www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

23 juni 2009 - Nederlands Dagblad

De wetenschapper die onderwijzer bleef 
door onze redacteuren Hilbert Meijer en Aaldert van Soest 

HUIS TER HEIDE - Al schrijvend ordent hij zijn gedachten, hij levert zijn boeken sneller in dan ze zijn uit te geven. Hij spreekt en doceert, hij reist en hij preekt, neemt uitgesproken standpunten in en komt daar later weer op terug. 
Een wandelgangenmens is hij: altijd tijd voor een praatje, een grapje en een joviale klap op de schouder. Hij promoveerde drie keer, maar werd nooit een topwetenschapper. Een portret van Willem Ouweneel, die morgen na 32 jaar afscheid neemt van de Evangelische Hogeschool. ,,In gebed en meditaties is hij op z'n best.''

Eigenlijk is het verbazingwekkend dat bioloog-filosoof-theoloog prof.dr. Willem J. Ouweneel deze maand slechts 65 is geworden. Hij doet waar anderen drie mensenlevens voor nodig hebben. Meer dan honderd boeken staan op zijn naam, hij promoveerde in de biologie, filosofie en theologie en is een veelgevraagd spreker. En dat is nog zacht uitgedrukt: soms heeft hij zeven spreekbeurten in een week staan. Hoe hij het allemaal doet? Hij staat vroeg op, werkt hard en veel, is ad rem, impulsief, vindt alles leuk en houdt nooit pauze - maar dan nog. Zijn ijver brengt zelfs overtuigde atheïsten bijna tot geloof. ,,Hoe kan iemand zoveel boeken schrijven?'', vroeg filsoof Paul Cliteur zich hardop af bij de verschijning van een boek waarin Ouweneel uitlegt waarom hij géén atheïst is. ,,Hoe kan iemand thuis zijn in zoveel verschillende wetenschappen? Het gaat mijn verstand te boven. Ik ben bijna geneigd te zeggen: God moet wel bestaan.''

* * * 

Met een tuinfeestje (,,Het was gezellig en de catering was goed'', meldt vriend en uitgever Henk Medema) vierde Willem Ouweneel eerder deze maand zijn 65e verjaardag. Morgen volgt zijn afscheid als docent aan de Evangelische Hogeschool. ,,Nee, u hoeft mij niet te feliciteren; ik zal nooit meer jong zijn'', blogt hij op zijn site. ,,Je kunt ook zeggen dat ik aan mijn tweede jeugd begin. Die tweede jeugd zal, als ik tijd van leven krijg, oecumenischer zijn dan mijn eerste jeugd ooit geweest is. Het doet er vandaag steeds minder toe tot welke geleding van de christelijke wereld je behoort.''

Het is een van de sprongen die Ouweneel in zijn leven maakte: van een naar binnen gerichte blik op zijn 'eigen' Vergadering van Gelovigen naar een open kijk op kerkelijk Nederland. ,,Eerst zat hij nogal ingekapseld in de context van zijn eigen kerkgenootschap'', zegt dr. Jan Hoek, die net als Ouweneel hoogleraar is aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, België. ,,In zijn laatste boeken geeft hij ruimte voor het gesprek met de reformatorische wereld. Hij gaat zorgvuldiger om met de gereformeerde theologie, de karikaturen zijn verdwenen.'' Collega-theoloog dr. Gijsbert van den Brink herkent dat: ,,Hij heeft belangrijke bruggen geslagen tussen evangelischen en gereformeerden. Via de EH, de EO, maar ook via talloze lezingen en conferenties in het land.''

Maar de band van Ouweneel met de 'broederbeweging' is nog altijd sterk. Hij preekt er met regelmaat en maakte er goede en slechte tijden mee. Ook in zijn hele optreden houdt hij altijd iets van de Bijbelleraar uit de Vergadering. ,,Ouweneel heeft een bediening'', zegt EH-directeur Els van Dijk, met een in Vergaderingkringen vertrouwde uitdrukking. ,,Hij heeft een wetenschappelijke passie, maar meer nog een geestelijke. Het is een bewogen man, die studenten tot hun geestelijke bestemming wil laten komen. Hij weet ongelofelijk veel, maar hij komt het best tot z'n recht als hij preekt of Bijbelstudies verzorgt.'' Jan Hoek formuleert het zo: ,,In gebed en meditaties is hij op z'n best.''



/>



In de Vergadering van Gelovigen vormde hij een soort driemanschap met uitgever Henk Medema en evangelist Dato Steenhuis, die Betteldconfenties belegden en een nieuwe koers voor het kerkgenootschap wil uitzetten. Steenhuis noemt Ouweneel nog steeds bij zijn 'oude' naam, Wim. De evangelist en de academicus waren tegenpolen, maar kregen een hechte band, en konden alles tegen elkaar zeggen. ,,Wim was voortvarend, dominant en publiceerde veel, terwijl het soms verstandig is om te zwijgen. Maar dat is niet zijn sterkste kant.''

* * * 

Het denken van Ouweneel heeft iets onvoorspelbaars. Hij kan ineens vallen voor een bepaalde overtuiging. Later komt hij daar dan soms weer op terug. Een rode draad door deze 'oprispingen' zijn directe openbaringen van God. Hij heeft een zwak voor krachtige, zichtbare manifestaties van de Geest. Te denken valt aan zijn aandacht voor dromen, zijn bewondering voor de Nigeriaanse gebedsgenezer T.B. Joshua en zijn huidige betrokkenheid bij de charismatische beweging TRIN. ,,Soms denk ik wel eens: Wim, schiet je niet te ver door'', zegt Steenhuis, die niet veel meer bij Ouweneel thuis komt, maar hem nog wel tot zijn vrienden rekent. Hij voegt eraan toe dat hij momenteel wat betreft charismatische visie niet op een lijn zit met Ouweneel. ,,Hij gaat soms te vlug mee in een bepaalde visie. Dat duurt niet zo lang, daar komt hij wel weer op terug. Ik denk dat hij over een paar jaar anders denkt over gebedsgenezing. Maar nee, ik denk niet dat hij op dit moment op dit punt is bij te sturen.''

Ook Jan Hoek noemt deze grilligheid. ,,Ouweneel verwerpt nu standpunten met dezelfde overtuiging als waar hij die eerder mee verdedigde. Je zou verwachten dat je wat voorzichtiger wordt als je een aantal keren bent omgeslagen. Maar dat zit er niet in.''

Ook in zijn nabije omgeving kon niet iedereen hem volgen. Zijn met soms aan botheid grenzende stelligheid stootte af en maakt dat niet iedereen zijn herinneringen aan Ouweneel wil delen voor dit portret. ,,Er is verwijdering ontstaan en ik wil zijn feestje niet bederven'', meldt iemand na enige aarzeling.

Sommigen stoot hij af, anderen worden geprikkeld door de wendingen in het denken van Ouweneel. Dat Ouweneel op bepaalde punten zijn mening bijstelt en daar dan weer een boek aan wijdt, vindt uitgever Henk Medema 'leuk'. ,,Als hij tot een andere conclusie is gekomen, is het mooi als hij ook wil uitleggen hoe dat zo gekomen is.'' Hij denkt op papier, verklaart Medema het wat grillige denkpatroon van de 65-jarige. ,,Als Ouweneel zijn gedachten ordent, heeft hij al een boek. Omdat hij op die manier boeken schrijft, zit er zoveel ontwikkeling in zijn denken. Het is dan de taak van de uitgever om met hem over de inhoud door te praten. Ik zeg wel eens tegen hem: 'Willem, is dit het nu echt?' In de meeste gevallen is het antwoord dan: 'Ja, dit is het'.''

Symbool voor de ontwikkeling in Ouweneels denken stond de laatste jaren zijn verschoven visie op het ontstaan van de aarde. Ooit verdedigde hij de schepping in zes dagen te vuur en te zwaard, nu noemt hij het creationisme een 'pseudowetenschap' en noemt zichzelf 'ontstaansagnost', in zijn eigen woorden 'iemand die niet zeker weet hoe het leven zich hier op aarde ontwikkeld heeft, en die zich bovendien afvraagt of we het ooit zeker zullen kúnnen weten'.

„Hij is kwetsbaar geworden door die ontwikkeling, maar dan vooral in de positieve zin van: volstrekt eerlijk", taxeert Van den Brink, die ook oud-leerling van Ouweneel aan de EH is. Hij wijst erop dat de gewijzigde visie volgens velen afbreuk doet aan de Bijbelgetrouwheid van de christelijke orthodoxie in ons land. „Hij geeft zich daar toch eerlijk rekenschap van zonder zichzelf opnieuw te vergalopperen aan bepaalde `zekerheden'. Het moet voor Ouweneel niet makkelijk zijn zich inzake deze belangrijke en geweldig moeilijke vragen op de vlakte te houden en als 'onwetend' te beschouwen. Toch houdt hij het consequent vol. Daarmee geeft hij op een uitstekende manier leiding aan de orthodoxe christenheid in ons land, door geen wegen meer te wijzen die uiteindelijk wel eens onbegaanbaar kunnen blijken."

Nico van Velzen, oud-directielid van de EH, in de jaren zeventig en tachtig het zenuwcentrum van het creationistische denken, constateert met spijt dat Ouweneel het creationisme wel heel ver heeft weggezet. „Als ik het huidige debat volg over Darwin en de evolutieleer, denk ik soms: hadden we Ouweneel, met zijn formidabele kennis van biologie, theologie en wijsbegeerte, nog maar als verdediger van het creationisme".

* * *

Als wetenschapper begon Ouweneel in de biologie. In 1986 promoveerde hij in de filosofie en daarna verlegde hij zijn aandacht naar met name de theologie. Maar op geen van deze terreinen brak hij door als autoriteit in wetenschappelijke kringen. „Door zijn veelzijdigheid kun je niet zeggen dat hij een bepaald vakgebied echt verder gebracht heeft", zegt Gijsbert van den Brink, die denkt dat hij van al die disciplines wellicht nog het meest invloedrijk geweest is in de wijsbegeerte.

„Ouweneel is geen toptheoloog in die zin dat hij baanbrekend is door nieuwe concepten of een nieuw theologisch model", oordeelt Jan Hoek. „Hij is gekwalificeerd en goed op de hoogte, maar heeft in de theologie niet echt zijn eigen stempel gedrukt." In 2005 begaf Ouweneel zich met een publicatie weer wat meer op het terrein van de filosofie. Hij schreef - als toevoeging bij het boek 'De God die is - een Theïstisch Manifest', waarin hij inging op de verschillende godsbewijzen. De titel is een verwijzing naar het Atheïstisch Manifest van filosoof Herman Philipse. Philipse zelf heeft het echter niet gelezen, netzomin als de andere werken van Ouweneel. „Ik heb alleen een of twee keer met hem gedebatteerd, maar heb nooit iets van hem gelezen', zegt de Utrechtse hoogleraar. „Dat atheïstisch manifest van mij was ook niet een serieus wetenschappelijk werk. Ik maak een scherp onderscheid tussen vakfilosofen - die in het Engels publiceren - en mensen die meer populaire boeken schrijven. Christelijke filosofen als Alvin Plantinga en Richard Swinburne zie ik als serieuze tegenspelers. Zij leveren vakwerk. In de meer populaire debatten is iemand als Ouweneel wel een gesprekspartner."

Het typeert de plaats die Ouweneel inneemt op de grens van de wetenschappelijke wereld en het brede publiek. Het brede christelijke publiek, om precies te zijn. Zijn invloed doet zich vooral voelen in christelijke kringen als de Vergadering van Gelovigen en evangelisch Nederland, meent christenwetenschapper en natuurkundige dr. Cees Dekker. „Voor zover ik kan beoordelen, is hij op wetenschappelijk gebied nergens van grote impact geweest, maar ik denk ook niet dat dat zijn pretentie is."

Enerzijds is het jammer dat Ouweneel de laatste decennia niet echt wetenschappelijke standaardpublicaties heeft verzorgd, zegt Gijsbert van den Brink. „Toch vind ik persoonlijk Ouweneels generalisme erg waardevol. Door hun generalistische inslag kunnen personen als hij voor veel meer mensen iets betekenen dan wanneer ze zich zouden opsluiten in een klein specialisme."

Zijn veelzijdigheid is juist zijn charme, vindt ook uitgever Medema. Ouweneel gaat misschien minder de diepte in dan andere theologen, komt niet met buitengewoon originele vondsten, maar schrijft wel toegankelijk voor de gemiddelde Bijbellezer en zorgt ervoor dat die het weer snapt. „Hij is fenomenaal thuis in de Bijbel en compileert allerlei materiaal tot een nieuw boek. Hij heeft een flinke harde schijf en veel parate kennis. Constant is hij bezig dat te ordenen. Hij kan heel snel schematisch en puntsgewijs samenvatten en vervolgens conclusies trekken."

* * *

Ouweneel neemt morgen, na ruim dertig jaar, afscheid van de Evangelische Hogeschool. Het academisch multitalent is toch altijd een gewone onderwijzer gebleven. Letterlijk: de afgelopen twee jaar was hij voor een paar uur per week weer 'gewoon' leraar Duits en Frans op evangelische school De Passie in Utrecht. Els van Dijk: ,,Dat komt op z'n weg en dan zegt hij heel impulsief: Waarom niet? Willem is niet in een doosje te duwen."

Natuurlijk, Ouweneel had kunnen kiezen voor iets `groters' dan de Evangelische Hogeschool, die het kleinduimpje van de hbo-instellingen is. „Maar de EH is een passie van hem", zegt Van Dijk. „Ik vraag me wel eens af: komt hij hier nou om te werken of om zich te ontspannen? Met studenten bezig zijn, dat vindt hij prachtig."

