Nieuwe Bijbel Vertaling
Een serie korte recensies in de BODE
met enkele artikelen uit andere bladen

Menu

Evangelisch-Gereformeerd

De Opwekking komt eraan

NBV recensies in de Bode - Inleiding
  20050110 Bode: Genesis
  20050218 Bode: Ruth&Rechters
  20050318 Bode: Prediker
  20050418 Bode: Jesaja
  20050513 Bode: Amos&Zacharia
  20050617 Bode: Johannes
  20050901 Bode: Handelingen
  20051018 Bode: Romeinen
  20051118 Bode: 1&2Timoteüs-1
  20051118 Bode: 1&2Timoteüs-2
  20051118 Bode: Deuterocanoniek

  20050115 Ellips: Vertalingen
  20050205 Zoeklicht: De inleidingen
  20050310 Uitdaging: Acceptatie
  20050410 Uitdaging: VEG - NBG
  20060510 Uitdaging: Bram Krol
  20070501 Herziene Statenvertaling

  Links

Waar was God?

Abortus - Euthanasie

Kerkgeschiedenis

Satan

Gedurende het jaar 2005 zal deze lijst regelmatig aangevuld worden.
De BODE komt maandelijks met een korte recensie.

De Bode - Klik hier...

Bode - december 2005

De deuterocanonieke boeken
door Raymond Hausoul

Sinds november 2004 is de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) overal te koop. Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft ervoor gekozen om twee verschillende standaard-uitgaven het licht te doen zien: een editie met en een editie zonder deuterocanonieke boeken. Beide zien er op het eerste gezicht hetzelfde uit en het prijsverschil is minder dan vijf euro. Het is dus goed voorstelbaar dat iemand liever ervoor kiest om de 'NBV met deuterocanonieke boeken' te kopen. Tijdens het lezen in deze meeromvattende uitgave kan daarbij wel de vraag opkomen hoe wij als evangelische christenen dienen om te gaan met deze deuterocanonieke boeken.

Drie boekcategorieën

Gedurende de kerkgeschiedenis was er veel discussie welke boeken deel moesten uitmaken van de Bijbel. Welke boeken vormden de maatstaf voor de gelovigen, oftewel: welke boeken waren canoniek? Zodoende maakte de kerk een onderscheid tussen 'canonieke boeken', 'boeken die niet geschikt waren om gelezen te worden door christenen' en 'boeken geschikt om gelezen te worden door christenen'.(1)

De 'canonieke boeken' waren alle boeken die de gemeente zonder problemen had erkend als geïnspireerd door God. Het zijn de boeken die we tegenwoordig terugvinden in onze protestantse bijbels zoals de NBG en de NBV zonder deuterocanonieke boeken.

De 'boeken die niet geschikt waren om gelezen te worden door christenen', werden ook aangeduid met de term 'apocrief' (Gr. apokrufos, bet. 'verborgen'). Dit waren geschriften die een duidelijke dwaling tegen het christendom bevatten en niet stichtelijk waren om gelezen te worden door de gelovigen. Ook mogen we daarbij denken aan de zogenaamde 'gnostische geschriften'. De gnostiek was namelijk een mystieke stroming die opkwam tijdens het vroege christendom, en tot doel had om de mens terug te brengen tot de innerlijke kennis (Gr. gnosis) van zijn ware oorsprong. Jezus wordt in deze geschriften vaak een boodschapper genoemd die de mensheid opriep zichzelf te herinneren. In deze geschriften gaat het duidelijk om een andere Jezus dan de Jezus die we kennen vanuit het Nieuwe Testament. Enkele van deze apocriefen zijn: Evangelie van Thomas, Evangelie van de Waarheid, Evangelie van Magdalena, Geheime boek van Johannes en Gebed van Paulus. Vooral door de ontdekking van 52 gnostische geschriften in Nag Hammadi (Egypte, 1945 n.Chr.) en het populaire boek van Dan Brown, De Da Vinci Code, heeft het gnosticisme de laatste jaren weer opnieuw de aandacht getrokken.

Ten slotte waren er 'boeken die wel geschikt waren om gelezen te worden door christenen'. De gemeente erkende deze boeken echter niet als canoniek, maar vond ze nuttig voor de studie van Gods Woord. De bekendste van deze boeken waren de geschriften die ontstonden in de intertestamentaire periode (2e eeuw v.Chr. - 1e eeuw n.Chr.). Het zijn de boeken: Tobit, Judit, Ester- toevoegingen, 1 en 2 Makkabeeën, Wijsheid, Jezus Sirach, Baruch, Jeremia- brief, Daniël-toevoegingen en Gebed van Manasse. Deze laatste elf boeken zijn tegenwoordig bekend als 'deuterocanonieke boeken' en op deze groep willen we nu ingaan in dit artikel.

De Septuaginta en de eerste christenen

De 'deuterocanonieke boeken' werden door de samenstellers van de Septuaginta (de Griekse vertaling van het O.T.) vertaald en/of toegevoegd aan het Oude Testament.(2) Het waren boeken van diverse genres zoals wijsheidsliteratuur, historische boeken waarin de strijd van joodse groepen tegen de Griekse overheersers van Judea werd beschreven, en boeken die dienden als religieus voorbeeld.

De eerste christenen deelden de mening dat deze 'deuterocanonieke boeken' niet bij de bijbelse canon hoorden. Ze hoorden bij de 'boeken die geschikt waren om gelezen te worden door christenen'. Ook sommige kerkvaders zoals Melito (3) (110-177 n.Chr.), Tertullianus (160-225 n.Chr.), Origenes (185-254 n.Chr.), Eusebius (260-340 n.Chr.) en Athanasius (296-373 n.Chr.) deelden deze mening.

De discussie ontstond pas doordat Augustinus (354-430 n.Chr.) van mening was dat deze boeken gedeeltelijk als canoniek erkend dienden te worden.(4) Hierin werd hij krachtig tegengesproken door Hieronymus, die de boeken zelfs 'apocrief' ging noemen. Hieronymus (340-420 n.Chr.) was de 'vader' van de Latijnse Vulgata (390-404 n.Chr.). In de eerste versie van deze vertaling werden de 'deuterocanonieke boeken' niet opgenomen. Hij weigerde ze zelfs in het Latijn te vertalen. Dit zorgde voor groot protest van Augustinus, waardoor de 'deuterocanonieke boeken' later wel in de Vulgata terechtkwamen. Wel plaatste Hieronymus daarbij de opmerking dat deze boeken geen deel uitmaakten van de canonieke boeken. Ze konden nuttig zijn voor de gelovigen, wegens het inzicht dat ze gaven in Israëls religieuze, politieke en sociale omstandigheden gedurende de intertestamentaire periode.

Twee concilies

Tijdens het concilie van Trente (1546 n.Chr.) en het eerste Vaticaanse concilie (1870 n.Chr.) aanvaardde de katholieke Kerk de 'deuterocanonieke boeken' als deel van de bijbelse canon (met uitzondering van 3 en 4 Ezra en Het Gebed van Manasse (5). Zodoende kwamen deze boeken in het Oude Testament terecht en kregen ze de naam 'deuterocanonieke boeken'. Dit betekent 'tweede canonieke boeken', omdat pas later besloten is dat ze bij de oudtestamentische canon hoorden. Ze horen sindsdien dus niet meer alleen bij de 'boeken die geschikt zijn om gelezen te worden door christenen', maar ook tot de 'canonieke boeken'. Aan dit besluit werd voor alle duidelijkheid toegevoegd: 'Wanneer iemand deze boeken, volledig met al hun delen, zoals de katholieke Kerk gewoon is deze te lezen en zoals ze voorkomen in de oude Latijnse Vulgaat- vertaling, niet als heilig en canoniek aanvaardt en de voornoemde overleveringen willens en wetens veracht, dan is hij veroordeeld.(6)

Dit soort uitspraken zijn mogelijk omdat de katholieke leer eraan vasthoudt dat de kerk de autoriteit heeft ontvangen om een geschrift als canoniek te verklaren. Protestanten verwerpen dit dogma en geloven dat de geschriften reeds 'canoniek' zijn en alleen nog maar door de gemeente erkend dienen te worden. Zodoende werden de 'deuterocanonieke boeken' niet opgenomen in de protestantse bijbels (vgl. NBG'51) of werden ze tussen het Oude en Nieuwe Testament geplaatst (SV, NBV)(7).

Protestantse moeilijkheden

Welke moeilijkheden hadden christenen om de 'deuterocanonieke boeken' als canoniek te erkennen?
In principe waren hiervoor diverse redenen te noemen. De twee belangrijkste ijkpunten waren:

  1. Ze hadden dogmatische verschillen met de andere boeken van de Bijbel en bevatten leerstelligheden die dwars tegen de bijbelse leer ingaan. Enkele voorbeelden:
liegen is geoorloofd Jdt9:10 14; Tob5:4,13),
lichamelijke verleiding is toegestaan Jdt10:4; 12:10 20),
gebed en offers voor doden is nuttig (2Mak12:43 45),
God hoort de gebeden van de doden (Bar3:4),
de heiligen in de hemel bidden voor de mensen (2Mak15:12 14),
zelfpijniging kan dienen om God tot handelen te bewegen (TEs.C:27),
goede werken bewerken verzoening voor jezelf (Sir3:30: 10:2),
vrijgevigheid behoedt je voor een vroegtijdige dood en neemt al je zonden weg (Tobl2:9, vgl. 4:9 10; 14:11 12),
mededogen neemt je zonden weg (Sir3:30),
heidense manieren van uitdrijving worden getolereerd (Tob6:4 8,17-18; 8:2-3),
God schiep de wereld uit vormloze materie en niet uit het niets (Wijsl 1:17).

  2, Ze bevatten onjuistheden over geografie en geschiedenis: Nebukadnezar wordt beschreven als koning van de Assyriërs regerende in Nineve Jdtl:l).
Het boek Baruch is een pseudepigrafie dat beweert geschreven te zijn door Baruch de secretaris van Jererma (Bar1:1). Zie verder Jdt4:110; Tob; TDn.

Daarnaast waren er ook andere minder maatgevende eisen waarnaar gekeken werd, en die een vraagteken bij de 'deuterocanonieke boeken' konden plaatsen. De vijf belangrijkste waren:

  1. Ze beschouwen zichzelf niet als geïnspireerd of gelijkvormig aan de boeken van het Oude Testament. Want we vinden nergens in 'deuterocanonieke boeken' uitdrukkingen zoals: 'zo spreekt de Heer', of 'het woord van God geschiedde'. Integendeel: vgl. 2Mak15:38 40.
  2. Ze werden al in het jodendom als niet-canoniek erkend (Mt23:35; Lk11:51; 24:44). Ook de joodse Midrasj over het boek Prediker waarschuwt de lezer voor het gevaar van verwarring bij het lezen van de niet-canonieke geschriften (Mid. Qoh. 12:12). Een uitzondering vormde het 'deuterocanonieke boek' Wijsheid, dat vaak werd gelezen in het jodendom. Ook de vroege christelijke kerk accepteerde de oudtestamentische canon zoals deze door de joden was samengesteld (vgl. Rm3:2).
  3. Het Nieuwe Testament gebruikt bijna alle oudtestamentische boeken als autoriteit door bijv. de woorden 'de Schrift zegt'. Niemand van haar schrijvers citeert een 'deuterocanoniek boek' op deze wijze.' Ondanks het feit dat de meeste nieuwtestamentische auteurs uit de Septuaginta citeerden, waarin juist de 'deuterocanonieke boeken' waren toegevoegd!
  4. We hebben van veel 'deuterocanonieke boeken' alleen maar de Griekse versies teruggevonden. Slechts van weinige hebben we een Hebreeuwse of Aramese tekst. Er bestaan tevens twee versies van Tob, TDn en TEs.
  5. Er is geen eenheid in de codices van de Septuaginta. Niet alle 'deuterocanonieke boeken' bevinden zich in de gezaghebbende handschriften (Codex Vaticanus, Codex Sinaiticus en CodexAlexandrinus).


Bovenstaande argumenten zijn voor protestanten reden genoeg om de 'deuterocanonieke boeken' niet te erkennen als canoniek. Maar hoe dienen wij als evangelische christenen om te gaan niet deze boeken? Uiteraard zou het averechts werken als we het lezen van deze boeken zouden verbieden. Het probleem ligt vooral in het feit dat deze geschriften opgenomen worden in evangelische bijbeluitgaven en daardoor het gevaar bestaat dat de lezer deze boeken als canoniek zou kunnen aanzien. Vooral bij jonge christenen in het geloof is het daarom goed om een gedegen uitleg te geven over de 'deuterocanonieke boeken'. Het verschil tussen een deuterocanoniek en een canoniek boek moet voor hen duidelijk worden. Alhoewel ik zelf weinig lees in de 'deuterocanonieke boeken', deel ik wel met vele anderen de mening dat sommige 'deuterocanonieke boeken' (vooral 1Mak) goed zijn om te lezen en inzicht geven in de intertestamentaire tijd. Mijn grote voorkeur gaat daarbij nog steeds uit naar de bijbelse boeken waar een christen maar niet genoeg van kan krijgen. Want één enkele druppel van Gods Woord is beter dan een zee vol niet-canonieke literatuur.


Deuterocanoniek

Tobit
Judit
Ester (toevoegingen)
1 Makkabeeën
2 Makkabeeën
Wijsheid
Jezus Sirach
Baruch
Brief van Jeremia
Daniël (toevoegingen)
Gebed van Manasse
Afkorting

Tob
Jdt
TEs
1Mak
2Mak
W
Sir
Bar
BJer
TDn
Man

1

2


3


4

5



6




7


8
Deze onderverdeling is ontleend aan Athanasius
'Eerste Paasbrief' (365 n.Chr.).
De meeste waren geschreven in het Grieks, terwijl de boeken Wijsheid en 2 Makkabeën in het
Hebreeuws of Aramees waren geschreven.
Melito maakte de eerste christelijke lijst van
canonieke oudtestamentische boeken
(zie: Eusebius, Kerkgeschiedenis).
Augustinus, De Stad van God
XVIII.36.
Het Gebed van Manasse werd vanuit de Septuaginta
opgenomen in de Vulgata, zodat het niet verloren
zou gaan. Alleen de Oosters Orthodoxe Kerk erkent
het als deuterocanoniek.
Decreet over de Heilige Geschriften en de
overleveringen van de apostelen,
4e Sessie - DS784/DS1504,
Stg. lnterKerk en Katholiek Archief 17e irg, www.rkdocumenten.nl/index.php?documentid=391
Sinds de St. Vert. van 1637 werden de
deuterocanonieke boeken helemaal achteraan
geplaatst.
De citaten in 2Tm3:8 en Jd1:9,14 komen
waarschijnlijk uit niet canonieke bronnen, maar worden ter illustratie gebruikt en niet als dogmatisch
fundament.


www.vergadering.nu