Uitdaging - maart 2006
'Voor critici is nog nooit een standbeeld opgericht'
Door Jan Baan
Jan Baan zit 25 jaar 'in het vak'. lnterkerkelijk werkzaam vanuit Aqapè hield hij zich met veel bezig. Ooit maakte hij ook deel uit van de redactie van Uitdaging. Tegenwoordig is Baan vooral gericht op opbouwwerk binnen gemeenten en propageert hij het gedachtegoed van Rick Warren. Een monoloog.
Ik ben begonnen als student van Bram Krol. Al vrij snel kreeg ik daarna de verantwoording voor het opstarten en coördineren van allerlei vormen van evangelisatie en toerustingswerk in het werkgebied wat ik kreeg toegewezen binnen Aqape. Uiteindelijk was ik verantwoordelijk voor een team van 12 vrijwillige medewerkers waarmee we in honderden kerken toerusting hebben gegeven rondom de thema's die destijds centraal stonden Winnen, opbouwen, uitzenden.
Zo'n 10 jaar geleden begon mijn aandacht te groeien voor het bouwen van gezonde gemeenten. In 2000 had ik het voorrecht dat ik mijn taak als regiocoördinator kon overdragen aan een jongere collega en kon ik me helemaal gaan richten op gemeente opbouw.
Dat is een heel breed terrein om helemaal te beheersen. Langzamerhand heb ik me gericht op visieontwikkeling, leiderschapsontwikkeling binnen de gemeente, en daarnaast ook gavengerichte gemeenteontwikkeling. Het laatste halfjaar heb ik gewerkt aan een nieuw hulpmiddel om gemeenteleden te helpen hun identiteitsprofiel te ontdekken. Dat is nu beschikbaar.
Gemeenteopbouw betekent ten diepste versterking van de gemeente die versterking kan zich uiten op veel terreinen. Denk daarbij aan getalsmatige groei van de gemeente, of aan een structurele aanpassing van de organisatie waardoor communicatielijnen en besluitvormingsprocedures vereenvoudigd worden. Maar gemeenteopbouw is ook dat mensen hun relatie met Christus verdiepen en meer bewust hun keuzes afstemmen op wat Hij wil. Elk plan, elke strategie die gericht is op de versterking van de gemeente is een onderdeel van gemeenteopbouw. Groeit de gemeente dan niet vanzelf? Helaas...
Probleem is vaak dat ieder organisme de neiging heeft om statisch te worden. Om te verstarren. In kerken neigt men vaak om het goede te bewaren en te conserveren. Een kritische blik naar het eigen functioneren wordt geschuwd. Het gaat immers nog goed? En als het goed gaat wordt er ongemerkt geconsolideerd. En ontstaat zelfgenoegzaamheid. Ik merk soms huiver bij de leiding van gemeenten om bijvoorbeeld een hulpmiddel als de gemeentediagnose in te zetten. Een simpele vragenlijst die geen enkel probleem oplost, maar wel een betrouwbaar beeld geeft van de organisatie van de gemeente en het geestelijk leven van de leden. Zo’n sterkte / zwakte analyse heeft al heel wat kerkenraden de ogen geopend en wakker geschud. Na een dergelijke diagnose is de zelfgenoegzaamheid verdwenen en ziet ineens bijna iedereen de noodzaak van een gewijzigde aanpak in. Een gezonde gemeente zal zich realiseren dat vernieuwing en verandering continue noodzakelijk zijn, om verstarring en eenzijdige ontwikkeling te voorkomen. Zij zal altijd scherp zijn om de aansluiting met de mens intact te houden, zonder kortsluiting te krijgen met de bijbelse doelen voor de gemeente.
Gemeenteopbouw gaat niet vanzelf. Daar zijn leiders bij betrokken die strategisch nadenken. Die enerzijds ervoor zorgen dat het werk van Gods Geest in de gemeente maximaal de ruimte krijgt. En anderzijds een heldere visie hebben waar ze de gemeente naar toe willen leiden. Een visie die praktisch aangeeft welke doelen men wil bereiken. Het zijn leiders die ook zorgen voor balans, en scheefgroei in de gemeente voorkomen. De gevaren op weg naar een gezonde gemeente zijn immers legio. Een magneet gemeente wordt je niet zomaar.
Gemeenten die bijbelse gezondheid nastreven, investeren ook doelbewust in leiderschapsontwikkeling. Ze realiseren zich dat dat een essentieel onderdeel is om door te kunnen groeien. Ze zijn ook present op plaatsen waar ze wat kunnen leren, waar ze visie op kunnen doen. Veelal hebben ze een educatiebudget van waaruit de vorming van eigen (aspirant) leiders wordt betaald.
Afgelopen jaren waren er zes gemeenten in ons land die samen meer dan 100 leiders naar de internationale conferenties van PurposeDriven in Californië hebben gestuurd. Vaak jonge mensen die in de Raad zitten of eindverantwoordelijke zijn voor jongeren of voor kinderwerk in de gemeente. Dat zulke gemeenten snel in omvang groeien, hoeft niet te verbazen, ze trainen een leidersteam. Daarnaast worden continue jonge gemeenteleden met potentie geselecteerd voor training en vorming. Leiders van gezonde gemeenten zijn zich ook bewust van hun beperkingen, hun mogelijke eenzijdigheid en hun risico van 'bedrijfsblindheid'. Op een of andere manier zorgen ze er vaak voor dat een gemeenteopbouwadviseur van buitenaf hen regelmatig feed back geeft. Een ieder heeft immers de neiging om in te dutten als hij langere tijd op dezelfde plaats functioneert.
Gemeenteopbouw is uitdagend en boeiend; geen enkele situatie die je aantreft is hetzelfde. Geen enkele gemeente is een kopie van een andere gemeente, geen enkel probleem kun je op een standaardmanier oplossen. Alhoewel er standaard instrumenten voor gemeenteopbouw zijn, is de implementatie en toepassing daarvan nooit standaard.
Doelgerichte Gemeente heeft me geleerd dat de Grote Opdracht en het Grote Gebod in de Bijbel de uitgangspunten zijn voor de gemeente. Rick Warren heeft die bijbelgedeelten 'vertaalt' in vijf doelen. Vijf doelen om helder voor ogen te hebben waar de gemeente van Christus voor in het leven is geroepen. En ervoor te zorgen dat die vijf doelen in balans zijn. Terecht zeggen sommige mensen dan ook, dat er in het boek Doelgerichte Gemeente eigenlijk niets nieuws staat. Toch bleek het een eye opener te zijn. Niet alleen in Nederland, maar ook elders in de wereld gezien de vertaling in 27 talen. Voor veel lezers zit de winst van dit boek in de eenvoud en doelmatigheid. En de praktische uitvoerbaarheid.
Hoewel gemeenteopbouw onmisbaar is voor het bouwen van een bijbels functionerende, vitale gemeente wordt het gedachtegoed niet door iedereen omarmd. Gemeenteopbouw ligt bij sommige mensen gevoelig omdat het met veranderen te maken heeft. Verandering is immers een essentieel kenmerk van ieder organisme.
Het merendeel van de gemeenteleden heeft een broertje dood aan veranderen. We leven al in een maatschappij die snel verandert. Dat heeft zijn weerslag op de wijze waarop veranderingsprocessen in de gemeente onthaald worden. Dat heeft lang niet altijd met de inhoud van de wijziging te maken, maar des te meer met het gevoel wat de verandering met zich meebrengt. Voor velen is de maatschappij waarin zij functioneren een hollende en kolkende maatschappij. Zowel op micro als macroniveau verandert er regelmatig iets, wat soms erg ingrijpend is voor ons leven. Het betekent iets nieuws aanleren of iets wat vertrouwd is loslaten. Dat doen we in de regel niet met veel animo. Voor veel gemeenteleden is de gemeente nog een bastion waar ze zich even kunnen terugtrekken uit de hectiek. Waar ze even kunnen uitrusten. Groot is dan de schrik als er in die gemeente ook al dingen dreigen te veranderen. Ten diepste kennen we dat allemaal wel. Toen de NBV zijn intrede deed, zei mijn verstand dat het een goede ontwikkeling was als er weer een eigentijdse vertaling beschikbaar kwam. Mijn gevoel zegt nog steeds dat ik liever de NBG vertaling gebruik. Die is immers vertrouwd.
Bij een verandering in de gemeente zal het merendeel de kat uit de boom kijken, een klein deel zal al zijn energie gebruiken om een tegenbeweging op gang te brengen. Zulke mensen trekken in de regel veel aandacht naar zich toe en bemoeilijken de voortgang. De praktijk van gemeenteopbouw is dan ook vaak twee stappen vooruit doen en een stap achteruit doen, om na een adempauze opnieuw de weg te vervolgen.
Ik herken helaas ook dat er mensen gewond raken tijdens dit proces. Want gemeenteopbouw betekent een koers uitzetten. Geen rondjes varen. Voor iedere gemeente is het van wezenlijk belang die koers vast te houden. Maar ook uitermate zorgvuldig om te gaan met de mensen die de betekenis van de veranderingen nog niet begrijpen of er (nog) niet mee kunnen instemmen. Grijp terug naar de bijbelse basis en leg steeds opnieuw het waarom van de verandering uit. Er is ook kritiek op gemeenteopbouw. Veel inspirerende opbouw modellen en leiders komen nu eenmaal uit het westen en dan is het simpele etiketje. 'Amerikaans'. Maar je kunt er ook andere etiketjes opplakken, zoals 'schools', 'methodisch' of 'Mc Church'. Je kunt er ook een nieuwe naam aan geven, zoals onlangs nog gebeurde door iemand die schreef over 'het schijnbaar onzinkbare schip van het Warrenisme'. Dat is een perfecte strategie om iets wat jou niet aanstaat in de verdachtenhoek te plaatsen. Het werkt altijd. Vrijwel niet gehinderd door enige kennis van zaken en zich baserend op wat 'men' zegt wordt die verwarring versterkt. Natuurlijk is er niets nieuws onder de zon. Kritiek is er altijd waar Gods Geest aan het werk is.
Mag kritiek dan niet? Dat is een lastige vraag. Want kritiek is een vlijmscherp instrument waardoor al veel goede ontwikkelingen in Gods Koninkrijk schade hebben geleden. Iedereen heeft beperkt zicht en moet zich dat realiseren. Ik ook. Als Jezus door Zijn discipelen wordt gewezen op het feit dat het Evangelie ook wordt gepreekt door mensen die niet bij hen horen, zit daar de expliciete wens in om die anderen te veroordelen. Maar dat weigert Hij pertinent.
Wat mij soms verdriet doet is dat een boek als Doelgericht Leven gelezen wordt als een soort dogmatiek en dan wordt gezegd dat er te weinig aandacht is voor het werk van de Geest, voor het kruis, etc. Het is toch niet gepresenteerd als alternatieve Bijbel? Waarom kunnen we ons niet samen verheugen in de vele mensen wier leven door dat boek veranderd is? Ik heb inmiddels getuigenissen van honderden mensen ontvangen die op een of andere manier bijzonder geraakt zijn door de 40 doelgerichte dagen. Is alles wat uit Amerika
komt dan goed en waardevol? Zijn Warren en Hybels volmaakt? Natuurlijk niet. Ik zie ook onvolkomenheden. Maar moeten wij dan trots zijn op ons eigen kerkelijke Nederland omdat we het zoveel beter doen?
Het muggenziften doet me pijn, want ik krijg de indruk dat sommige mensen meer energie steken in het op gang brengen van een tegenbeweging dan in het winnen van mensen voor Christus. Mijn eigen uitgangspunten zijn helder: Bekritiseer nooit wat God zegent, ook al past het niet in jouw denken. Veroorzaak geen partijvorming. Praat nooit klakkeloos mensen na, die gericht zijn op onrust zaaien of anderen op de korrel nemen. Want ook in Nederland zijn beroepscritici actief op het kerkelijke erf. Helaas kan bijna niets en niemand hun toets der kritiek doorstaan.
Alle geloofshelden hadden in de kerkgeschiedenis hun eigen schare critici, maar over hun erfenis wordt waarderend gesproken en hun boeken worden nog gelezen. Voor critici is nog nooit een standbeeld opgericht.
Verschillende van de kerken die de 40 DD hebben gedaan, zijn nu met het vervolgmateriaal bezig en denken na (of hebben reeds besloten) de 40 DD in 2006 of 2007 te gaan herhalen. Omdat het zoveel voor hen heeft betekent en er zoveel groei is geweest. Anderen zijn nu bezig met 'De reis van je leven' of wachten op de volgende bouwsteen: De tweede fase. Hoeveel gemeenten er nog zullen instappen? Ik hoop van vele honderden.
Wat mijn eigen toekomst betreft, zie ik dat er veel werk is. Mijn agenda beheersbaar houden is een leuke uitdaging. Tegelijk ben ik bezig met een jaar van heroriëntatie. Er is veel goed werk te doen, maar het is ook goed om je af te vragen waar de Heer je hebben wil. Ik ben nu in een gemeente bij een wat langer ondersteuningstraject betrokken en geniet ervan om zo effecten te zien op langere termijn. Daarnaast zit ik redelijk vaak met Raden van gemeenten om tafel om hen een stapje verder te helpen. Soms alleen met een analyse, soms met deelaspecten van gemeente zijn, soms met de totaalvisie van de gemeente. Waar de Heer me in de toekomst voor wil gebruiken? Hij mag het invullen.
Lees ook Zoeklicht - maart 2006: Joop
Schotanus over de critici...
|
|