe van weerhouden. Grunberg is wel ter sprake geweest, in 1998 toen zijn kleine roman De heilige Antonio als boekenweekgeschenk dienst deed. Ook nu is het de boekenweek die me dwingt: dit keer om Giphart te bespreken: als u tussen 12 en 22 maart voor minimaal 11,11 euro een boek aanschaft, krijgt u zijn novelle Gala cadeau.

Geheime liefde
Wat we erin voorgeschoteld krijgen is wat Meija te vertellen heeft aan haar dode, geheime liefde Panc, die binnen drie weken aan een hersentumor overleden is. Het betreft een geheime liefde, want van hun hartstochtelijke verhouding mogen Pancs vrouw Elaine en Meija's vaste vriend niets weten.

Panc is in feite haar baas, hij is namelijk eigenaar van een groep filmsterren en acteurs, samen Mijn Mensen geheten, voor wie hij bemiddelt bij filmregisseurs en toneeldirecteuren.

Feestavond
De periode waarover Meija verslag doet, is de dag waarop 's avonds het Gala plaats vindt, een feestavond ter viering van het 15 jarig bestaan van het bedrijf. Panc is dan wel nog maar kort geleden gestorven, maar hij had erop gestaan dat het feest zou doorgaan. Meija beschrijft het feest en de voorbereidingen ervoor. Tussen haar verhaal door verwerkt ze herinneringen als flahsbacks, waarvan de meeste betrekking hebben op haar relatie
met Panc.

Onsmakelijke vertoning
Het feest zelf is een mix van meegeschreeuwde popmuziek en een aantal opgevoerde acts. Naarmate de avond vordert en het alcoholgehalte van de feestgangers toeneemt, loopt de zaak meer uit de hand. Iemand is toch achter de geheime relatie van Meija en Panc gekomen. Als Pancs vrouw, getergd door jaloezie, al scheldend Meija vernedert, begint de dronken meute zich tegen haar te keren. Zij heeft ook wel wat te vertellen, het een roept het ander op en zo wordt alle verzwegen rottigheid de zaal in geslingerd. Om beurten schreeuwen ze elkaar de smerige waarheid in het gezicht. leder blijkt ontrouw: allemaal bedriegen ze elkaar en allemaal zijn ze bedrogen. Maar het 'hoogtepunt van het dieptepunt' moet nog komen: Meija's echte liefde, Fräser, heeft zich die morgen in het ziekenhuis laten steriliseren ze beschrijft het tot in details en dat leidt op het toppunt van het feest tot een hoogst onsmakelijke vertoning. De volgende dag komt Meija tot de conclusie dat, als ze zou moeten kiezen tussen Panc en Fräser, haar voorkeur toch naar de laatste zou uitgaan. Einde verhaal.

Opvlakkigheid troef
En toch is het geschreven door een auteur die het vak beheerst: Die een verhaal weet op te bouwen en knappe dialogen schrijft, die goed formuleert met veel humor. En die speelt met de taal: 'de zaal zingt schelkeels mee.' Kiespijn heb je als je niet weet wie je kiezen moet.
Telkens op het juiste moment citeert Meija uit het Orakelboek van Gracián met 300 wenken 'hoe goed te leven', De personen tekent hij wel levensecht, maar ze zijn zulke oppervlakkige wezens dat je nauwelijks van karakters kunt spreken. Ze hebben weinig diepgang. De relaties die ze aangaan hebben dan ook nauwelijks een basis. Zelfs de dood van Panc doet hen weinig. Meija is de enige die nog even iets van verdriet voelt, maar daar houdt het dan ook mee op. Het zijn figuren waar ik niet mee zou willen omgaan.

Het verworden leven
Om over hun leefwereld maar niet te spreken. Stuk voor stuk leven ze voor genot en vooral dan seksueel genot. 'We praatten, zoenden en hadden seks' (53) Het zou het motto van hun leven kunnen zijn.
Seks is een los verkrijgbaar artikel, liefde is iets van zeer tijdelijke aard en trouw een achterhaald begrip. In die dolgedraaide wereld geldt alleen: 'Als ik bij jou ben, ben jij de enige'. Wat inhoudt: zolang ik bij jou ben, ben jij de enige. Liefdesaffaires met getrouwden zijn heel gewoon, al moetje wel even slikken als je zelf ook bedrogen wordt. Waar je medemens er alleen maar is om jou te dienen en te bevredigen, hoef je je er niet over te verbazen dat vooral allochtonen en gehandicapten slachtoffer zijn. De spot met de Marokkaanse Naousa, de 'beroepsallochtoon', die mag opdraven zodra ze subsidievoordeel brengt, vind ik wel erg ver gaan, evenals de manier waarop de dwerg Max behandeld wordt.
Maar waar God en zijn geboden zo ver voorbij de horizon verdwenen zijn kun je dat verwachten.

Mene tekel
Dood is dood voor de meeste figuren. Zeker voor Meija. Ze richt zich het hele verhaal dan wel tot de dode Panc, maar zegt zelf: 'Praten tegen een dode lijkt me het niet kunnen accepteren dat iemand overleden is.'
O ja, Meija is ook nog bekend met God. Hij mag opdraven om de bezoekers van het feest duidelijk te maken hoe Meija over hen denkt. Met zijn hand op de muur. Zoals Hij vroeger eens zijn mene tekei op een wand schreef. Zijn mene tekel past hier overigens wonderwel. Ook de situaties zijn vergelijkbaar. Alleen het laatste woord: peres, ver(oor)deeld, hoort er dan wel bij.

Populair bij jongeren
Zoveel aandacht voor zoveel smerigheid? Ja, om twee redenen. In de eerste plaats: het boekje wordt in een oplage van 780.000 exemplaren verspreid en komt dus in de handen van velen. En in de tweede plaats om duidelijk te maken waar Nederlandse jongeren anno 2003 naar grijpen; ik vertelde al: Giphart geldt voor hen als de meest populaire schrijver. Ik denk dat het belangrijk is, zeker voor ouders van middelbare schooljeugd, hier kennis van te nemen.

Belediqd
Maar ik voel me beledigd als iemand denkt me met dit cadeau blij te maken.

Naschrift
Dit artikel geschreven hebbend lees ik in de krant (ND 4 maart): 'CLK keert zich tegen boekenweekgeschenk'. Is de CLK niet wat laat met zijn klacht? Op het moment dat de CPNB Giphart aangezocht had - een jaar geleden ! - was toch al ongeveer duidelijk waarmee hij zou komen? Heeft hij ooit anders geschreven?

N.a.v. Ronald Giphart, Gala. Uitg. Podium, 2003. 89 blz.


De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu