Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

God kennen - 1
Andrew Wommack

Deel 1. Het belang om God te kennen
Deel 2. Het leven van God kennen
Deel 3. God kennen door geloof
Deel 4. God kennen door het Woord
Deel 5. Wat het Woord over God bekendmaakt

Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net

Inleiding:
Iedere “wedergeboren” Christen kent God als Redder, maar er is meer om God te kennen dan vergeving van zonden. Nadat hij decennia lang met de Heer had gewandeld, zei de apostel Paulus dat hij ernaar verlangde om Hem meer te kennen. Wat begreep hij over het kennen van God?

1. Het belang om God te kennen

Sommigen van jullie zullen, als je het onderwerp hoort wat ik dit weekend met jullie wil delen, denken: “O, dat...” Maar het is wat je nodig hebt. Dus wijs het niet bij voorbaat af omdat je denkt dat je het wel eerder hebt gehoord. Ik wil met jullie spreken over het kennen van God, wat het betekent om God te kennen. We gaan een aantal keren spreken over hoe belangrijk het is om God te kennen, niet alleen maar om iets van God te ontvangen, maar om Hem te kennen. Alles komt eigenlijk voort uit het kennen van God. Niet alleen alles wat God geeft, maar ook je stabiliteit, je vrede, je vreugde. Alles in het christelijk leven komt eigenlijk voort uit de relatie met God.

Je zou onze Bijbelcollegestudenten ernaar kunnen vragen. We betitelen onze vier klassen verschillend, maar het gaat allemaal over het kennen van Hem. In het tweede jaar heb ik een les over langdurige bediening: hoe kun je het lang volhouden in de bediening? En het allereerste is om een hechte intieme persoonlijke relatie te hebben met Jezus. In feite leer ik alleen maar daarover. Daarna geven we andere stappen die je eraan toe kunt voegen. Maar waar het werkelijk op neerkomt is dat als je de Heer kent, God je op een bovennatuurlijke manier zal ondersteunen. Als je de Heer kent, zal Hij je leren wat je nodig hebt om te weten, zodat je kunt ontvangen.

Ik kan wel zeggen dat van de mensen die ik in mijn bediening spreek, de overgrote meerderheid in de praktijk God niet kent. En dat is in feite de basis van alle problemen. Ik vermoed dat op een bijeenkomst als deze er heel veel mensen zijn die geloven dat God wonderen kan verrichten. Jullie geloven dat God je leven kan aanraken. En jullie kwamen hier omdat je wilt ontvangen. Misschien kijken jullie naar mij of iemand anders die in staat is om jullie te helpen ontvangen, maar jullie kennen God niet werkelijk. In zekere zin willen jullie dat wij nemen wat wij weten en het aan jullie geven.

Maar één van de onderscheidende kenmerken van het ware christendom is dat we niet langer meer een priester hebben die als een middelaar tussen ons en God in staat. We hebben geen priester zoals in het Oude Testament of het Nieuwe Testament. We hebben niet iemand die tussen ons en God instaat en voor ons bidt en ons vertelt wat de wil van God is. Maar er is wel het priesterschap van de gelovige . Ieder van ons heeft nu rechtstreeks toegang tot God en ieder van ons zou een intieme hechte persoonlijke relatie met God moeten hebben. En toch is dat niet zo. Voor de meeste mensen is dat niet zo, en dat is niet zoals het zou moeten zijn.

Dus één van de dingen die ik dit weekend graag zou willen doen, is om erover te praten hoe belangrijk dit is. Om te laten zien dat het niet iets is voor alleen maar de superheilige of de fulltime voorganger, maar voor iedere doorsnee christen. Je zou God persoonlijk moeten kennen. Het zou zo moeten zijn dat God je leven kan aanraken en dat je een relatie met Hem hebt. Het zou zo moeten zijn dat God je beste vriend is. Dit is niet voor slechts een paar mensen.

Ik ben nog steeds bezig om een inleiding te geven, en ik wil nog zeggen dat ik denk dat dit één van de dingen is die niet goed functioneert in het Lichaam van Christus. We hebben deze mentaliteit van superheiligen, mensen die een speciale zalving in hun leven hebben. En we hebben mensen die zich door het hele land spoeden om te proberen een speciale aanraking van iemand anders te krijgen. En hoewel er mensen zijn die speciale gaven hebben, is dit niet als de norm bedoeld. Het zou een uitzondering moeten zijn, een abnormaliteit. Als je hoort dat God iets doet in een bepaalde plaats, dan wil je daarnaar toe zodat je gezegend kunt worden of om er deel van uit te maken. Maar het zou zo moeten zijn dat je niet wanhopig bent. Je hoeft niet met je tong uit je mond erheen te gaan om een zegen van God na te jagen.

De Bijbel zegt dat deze zegeningen over ons zullen komen, ons zullen inhalen. In Deuteronomium 28:2 staat: “de volgende zegeningen zullen alle over u komen en uw deel worden.” Met andere woorden, ze zullen je achtervolgen. Ik hoorde iemand eens zeggen dat in plaats van dat wij achter de zegeningen van God aanjagen, het zo zou moeten zijn dat je er gewoon niet onderuit kunt komen dat je God zou kennen. God houdt zoveel van je. God is zo’n goede God. Hij wil in je leven bewegen. Overal waar jij je wendt of keert ben je gezegend.

Maar toch is dit niet de houding van de gemiddelde christen. De gemiddelde christen jaagt naar God met de instelling dat God enigszins vijandig of onverschillig is ten opzichte van hen en ze zoeken naar een manier om God te manipuleren, of te maken dat Hij Zijn kracht vrijzet. Ik zeg je dat als jij die houding hebt, jij God niet kent. God is niet ver weg van wie dan ook. De waarheid is dat God naar jou op zoek is. God is op jacht naar jou. God zoekt naar manieren om jou te zegenen. Maar vanwege onze eigen ongevoeligheid voor Hem verhinderen wij dat Hij dingen kan doen. Alles in het christelijke leven komt voort uit het kennen van God.

Geloven en kennen
Ik zal wat tekstplaatsen met je delen. Laten we allereerst naar Johannes 8 gaan en dan zal ik je het verschil laten zien tussen in de Heer geloven en God kennen. In Johannes 8 was Jezus in een bekende situatie, waar alle Schriftgeleerden en Farizeeën Hem bekritiseerden. Ze zeiden: “Wie geeft U het recht om dit te doen en wat voor gezag hebt U? U betwist al onze religieuze systemen en U zegt dat wij het verkeerd hebben.” Ze bekritiseerden Hem en Hij verdedigde Zijn recht om dit te doen door te zeggen dat Hij God kende en dat Hij werkelijk God vertegenwoordigde.

In Johannes 8 staat in de verzen 25-31: Zij dan zeiden tot Hem: Wie zijt Gij? Jezus zei tot hen: Wat spreekt Ik eigenlijk nog met U? Ik heb veel over u te zeggen en te oordelen; maar die Mij gezonden heeft, is waar, en wat Ik van Hem gehoord heb, dat spreek Ik tot de wereld. Zij hadden niet begrepen, dat Hij tot hen van de Vader sprak. Jezus dan zei: Wanneer gij de Zoon des Mensen verhoogd hebt, – hier spreekt Hij over Zijn kruisiging. Hetzelfde werd in Johannes 12 gezegd en daar staat in het volgende vers specifiek dat Hij sprak over Zijn kruisiging – zult gij inzien, dat Ik het ben – Hier staat eigenlijk dat Hij zegt: je zult inzien dat Ik ben. “Ik ben” is de naam waarmee God Zichzelf aan Mozes bekendmaakte. Dus Jezus zegt hier dat ze zouden weten dat Hij de “Ik ben” is – en niets uit Mijzelf doe, doch dat Ik dit spreek, gelijk de Vader Mij geleerd heeft. En die Mij gezonden heeft, is met Mij. Hij heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt. Toen Hij dit sprak, geloofden velen in Hem.

Denk hier eens over na. Er staat dat velen in Hem geloofden. Waarin geloofden zij? Geloofden zij dat Hij degene was die zou komen, dat Hij de Christus was, dat Hij de “Ik ben” was, al die dingen die Hij door het hele hoofdstuk heen had gezegd? Hier staat dat veel mensen Jezus hoorden en in Hem geloofden. Maar let dan eens op wat Hij in vers 31 tot hen zei: Jezus dan zei tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij. 

Wist je dat er een verschil is tussen “in Jezus geloven” en “een discipel van Jezus zijn”? Als woorden iets betekenen, dan is dit precies wat hier staat. Ze geloofden in Hem en Jezus zei tegen diegenen die geloofden, als je in Mijn woord blijft, dan zul je waarlijk een discipel van Mij zijn. Het woord discipel betekent leerling of volgeling. Als je in Mijn woord blijft, dan ben je waarlijk een discipel. In vers 32 staat dan: en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

Merk op dat je in Jezus kunt geloven en niet echt vrij kunt zijn. Je moet in het Woord blijven en een discipel worden en dan, als je de waarheid kent, zal de waarheid je vrijmaken. De waarheid op zich maakt je niet vrij. De mensen halen dit altijd aan, maar het is de waarheid die je kent die je zal vrijmaken. Het is de waarheid die in je leven werkt.

Er zijn tegenwoordig heel veel mensen die hebben geloofd in Jezus als hun Redder. Ze hebben dat beleden, en ik geloof dat ze wedergeboren zijn. Als er iets zou gebeuren en ze zouden komen te overlijden, dan zouden ze met de Heer in de hemel zijn. Maar ze zijn niet in het Woord gebleven en niet een discipel geworden. Ze kennen de waarheid niet en ze zijn niet vrij.

Natuurlijk kun je de waarheid op verschillende manieren definiëren. De Bijbel zegt in Johannes 17:17 dat Jezus hen heiligde door die waarheid. “Uw Woord is waarheid.” Het Woord van God is waarheid. Maar het Woord van God is hoe God Zich bekendmaakt aan ons. Jezus zei ook dit, in Johannes 14:6: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Dus je zou kunnen zeggen dat in Johannes 8:32 staat: “en jullie zullen Mij kennen door de openbaring die Ik geef van het Woord, en dan zul je vrij zijn. De waarheid die je kent, als je Mij kent, zal je vrijmaken.”

Zoals ik in het begin al zei, en ik vind het lastig om dit te zeggen, want de mensen zeggen: “O, ik ken God”, maar er is hoogte, er is diepte, er is lengte en er is breedte. Er zijn verschillende niveaus om God te kennen.

Sommigen van jullie zeggen dat jullie mij kennen. En je kent me, omdat je me op televisie hebt gezien. Je zou me herkennen als je me ergens zag en je zou dan zeggen “O, ik ken hem.” Maar omdat je herkent hoe ik eruit zie, wil dat nog niet zeggen dat je me kent. Er komen steeds mensen bij me die zeggen: “O, ik ken u, want ik heb naar een heleboel onderwijstapes van u geluisterd. Ik ken uw verhalen.” Als je ziet wat er in mijn leven gaande is en als je mij daarover hoort vertellen, en naarmate je meer over mij te weten komt, leer je mij steeds beter kennen. Maar er is nog steeds een verschil tussen weten wat voor dingen ik heb gedaan, weten waar ik opgroeide en dat soort dingen over mij, en mij kennen.

Als je iemand werkelijk kent, dan kun je eigenlijk wel voorspellen wat die persoon zal gaan doen. Ik ken Jamie in de Schriftuurlijke zin. Ik ken Jamie. Als jij bij mij zou komen en je zou zeggen: “Jamie heeft dat en dat over je gezegd en Jamie heeft dit en dit gedaan”, dan zou je de plank volledig misslaan, omdat ik haar ken. Ik weet wat ze zou doen en ik weet wat ze over mij zou zeggen. Als je werkelijk iemand kent, dan kun je niet misleid worden over wat die persoon zou doen.

God is goed
Toch geloof ik dat dit één van de grote problemen is in het Lichaam van Christus. Er zijn zoveel leerstellingen in de wereld. Sommige mensen zeggen dat God degene is die ziekte en ongemakken in je leven brengt. God is degene die je gebed niet wil beantwoorden. God geeft je misschien wel kanker omdat je het Woord niet hebt bestudeerd, of niet hebt gebeden, of je niet aan de bediening hebt gegeven. En het is het oordeel van God over jou. God probeert je te breken. De mensen die zoiets accepteren zijn de mensen die God niet kennen. Als je God kent, dan weet je dat God honderd procent goed is.

In Jakobus 1:13 zegt de Schrift: Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. In vers 17 staat: Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer. Dit betekent dat God nooit verandert. God wijkt hier nooit van af. God geeft alleen maar goede en volmaakte geschenken.

Jezus zei het op deze manier in Johannes 10:10: De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed. Jezus was gekomen om ons een overvloedig leven te geven. En toch zijn er tegenwoordig mensen die bang zijn dat God hun gebed niet zal verhoren, omdat ze niet heilig genoeg hebben geleefd. Ze zijn bang dat God hen eigenlijk zal straffen. Ze aanvaarden ziekte, ongemak, armoede, pijn en verdriet als het oordeel van God over zich. En ik zeg je dat dit een aanwijzing is dat je God niet kent. Dank u voor die twee amens.

Er kwam eens een man naar één van mijn bijeenkomsten en hij had een dochter van twaalf jaar die in een rolstoel zat. Het meisje was meervoudig gehandicapt, ze was debiel, ze leefde als een plant, ze moest luiers dragen en ze was in een erbarmelijke toestand. Ik zei dingen zoals hierboven en hij werd zo kwaad, dat hij de zaal verliet. De mensen die hem hadden meegenomen zeiden tegen hem: “Waarom blijf je niet tot na de bijeenkomst om met hem te praten. Misschien begrijpt hij het niet. Misschien kan hij het nader verklaren.” Ze kregen hem zover dat hij bleef en ik ging met hem praten. Zijn dochter zat in de rolstoel, ik stond ervoor en hij stond achter de rolstoel terwijl ik met hem praatte. En deze man was woedend. Hij zei: “Waarom zeg je dat het niet God is die mijn dochter op deze manier heeft gemaakt? Ze is zo geboren. Dit is de wil van God. Ze verheerlijkt God. Er kan niets gebeuren zonder dat God het toestaat. God is Degene die haar zo gemaakt heeft.”

Ik begrijp waarom mensen dat zeggen, want het is een verdedigingsmechanisme. Het is beter dan te moeten toegeven dat er dingen gebeuren die niet naar de wil van God zijn. Soms trekken we aan het kortste eind. Soms is het alleen maar doordat we in een gevallen wereld leven. Het is dan makkelijker om te zeggen dat God het zo moet hebben gewild. We halen een soort van troost uit het feit dat God er op de een of andere manier mee verheerlijkt moet worden.

Maar de Schrift leert dat er veel dingen gebeuren die niet naar de wil van God zijn. In 2 Petrus 3:9 staat bijvoorbeeld dat Hij niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen. Het is niet Gods wil dat er ook maar één iemand sterft en dan naar de hel gaat. Toch gaan heel veel mensen die sterven naar de hel, en dat is niet Gods wil. Het komt omdat God ons een vrije keuze heeft gegeven. We hebben de mogelijkheid om te kiezen, en sommige mensen rebelleren en ontkennen het bestaan van God, andere mensen negeren het, en weer andere mensen hebben nooit de waarheid gehoord of er is tegen hen gelogen en ze zijn misleid door de religie en denken dat het gaat om hun eigen goede werken, in plaats van je geloof te stellen in een Redder. Heel veel mensen leven buiten de volmaakte wil van God, namelijk redding. Het is niet vanzelfsprekend dat Gods wil gebeurt.

Ik ging dit aan deze man vertellen. Ik zei dat het niet Gods wil was dat zijn dochter zo is. God houdt van haar en God wil dat ze gezond is. Ik haalde tekstplaatsen aan. Maar hij kwam ook met tekstplaatsen op de proppen en hij begon me tegen te spreken. Hij zei: “Hoe durf je dit te zeggen.” Deze man was echt kwaad op me, omdat ik de manier waarop hij ermee had kunnen omgaan onderuit haalde. Hij had gedacht dat het wel Gods wil moest zijn en op deze manier was hij er al die jaren tegen opgewassen geweest dat zijn dochter zo was. En ik zei nu dat het niet Gods wil was. Hij werd woedend en hij haalde tekstplaatsen aan. Ik vond dat hij die tekstplaatsen misbruikte, dus ik sprak hem weer tegen en hij dacht dat ik die tekstplaatsen misbruikte. Op deze manier gingen we heen en weer en we kwamen nergens. Deze man was echt woest op me. Hij raakte helemaal overstuur.

Ik dacht dat ik toch niets te verliezen had, dus ik keek hem aan en zei: “Wat voor een vader ben je, dat het je niet eens kan schelen dat je dochter in een rolstoel zit! Wat voor een man ben je, die wil dat zijn dochter als een plant leeft en nooit iets normaals kan doen! Wat voor een man ben je toch!” Nou, deze man was al kwaad, echt kwaad, en hij schreeuwde tegen me en zei: “Hoe durf je! Ik zou alles voor haar doen. Ik zou al het geld betalen, het kan me niet schelen hoeveel het kost, ik zou mijn leven verpanden, als dat nodig was. Als ik kon, zou ik haar plaats innemen en meervoudig gehandicapt zijn, als zij maar normaal zou kunnen zijn zoals ik. Hoe durf je dat over mij te zeggen!” Ik draaide me naar hem toe en ik zei: “En jij denkt dat de Almachtige God minder van je dochter houdt dan jij?”

Hij kon argumenteren over medische en theologische punten, maar als puntje bij paaltje komt, denk je dan dat er ook maar één vader is die een dochter heeft die als een plant leeft en het daarbij laat en zegt dat hij dat zo wil? Laten we zeggen dat er een kind is dat niet in zijn Bijbel leest, dat hij niet verzen uit zijn hoofd leert, zoals hij zou moeten doen, en jij geeft hem kanker om hem een lesje te leren en hem te vernederen. Ken jij ouders die hun kind op die manier behandelen? Als dat zo is, dan kan ik je verzekeren dat we organisaties hebben die deze kinderen van hun ouders weghalen, want dat is kindermishandeling. Geen enkel beschaafd land ter wereld zou zoiets toestaan, en toch stelt de religie God zo voor. De religie zegt dat God Degene is die al deze dingen veroorzaakt. God is Degene die al die oorlogen veroorzaakt. God is Degene die al deze dingen doet.

Er zijn mensen die zeggen dat God de terroristische aanvallen heeft veroorzaakt. Ik kan me 11 september herinneren. Ik raak hiervan echt van streek, want alle leidende religieuze figuren in de Verenigde Staten kwamen op televisie en begonnen te zeggen dat dit is gebeurd omdat we het gebed uit de scholen hebben gehaald. En het is omdat we God niet hebben gezocht. En dit is het oordeel van God. Ze maakten God de bron van deze terroristische aanvallen en het doden van mensen. Dat is verkeerd. God doet dat niet. God veroordeelt deze natie niet. Iedereen zei maar, en ik hoor dit steeds, dat God ons gaat veroordelen. Zie je dat je God niet kent? Want geen enkele ouder zou met zijn kind omgaan zoals men ons vertelt dat God met ons omgaat. Als je alleen maar begreep dat God liefde is. In 1 Johannes 4:8 staat: God is liefde. Er staat niet dat Hij liefde heeft. Het is niet één van de kenmerken van God, maar het is Wie God is. God ís liefde.

Toen ik op 21 maart 1968 mijn persoonlijke ervaring met de Heer had – en later in deze serie ga ik meer vertellen over deze ervaring – was één van de dingen die gebeurde dat ik begon te beseffen dat ik probeerde een relatie met God te hebben die gebaseerd was op mijn eigen goedheid. Opeens trok God de gordijnen weg en liet me zien dat ik helemaal geen goedheid had. Hij liet me zien dat ik een absolute hypocriet was. Man, ik had berouw en was in zak en as. Maar toen ik me op mijn aller-slechtst voelde, toen ik me eindelijk realiseerde hoe slecht ik was, kwam Gods liefde gewoon door mijn leven stromen. Vier en een halve maand lang was ik van deze wereld, opgenomen in de aanwezigheid van God. Het was geweldig. Maar ik wist ook meteen dat Gods liefde niet was gebaseerd op enige goedheid in mijn leven. Ik had geen enkele goedheid. Ik wist dat God onafhankelijk van wie ik was van me hield, en ik wist dat God honderd procent goed is. Van het ene moment op het andere veranderde mijn theologie, omdat ik God leerde kennen.

Ik wil alleen maar dit zeggen, broeders en zusters, dat dit misschien niet een boodschap is waar de meesten van jullie op zitten te wachten. De meeste mensen zitten hier en zeggen: “O ja, ik ken God.” Maar kennen we hem werkelijk, zoals Jezus erover praat, dat als we in Zijn waarheid blijven, die waarheid ons waarlijk een discipel maakt, en als we de waarheid weten, we vrij zullen zijn? Kijk naar het einde van het vers, er staat dat het kennen van de waarheid je vrij zal maken. Ben jij vrij? Ben je vrij van ziekte? Ben je vrij van depressie? Ben je vrij van angst? Ben je vrij van bitterheid? Ben je vrij van kritiek? Ben je vrij van de hopeloosheid waarin deze wereld functioneert? Als je niet in vrijheid wandelt in deze gebieden, kan ik je verzekeren dat je een stapje terug moet doen. Wat je vrijmaakt is de waarheid te kennen. Als je op enig gebied in je leven niet vrij bent, is dat omdat je op de een of andere manier Hem niet kent zoals je Hem zou moeten kennen.

Kijk eens in Efeze 3. Hier spreekt de apostel Paulus en begint hij te bidden. Vanaf vers 14 zegt hij: Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde – en onthoud dat God liefde is – zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, - met andere woorden, dit is niet een eendimensionaal iets. Er is dimensie, er is diepte, er zijn verschillende niveaus om God te begrijpen en te kennen. Maar hij wil dat wij in staat zijn om de breedte, lengte, hoogte en diepte te bevatten. In vers 19 gaat het verder: en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.

Kennis en kennen
In dit vers staat dat hij wil dat je de liefde van Christus kent, die alle kennis te boven gaat. Als het alle kennis te boven gaat, hoe kun je het dan kennen? Dat is omdat het hier gaat over twee verschillende soorten kennen. De Westerse mentaliteit, onze mentaliteit, is eigenlijk dat we naar school gaan, een aantal feiten leren, een examen doen, en dat we dan zeggen: “O, ik weet dat.” Maar in de Oosterse mentaliteit, de taal waarin de Bijbel was geschreven, gaat het over ervaringskennis. Er staat bijvoorbeeld dat Adam Eva, zijn vrouw, kende en zij werd zwanger. In het Hebreeuws beschrijft het woord “kennen” een intieme relatie tussen een man en zijn vrouw, met als gevolg dat er een kind wordt geboren. Het gaat over een ervaring, een intimiteit met God. En dus staat hier dat als je Christus zou ervaren, je Hem zou leren kennen op een intieme, hechte, persoonlijke manier, je vervuld zult worden tot al de volheid van God.

Draai dit vers eens om en kijk naar het resultaat. Het resultaat is vervuld te zijn tot al de volheid van God. Is hier iemand die niet gevuld is tot al de volheid van God? Is hier iemand – nee, ik vraag niet om uw hand op te steken – die zegt: “Man, ik weet dat er meer is. Ik ben hongerig.”

Ik kom hiermee elke keer in moeilijkheden. Ik ga naar kerken waar ze zingen: “Ik verlang wanhopig naar U.” Ze noemen het wanhoopconferenties, en wanhoopbands. Maar het woord wanhoop betekent zonder hoop. Wanhoop is een verschrikkelijk woord. Het heeft niets met de gelovige te maken. Ik was zelfs eens in een kerk waar ze zongen: “Ik ben hongerig naar U, ik ben wanhopig naar U.” Ze waren maar aan het jammeren en zwoegen. “O, God kom,” en “O God, beweeg”. Ik stond op en ik vroeg: “Hoevelen van jullie hebben honger naar God?” En iedereen, zelfs de voorganger, als aanvoerder van de meute, stond op: “Ik heb honger naar God!” Ik zei, laten we naar Johannes 6 gaan en laat me je dit lezen uit Johannes 6 vers 35: En Jezus zei tot hen: Ik ben het brood des levens. Wie tot Mij komt zal nimmermeer hongeren. En wie in Mij gelooft zal nimmermeer dorsten. Ik zei: “Als jullie hongerig en dorstig zijn, waarom laten jullie je dan niet redden? Waarom worden jullie dan niet wedergeboren?” Amen? Dat zette hen wel even op hun nummer.

Jullie mogen misschien niet helemaal normaal zijn, omdat je hier op een donderdagavond komt om naar een boertje uit Texas te luisteren. Dus het is nog maar de vraag of jullie wel of niet normaal zijn. Maar als dit een typische groep is, dan durf ik te wedden dat 90 procent van jullie op zijn tijd wel eens zegt: “O God, kom alstublieft en raak mij aan.” We vragen regelmatig: “Hoeveel van jullie weten dat er iets meer is, en dat jullie niet alles ervaren wat er is”. En 99 procent van de mensen steekt dan hun hand omhoog. De gemiddelde christen is hongerig, wanhopig, roept het uit, en dat is het tegenovergestelde van wat Jezus zei, dat als je Hem kent, wat alle kennis te boven gaat, je vervuld wordt tot alle volheid van God.

Broeders en zusters, we hoeven niet hongerig door ons leven te gaan. Mensen zeggen wel dat ze denken dat het goed is om hongerig te zijn, maar het komt op mij over als iemand die een maaltijd met tien gangen voor zich heeft staan en praat over hoe hongerig hij is. Ik zeg dan: “Als je honger hebt, moet je eten. Je hebt dit allemaal voor je staan. Houd op erover te praten, houd op er buikpijn over te hebben, houd op met het zingen van liederen als “vul mij, vul mij”, en ga eten. Jezus heeft reeds in alles voorzien. In Hem woont de volheid van God lichamelijk.” Ik heb die Schriftplaatsen met jullie gedeeld. Als we Hem maar zouden kennen, als we maar ons voordeel zouden doen met wat God ons gegeven heeft, dan zouden we tot de rand toe gevuld zijn.

In de Bijbel staat in Psalm 16:11: Overvloedige vreugde in uw nabijheid, voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde (NBV) . De Heer zei dat Hij ons nooit zou verlaten of begeven. We zijn dus altijd in de aanwezigheid van de Heer. Waarom zijn wij niet vol van vreugde? Het is hier, het is beschikbaar. Maar de waarheid is dat de meesten van ons zich drukker maken over andere zaken en daar meer door gedomineerd worden. Wij halen niet te voorschijn wat God ons heeft gegeven. Dus wat we daarom doen is dat we met deze liederen of gebeden komen en we smeken alsof het de schuld van God is. Maar God heeft deze tafel voor ons gedekt. God heeft Zijn volheid binnenin ons gelegd. God heeft ons alles gegeven wat nodig is.

Genezen
Begrijp me niet verkeerd. Ik geef jullie geen uitbrander. Ik probeer jullie te helpen. Er zijn hier mensen die naar mij zijn gekomen omdat ze denken dat ik degene ben die hen kan genezen. Ik moet het voor ze doen, en jullie willen dat ik alles voor jullie doe, en ja, ik ben hier. Ik wil een zegen voor jullie zijn, maar broeders en zusters, je hoeft niet naar mij te rennen. God leeft binnenin jullie. God wil jullie helpen. En heel veel van jullie denken: ”O nee, jij moet het doen.”

Hebben jullie mijn serie over genezing gezien die onlangs op televisie was? Ik onderwees hier veel over. We hebben de DVD “Genezingsreizen, volume 1”, waarin vijf getuigenissen zijn opgenomen. Eén van de dingen die ik leuk vind aan die Genezingsreizen is dat het mij niet portretteert als degene met de grote gave van genezing, ook al was ik betrokken bij al die genezingen, als je daarop had gelet. Bijvoorbeeld Jason Peterson, de jongen die een jaar lang zo erg eczeem had. Ik zei zelfs eens tegen Damon, de vader van Jason, dat ik echt blij was dat hij foto’s had genomen, maar dat het mij verbaasde dat hij dat had gedaan, want het leek zo erg. Daarom ik was verbaasd dat hij foto’s had genomen en alles had gedocumenteerd. Maar hij zei: “We hebben geen foto’s genomen op de slechte dagen. We namen alleen maar foto’s op de goede dagen.” Het leek echt heel erg. En ik bad een aantal keren met Jason. Ik deed alles wat ik maar wist. En ik sprak het Woord over hem. Maar de ouders moesten dit verder in geloof uitwerken. En eindelijk gaf de Heer een woord van kennis over het hart van Jason. En toen de vader over zijn hart bad, was het boem!, binnen een week was Jason aan de beterende hand.

En dan was er Von, die een eetstoornis had. Ik bad met haar en meteen, voor het eerst in jaren, voelde zij zich goed. Ze ging weg en het was geweldig. En ongeveer 24 uur lang ging alles goed. Maar de volgende ochtend, toen ze opstond, kwam alles weer in alle hevigheid terug. Cecil Paxton ging naar haar toe en legde haar uit: “Je lichaam is genezen en dat is de reden dat jij je beter voelt. Maar in je hart zie jij jezelf nog steeds als ziek. Nu moet jij je hart veranderen. Het gaat niet meer om genezing, maar het is een zaak van het hart.” En zij besloot ervoor te gaan. Er waren ongeveer 48 uur voor nodig, maar ze kon een wonderbaarlijke genezing ervaren.

En dan dit kleine meisje Hannah, die in Engeland genezen werd. Haar ouders namen het Woord en ik bad, en meteen geloofden ze dat zij was genezen. Voor het eerst in haar leven, drieënhalf jaar oud, kon ze vast voedsel eten en voor het eerst in haar leven kon ze eten doorslikken. Dat was geweldig. Maar binnen twee uur begon ze weer over te geven. Maar haar ouders namen het Woord en ze spraken het over haar uit. 

Ik kan je verzekeren dat er honderden, misschien wel duizenden mensen zijn met wie ik heb gebeden, en bij wie er meteen resultaat was. Vandaag ontmoette ik in de lift een vrouw, Sharon. Het is een lang verhaal, maar ze werd genezen. Ze had chronische pijn, en de pijn was meteen verdwenen. - Dat is toch zo? Hoe gaat het nu met je? Goed? – Ze had chronische pijn en alle pijn is verdwenen. Maar satan komt en probeert het Woord te stelen. Ik probeerde dit aan Sharon te vertellen. Ik zei: “Als je weer pijn hebt, dan betekent dit niet dat je niet genezen bent, het betekent alleen maar dat satan probeert om een ingang te krijgen. Het is alsof hij aan de deur klopt. En dan hangt het ervan af, als je zegt: “Nee, in de naam van Jezus, ik ben genezen, want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk”. En als jij je gezag neemt en erop staat, dan ben je genezen. Maar als je weer pijn krijgt en je denkt: “O nee, het heeft niet gewerkt”, dan heb je verloren en dan sta jij toe dat de pijn weer terugkomt.”

Hebben jullie in de gaten wat ik probeer te zeggen? Prijs God voor de mensen die speciale zalvingen hebben voor genezing en zo. Ik ontken niet dat die zalvingen bestaan. Ik heb er geen enkele van, ik ben “Jan met de pet” die gelooft. Mijn zalving is om het Woord van God te onderwijzen. Ik heb geen speciale zalving voor genezing, maar toch heb ik gezien dat blinde ogen opengingen, dove oren opengingen. Ik heb wonder na wonder gezien. Prijs God voor de mensen die een speciale zalving hebben, maar ik zou graag willen zien dat ieder lid van het Lichaam van Christus zover komt dat ze God kennen, dat ze Hem echt uit ervaring kennen, zodat ze zouden weten: “God, U hebt me genezen en het kan me niet schelen hoe het voelt, het kan me niet schelen wat de dokter zegt, het kan me niet schelen wat wie dan ook zegt, ik weet wat U hebt gedaan.”

Als je die plek kunt bereiken, waar je God kent, dan hoef je niet te wachten tot ik in de buurt ben, of de volgende voorganger in de buurt is. Jezus zal met je naar huis gaan. Hij zal je nooit verlaten of begeven. Als je al wedergeboren bent, dan is alles wat God is al aan jouw binnenkant. En als je de volheid van God niet in je ervaart, dan is het omdat je uit ervaring nog niet weet wat reeds aan je gegeven is. Mensen, dit is krachtig.

Geloof
Dit is anders dan veel mensen denken. Veel mensen denken dat ze niet hebben wat andere mensen hebben. Ze horen iemand anders getuigen en ze denken: “O, ik wou dat ik dat had.” Jij hebt het ook! Hetzelfde geloof dat Jezus Christus uit de dood heeft opgewekt leeft al binnenin jou. Iemand kan zeggen: “Maar ik heb geen geloof.” Ja, dat heb je wel. Als je wedergeboren bent, dan heb je HET geloof van de Heer Jezus Christus. 

Maar hoeveel christenen besteden hun tijd met het bidden van: “O God, geef me meer geloof. O God, vergroot mijn geloof”? Hoe vaak bidden we: “O God, kom en wees bij ons”? Dat is een dom gebed! Echt een dom gebed. Je vraagt je misschien af wat daar verkeerd aan is. Wel, Hij zei immers: Ik zal u nooit begeven of verlaten. Waar twee of drie in Mijn naam vergaderd zijn, daar ben Ik in hun midden. Dus waarom bidden en vragen we God dan om te komen en bij ons te zijn, als Hij zei: “Ik zal jullie nooit verlaten”? Dat is omdat we het of niet geloven, of omdat we onwetend zijn van wat het Woord van God zegt. Maar de waarheid is dat God al hier is. We zeggen dingen als: “Nou, dat gebed kwam niet boven het plafond uit.” Je gebed hoeft zelfs niet boven je neus uit te gaan. Dat is de reden waarom jij je hoofd buigt als je bidt, zodat je naar God kunt kijken. Je zegt: “Vader.” Amen? God woont daar, in je buik.

Broeders en zusters, we hebben al deze dingen, maar we weten gewoon niet wat we hebben. Wat ik dit weekend wil bereiken is, jullie bekend te maken met wat jullie hebben, en om jullie manieren te laten zien om te begrijpen en te ontdekken wat jullie al in Christus hebben, en om te proberen jullie te laten weten wat God al binnenin jullie heeft gedaan. Het is het verschil tussen een gouden ei mee naar huis nemen of de gans die het gouden ei legt. Amen? Je hebt geen ei nodig, je hebt geen aanraking nodig, je hebt het niet nodig dat ik iets voor jullie doe. Wat jullie nodig hebben is te beseffen Wie al binnenin je is en Hem te leren kennen. Ik kan niet met jullie naar huis gaan, maar Jezus zal met jullie gaan en Hij zal je nooit begeven of verlaten. Hij is altijd bij jullie.

Kijk eens in Filippenzen 3. Hier spreekt de apostel Paulus weer, en in vers 3 zegt hij: Want wíj zijn de besnijdenis, die door de Geest Gods Hem dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen.

Ik heb geen tijd om dit allemaal in de juiste context te plaatsen, maar Paulus zei hier radicale dingen. Hij sprak hier tot de heidenen. De Filippenzen waren heidenen. Er zaten weliswaar een paar Joden tussen, maar het grootste gedeelte van de gemeente van Filippi bestond uit heidenen, en Paulus zegt: Wij zijn de besnijdenis. Wist je dat dit de Joden razend zou hebben gemaakt, om een heiden bij het volk van God te rekenen en hen de besnijdenis te noemen? Hoe durft hij!

Vandaag de dag noemen we hen Messiasbelijdende Joden. En er zijn veel mensen die hier verontwaardigd over worden. Ze proberen het christendom weer in de Messiaanse mal te gieten en terug te gaan naar de Joodse dingen. Wij kunnen veel leren van de Joden en van onze Joodse wortels. Maar daar heb ik het niet over. Misschien denk jij dat wat ik hier zeg kwetsend is voor de Messiaanse Joden. Wat ik hier zeg was één van de redenen dat ze Paulus doodden. Ze kwamen tegen hem in verzet en doodden hem. Dit was een radicale verklaring: Jullie zijn de besnijdenis.

Opleiding
Vanaf vers 4 zegt hij dan: Ofschoon ik voor mij wel reden zou hebben om ook op vlees vertrouwen te stellen. Indien een ander meent op vlees te kunnen vertrouwen, ik nog meer: besneden ten achtsten dage, uit het volk Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, naar de wet een Farizeeër, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid der wet onberispelijk. – Hij zei niet “zonder zonde”, maar onberispelijk. – Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. 
Vers 8: Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. - Hier staat weer het woord “kennis” dat niet gaat over verstandelijke informatie. Paulus had alles opgegeven, alles verloren. Eens was hij een zeer geletterde man en had hij heel veel invloed. Hij was een rijzende ster onder de Joden. Hij was op weg naar een invloedrijke positie. Al deze dingen had hij mee, maar hij verloor het allemaal, voor Jezus. Hij zei: Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen.

Wat een woordbeeld! Er zijn niet veel mensen onder ons die dezelfde houding hebben als de apostel Paulus. Wij zijn heel erg trots. We scheppen op over wat we hebben bereikt. Weet je wat wij doen met onze prestaties? Wij lijsten ze in en hangen ze aan de muur. Paulus zei dat het vuilnis was (oftewel mest, in de King Jamesvertaling). Ik onderwees hierover eens op school en mijn klas nam een koeienvlaai voor me mee. Ze hadden het op een stuk hout vastgemaakt en ingelijst en er stond zoiets op als “Universiteit van Bush”. Ik heb het een tijd aan de muur gehad. Jamie gooide het uiteindelijk weg. Ze kon het niet waarderen, maar ik vond het grappig. De meeste mensen hangen al hun diploma’s aan de muur en scheppen erover op. Paulus zei dat het als vuilnis, als mest of drek, was. Dat is me nogal een verklaring.

Ik maak me altijd vrolijk over deze mensen. Als je bijvoorbeeld naar school gaat en hard studeert en dan een doctoraat behaalt, dat is één ding, maar ik maak me altijd vrolijk over deze evangelisten die een eredoctoraat krijgen en dan gaan ze rond, en iedereen is doctor dit en doctor dat, en bisschop dit en Hoogwaardige Excellentie en ga zo maar door, terwijl de Heer ons vertelde dat niemand op aarde zich meester of vader moet laten noemen, en toch hebben we het maar over “Vader Die en die” en “Hoogwaardige Excellentie”, en “Bisschop Zus en zo”. Wij slaan al onze prestaties hoog aan. Paulus zei dat het slechts drek was. Mensen, dat zijn heftige verklaringen.

Hij hield alles voor drek, en in vers 9 gaat hij verder: en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof. (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden.

Ik geloof dat dit een voortgaande ontwikkeling is. Hij gaf alles op, zodat hij Christus zou kennen, en daarna de kracht van Zijn opstanding, en dan de gemeenschap aan Zijn lijden, en vervolgens aan Zijn dood gelijkvormig worden. De meeste mensen missen het “Hem kennen”. We willen meteen doorgaan naar de opstandingskracht. We willen die genezingskracht van God zien. We willen dat God ons aanraakt. Nu hoef je niet bepaald een geestelijke reus te zijn om een wonder van God te ontvangen. Maar in zekere zin is het jammer als jij je lichaam laat genezen en het daarbij laat, en God dan niet kent. Als je tussen die twee zou moeten kiezen, is het kennen van God veel belangrijker dan genezen te worden. God kennen, een relatie met God hebben, niet dat je over Hem weet, maar dat je Hem kent, en dat je weet wat Hij gaat doen, en Hem ervaren, dat is veel belangrijker dan genezen te worden, en gezegend te worden of vrijgemaakt te worden.