„Hij was een geweldige docent met een aan genialiteit grenzende kennis", weet Nico van Velzen, die achttien jaar directielid van de EH was. „Vooral op zijn talenkennis was ik wel eens jaloers. Engels, Frans, Duits, het gaat hem allemaal gemakkelijk af, en toen hij in Zuid-Afrika college ging geven, bleek hij opeens ook Afrikaans te spreken. Hij ging vaak naar Frankrijk en daar kon hij uit het hoofd in vloeiend Frans Bijbelstudie geven. En hij heeft ook een geweldige Bijbelkennis. Weet precies waar iets staat en hoe het er staat, hij is echt een wandelende concordantie."

Oud-student Gijsbert van den Brink heeft prettige herinneringen aan de colleges van Ouweneel. „Het is een docent bij wie je veel leert", zegt hij. Aan de andere kant: „Verbaal sterk als hij is, kon hij soms vragen of reacties van studenten wat in het belachelijke trekken. Het gevolg was dat je eerst wel je knopen telde voordat je hem interrumpeerde of een vraag die hij publiekelijk stelde, probeerde te beantwoorden."

Van den Brink is niet de enige die dat ervaren heeft, bevestigt Els van Dijk. „Als je het als student niet met hem eens bent, praat hij je onherroepelijk vast. Daardoor kunnen studenten hem als dominant ervaren. Maar als werknemer is hij dat niet. Hij voert geen competitie. Als we bijvoorbeeld als EH-team een conferentie hebben, zit hij daar niet als aanvoerder." Aanwezig, dat was hij wel. „Als Willem er is, zul je dat altijd merken", zegt de EH-directeur. „Hij komt nooit geruisloos bunnen. Dat wandelgangencontact, daar is hij goed in. Hij wil weten wie je bent, waar je vandaan komt."

Altijd zelfbewust, met zelfspot en humor. Zoveel dat het wel eens een grapje minder zou mogen, vindt Van Dijk. Studenten raakten er soms door van hun stuk, zegt ook Van Velzen. „Met al die verhalen tussendoor wisten ze niet meer wat een anekdote was en wat bij de stof hoorde. Ja, je moest wel opletten als je bij hem in de les zat."

In publicaties is Ouweneel meer uitgesproken dan op school, ziet Van Dijk. „Daar hebben we ook gesprekken over. Dat je geen stokpaardjes moet gaan berijden. Ouweneel is daarin te sturen, dat waardeer ik echt in hem." Ze noemt Ouweneels omarming destijds van de Nigeriaanse gebedsgenezer Joshua. „Daarvan hebben we gezegd: dat is je privémening, maar dat is geen thema voor hier op school. Sommigen denken dat Ouweneel de EH is. Dat is niet zo.”


„Als Willem er is, zul je dat altijd merken. Hij komt nooit geruisloos
  binnen. Dat wandelgangencontact, daar is hij goed in.”

Willem J. Ouweneel

Willem Johannes Ouweneel is geboren op 2 juni 1944 te Zaandam. Na de lagere school studeert hij biologie in Utrecht is hij korte tijd leraar biologie in Apeldoorn. Maar de academische wereld trekt; in 1965 wordt hij wetenschappelijk ambtenaar, twee jaar later promoveert hij in de wiskunde en natuurwetenschappen. Dat herhaalt hij twee keer: in 1986 promoveert hij in de wijsbegeerte aan de VU en in 1993 in de theologie in Potchefstroom, Zuid-Afrika. Hij doceert aan de Evangelische Hogeschool onder meer wijsbegeerte, psychologie, apologetiek, ethiek, cultuurgeschiedenis, theologie en Bijbelwetenschap. Ook is hij (buitengewoon) hoogleraar in Zuid-Afrika, Zwitserland en - nog steeds - aan de Evangelische Theologische Faculteit te Heverlee (België). Verder gaat hij veelvuldig voor in de Vergadering van Gelovigen en andere kerkgemeenschappen, is hij hoofdredacteur van Ellips (voorheen Bijbel en Wetenschap), freelancemedewerker van de Evangelische Omroep en heeft hij vele boeken op zijn naam staan. Hij is getrouwd met Gerdien Terwel en vader van vier kinderen.


Meer artikelen bij Ouweneels 65e verjaardag:

Infobulletin van de EH: Afscheid Prof. dr. Willem J. Ouweneel - 32 jaar EH

Lees over Ouweneels oecumenische wortels op www.willemouweneel.nl  

Meer over TB Joshua:  4-4-2002 Verslag van bezoek aan TB Joshua in Lagos... 
                                24-4-2002 Ouweneel met EO-Visie naar Lagos...

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu