Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Een betere manier van bidden - 5
Andrew Wommack

Deel 1: Huichelaars zijn dol op bidden...
Deel 2: Jezus de enige middelaar...
Deel 3: Het ware doel van gebed...
Deel 4: Spreek tot jouw berg...
Deel 5: Gebed is een proces...

Onderwijs vertaald van MP3 bestanden. Gedownload van TV)
Oorspronkelijke titel van deze serie: ‘A Better Way To Pray’

Algemene inleiding:
Iedere christen weet dat hij zou moeten bidden, maar slechts heel weinig christenen ervaren dat ze een succesvol gebedsleven hebben. Daar zijn verschillende redenen voor. Het zal je misschien verbazen te ontdekken dat een van de voornaamste redenen waarom gelovigen zo’n moeite met gebed hebben, is dat ze er zoveel verkeerd onderwijs over hebben ontvangen. In deze serie weerlegt Andrew Wommack diverse moderne religieuze tradities over gebed en biedt een fundament waarop een bevredigend en effectief gebedsleven kan worden opgebouwd. 

Deel 5: Gebed is een proces

Deze hele week ben ik bezig geweest met onderwijs over gebed. De eerste twee avonden heb ik besteed aan het uitleggen wat gebed níet is. Dat was dezelfde benadering die Jezus gebruikte in Matteüs 6 waar Hij allerlei religieuze concepten over gebed moest weerleggen. En ik kan je verzekeren dat ons religieuze systeem vandaag de dag gebaseerd is op eigen werken. De mentaliteit achter gebed is verziekt, het dient tot show en voor allerlei soorten dingen. We hebben dus veel tijd besteed om dat te weerleggen. 

Woensdagavond heb ik gesproken over wat gebed wél is. Het is mijn overtuiging dat gebed in hoofdzaak, minstens 90% of meer van alle gebed, gewoon zou moeten bestaan uit aanbidding, dankzegging, lofprijzing en het liefhebben van God. Ik denk dat er niet veel mensen zijn die dit op deze manier onderwijzen. Maar ik ben van mening dat het zo in elkaar zit. En ik ben ervan overtuigd dat als je die houding hebt, het je echt zal helpen. 

Gisteravond begonnen we erover te spreken, dat er wetten zijn, die van toepassing zijn als je iets verzoekt. Er is een juiste manier om een verzoek bij God in te dienen en God voor iets te geloven. De juiste manier om dat te doen, is dat je erkent dat er wetten zijn. Het is zijn wil dat iedereen gezegend wordt, maar Hij heeft wetten ingesteld op basis waarvan zijn koninkrijk werkt. Over enkele daarvan hebben wij gesproken.
En we hebben het gehad over spreken. Hoe belangrijk het is om je geloof uit te spreken. En speciaal hebben wij het gehad over spreken tot jouw berg. Dat is echt een heel eenvoudig principe, maar wel iets wat de meeste mensen niet te pakken hebben. De meeste mensen spreken tot God over hun berg, in plaats van tot hun berg over God. Ze gebruiken niet het gezag dat God hen heeft gegeven om dingen te bevelen. Ze zitten te wachten tot God het doet. Maar God zal gewoon niet doen wat Hij jouw geboden heeft om te doen. Dat doet Hij echt niet. Jíj zult moeten leren begrijpen wat God reeds gedaan heeft. En dan zul je dat gezag moeten opnemen en gaan staan en deze dingen te voorschijn spreken.

Laten we eens Lukas 11 opzoeken. Deze schriftgedeelten heb ik reeds eerder gebruikt en ik ga dit gebruiken om van start te gaan. Hier gaan we het vanavond over hebben. Lukas 11 geeft de gelijkenis van die man die bij zijn buren om hulp ging vragen en dit is wat de Heer zegt vanaf vers 9: ‘En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.’
Dat is werkelijk een heel eenvoudig schriftgedeelte. Als we dit gewoon eenvoudig zouden geloven, zou alles prima in orde zijn. Maar de meeste mensen zijn niet in staat dit schriftgedeelte gewoon te geloven zoals het er staat. Waarschijnlijk omdat iedereen hier wel eens een situatie heeft meegemaakt waarin je om iets gevraagd hebt en het leek gewoon niet gebeurd te zijn. Daaruit trok je de conclusie dat het blijkbaar niet zo eenvoudig was als hier stond. Het is te gemakkelijk. En dan komt religie om de hoek kijken door verklaringen en verontschuldigingen aan te voeren. 

Een enorm gedeelte van onze kerkelijkheid bestaat er tegenwoordig uit te verklaren waarom Gods beloften niet werken. Dat is écht zo. Het is apologie, verweerschrift. Uitleggen waarom je mislukt en tekort schiet, waarom je terneergedrukt bent. En hoe God hier een bedoeling mee heeft voor een of andere verlossende of zuiverende werking in je leven. En hoe het niet voor iedereen kan werken. 
Die benadering heb ik niet. Ik ben ervan overtuigd dat dit helemaal niet juist is. We verzinnen allerlei uitvluchten: ‘Ja, als je vraagt, dan ontvang je wel, maar soms zegt God gewoon ‘nee’. Dat is dan gewoon zijn antwoord. Het gaat niet voor iedereen op.’ Er zijn een heleboel mensen die deze dingen zo opvatten. 

Zoals met de doop in de Heilige Geest. Ze erkennen wel dat het bestaat, maar ze geloven niet dat het voor iedereen bedoeld is. Spreekt iedereen in tongen? Ze gebruiken die tekst uit 1Kor.12, waar het erover gaat of iedereen die gave van spreken in tongen in de gemeente heeft. Nee, niet iedereen heeft dat. Maar jazeker, iedere wedergeboren gelovige die de doop in de Heilige Geest heeft ontvangen kan en zou in tongen moeten spreken. 

Mensen zullen ook erkennen dat je kúnt genezen, en dat God sómmige mensen geneest. Toen ik voor het eerst echt op de Heer gericht werd en Hem begon te zoeken, waren er complete denominaties die geloofden dat wonderen opgehouden waren, en dat er tegenwoordig geen enkel wonder plaatsvond. Alles wat vandaag de dag maar een wonder genoemd kon worden was van de duivel. 
De charismatische beweging heeft dat zó duidelijk weerlegt en de ware aard aan het licht gebracht, dat je nu alleen nog maar een paar groepjes hebt, hardcore mensen, die nog beweren dat er tegenwoordig geen enkel wonder plaatsvindt. 

Maar de overwegende opvatting van tegenwoordig in het lichaam van Christus is dat wonderen kúnnen gebeuren. Maar ze gebeuren niet voor iedereen. Dat is al heel anders. Toen wij begonnen waren er mensen die vonden dat je van de duivel was als je wat voor bovennatuurlijke manifestatie dan ook maar vertoonde. Maar nu zullen mensen erkennen dat er dingen gebeuren, maar ze zeggen dat het gewoon niet voor iedereen gebeurt. 

Maar let dan eens op wat het vólgende vers zegt: ‘10 Want een íeder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden.’
Als je de Schrift aanvaardt en gelooft dat ze gewoon bedoelt wat er staat, dan staat er gewoon dat als je vraagt, je zult ontvangen. En God zegt nergens ‘nee’. Dit is iets dat lang geleden plaatsvond, maar dit is niet alleen maar voor sommige mensen beschikbaar. Maar als jíj vraagt zul je ontvangen! Iédereen die vraagt ontvangt! 

De meeste mensen, zelfs geestvervulde mensen, hebben hier grote moeite mee, want ze zeggen: ‘Maar ik heb gevraagd en ik heb níet ontvangen.’
Ik heb ook dingen meegemaakt in mijn leven. Ik heb gebeden dat mijn vader zou genezen. Zes maanden heeft hij in het ziekenhuis gelegen en ik heb iedere dag gebeden en ook verwacht dat hij zou genezen. Hij stierf toen ik net 12 jaar oud was. Mijn grootmoeder die mij in principe heeft opgevoed, mijn moeder werkte en mijn vader werkte, stierf toen ik acht jaar oud was. En ik heb voor háár gebeden. Zij stierf, en mijn vader stierf.

Er was een meisje waar Jamie en ik heel dik bevriend mee waren. Zij stierf toen ik 18 of 19 jaar oud was. Ik heb heel wat mensen zien sterven en ik heb voor al die mensen gebeden. Ik heb bij mensen gestaan en twee uur lang gebeden, dat ze uit de dood zouden opstaan, net nadat ze gestorven waren. Maar ik heb het niet zien gebeuren. Ik heb voor vier mensen gebeden die gestorven waren, vóórdat ik het voor het eerst meemaakte dat iemand uit de dood opstond. 
Ik heb ervaringen, jij hebt ervaringen, iedereen van ons heeft dingen waarbij je gebeden hebt en het is niet gebeurd. En daarom zeggen de meeste mensen: ‘Zó eenvoudig is dit vers niet, want ik heb gebeden en niet ontvangen.’ Onmiddellijk heb je jouw ervaringen, die jou zeggen dat het Woord niet bedoelt wat het zegt. 

Vanavond wil ik dit aan je uitleggen, en als jij pakt wat ik je probeer te zeggen, zal het jouw relatie met God totaal veranderen. 
Ik geloof, dat als jij vraagt in overeenstemming met het Woord, er een restrictie is. Die staat in Jak 4 vers 3: ‘gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen’.
Als jij bijvoorbeeld als getrouwde zou vragen om een nieuwe partner, zul je die niet ontvangen omdat God daar niet in heeft voorzien in de verzoening. Overspel is geen onderdeel van de verlossing. Polygamie is geen onderdeel van de verlossing. Als jij wilt dat iemand sterft en je gaat bidden dat iemand sterft, gaat dat niet gebeuren. Maar als je om iets vraagt dat beloofd is in het Woord van God, en er zijn enorme aantallen dingen die daarbinnen besloten liggen, voorspoed, genezing, vreugde, vrede, herstel van relaties, héél veel dingen, dan geloof ik dat God het aan je heeft gegéven. 

Sommigen van jullie zeggen: ‘Nee dat deed Hij niet’. Ik zeg: ’Ja, dat deed Hij wel. Hoe weet jij dat Hij het niet deed?’ ‘Omdat ik het niet heb gezien.’ En dat is nou precies het probleem. Jij denkt met jouw kleine kersenpit verstand dat jij in staat bent te doorgronden wat God heeft gedaan. Met jouw vijf zintuigen, met wat jij kunt zien, horen, tasten, proeven en ruiken. En als jij het niet kunt zien, horen, tasten proeven en ruiken, dan is dat het bewijs dat God het niet gedaan heeft. 
Ik zeg je dat het antwoord hierop is te gaan begrijpen dat er een geestelijke wereld bestaat. En dat God een geest is. Johannes 4: ‘24 God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.’ 
Als God iets doet, doet Hij dat in de geestelijke wereld. En God heeft het geboden, precies zoals de Schrift dat stelt, als jij om iets bidt. Het is gegeven, dat is een uitgemaakte en gedane zaak. Of jij de manifestatie daarvan ziet, heeft nul komma niks te maken met of God het wel of niet gegeven heeft, maar alles met of jíj weet hoe je het moet ontvangen. 

Dat is een beetje te eenvoudig gesteld. Het is niet alleen maar jij die niet ontvangt, maar soms zijn er ook andere mensen bij betrokken, en nog andere dingen spelen daarin een rol. Maar weet dat God íeder gebed dat in overeenstemming is met Zijn Woord verhoort, omdat dat is wat Hij ons beloofd heeft. Hij antwoordt maar wij zien niet altijd de manifestatie ervan, niet omdat God niet heeft verhoord, maar omdat wij niet weten hoe te ontvangen. 

Sommige mensen worden echt boos als ik deze benadering kies. Ze zeggen dan: ‘Jij beweert dus dat het allemaal míjn schuld is?’ ’Ja, inderdaad.’ Dat is precies wat ik beweer. En sommige mensen raken dan helemaal van streek. ‘Dus jij veroordeelt mij’! Ik veroordeel je helemaal niet, ik zeg alleen maar dat als er iemand tekortgeschoten is, dan zijn wij het en niet God. En het zegent mij om te weten dat God altijd getrouw en betrouwbaar is, en dat God niet degene is, die naar willekeur verkiest om deze wel te genezen en te zegenen, en vreugde te bereiden. En deze gaat gezegend door het leven omdat God gewoon heeft gekozen om hém te zegenen, en de ander leeft onder depressie omdat God een hekel heeft aan die persoon en wilde dat hij ellendig zou zijn. Nee, zo is God helemaal niet. 
God is getrouw en God heeft een volmaakt plan voor ieder van ons, waarin rijkdom, gezondheid, zegening, vreugde, vrede en blijdschap zijn inbegrepen. Maar niet iedereen ontvangt het. Niet omdat God niet betrouwbaar zou zijn in het geven, maar niet iedereen weet hoe dit te ontvangen van God. Zo eenvoudig ligt dat. 

Dus ik wil dit vanavond verder illustreren. Laten we eens Daniël 9 opzoeken om dit te laten zien. Er zijn verschillende schriftgedeelten die dit laten zien, maar voor mij is Daniël gewoon een geweldig voorbeeld. In Daniël 9 bidt Daniël een gebed. Hij vraagt een openbaring omtrent de profetie van Jeremia dat de kinderen van Israël 70 jaar in ballingschap zouden zijn. En er waren al meer dan 70 jaar verstreken. Hier was dus een belofte van God waarbij het leek alsof deze niet was uitgekomen. 

Ik kan je garanderen dat de theologen van die dagen ook geprobeerd hebben dit weg te redeneren, net als onze theologen vandaag de dag. Maar Daniël ging bidden en zei: ‘God, wat betekent deze profetie? 70 jaar zijn reeds verstreken en Jeremia had 70 jaar ballingschap geprofeteerd.’ Het antwoord dat de Heer hem in dit hoofdstuk liet zien, was dat het ging om 70 jaarweken. 7 keer 70 jaar zou hun ballingschap duren, 490 jaar en er zit een profetie over de Messias in het laatste gedeelte van dit hoofdstuk. Dit is een verbazingwekkende openbaring in het Woord van God. 
Daniël is dus aan het bidden en vraagt om openbaring, en in vers 3 staat: ‘3 En ik richtte mijn aangezicht tot de Here God om te bidden en te smeken, in vasten en in zak en as. 4 En ik bad tot de HERE, mijn God, en deed schuldbelijdenis en zei: Ach Here, Gij grote en geduchte God,’
Hier begint hij met zijn gebed, ik ga het niet helemaal doorlezen, maar hij gaat door en in vers 19 zegt hij: ‘19 O Here, hoor! o Here, vergeef! O Here, merk op! Treed handelend op; toef niet om uwszelfswil, mijn God, want uw naam is uitgeroepen over uw stad en over uw volk. 20 Terwijl ik nog sprak en bad en mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed, en mijn smeking over de heilige berg mijns Gods uitstortte voor de HERE, mijn God, – 21 terwijl ik nog sprak in het gebed, kwam de man Gabriël,’ - dat is de engel Gabriël, dezelfde die tot Zacharias en tot Maria sprak – ‘die ik tevoren gezien had in het gezicht, in ijlende vlucht tot vlak bij mij op de tijd van het avondoffer. 22 En hij begon mij te onderrichten en sprak met mij en zei: Daniël, nu ben ik uitgegaan om u een klaar inzicht te geven.’
Hier hebben wij dus Daniël die aan het bidden is, en als je dit leest kan het niet langer dan 3 minuten hebben geduurd om dit gebed te bidden, en terwijl hij nog aan het bidden is, komt Gabriël opdagen en gaat voor hem staan en geeft hem het antwoord op zijn gebed. Het is een indrukwekkend antwoord, het bevat een profetie over de Messias. Een geweldig antwoord op zijn gebeden.

Terwijl hij nog aan het bidden was, beantwoordde God zijn gebed. Maar kijk eens naar wat de engel zei. Gabriël zei dit: ‘23 Bij het begin van uw smeekbede is er een woord uitgegaan, en ik ben gekomen om het u mede te delen, want gij zijt zeer bemind. Let dus op het woord en sla acht op het gezicht.’ 
Dit is heel belangrijk. Terwijl hij nog aan het bidden is, komt het antwoord in de vorm van een engel, maar toen de engel sprak, zei de engel: ‘Bij het begin van uw smeekbede is er een woord van God uitgegaan en ben ik gekomen.’

Hier vind je dat sommige ideeën die mensen hebben onjuist zijn. Mensen denken dat als God iemand wil genezen of voorspoed geven, of je vrijzetten of je vreugde geven of wat dan ook, dat als God iets zou willen doen, dan boem, dan bestaat er niet zoiets als tijd of ruimte voor God. Dat hoor je mensen voortdurend zeggen. Maar dat kun je helemaal niet aantonen in de Bijbel. In feite is er hier een schriftgedeelte dat aantoont, dat God sprak aan het begín van zijn gebed, en het kostte Gabriël ongeveer 3 minuten om op te dagen. 

Het is stil in deze gereformeerde kerk! Ik raak zeker aan wat heilige koeien. Mensen denken, dat als God iets zou willen doen, boem, ogenblikkelijk gebeurt het, niets kan God stoppen of vertragen. Zoiets als tijd en ruimte en afstand bestaat er niet voor God. Dat kun je in de Schrift niet bewijzen. In feite is hier een bewijs dat Hij sprak en het duurde ongeveer drie minuten voor het zich manifesteerde. Sommigen van jullie zeggen: ‘Nou, ik weet het nog niet zo’. Ik vertel je gewoon dat hier een voorbeeld is dat God iets deed en er een tijdsperiode was voordat wat God deed zich ook manifesteerde. 

Het zou kunnen dat Gabriël 100 miljoen lichtjaren ver weg was, en het hem 3 minuten koste om die afstand te overbruggen. Sommige mensen zeggen: ‘Dus jij beweert dat God iets niet ogenblikkelijk kan.’ Dat weet ik niet! Het enige wat ik zeg is dat God sprak en het kostte Gabriël 3 minuten. Misschien had hij drie minuten nodig om zijn koffer te pakken, misschien moest hij zijn tanden poetsen, wie weet waar hij mee bezig was, ik weet het niet! Het enige wat ik je zeg is, dat God vanaf het eerste begin een woord deed uitgaan, en het duurde 3 minuten voordat dat zichtbaar werd. 

Zolang het maar drie minuten duurt, kunnen de meesten van ons dat wel aan. Zolang dat jij hier naar voren komt om gebed te ontvangen van een van de gebedsbedienaars, en tegen de tijd dat jij op de grond ligt, is alles geregeld en in orde. De meesten van jullie kunnen dat wel aan. Maar het probleem is: wat als het drie wéken duurt in plaats van drie minuten? 
Dát is het punt waarop de meeste mensen hun geloof verliezen, omdat ze het niet kunnen zien. Als ze het niet kunnen voelen, zeggen ze: ‘Ik heb het gebeden en het niet ontvangen.’ Hoe weet je dat? Hoe weet je of God het niet allang heeft geboden en het zit er aan te komen, er wordt aan gewerkt en er vinden allerlei dingen plaats in de geestelijke wereld. Het is gewoon nog niet tot fysieke manifestatie gekomen. 

Maar mensen denken gewoon niet op die manier. Ze gaan ervan uit dat als God zou willen: ‘God ogenblikkelijk, verkoop mijn huis. God, ogenblikkelijk, voorzie in al mijn dingen, God, doe dit onmiddellijk.’ En als jij het niet kunt zien, dan heeft God niets gedaan. Dat is echt een totale overschatting van jouw eigen vermogens. Je hebt een te hoge dunk van jezelf en denkt dat jij in staat bent alles waar te nemen wat er aan de hand is. Er zijn in deze ruimte op dit moment radio- en televisiesignalen, die jij helemaal niet kunt waarnemen. En toch zijn ze er. Er zijn van allerlei dingen gaande. Er zijn microscopisch kleine diertjes, er vliegt van alles door de lucht, er zijn allerlei dingen die jij helemaal niet kunt waarnemen met jouw kleine kersenpit, en toch weten we dat ze bestaan. 
En ik zeg je dat in de geestelijke wereld allerlei dingen gebeuren, waarvan mensen zich niets realiseren. Het is gewoon het toppunt van arrogantie van jouw kant als jij bidt, en als jij dan niets voelt, ziet, proeft, hoort, of ruikt, en dat jij dan denkt dat het niet gebeurd is! Er is gewoon veel meer aan de hand dan jij met jouw kleine kersenpit kunt bevatten. 

In het tiende hoofdstuk is er weer een voorbeeld van Daniël die hetzelfde gebed bidt. Ik gebruik graag Daniël, omdat als ik jou vertel over míjn gebedsverhoringen, dan zeggen velen van jullie: ‘Oké, ik betwijfel niet dat het werkt voor jou’. Maar jij denkt dat het voor mij heel anders is dan voor jou. Jij denkt dat op de een of andere manier dingen beter werken voor mij dan voor jou. Dat ik niet dezelfde problemen heb. Je deelt mensen in verschillende categorieën in. 
Wij doen dat voortdurend met mensen in de Bijbel. Ik vertel steeds over wat Jezus zei, en dan zeg je: ‘Maar dat is Jézus.’ Maar Jezus functioneerde als een mens. Hij wás God, maar Hij functioneerde niet vanuit zijn goddelijkheid. Hij functioneerde als een mens onder het verbond en door geloof. Maar mensen doen dat af met: ‘O, maar dat was Jézus. Dat waren de discípelen. Dat waren zij, toen in vervlogen tijden. Dit ben ik.’ En zij maken daar onderscheid tussen. 

Hier was dezelfde man die bad. En voor wat dan ook zou hij méér geloof moeten hebben gehad na die wonderbaarlijke ontmoeting in het negende hoofdstuk. Hij zou zó opgeladen moeten zijn in het 10e hoofdstuk, dat hij nog betere resultaten zou moeten hebben gehad. Maar in plaats daarvan kreeg hij sléchtere resultaten. Deze keer kostte het 3 weken. In hoofdstuk 10 vers 2 zegt hij: ’2 In die dagen bracht ik, Daniël, drie volle weken door met rouw bedrijven; 3 smakelijke spijze at ik niet, vlees noch wijn kwamen in mijn mond en ik zalfde mij in het geheel niet, tot er drie volle weken verlopen waren.’ 
Deze keer bád hij niet alleen, maar hij vástte ook. Hij zalfde zichzelf niet en bracht zichzelf ongemak toe. Hij focuste zich 100% volledig op God en het kostte 3 weken voordat zijn verhoring kwam. Hier in het 10e vers, staat: ‘10 En zie, een hand raakte mij aan en deed mij op knieën en handen sidderend oprijzen. 11 En hij zei tot mij: Daniël, gij zeer beminde man, let op de woorden die ik tot u spreek, en ga rechtop staan, want nu ben ik tot u gezonden. Toen hij dit tot mij sprak, stond ik bevende op.’ 
Hier heb je dus Daniël aan het bidden, deze keer ook met vasten en lijden van zijn ziel. En in plaats van dat het gebed in 3 minuten werd beantwoord, kostte het deze keer 3 weken voor het antwoord kwam! 
Drie weken! Waarom denk je dat God het eerste gebed binnen 3 minuten beantwoordde en het tweede gebed na 3 weken? Heeft iemand van jullie dat ooit meegemaakt, dat je ergens voor gebeden hebt, en dat iets onmiddellijk gebeurde, en andere keren kostte het lange tijd? Waarom verhoort God sommige gebeden ogenblikkelijk, en andere keren lijkt het veel tijd te kosten? Weet je dat die vraag zelf verkeerd is? Die vraag deugt niet. God verhoorde helemaal niet het ene gebed binnen 3 minuten en het andere na 3 weken! 

Als je verder leest, in het 12e vers zegt de boodschapper: ‘Vrees niet, Daniël, want van de éérste dag af, dat gij uw hart erop gezet hadt om inzicht te verkrijgen en om u voor uw God te verootmoedigen, zijn uw woorden gehóórd, en ik ben gekomen op uw woorden.’ 
Vanaf de éérste dag, en hoewel de Schrift dat niet zo zegt, maar omdat God altijd dezelfde is, geloof ik dat het net als bij het eerste gebed was, vanaf het begin van het verzoek, op de allereerste dag. Met andere woorden, en dit is een vergaande gedachte, God heeft beide gebeden ogenblikkelijk verhoord! 

De ene keer kostte het drie minuten, en de andere keer duurde het drie weken voordat de bidder het antwoord kon wáárnemen. Maar het was niet God die het ene gebed in 3 minuten verhoorde en het andere in 3 weken. God heeft beide gebeden ogenblikkelijk verhoord.
Als we teruggaan naar het eerste vers dat we gebruikten in Lukas 11: ‘als je bidt, ontvang je’, dan beantwoordt God ieder gebed dat gebaseerd is op een belofte in Zijn Woord ogenblikkelijk. God heeft ieder gebed dat iemand hier ooit heeft gebeden, en dat was gebaseerd op wat voor belofte ook maar uit Gods Woord, ogenblikkelijk beantwoord. God is in eeuwigheid nog nooit in gebreke gebleven om een gebed te verhoren. 

Maar er zijn dingen aan de gang in de geestelijke wereld, die bepalen hóe het komt, hoe snel het komt, en dat soort dingen. En als jij opgeeft, ontmoedigd raakt, terneergeslagen of wat dan ook en stopt met bidden en geloven, zal het niet manifesteren. Maar er zou een enorme activiteit gaande kunnen zijn in de geestelijke wereld. Je zou echt op centimeters afstand kunnen zijn van fysieke manifestatie en stoppen en het opgeven. Wat zou er zijn gebeurd als Daniël maar 20 dagen had volgehouden in het 10e hoofdstuk? De Schrift laat zien dat het antwoord onderweg was, maar wat als hij vóór de manifestatie had opgegeven? 

Ik geloof volgens de principes van Gods Woord, dat God door ons heen moet werken, naar de kracht welke in ons werkzaam is. Als Daniël had gezegd: ‘Nou, de vorige keer duurde het maar 3 minuten, en nu al bijna 3 weken, morgen is het drie weken, weet je wat, ik kap er mee’, dan geloof ik dat met al deze dingen die gaande waren in de geestelijke wereld, dat het antwoord dan niet gemanifesteerd zou zijn. En vanuit het menselijke standpunt zou het hebben geleken alsof God zijn gebed niet had verhoord. Maar uit de Schrift weten we dat God het bevel al had gegeven vanaf de allereerste dag. 
De boodschapper gaat verder en legt uit wat het probleem was: ‘13 Maar de vorst van het koninkrijk der Perzen stond eenentwintig dagen tegenover mij; doch zie, Michaël, een der voornaamste vorsten, kwam mij te hulp, zodat ik daar, bij de koningen der Perzen, de overhand behield.’ 
Deze boodschapper zegt dus wat het probleem was. Er was demonische tegenstand in het 10e hoofdstuk. En dat is iets wat mensen gewoon niet begrijpen. Zij denken gewoon, dat als God het had willen doen, Hij het gewoon gedaan had. En zij begrijpen niet dat wij in een wereld leven, waar demonische tegenstand bestaat. God is natuurlijk sterker dan de duivel, maar satan kan wel degelijk de dingen van God belemmeren áls een fysiek mens met hem samenwerkt en hem zo de macht geeft om die dingen te doen. 
De dingen gaan gewoon niet automatisch. Dat is de reden dat mensen zo enthousiast worden over genezing, dat ze de dingen overnemen die hier onderwezen worden en dan willen ze het hele ziekenhuis leegmaken. Ze gaan naar binnen, helemaal opgeladen, ze maken zichzelf verantwoordelijk, en ze willen iedereen in het hele ziekenhuis genezen. Heeft iemand van jullie dat ooit geprobeerd? Behalve ik? Ben ik de enige? O, daar achteraan is er nog een. 

Weet je, ik heb dat gedaan. En ik heb van andere mensen gehoord die dat hebben gedaan. Ik ging naar een ziekenhuis en ik zei: ‘Dit is geweldig. Het is Gods wil dat iedereen genezen wordt!’ En dat is ook zo. En ik geloofde dat en ik ging ervoor. Want als je gelooft zul je ontvangen. 
Maar ik maakte mee dat een man in een rolstoel letterlijk zijn kruk in de hand nam en mij achterna joeg, rollend in zijn rolstoel, zwaaiend met zijn kruk door de gangen, en mij toeschreeuwde: ‘God heeft mij zo gemaakt, het is Góds wil dat ik ziek ben. Jij doet aan Godslastering.’ 

Ik ben een keer een ziekenhuiskamer ingegaan en er lag een man op sterven. Ze hadden de familie erbij geroepen, en de artsen waren met hem bezig, gebruikten zo’n schokapparaat om hem weer tot leven te brengen. Terwijl ik daar was. En ze vroegen of ik voor hem wilde bidden. Het was een Afrikaan en hij lag op zijn laatst, en de familie had mij uitgenodigd. En daar stond ik dus. En die man was weer bij bewustzijn, maar op zijn laatst. En ik zei: ‘Ik ga voor je bidden. Ik geloof dat het Gods wil is, dat je gezond bent, en ik geloof dat jij nu op dit moment kunt genezen.’ En hij zei: ‘Nou ja, als het echt Gods wil is?’ En ik zei: ‘Nee, het is écht Gods wil, je zult gezond zijn.’ Maar deze man die net overleden was, ze hadden hem net gereanimeerd, lag op zijn doodsbed en werd zó kwaad. ‘Nee, zoiets kun je niet zeggen.’ En hij stond op uit zijn bed en begon tegen me te schreeuwen, en de artsen grepen mij bij mijn kladden en smeten mij op de stoep omdat ik tegen iemand zei: ‘Het is Gods wil voor jou dat je gezond bent’. Maar de man zei: ‘Nee, God gaat mij doden!’ En hij stierf. 

Ik sprak met een vrouw hier die bad voor een familielid. Maar ze hadden er moeite mee en waren in verwarring. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan?’ – ‘Nee, je hebt helemaal niets verkeerd gedaan, maar heb je er wel rekening mee gehouden wat zíj geloven, wat hún standpunt is?’ Soms lijkt het alsof iemand gelovig is. 

Ik bad eens voor een man hier in Colorado Springs. Don Krow en ik gingen er maandenlang elke dag langs en dienden die man. Hij kon zelfs de telefoonhoorn niet oppakken. Zijn vrouw moest de hoorn tegen zijn oor houden. En ik zei: ‘Waag het niet te sterven tot ik bij je ben’, en wij kwamen langs en dienden hem. 
Hij kwam zover dat hij weer rondliep, weer auto kon rijden, en eigenlijk ging het steeds beter. Maar op een gegeven moment raakte hij ontmoedigd, en op een dag sprak de Heer tot mij, toen ik hem ging bezoeken en zei: ‘Hij heeft het opgegeven. Hij heeft besloten dat hij naar huis wil.’ Dat vertelde ik dus aan zijn vrouw. Ik nam haar apart en zei tegen haar: ‘De Heer heeft tegen mij gesproken en gezegd dat hij het opgegeven heeft. Hij heeft besloten naar huis te gaan.’ En ik zei: ‘Ik geloof dat het Gods wil is dat hij geneest, maar als hij naar huis wil is daar niets verkeerds aan.’ Het was een oudere man, hij had het zwaar en hij wilde er gewoon mee stoppen en gaan. Ik geloof niet dat het Gods béste plan was, maar het was geen zonde. En ik zei tegen mijzelf: ‘Je hebt een keus. Of je kunt gaan staan en tegen zijn wil in blijven geloven en dat zal niet werken. Je maakt dan van zijn laatste dagen een zooitje. Of omdat hij van God houdt en zo uitzag om naar huis te gaan, kun je ook daar gaan zitten en God prijzen, omdat je weet waar hij naar toe gaat, en je van hem houdt, en nog een paar geweldige laatste dagen hebben samen. 
Zij werd echter boos en bestrafte mij en zei: ‘Jij staat niet in geloof!’ Dus ik bleef op bezoek komen en bidden voor zijn genezing en deed voor de vorm mee, maar in mijn hart wist ik wat God mij had verteld. En die man stierf en op zijn begrafenis waren er allemaal mensen met vragen. Waarom heeft het niet gewerkt. Ná de begrafenis werd zijn dagboek gevonden en op exact dezelfde datum dat ik het haar verteld had, had hij geschreven: ‘Ik heb net besloten om naar huis te gaan, maar ik ga door met net doen alsof ik geloof in genezing, zodat de mensen om mij heen niet teleurgesteld zullen zijn.’ En hij deed met alles mee alsof. En wij vragen ons af waarom hij niet genas. 

Wij weten niet altijd wat er in iemand anders omgaat. En als jij alle verantwoordelijkheid naar je toe trekt en zegt: ‘Ik geloof dat het Gods wil is, en als het Gods wil is, dan zal deze persoon genezen,’ dan claim je kennis en vermogens die je gewoon niet hebt. Je weet gewoon niet altijd wat er allemaal meespeelt. 
Volgens het Woord van God, het enige waar we ons leven op kunnen baseren, wil Hij dat iedereen geneest. ‘Door zijn striemen is ons genezing geworden’ - ‘Hij die al uw krankheden geneest en al uw ongerechtigheden vergeeft’ (Psalm 103:3). Dát is wat het Woord van God ons leert. En je moet afgaan op wat het Woord van God zegt. 

God was dus niet de variabele, de factor die veranderde. God beantwoordde beide gebeden ogenblikkelijk, maar satan maakte hier verschil. En daar is nog iets wat de meeste mensen niet begrijpen. De meeste mensen denken dat satan onfeilbaar is. De meeste mensen geloven dat ze voor de volle 100% op satan kunnen vertrouwen. Ze geloven dat de duivel nooit de plank misslaat of een gelegenheid ongebruikt laat. Dat zeg je misschien niet zo, maar je denkt wel zo. 
Ik kom voortdurend mensen tegen die zeggen: ‘Ik heb alles gedaan wat ik wist dat ik moest doen, maar ik weet gewoon niet of God echt wel zal antwoorden’, maar ze geloven wel dat als ze ook maar het minste of geringste verkeerd doen, de duivel ze elke keer te grazen neemt. Daar hebben ze niet de minste twijfel over. Ze hebben in feite meer geloof in de duivel dan in God. En ik wil dat je weet dat de duivel gewoon heel vaak misgrijpt. Je kunt zeggen: ‘Waarom weerstond satan het gebed niet in het 9e hoofdstuk?’ Het is mogelijk dat de duivel gewoon de boot gemist had. Dat is gewoon mogelijk. 

Hier is nog iets wat ik overdacht heb. Voor zover wij uit de Schrift weten, kunnen demonen zich niet voortplanten. Er bestaan geen babydemonen. Er komen niet voortdurend nieuwe demonen van de lopende band. Dus er waren óf gigantische aantallen demonen in de dagen van Adam en Eva, minstens een miljoen per persoon, óf er is nu een groot tekort aan demonen. Sta hier eens even bij stil en denk er over na. Niet iedereen heeft een persoonlijke duivel. En toch gelooft bijna iedereen in principe dat hij een persoonlijke duivel heeft. 
De meeste mensen geloven dat de duivel iedere dag op ze inpraat en zo. Ik persoonlijk geloof dat de duivel handen en voeten te kort komt. Ik geloof dat hij moet overwegen en uitkiezen wie hij zal aanvallen. En hij zoekt de zwakkeren uit, net als een roofdier dat op een kudde loert, ze kiezen de zwakste uit. Degene die zich afscheidt van de kudde. Er zijn dingen die demonen tot ons trekken. Maar de waarheid is dat niet iedereen van ons ieder dag een duivel heeft die ons aanvalt, omdat de duivel te kort komt. 
Het is dus mogelijk dat de duivel bezig was alles te doen wat hij maar kon tegen het koninkrijk van God en bedacht dat Daniël toch geen schijn van kans had om zijn gebed verhoord te krijgen. Hij had het potentiële gevaar in Daniël gewoon niet gezien, en het gebed in het 9e hoofdstuk glipte er gewoon langs. Maar na die geweldige openbaring en de enorme dingen die plaatsvonden, wees satan wellicht een demonische macht toe aan Daniël om ervoor te zorgen dat er geen volgend gebed door zou komen. 

Ik heb deze week al wat meer over deze dingen genoemd; dat er een verschil is tussen de manier van bidden in het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Zij moesten een gebed ‘erdoor’ zien te krijgen, terwijl bij ons God reeds in ons wonend is. Maar in ieder geval is het mogelijk dat satan een demon aanstelde om Daniëls gebed te verhinderen. Het verschil lag niet bij God, maar bij de duivel. Het is verbazingwekkend dat de meeste christenen, als ze bidden en niet ogenblikkelijk resultaat zien van hun gebed, gaan twijfelen aan Gód. ‘God wat doet U nou? Waarom hebt U mijn gebed niet verhoord?’ Ze nemen niet eens in overweging dat de duivel wel eens hun gebed zou kunnen verhinderen.

En wij hebben de gedachte dat God iets ogenblikkelijk kan doen, als Hij maar zou willen. En dat is een enorme ingang voor ongeloof. Het zal je kwetsbaar maken voor allerlei soorten van ongeloof.
Gewoon begrijpen dat God deze wereld zo heeft ingesteld dat er zulke dingen bestaan als tijd en ruimte, en dat tijd nodig is vóór sommige dingen kunnen plaatsvinden, en dat er demonische machten zijn die een hindernis kunnen vormen, en dat er dingen aan de hand zijn in de geestelijke wereld, dat zal je helpen om te bidden. En als je niet onmiddellijk iets ziet gebeuren als je bidt, dat je niet gaat twijfelen aan God, maar gaat twijfelen aan jezelf of aan de duivel of andere dingen die daar op lijken. Er is een menigte dingen die een rol kunnen spelen en de manifestatie van Gods kracht kunnen verhinderen of vertragen.

Een voorbeeld. Er was een vriend van mij, die mij in Woodland Park over ditzelfde onderwerp hoorde onderwijzen, zo’n 15 of 20 jaar geleden. En dit was de manier waarop hij het toepaste. Hij probeerde al twee jaar lang zijn huis te verkopen. Hij wilde het rechtstreeks verkopen aan een nieuwe eigenaar, zodat hij geen makelaarsvergoeding hoefde te betalen. Hij zette dus een bord in zijn voortuin: te koop van eigenaar. 
Twee jaar lang had hij bijna ieder dag gebeden: ‘God, ik vraag U om mijn huis te verkopen.’ En er kwamen bijzonder weinig mensen zelfs maar kijken. Schijnbaar gebeurde er helemaal niets. Hij hoorde mij deze boodschap prediken, en de manier waarop de Heer dat bij hem toepaste was dat Hij zei: ‘Bob, de allereerste dag, dat je dat bord in je tuin hebt gezet, heb Ik tot iemand gesproken en Ik heb gehandeld om jouw huis te verkopen, maar er zijn demonische verhinderingen aan het werk.’ 
Mensen begrijpen dit niet. Zij denken: ‘God, verkoop mijn huis.’ En als het huis dan niet verkocht wordt, denken zij: ‘God, waarom hebt U mijn huis niet verkocht?’ Gód gaat jouw huis echt niet kopen hoor! God zal ménsen gebruiken om jouw huis te kopen. Als jij God vraagt om jou geld te geven, wist je dat God jou géén geld gaat geven. De Schrift zegt in Lukas 6:38 dat: u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal mén in uw schoot geven.
Ménsen zullen dat dus in uw schoot geven. God voorziet in uw behoeften door ménsen. God heeft geen euro’s op zak. Wat God doet, is mensen aanraken, en mensen zullen in jouw behoeften voorzien. Dus als jij gaat bidden: ‘God, voorzie in deze nood’, en je gaat dan in je portemonnee kijken of Hij er wat in heeft gedaan, dan heb je geen idee hoe het koninkrijk van God werkt. God gaat geen geld scheppen. Hij gaat niet aan valsemunterij doen. Dat is illegaal, tegen de wet, zoiets doet God niet. God zal het mensen op hun hart leggen. Dus het enige wat satan hoeft te doen is ménsen tegenhouden. En dat kan een belemmering zijn voor jouw financiën. 

Dit gaat over het kopen van een gebouw, en over geld nodig hebben. Ik heb onlangs een stapel scheldbrieven (hate-mail) gelezen. Ik heb Don er een stapeltje van gegeven, om mensen van onze lijst te schrappen. Ze waren alleen maar bezig met mij er van langs te geven. ‘Waar God leidt, zal Hij ook voorzien, als jij een echte man van geloof zou zijn, zou je nooit om iets hoeven te vragen.’ Zij hebben dit idee, dat God gewoon bovennatuurlijk erin zal voorzien. 
Er was iemand bij, die haalde George Muller voor me aan. Heeft iemand van jullie ooit van George Muller gehoord? Hij leidde een weeshuis in Engeland, en George Muller was beroemd vanwege zijn vermogen om God te geloven voor geld. Hij liet enorme weeshuizen bouwen, drie verdiepingen hoog, en het is bekend dat George Muller aan de tafel zat, met honderden weeskinderen samen, en voor het eten begon te danken terwijl ze niets hadden, en op dat moment kwamen er dan vrachtwagens aan, en mensen begonnen zuivelproducten uit te laden, voedsel en dat soort dingen. Dat is echt gebeurd. 
Mensen zeggen nu: ‘Hij sprak er nooit met iemand over en je bent gewoon geen man van geloof als je iemand vertelt wat je nodig hebt.’ Het is waar dat dat soort dingen gebeuren, maar wat de meeste mensen ontgaat, is dat George Muller een maandelijkse nieuwsbrief publiceerde, en daarin een opsomming gaf van alles wat ze nodig hadden, en dat het gewoon zo gebeurde, dat op het moment dat zij zaten te bidden voor de maaltijd, dat iemand die een week daarvoor de nieuwsbrief had gelezen, met al deze spullen aan kwam rijden. Mensen begrijpen dit gewoon niet. Ja, het was bovennatuurlijk en ik zeg niet, dat dit niet van God was, het was wel degelijk God, maar God gebruikt mensen. 

Weet je, toen Jim Baker voor het gerecht kwam, vanwege de dingen die hij gedaan had, lag mijn inkomen in die tijd tussen de 40 tot 50 duizend dollar per maand. Dat was ons inkomen. Weet je dat ons inkomen met 40 duizend dollar zakte in de maand dat Jim Baker terechtstond. Toen Jimmy Swaggart zíjn dingen deed, zakte het ook die maand met 40 duizend dollar. En weet je waarom? Omdat mensen de manier zijn, waardoor God in mijn behoeften voorziet. En ook al had ik niets te maken met Jimmy Swaggart en Jim Baker, zagen mensen mij als een televisiedominee en verloren ze hun vertrouwen in televisiedominees, er kwam vrees, twijfel en kritiek naar boven, en mensen hielden een poosje op met geven aan televisiedominees. En ik had daarvan te lijden. Dat kwam niet doordat ik ongeloof had, maar satan viel mij aan door middel van vrees en dat soort dingen die opkwam in mensen. Ik werd niet boos op God: ‘God, waarom hebt U mijn giften verminderd?’ Gód heeft ze niet verminderd, Satan legde vrees in mensen en mensen stopten met geven, en ik werd daardoor aangetast. 
Weet je waarom mijn inkomsten de vorige maand zakten tot de helft van de voorafgaande maand? Omdat mensen met vakantie gaan, en omdat de meeste mensen, zoals David gisteravond zei, hun toewijding aan een bediening niet serieus nemen. Ze gebruiken het geld dat zij aan God gegeven zouden hebben om met vakantie te gaan. En ik heb daarvan te lijden. Ik ben niet boos op God! God gebruikt ménsen. Als jij je huis wilt verkopen, dan zal God het niet van je kopen. Hij moet het bij iemand anders op het hart leggen en die persoon komt en koopt het. 

Bob zag dit dus in, bekeerde zich en zei: ‘Vader, dank U wel, dat U de allereerste dag dat ik dat huis te koop aanbood tot iemand gesproken hebt. U bent niet degene die niet geantwoord hebt. Satan is degene die mijn gebed hindert.’
Dus hij begon de satan te binden. En omdat hij niet wist hóe satan dit aan het doen was, moest hij in tongen gaan bidden. Hij ging dus in tongen bidden en geloofde dat God het allemaal verder zou regelen. 
En binnen twee dagen nadat hij zó begon te bidden, kwam iemand naar hem toe, contant geld in zijn zak, om zijn huis te kopen. Ze gingen zitten, maakten een overeenkomst en toen ze dit geregeld hadden, zei deze man: ‘De dag dat jij dat bord twee jaar geleden in je tuin hebt neergezet, heb ik tegen mijn vrouw gezegd: ‘Dat is óns huis’, en hij claimde het voor hun. En twee jaar lang heeft deze man geprobeerd zijn financiën rond te krijgen. En hij zei, dat het bovennatuurlijk was. Deze man was niet eens een christen, maar hij zei tegen Bob, dat het gewoon bovennatuurlijk was, wat er allemaal gebeurde. Hij vertelde dat hij zijn huis moest verkopen en twee jaar lang werd dit verhinderd, en, zei hij: ‘Het vreemdste is, twee dagen geleden, kwam die man die niet in staat was zijn huis te verkopen naar mij toe, contant geld in zijn zak, wij kwamen overeen, en hier zit ik nu jouw huis te kopen.’ 

En weet je wat er gebeurde? Het gebeurde allemaal omdat satan degene was die dit gebed verhinderde door middel van iemand anders, en toen hij stopte met iedere dag aan God te vragen om zijn huis te verkopen, en te vragen: ‘God waarom hebt U mijn huis niet verkocht’, en zich begon te realiseren: ‘God, U hebt mijn gebed verhoord, U hebt al gesproken, maar er moet iets zijn, waarmee satan dit dwarszit. Geeft U mij wijsheid, laat mij zien wat er aan de hand is.’ Toen hij op die manier begon te bidden, verbrak God de blokkade van satan en kwamen de financiën rond. 

Nu zie je in het boek Daniël dat Daniël helemaal geen autoriteit over de duivel had. Hij kon de duivel, of de vorst der Perzen, niet bestraffen. Als hij had geweten dat de vorst der Perzen het verschil uitmaakte tussen het 9e en het 10e hoofdstuk, had hij daar helemaal niets aan kunnen doen. Want als oudtestamentisch mens had hij helemaal geen gezag over de duivel. 
Maar als nieuwtestamentische gelovigen hebben wij wel degelijk gezag over de duivel en zorg je dat je dit principe te pakken krijgt, dat als je bidt, je zult ontvangen, en ook wat er staat in Markus 11:24 dat als je bidt, geloof dat je het ontvangen hebt wanneer je bidt, en dan zál (toekomstige tijd) het geschieden. Zodat je dat geloofssysteem correct gericht krijgt, zodat je nooit aarzelt als je dan niet de fysieke manifestatie ziet van waar je voor bidt. Je twijfelt niet of God wel geantwoord heeft. Dan moet je zeggen: ‘Er moet hier dus wel iets aan de hand zijn. Een blokkade, óf dit komt van de duivel, óf het ligt aan mij omdat ik niet standvastig ben in mijn geloof, of sommige dingen hebben gewoon een tijdsperiode nodig.’ 
Ik geloof niet dat genezing een tijdsperiode nodig heeft. Maar als je bijvoorbeeld over je bediening bidt, kun je dat niet in de magnetron even klaarmaken. Dat hangt af van jouw rijpheid en het niveau van je karakter. Soms moet je gewoon groeien en rijpen voordat je dingen tot stand ziet komen. Maar God is niet de variabele. God is nooit de variabele factor. God is altijd betrouwbaar en beantwoordt ieder gebed. En wat je moet doen is bidden, gewoon geloven dat je het ontvangen hebt.

Een volgende stap is, wat moet je doen als je gebed niet verhoord lijkt te worden. Dat gaat gewoon verder dan ik hier vanavond nog kan behandelen. Maar als je begrepen hebt, waar we het over gehad hebben, zullen de meeste mensen als volgt reageren. 
Ik had eens een gezwelletje op mijn arm. En het was een knobbel, precies hier. Het stond zo hoog rechtop, en ik hield het bandje van mijn horloge er overheen, zodat mensen het niet zouden zien. Dat was vroeger in 1976. Maar het werd zo groot, ik had zo’n uitrekbaar horloge bandje, dat het begon uit te puilen, en je kon het zelfs zien met mijn horloge er overheen. En de manier waarop ik daar over bad was: ‘Vader, ik dank U, ik ontvang mijn genezing’ en dan verstopte ik die hand achter mijn rug. Het deed geen pijn of zoiets, maar ik stopte het achter mijn rug, zodat ik er niet naar hoefde te kijken. Ik negeerde het. En ik dacht dat dat geloof was. Ik probeerde gewoon niet naar iets tegengestelds te kijken. Dat is natuurlijk méér geloof dan bidden en dan ernaar kijken en zeggen: ‘Zie je, het werkt niet’. Het is een stap in de goede richting door te zeggen: ‘Ik geloof dat het heeft gewerkt en ik weiger gewoon naar iets te kijken dat het tegenovergestelde zegt.’ 
Maar de béste geloofsstap, beter dan proberen iets te negeren dat tegenspreekt, is te bidden en dan recht naar het probleem te kijken en te zeggen: ‘Ik weet dat God mijn gebed reeds verhoord heeft, omdat Zijn Woord dat zegt, en als dat nog niet manifesteert, komt dat niet omdat God niet heeft gegeven, maar omdat ík of de duivel of iets anders dwarszit, en ik neem mijn geestelijke wapens in de hand, en ik ga deze tijdsperiode verkorten. Omdat God het al heeft gegeven.’ Je hoeft helemaal niet drie weken lang maar zien vol te houden, zoals Daniël deed. Wat jij moet doen, is jouw gezag opnemen en als gelovige bevéél je de duivel om te vertrekken. Je spréékt tot je probleem, in plaats van dat je tegen God spreekt over je probleem. Je neemt je gezag op, je hándelt naar het Woord van God, je dóet iets. Al deze verschillende dingen. 

Vanavond was er hier een vrouw, die had kiespijn. Ze had gebeden en alles gedaan wat ze wist dat ze moest doen. Ze had gesproken tot die kies en al die dingen en toen begon ze God te prijzen. Ze zei: ‘Ik wéét dat het reeds gedaan is en ik vraag om wijsheid’ en uiteindelijk kwam ze zover om te zeggen: ‘Satan, in de naam van Jezus gebied ik je om te vertrekken’, en boem, de pijn was verdwenen. Het was niet gewoon fysiek. Het was geestelijk en er was iets demonisch aan de hand. 
Je weet niet altijd wat het is. Soms is er gewoon een tijdsperiode nodig en je moet leren onderscheiden wat precies de belemmering is. Maar het principe is, dat God altijd, ja altijd, onze gebeden ogenblikkelijk verhoort, maar dat er verschillende dingen aan de hand zijn. Soms zit het in de mensen waar Hij doorheen moet werken. Soms is er sprake van demonische blokkades, er zijn allerlei soorten dingen. Ik heb slechts een paar hiervan genoemd, maar er zijn vele dingen bij betrokken. En je hebt gewoon wat wijsheid nodig, en bid tot God dat Hij je leiding geeft. Dan neem je jouw gezag ter hand en je verkort de tijd tussen dat je amen zegt en de manifestatie daar is. 
Het is in principe aan jou om te bepalen hoe snel de manifestatie is. Er zijn een paar uitzonderingen. Je kunt niet een bediening van de ene dag op de andere uit de grond stampen. Er zijn een aantal dingen die je niet kunt doen, maar tot op grote hoogte kun jij de tijdsperiode bepalen, tussen wanneer God gegeven heeft en wanneer jij het fysiek ziet manifesteren, als je dit tenminste gelooft. 

Als ik tijd had, zou ik je uit het 8e hoofdstuk van Markus kunnen laten zien dat Jezus exact ditzelfde principe gebruikte toen Hij voor een blinde man bad. Hij leidde hem de stad uit, bad voor hem, en vroeg hem toen wat hij zag. Sommige mensen denken: ‘Maar dat is ongeloof.’
Maar Jezus vroeg zich niet af of het werkte. Hij wist dat God het had gegeven. Maar de reden dat Hij deze man de stad uitleidde, was dat Bethsaïda zo vol ongeloof zat. Hij zegt in Lukas 10:13 ‘Wee Chorazin, wee Betsaïda, want als in Tyrus en Sidon de wonderen waren gebeurd die bij jullie gebeurd zijn, zouden de inwoners van die steden zich allang in een boetekleed hebben gehuld en met stof op hun hoofd tot inkeer gekomen zijn.’ 
Bethsaïda was één van de twee meest ongelovige steden waar Jezus ooit gekomen was. En Hij moest deze man bij de hand nemen en wegleiden van het ongeloof van die mensen in die stad. En ook al had Hij de man uit de stad gehaald, Hij wist dat Hij nog niet de hele stad uit die man had gehaald. Hij wist dat er nog steeds belemmeringen van ongeloof waren, en daarom bad Hij. Hij wist dat zijn Vader de kracht al had vrijgezet. 
Hij vroeg niet of het wel werkte, maar veeleer zei Hij: ‘Heb je het ontvangen of heb je nog een probleem?’ Hij sprak het fysieke probleem rechtstreeks aan en zag het onder ogen. En toen de man slechts een gedeeltelijke genezing manifesteerde, bad Hij gewoon nogmaals voor hem. Daarvoor zou Hij in de meeste bijbelscholen eruit gegooid zijn, want: ‘Man, je hebt niet in geloof gebeden, je hebt twee keer om iets gevraagd!’ Nee Hij heeft nooit voor iets twee keer gevraagd. Hij geloofde en ontving de eerste keer, de tweede keer nam Hij gewoon zijn geestelijk gezag, en als satan het de eerste keer kon weerstaan, kon die niet tegen een tweede dosis op. Dus bad Hij gewoon nogmaals, en deze keer zag de man duidelijk. Het is exact hetzelfde principe. 

Dat is de manier waarop wij bidden. Als wij met jou bidden, dan vragen wij niet gewoon God en daarna: ‘Heb vrede en wees gevuld’ , en laten we je gaan, maar dan vragen we: ‘Oké, merk je iets, heb je manifestatie, is het probleem verplaatst, werkt dit?’ En als er dan geen manifestatie is, zullen wij ons gezag op ons nemen en spreken tot delen van je lichaam en bevelen het te werken. En wij zien dat de meeste mensen dan genezen. Wij zien nog niet alle mensen genezen. Daar kunnen allerlei oorzaken voor zijn, en wij begrijpen ze nog niet allemaal. Maar ik begrijp er wel een heleboel. 

In de eerdere seminars heb ik onderwezen over genezing. Ik heb onderwezen over het onderwerp: ‘Je hebt het al’. Toen hebben we 5 tot 10 keer zoveel genezingen gezien als tijdens deze conferentie. Weet je waarom? Omdat de meeste mensen geen geloof hebben voor genezing. Ze hebben het in feite wel, maar ze gebruiken het niet. Ze hebben de kennis niet, en daarom passen ze het niet op zichzelf toe, en daarom is het geloofsniveau voor genezing van de meeste mensen heel erg laag. Maar als wij daarover prediken, bouwt het je geloof op, en als jij dán komt, en jouw geloof is geactiveerd en levend gemaakt, en we gaan dán met jou overeenstemmen en bidden , dan boem, gebeuren de dingen. 

Ik heb deze week over gebed onderwezen. En we hebben veel minder mensen zien genezen dan ik normaal meemaak. Omdat ik niet heb gewerkt aan het opbouwen van jouw geloof voor genezing. Je komt dus naar voren, onze gebedsbedienaren zijn dezelfde, wij zijn dezelfde, maar jouw niveau van geloof is anders. Je hebt geen verwachting, geen begrip, en dan is het moeilijker om een genezing te ontvangen. 
Gisteravond heb ik onderwezen over genezing. Ik heb tenminste veel dingen verteld die met genezing te maken hebben, en weet je dat we gisteravond meer onmiddellijke genezingen zagen manifesteren dan de hele rest van de week daarvoor. Omdat ik erover gepredikt heb. Geloof komt door het horen, het horen door het Woord van God. En daarom reageerde je beter. 
Vanavond heb ik bijna uitsluitend over genezing gesproken, en zullen we echt veel genezing zien manifesteren, omdat jouw begrip beter is geworden.

Ik zeg dit allemaal, omdat ik niet alle oorzaken begrijp waarom niet iedereen geneest. Maar ik kan je door dit voorbeeld aantonen dat het heel veel te maken heeft met hoe de mensen zelf zijn, en in hun wandel en ervaring met de Heer. Mensen zijn ontmoedigd en je moet mensen bemoedigen. Ik zeg dit niet om iemand te bekritiseren, maar dat is gewoon een onderdeel van de optelsom. Je kunt gewoon niet de verantwoordelijkheid voor de genezing van iemand anders op jezelf nemen. Je kunt verantwoordelijkheid nemen zodat je een déél van het proces uitmaakt, en je kunt van nut zijn, maar je kunt niet het ongeloof van een ander ‘overrulen’. 
Jezus kon dat niet. Markus 6: Jezus kon niet veel wonderen doen wegens hun ongeloof. Ik heb heel wat gebedsrijen afgewerkt. Ik bad voor de ene persoon en die genas niet, ik bad voor de ander en die werd ogenblikkelijk genezen. Ik bad voor de volgende, die ontving het niet, en weer voor de volgende en die wél. Er is geen enkele verklaring voor dat ik regelmatig wel of niet mis. Ik kan zelf binnen één dienst gewoon niet zó wisselvallig zijn. Het gebeurt dat ik voor een hele rij mensen bid en dat iedereen geneest op één persoon na. De persoon die ontvangt heeft er heel wat mee te maken. Dat betekent helemaal niet dat het slechte mensen zouden zijn, of dat zij niet van God zouden houden. Je kunt met je hele hart van God houden en toch niet begrijpen hoe geloof werkt. Dat betekent helemaal niet dat je achterlijk bent of zo iets. Leonardo da Vinci was een genie. Hij heeft helikopters ontworpen die ze nu nagebouwd hebben en die vliegen ook nog. Hij was een genie in zijn dagen, en toch was hij ontwetend over elektriciteit. Betekent dat dat hij dom was? Omdat hij de dingen die jij weet niet wist? Nee, het betekent gewoon dat hij het niet wist. Onze kennis is van heel veel verschillende dingen afhankelijk. Ik wil helemaal niemand bekritiseren, maar ik zeg je, dat God het allemaal allang gedaan heeft. God heeft allang iedereen genezen, en als jij vraagt en gelooft, dan is die kracht ogenblikkelijk vrijgekomen. En als jij de manifestatie niet ziet, komt dat niet doordat God het niet gegeven heeft, maar dan is het óf wij die niet hebben ontvangen, óf er is demonische weerstand, óf er zijn nog andere dingen die ik op dit moment nog niet begrepen heb. Maar het is níet God die het niet doet. 

God is getrouw. Getrouw en betrouwbaar. En jij moet dat geloven en nooit daarvan afstappen. Als jij ooit opgeeft en begint met zeggen: ‘Nou, er zijn misschien uitzonderingen, misschien maakt God sommige mensen ziek om ze iets te leren; misschien is het Zijn wil dat je lijdt; misschien komt het omdat jij niet goed genoeg bent; je hebt niet genoeg gevast,’ als jij eenmaal die weg inslaat, zul je nooit de wonderbaarlijke kracht van God op een consistente wijze zien manifesteren. Je kunt nooit iets afdoen van het feit dat Gods Woord Waarheid is, en dat het nooit wijzigt of zwabbert. God is altijd getrouw en als wij de dingen niet tot stand zien komen, ligt dat níet aan God. Het ligt aan ons. Amen? Veroordeel ik jou daardoor? Nee, ik probeer je te zegenen en te voorzien van kennis, en je te laten weten dat God betrouwbaar is. Dat moet ons uitgangspunt zijn. Als Gods betrouwbaarheid ter discussie staat, dan hebben we allemaal een groot probleem. God is een één en al betrouwbaar God. Het ligt niet aan God. En misschien is het ook niet jouw fout. 

Ik heb nog een ander onderwijs, dat hier op ingaat, over ongeloof, en dat zou je enorm helpen. Dit is een van de dingen die mijn leven heeft veranderd. Nog een laatste voorbeeld, want ik moet stoppen. Ik heb dit gisteravond genoemd toen we aan het bidden waren voor mensen. Maar de meeste mensen waren al vertrokken. Als je weg wilt gaan, ga gewoon. Ik ben nog niet klaar. Maar als er mensen weg willen, je bent vrij om te gaan. Maar ik ben nog niet klaar. 

Ik onderwees hierover in 1976 in Childress Texas. Wij kondigden het aan als een genezingsdienst. Breng de blinden, de doven, de verlamden. We hadden dus een wonderendienst, en ik onderwees over precies ditzelfde onderwerp, en ik vroeg toen mensen om naar voren te komen. Er was een jongen van 17 jaar oud, die kwam naar voren die aan één oog blind was. Ik bad dus voor hem en gebood zijn oog om te zien. En toen liet ik hem zijn goede oog bedekken en door zijn slechte oog kijken. En ik vroeg: ‘Wat kun je zien. Kun je mijn vinger zien?’ En hij kon helemaal niets zien. Zelfs geen licht. Ik moest zijn hoofd omdraaien en zeggen: ‘Nee, het is hier aan deze kant.’ Hij kon helemaal niets zien. 

En onmiddellijk kon je het ongeloof van de mensen voelen. Dat zij niets zagen gebeuren betekende dat God het niet had gedaan. Ik stuurde de menigte dus weg met de woorden: ‘Als er mensen zijn die dit niet begrijpen en niet ‘overeenstemmen’, vertrek, maar degenen die geloven dat God het al gedaan heeft, of wij het nu wel of niet zien, en dat het aan ons ligt om te zorgen voor de manifestatie, blijf, en dan gaan we hiervoor bidden.’ We begonnen te bidden toen we met zo’n 20 mensen waren overgebleven. En om de vijf minuten stopte ik en vroeg: ‘Kun je mijn hand zien’. En hij kon helemaal niets zien. 

We controleerden het zo’n 30 minuten lang elke vijf minuten. Don Krow en Wendy maakten ook deel uit van deze groep. En in mijn hart was ik aan het spreken, God ik weet dat dit waar is, geef mij een woord van wijsheid, toon mij waar het probleem zit, zodat wij het kunnen overwinnen en aan deze mensen laten zien dat het waar is. Ik was gewoon aan het bidden: ‘God, wat is het probleem’, en in mijn hart zat deze gedachte: ‘Hij heeft geen genezing nodig, hij heeft een wonder nodig.’ Ik had nooit nagedacht over het verschil tussen een genezing en een wonder en dat er verschil tussen zou zijn. En ik begrijp het nog steeds niet helemaal goed. Maar ik was dit gewoon aan het overwegen, terwijl ik in tongen aan het bidden was, was ik aan het denken: ‘God, wat ís dit? Hij heeft geen genezing nodig, hij heeft een wonder nodig.’ En terwijl ik hierover nadacht, sprak Don Krow zich uit en zei: ‘God heeft net tot mij gesproken, hij heeft geen genezing nodig, maar een wonder.’ En ik dacht, dit moet wel van God zijn. Dus wij stopten en ik ging met deze jongen praten en vroeg hem: ‘Wat is er precies met je aan de hand? En hij zei: ‘Toen ik nog een baby was, kreeg ik een infectie in mijn oog en moesten ze mij opereren. En ze hebben operationeel de lens en het netvlies van mijn oog verwijderd. Sommige onderdelen van mijn oog, die ik nodig heb om te zien zijn er niet eens.’ Ik zei: ‘Man, jij hebt geen genezing nodig, jij hebt een wónder nodig.’

Toen bedekte ik zijn oog met mijn hand. Don en Wendy waren erbij. Ik weet niet of jullie je dit nog kunnen herinneren, maar tjonge, ik herinner het me. Het heeft op mij echt indruk gemaakt. Ik bedekte zijn oog met mijn hand en ik sprak tot zijn oog: ‘Lens en netvlies, ik beveel jullie om in dit oog te komen. In Jezus naam.’ Toen liet ik hem zijn goede oog bedekken en vroeg hoeveel vingers steek ik op en hij zei: ‘Eén, twéé’, en hij kon zien! Amen? Het was gewéldig. Sommige mensen zeggen nu: ‘Toen je dát deed, tóen kwam God in actie.’ Nee, God was 30 minuten daarvoor al in actie gekomen. In feite was God al 2000 jaar daarvoor in actie gekomen, maar toen wij 30 minuten daarvoor gebeden hadden, was de kracht al in werking gezet, maar wij hadden haar niet op de juiste manier gericht. Je moet spreken tot je berg. Er zijn dingen die je moet dóen. 

En als wij niet hadden volhard in gebed en waren blijven bidden, dan garandeer ik je dat die jongen niet sterk genoeg was geweest om het zelf te verkrijgen. En hij zou nu nog steeds blind zijn geweest en zich nog steeds afvragen: ‘God wat is er toch aan de hand.’ Zie je, wij stonden daar gewoon en baden. Het was niet zozeer zíjn ongeloof, het was net zo goed óns ongeloof, of wat dan ook, maar het kostte ons gewoon 25 - 30 minuten om een Woord van God te ontvangen en te doen wat gedaan moest worden en toen, boem, het werkte. 

Wij laten artsen opereren en dingen doen, die dagen en weken kosten en duizenden dollars kosten. Maar aan God vragen wij, en als het niet gebeurd is op het moment dat jij op de grond valt, dan is God in gebreke gebleven! 
Als Jezus degene was geweest, die hier vanavond in de bediening had gestaan, dan geloof ik dat dingen sneller zouden gebeuren dan dat ik het moet doen. Maar wij zijn gewoon het beste waar God het nu mee moet doen, en daarom kost het mij misschien een poosje, maar als het mij lukt de duivel een centimeter op te schuiven, dan zal ik hem een kilometer opschuiven centimeter voor centimeter als het moet. Dat is de manier waarop wij van God ontvangen.

Nawoord:

Hebt u vragen of commentaar n.a.v. deze studie of vertaling, stuur een mail naar: familyvossen@versatel.nl 

Indien u bent gezegend door deze studie, geef haar door aan anderen van wie u denkt dat ze er door gezegend kunnen worden. Ook kunt u de verspreiding van het onderwijs van Andrew Wommack in NL ondersteunen door een gift over te maken op rekening: 11.41.76.485 t.n.v. Stichting AWM Nederland , Petten. ANBI.

Inmiddels zijn de volgende studies van Andrew Wommack in boekvorm in het Nederlands verschenen:
• Geest, Ziel en Lichaam
• De balans van genade en geloof
• De nieuwe jij / De Heilige Geest
• De ware aarde van God
• Hardheid van hard.

Voor informatie hoe u aan deze boeken kunt komen verwijs ik u graag naar de website www.AWME.net  Klik op de NL vlag voor de NL versie.

God houdt van u. 
Jan Vossen



 

www.vergadering.nu