Broeders en zusters, er zijn niet veel mensen die deze houding hebben. De reden waarom de meeste mensen zich losmaken van hun televisieprogramma’s is om te komen en iets te krijgen, zodat ze zonder pijn terug kunnen gaan naar hun televisie. Het is om dingen te kunnen doen en terug te kunnen gaan naar onze vleselijke levensstijl. Maar tot op zekere hoogte spreek ik hier tot de banken, want we zijn hier allemaal op deze doordeweekse avond. Jullie zijn de fanatiekelingen. Maar er zijn nog steeds veel mensen voor wie de waarheid is dat ze meer opgewonden raken van wat God voor ze kan doen dan van het kennen van Hem. En toch gaat het daar allemaal om.

Het christendom is op verschillende manieren anders dan iedere andere religie. Wij zijn de enige religie die een Redder heeft. Alle andere religies plaatsen de last van de redding op je eigen rug. En een ander belangrijk verschil tussen echt christendom en andere religies is het feit dat we gemeenschap met Hem hebben. Wij hebben een relatie. Andere mensen hebben geen relatie. Ze hebben een pakket regels en leerstellingen, en ze hebben een geloofsbelijdenis, en ze zijn dogmatisch. Ze zijn hardvochtig en veroordelend. Maar het echte christendom is een relatie met een Persoon. Als je in een relatie met Hem bent, zal al deze volheid stromen. Als je in een relatie bent, dan is er overvloed van vreugde aan Zijn rechterhand en lieflijkheid voor eeuwig. Er zal vreugde en vrede zijn. Dat zijn de symptomen die bij het hebben van een relatie horen. Als je echt een relatie met God hebt, dan maak jij je geen zorgen over van alles en nog wat, omdat jij Hem kent, die alles onder controle heeft en je weet dat Hij zo goed is, dat alles goed zal uitwerken. God zal voor je zorgen.

Toch zijn er veel christenen die net als de ongelovigen in paniek raken. Er zijn zoveel christenen die zich zorgen maken. Als je God kent, dan val je niet ten prooi aan de leugens en misleiding die gaande zijn. Men praat over recessie en over hoe slecht alles is en dat de prijs van benzine omhoog gaat. Als je God kent, is dat allemaal relatief. Het maakt niets uit. God zal in al mijn behoeften naar Zijn rijkdom heerlijk voorzien. Sommige van mijn directeuren uit Engeland kwamen laatst hier naar toe en ze waren met me in Florida. En ze konden er niet over uit hoe goedkoop de diesel hier is. Zij betalen in Engeland voor diesel 14 dollars per gallon en ze hadden het erover hoe goedkoop het hier is. Ze konden er niet over uit. En ze waren er verbaasd over hoe goedkoop het voedsel hier is, ongeveer een derde van wat zij in Engeland voor eten moeten betalen. Ze waren gewoonweg opgewonden. Ze prezen God voor de dingen waar jullie over klagen.

Zeg ik nu dat we niet moeten proberen er iets aan te doen? Nee, ik vind die hoge prijzen ook niet leuk, maar ik zeg dat we ons daar geen zorgen over hoeven te maken. Als je God kent, zegt Hij dat Hij in al je behoeften zal voorzien, en dan maakt het niet uit of diesel 14 dollar per gallon kost. God zei dat Hij in al je behoeften zal voorzien. Het komt niet uit jouw zak, het komt uit de portemonnee van God. Hij is Degene die in al je behoeften zal voorzien, dus waar maak jij je druk over. Amen? Terwijl iedereen in paniek raakt, zouden christenen dit moeten zien als een geweldige kans. De mensen gooien dingen bijna gratis op de markt. Voor ons is dit een grote kans om te kopen. Amen?

Als je God kent, dan heb je een andere houding ten aanzien van dingen. Je gaat je geen zorgen maken. De mensen zeggen: “Maar kijk eens naar onze politieke situatie.” We zitten nu in een verkiezingsjaar en iedereen zegt wat er verkeerd is met de Verenigde Staten en ze hebben overal kritiek op. Maar denk eens aan de apostel Paulus. Hij leefde in een regeringssysteem waar de keizer zichzelf tot god uitriep en wilde dat de mensen hem als een god zouden aanbidden. Slavernij was aan de orde van de dag. Overal was er onrecht. In vergelijking met de dingen die toen gebeurden zou onze situatie geweldig zijn. En toch klaagde en mopperde Paulus er niet over. Hij zei: “Zegen die mensen, bid voor die mensen.” En hij kwam nooit in opstand of veroorzaakte een oproer.

Ik zeg je, broeders en zusters, dat als je jezelf naast je ongeredde buurman zou zetten en naar jullie gesprek zou luisteren, dan zou je net zo hard klagen als hij klaagt. Je zou net zo angstig zijn als hij, en net zo bezorgd, net zo ziek, net zo arm. Er klopt iets niet met dit beeld. We hebben het leven van God binnenin ons. Wij zijn wedergeboren. We zouden nooit honger of dorst moeten hebben. Wij zouden optimistisch moeten zijn, en toch zijn we dat niet. Weet je waarom dat zo is? Omdat we Hem hebben leren kennen als Redder, en we denken over de eeuwigheid en we willen vergeving ontvangen, zodat we niet naar de hel hoeven, maar in dit leven kennen we Hem niet. We brengen geen tijd met Hem door. We kennen Hem niet op een intieme hechte persoonlijke manier en we lopen ons echte doel van redding mis. We hebben het nodig om Hem te kennen. En dan komt de kracht van Zijn opstanding en al die andere dingen. Ik vertel je dat je vanavond meer moet wensen om God te kennen, dan om genezen te worden, of vrijgezet te worden of iets anders te hebben. Als je de waarheid kent, zal die waarheid je vrijmaken. Amen?

Ga eens naar Jeremia 9. Ik zou willen dat ik de tijd had om dit allemaal in de juiste context te plaatsen, maar Jeremia 9 is geschreven aan de Joden die tegen God rebelleerden. God zou oordeel over hen brengen en ze zouden in ballingschap weggevoerd worden. Eén van de belangrijkste thema’s van dit hoofdstuk is dat de mensen vol van leugens en bedrog waren. Ze waren dol op liegen, ze waren dol op misleiding en ze waren dol op verraad. Wist je dat deze beschrijving ook op onze maatschappij van toepassing is? Er zijn heel veel leugens. Weet je hoe je kunt zien of een politicus liegt? Je kijkt hem recht in zijn gezicht en als zijn lippen bewegen, dan liegt hij. We zijn gewend geraakt aan politici die het ene ding zeggen en het andere bedoelen, en dan zeggen ze “Nou ja, het hangt er maar helemaal van af hoe jij de definitie ervan opvat.” En zelfs als je het in een contract had laten opschrijven, dan betekent dat niets als je een goede advocaat hebt.

In Jeremia 9:6 staat: Hier woont onderdrukking op onderdrukking, bedrog op bedrog; zij weigeren Mij te kennen, luidt het woord des Heren. 

We praten over het kennen van God. Maar als je van bedrog houdt lees dan verder in Johannes 8, waar de mensen begonnen tegen Jezus te rebelleren omdat Hij zei dat ze vrijgemaakt zouden worden. Ze zeiden: “Wat bedoelt U, vrijgemaakt te worden? Wij zijn nooit iemands slaven geweest.” Dat is een arrogante verklaring omdat zij Joden waren die door de Romeinen werden onderdrukt. Ze waren een bezette natie en toch waren zij zo trots dat ze niet wilden toegeven dat ze door ook maar iets werden onderdrukt. Ze waren in slavernij. Ze waren een overwonnen natie. En toch namen ze er aanstoot aan: “Wij zijn nooit iemands slaven geweest.” Jezus zei: “Wie jullie ook maar overweldigt, aan wie jullie jezelf ook maar overgeven, dat is degene van wie jullie een slaaf zijn. Jullie geven jezelf over aan zonde. Daarom is de zonde jullie meester.” Maar zij zeiden: “Nee, er is niets mis met ons.” Uiteindelijk zei Jezus in vers 44: “Jullie hebben de duivel tot vader, en hij is een moordenaar van den beginne en de vader van de leugen.” 

Wist je dat satan degene is die al die halve waarheden voortbrengt, en er achter zit dat mensen niet de waarheid zeggen en geen integriteit hebben? Onze hedendaagse maatschappij wordt gekenmerkt door een gebrek aan integriteit. Mensen manipuleren elkaar, ze liegen, ze houden zich niet aan hun woord. Ze beloven je één ding en blijven met hun producten in gebreke. Satan is daar de ontwerper van, en hier staat dat je een bedrieger bent, tenzij je iemand bent die tot zijn eigen schade een eed doet en zich daaraan houdt. Je houdt je aan je woord, wat er ook gebeurt. Maar je kunt niet God kennen en ook nog iemand zijn die liegt, bedriegt en misleidt. Dat is wat Jezus hier zegt. Dat is een behoorlijk heftige verklaring.

In Jeremia 9:23-24 staat dan: Zo zegt de Here: De wijze roeme niet op zijn wijsheid, en de sterke roeme niet op zijn kracht, de rijke roeme niet op zijn rijkdom, maar wie roemen wil, roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent, dat Ik de Here ben, die goedertierenheid, recht en gerechtigheid op aarde doe; want daarin heb Ik behagen, luidt het woord des Heren.

Dit is een krachtig tekstgedeelte. Laat mij jullie eens vragen – en jullie hoeven niet je hand op te steken – hoeveel van ons hebben zich beroemd op onze wijsheid, onze opleiding, onze vaardigheden? Hoeveel van ons hebben zich beroemd op onze macht, wat kracht en vaardigheid betekent? Hoeveel van ons hebben zich op al die dingen beroemd, al die dingen die we voor elkaar hebben gekregen en waar we heel veel voldoening in vinden? Hoeveel van ons beroemen zich op rijkdom? Hoeveel van jullie kopen een auto zodat de mensen kunnen zien dat je het hebt gemaakt? Want je drukt je daarmee uit. Hoeveel van jullie kopen een huis en dan wil je dat iedereen langskomt om je mooie huis te zien? We beroemen ons en zwelgen in alles wat we hebben bereikt. Dat is totaal het tegenovergestelde van wat God zegt.

Het betekent niet dat je al die dingen niet kunt hebben. Maar je zou er niet in moeten roemen. Er staat: Maar wie roemen wil, roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent. Dat is waar het in het leven om gaat. Het gaat om het kennen van God. Daar heeft God je voor geschapen. God heeft je geschapen zodat Hij een relatie met jou kan hebben. En we zijn daar zover van afgedwaald! Wij zoeken naar huizen en auto’s en prestaties en lof van mensen. We zoeken naar al die andere dingen. De meeste mensen die hier zitten zeggen: “O God, ik heb honger, ik ben wanhopig,” en ze vragen zich af waarom dat zo is. Het is omdat ze niet roemen in het kennen van God.

Als je God het middelpunt van je leven zou maken, als je Hem méér wilde leren kennen dan iemand anders, als het kennen van God hetgeen is wat je drijft, dan verzeker ik je dat als jij God kent, alles wat God is én heeft in je leven begint te stromen. En dat gebeurt dan bijna automatisch.

Ik hoorde iemand eens een lied zingen. Het is krachtig. Het gaat als volgt: “Juist als ik het gevoel heb dat ik gevangen ben in het moeras van mezelf, juist als mijn gedachten gekocht zijn door wereldse rijkdom, dan begint de bries te waaien. Ik weet dat de Geest roept, en al die wereldse dingen gaan gewoon voorbij.” En dan begint hij te zingen: “O, ik wil U meer kennen. God, ik wil U kennen. O, ik wil U kennen. En ik zou mijn laatste adem geven om U te kennen in Uw dood en opstanding.” Daar gaat het om.

Een goede vriend van mij, Bob Nichols, zegt, en ik pas het op alles toe, dat zolang je kunt leven zonder God te kennen, zul je dat ook doen. Maar als je op een plek komt waar je niet kunt leven zonder God te kennen, dan zul je beginnen Hem te kennen.

Kijk eens naar het tekstgedeelte in Jeremia 29:11. Daar staat: Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren. Als je dit in de context zou plaatsen, weet je dan waar het over gaat? Jeremia praat over oordeel. Hij zegt dat volkeren het land zullen binnenkomen, ze zullen jullie onder de voet lopen, ze gaan jullie steden verwoesten, ze gaan jullie huizen in brand zetten, ze gaan jullie vrouwen nemen en zullen ze verkrachten, en ze zullen de baby’s uit hun buik snijden, en er zal een verschrikkelijke tragedie zijn.

En te midden van deze uitspraak van oordeel, zegt God: “Maar Ik weet Mijn gedachten over u. Ik weet wat Mijn plan is.” Hij zegt: “Hoe kon dit gebeuren? Het kon gebeuren omdat jullie Mij niet wilden volgen. Jullie wilden niet dat Ik Mijn leven vrijzette. Het is omdat jullie je eigen wegen hebben gekozen. Dat is de reden dat dit gebeurt. Maar hier zijn Mijn gedachten over jullie, zegt de Heer.” 

In vers 11-13 staat: Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven. Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen; dan zult gij Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij vraagt met uw ganse hart.

Let op dat er staat: jullie zullen Mij zoeken en vinden, wanneer jullie naar Mij vragen met je hele hart. De reden waarom niet meerderen van ons werkelijk de Heer hebben ontdekt, is omdat het niet iets is wat we met ons hele hart doen. We kunnen leven zonder dat we Hem kennen. We hebben al die andere dingen waardoor we in beslag worden genomen.

Ik prijs God echt wel voor Amerika. Ik ben naar veel verschillende landen geweest, en ik prijs God voor de goede dingen die Hij in dit land heeft gedaan. Maar in veel opzichten houden onze voorspoed en onze zegeningen ons weg van de afhankelijkheid van de Heer. In de derdewereldlanden hebben de mensen God nodig om een wonder te doen. Ze hebben geen welvaartsysteem waar ze op terug kunnen vallen. Ze hebben geen toegankelijkheid voor gehandicapten, zodat die toch nog kunnen functioneren en overal naar toe kunnen gaan. Als God niet voor hen zorgt, zullen die mensen sterven. Ze zijn er ellendig aan toe. Ze leven onder de welvaartsgrens. En daarom moeten ze wel erkennen dat ze God nodig hebben. Ze zijn er meer toe geneigd om God te zoeken dan velen van ons dat zijn. Voorspoed heeft ons gesust tot zelfgenoegzaamheid. Wij kunnen naar huis gaan en de pijn die binnenin ons is verdoven door naar iets op de televisie te gaan kijken en onszelf te vullen met alles wat de wereld heeft te bieden. Dus wij erkennen het niet zo.

Relatie
Maar ik zeg je dat die wens, dat gevoel dat er meer moet zijn, niet meer televisie is, niet meer films, niet meer succes, niet meer geld, maar dat het niets anders dan Jezus is. Daar gaat het allemaal om. Het kennen van God. God schiep ons voor een relatie met Hem. Dat is het doel waarom je geschapen bent. En als je geen intieme, hechte, persoonlijke relatie met Jezus ervaart, dan loop je het hele doel van je redding mis. Morgenochtend ga ik hier meer over uitleggen. Ik kan het vanavond niet allemaal behandelen, maar ik zeg je dat het hier allemaal om gaat.

Er zijn zoveel mensen die weten dat God bestaat. Ze geloven dat Hij dingen kan doen. Maar het is zoals we in Johannes 8 hebben gelezen, ze geloven in Hem, maar ze zijn niet in het Woord gebleven, ze zijn geen discipelen geworden, ze kennen Hem niet en ze kennen de waarheid niet. Daarom zijn ze niet vrijgemaakt. Ik schrijf niet een norm voor en zeg niet dat je moet proberen om het te krijgen, maar het goede hiervan is dat God wil dat je Hem kent, meer dan dat jij Hem wilt kennen.

Laat me nog een laatste gedeelte met je lezen uit het boek Openbaring. Dit wordt het laatste tekstgedeelte vanavond, misschien. In Openbaring 4 staat wat er op dit moment in de hemel gebeurt. Rond de troon zijn de 24 oudsten en de vier levende wezens die voortdurend God aanbidden, dag en nacht. En in vers 10-11 staat: dan zullen de vierentwintig oudsten zich neerwerpen voor Hem, die op de troon gezeten is en Hem aanbidden, die tot in alle eeuwigheden leeft, en zij zullen hun kronen voor de troon werpen, zeggende: Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen.
Dit is erg belangrijk, zoals het hier staat. Hier staat dat het oorspronkelijke doel waarom God alles geschapen heeft, inclusief wijzelf, dat het oorspronkelijke doel was en is om Zijn welbehagen. God schiep ons om Zijn welbehagen. Hij schiep ons niet om alleen maar te dienen. Vaak wordt hier de nadruk op gelegd. Mensen zeggen dat je een werk voor God moet doen, je moet iets doen. En men denkt dan: “Als ik maar een menselijk “doen” wordt, in plaats van een menselijk “wezen”, dan zal God op de een of andere manier blij met me zijn.” We spannen ons dus heel erg in om al die dingen te doen, maar God houdt meer van jou dan van wat jij voor Hem kunt doen. God houdt meer van jou dan van wat jij aan Hem kunt geven. God schiep de mensheid voor Zijn welbehagen, zodat we gewoon een relatie met Hem kunnen hebben. De Almachtige God, Die hemel en aarde geschapen heeft, Die het heelal aan de gang moet houden, kwam iedere avond bij Adam en Eva in de koelte van de avond en praatte met hen. Denk daar eens over na.

Er wonen meer dan zes miljard mensen op aarde en ieder roept op een gegeven moment uit naar God. Hij heeft het druk. Hij heeft heel veel dingen te doen. Maar toch zal de Almachtige God je nooit verlaten of begeven. Ieder moment van de dag is Hij bij je.

De laatste tijd passen we vaak op onze kleindochter en ik geniet ervan om naar haar te kijken, als ze met het gras speelt of met een vlinder, of gewoon iets doet wat geen enkele zin heeft. Zij levert geen bijdrage aan de maatschappij. Ze maakt geen verschil. Ze doet gewoon niks. Maar ik kijk naar haar en ik word zo gezegend om mijn kleindochter te zien. Ze is zes jaar oud. Ze speelt gewoon en doet al die onzinnige dingen. En het geeft me zoveel plezier om bij haar te zijn en naar haar te kijken.
Terwijl ik dat deed, dacht ik erover na. Soms denk ik wel eens dat, tenzij ik op een nieuwe televisiezender kom, tenzij ik demonen uitdrijf, tenzij ik zie dat blinde ogen geopend worden, tenzij ik het Woord van God bestudeer en bid, tenzij ik bolwerken slecht , of iets doe, God niet blij met me is. Maar wat ik geloof is dat God het fijn vindt om naar me te kijken wat ik eigenlijk ook maar doe. Hij vindt het fijn om bij me te zijn. God houdt ervan om bij ons te zijn. Als ik op het terras zit en naar de zonsopgang kijk en zeg: “Geweldig, dank U, Jezus”, als ik naar de vogels luister en dat soort dingen, dan is God daar blij mee.

Er zijn niet zoveel mensen die gewoon bij de Heer zijn en Hem leren kennen. Maar ik zeg je dat God daarnaar verlangt. Daarvoor heeft Hij ons geschapen, om gemeenschap met Hem te hebben. Dat is het doel van redding. Niet dat Hij ons ervan weerhoudt om naar de hel te gaan, maar dat Hij jou kan leren kennen. God verlangt ernaar om jou te kennen. Is dat niet verbazingwekkend, dat de Almachtige God ernaar verlangt om jou te kennen?

Stel je voor dat de president van de Verenigde Staten, of iemand die ontzettend belangrijk is, jou iedere dag zou bellen en zou zeggen: “Kunnen we elkaar ontmoeten? Ik zou graag ergens met je willen eten. Kunnen we wat tijd samen doorbrengen?” Je zou waarschijnlijk je agenda helemaal leegmaken. Je zou daar waarschijnlijk wel tijd voor weten te vinden. En hier is de Almachtige God die ons wil ontmoeten. En dagen, weken en maandenlang brengen we geen tijd met Hem door. God zegt deze dingen niet door mij om je een uitbrander te geven. Het is niet om te veroordelen. God zegt: “Ik houd van je en Ik wil je leren kennen.”

Ik bid dat je dit weekend, in plaats van dat je komt en wilt dat ik mijn kennis met je deel, rechtstreeks naar God gaat en God leert kennen, dat je een ontmoeting hebt met de Heer, dat God je hart zal openen en dat je Hem leert kennen. Amen? Dat hebben we nodig. We hebben het nodig om God te kennen.

Ik voel me echt onbekwaam om over te brengen wat ik wil zeggen, maar ik kan je zeggen dat dit mijn leven heeft veranderd. Ik werd wedergeboren toen ik acht jaar oud was. Ik wist dingen over God, ik kon teksten citeren, ik leefde een heilig leven, ik was zo rechtlijnig als een geweerloop en tweemaal zo leeg. En toen had ik op 21 maart 1968 een ontmoeting met God. Ik bedoel, ik leerde God kennen. Dat is een voortgaande ontwikkeling. Paulus zegt in Filippenzen 3: “dat ik Hem moge kennen”, en hij had decennia lang de Heer gediend. Hij schreef de halve Bijbel. En hij wilde nog steeds Hem kennen. Ik zeg dus niet dat ik er al ben. Ik leer nog steeds. Nog steeds zeg ik op z’n tijd: “God, ik wil U leren kennen.” Maar op 21 maart 1968 leerde ik God kennen op een intieme, hechte, persoonlijke manier, tien jaar nadat ik wedergeboren was. En mijn leven veranderde drastisch.
Ik zeg alleen maar dat ik weet dat veel mensen dit mislopen. Ze kennen God gewoonweg niet. En dat is wat God wil. Hij wil Zichzelf aan jou openbaren. God wil Zichzelf openbaren. Hij verstopt Zich niet. Hij spreekt luid en duidelijk. Maar jij moet die houding hebben dat je Hem met je hele hart zoekt, en dan zul je Hem vinden. Je moet zover komen dat het niet iets is van: “Oké, God, ik geef U tien minuten voordat mijn volgende televisieprogramma begint, en als U mijn leven kunt aanraken en U Zichzelf aan mij bekend kunt maken en mijn leven kunt veranderen, dan hebt U daar tien minuten voor. Ga Uw gang maar.” Je moet zover komen dat je God zoekt. En er kan wel een poos overheen gaan, waarin jij je gefrustreerd voelt, voordat jij echt op Hem gericht bent, maar het is de moeite waard. God wil Zichzelf aan je openbaren. God wil je leren kennen. God wil je beste vriend zijn.

Het christendom is anders dan andere religies. Wij hebben een relatie, niet een religie. Als jij niet met God kunt praten en God tegen jou terug praat, als jij niet Zijn welbehagen kunt voelen, als jij niet het gevoel hebt dat God blij met je is, dan ken je God niet. Iemand zegt nu misschien: “Jij kent mij niet.” Nee, jij kent God niet omdat God niet met je omgaat vanwege je daden. Hij ziet naar jou in de Geest. God ziet je anders dan hoe jij jezelf ziet. Je hebt het nodig om God te kennen. En je leert Hem kennen door het Woord van God. Amen?

Dit is dus wat we dit weekend gaan doen. Mijn gedeelte is dat ik probeer je te laten zien hoe je God kunt kennen. Ik heb een aantal krachtige dingen te zeggen. Morgenavond ga ik iets met jullie delen wat je leven op de kop zal zetten, als je terug kunt komen. Dus zorg ervoor dat je kunt komen.

Maar voordat we ergens anders naar toegaan, is de eerste stap om God te kennen als je Redder. Eerst moet je erkennen dat jij jezelf niet kunt redden. Het gaat er niet om dat je een goed of integer persoon bent. Het gaat er niet om dat je naar de kerk gaat, dat je de Bijbel leest en je tienden betaalt. Je moet je knieën buigen en zeggen: “Jezus, ik ontvang U als mijn Heer en Redder.” Je moet redding als een gratis geschenk aanvaarden.


Deel 2. Het leven van God kennen
 


 

www.vergadering.nu