Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

God kennen - 3
Andrew Wommack

Deel 1. Het belang om God te kennen
Deel 2. Het leven van God kennen
Deel 3. God kennen door geloof
Deel 4. God kennen door het Woord
Deel 5. Wat het Woord over God bekendmaakt

Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net

Inleiding:
Iedere “wedergeboren” Christen kent God als Redder, maar er is meer om God te kennen dan vergeving van zonden. Nadat hij decennia lang met de Heer had gewandeld, zei de apostel Paulus dat hij ernaar verlangde om Hem meer te kennen. Wat begreep hij over het kennen van God?

3. God kennen door geloof

Prijs God. Ik heb al heel veel dingen met jullie gedeeld. In de eerste twee sessies heb ik in feite geprobeerd om duidelijk te maken dat het doel van redding is om God te kennen. Het is niet om je zonden vergeven te krijgen, zodat je naar de hemel kunt, hoewel dat natuurlijk een fantastische bijkomstigheid is. Het is iets geweldigs. In de Bijbel staat dat Jezus voor onze zonden stierf zodat Hij ons in het eeuwige leven kon brengen. In Johannes 17:3 staat dat het eeuwige leven is: het kennen van God en Jezus Christus. 
Ik heb op iedere mogelijke manier gezegd dat dit het doel van iedere christen zou moeten zijn. Het is niet alleen het doel van het christendom, het is wat God wil. God redde ons niet omdat Hij medelijden met ons had, uit een soort van plichtsgevoel. Hij deed het omdat Hij ieder van ons hartstochtelijk liefheeft. Als jij dus niet van jezelf houdt, dan houdt God wel van jou. God wil een relatie met je. De Heer verlangt hiernaar. Dit moet het doel van het christendom zijn. Als je zover komt dat het kennen van God een realiteit in je leven wordt, dan lost dat bijna alle problemen op.

In de aanwezigheid van de Heer is er overvloed van vreugde, lieflijkheid is in Zijn rechterhand voor eeuwig (Psalm 16:11) . Er zijn gewoon zoveel dingen die zullen gebeuren. Je hele leven gaat veranderen. Je denken over wat je belangrijk vindt gaat veranderen. Je maakt je niet meer zorgen over bepaalde dingen. Het kan je niet meer schelen. Je bent gezonder. Alles in je leven verandert als je God werkelijk in het middelpunt van je leven zet. Daar hebben we dus de afgelopen twee bijeenkomsten over gesproken.

Laten we naar de tweede brief aan de Korintiërs gaan. Vanavond wil ik met jullie praten over wat volgens mij de grootste hindernis is in het werkelijk kennen van God. Ik gebruik het woord “kennen” hier niet als alleen maar over God weten, maar ik heb het over het dusdanig ervaren van God dat we met Hem praten en Hij met ons praat. We voelen Zijn behagen. We hebben Zijn raad en Zijn leiding. Er zijn zoveel beloftes. Ik aarzel bijna om zelfs maar te proberen één belofte naar voren te brengen, want er zijn er zoveel, maar in Johannes 10 zegt Hij: Mijn schapen horen Mijn stem en de stem van een vreemde zullen zij niet volgen. 

Mensen, dit is een geweldige belofte, maar ik zou een onderzoek kunnen doen onder de mensen hier in deze zaal. En jullie zijn niet de mensen die niets van God willen weten. Jullie zijn serieuze mensen die hier op een vrijdagavond in een conferentiecentrum zitten om iemand over de Heer te horen praten. Jullie zijn de fanatiekelingen of jullie zijn hier door een fanatiekeling mee naartoe gesleurd. Toch weet ik zeker dat er in deze groep veel mensen zijn die de duivel prima horen. Maar om de stem van de Vader te verstaan is moeilijk. Dat komt onder christenen meer voor dan om te zeggen dat je de stem van de Vader hoort en de stem van een vreemde niet volgt.

Verdrukking
Ik praatte trouwens vanavond met een man die wilde dat ik met hem bad. Ik zei dat hij beter vanavond eerst naar het onderwijs kon luisteren en daarna naar mij toe kon komen om voor zich te laten bidden. Maar zijn punt was dat hij demonen ziet en stemmen hoort, en al dat soort dingen. Hij is helemaal afgestemd op al het negatieve, maar niet op het positieve. Voor een christen zou dat in het geheel niet de norm moeten zijn. En toch ervaren veel te veel christenen het zo, omdat we geen intieme relatie met God hebben. Maar dit is niet wat de kerken aanbieden. Ze zeggen: “Geloof in Jezus en word gered zodat je niet naar de hel zult gaan.” En dat is dus waar de mensen geloof voor hebben. Ze geloven in het zalige hiernamaals waar het geweldig zal zijn, maar in het harde hier en nu zijn ze aan het worstelen. Amen? Maar we moeten God gaan ervaren.

De apostel Paulus zegt hier een aantal diepzinnige dingen over. Ik wilde wel dat ik de tijd had om al deze verzen door te nemen, maar ik ga een paar dingen heel snel zeggen. Ik moedig je aan om zelf 2 Korintiërs 4, 5 en 6 te bestuderen. Laat me beginnen met 2 Kor. 4:16 waar Paulus zegt: Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de lichte last der verdrukking ...tjonge, dit is een radicale verklaring.

Hij zegt dat het slechts een lichte last der verdrukking is. Hoeveel mensen hier in de zaal hebben het zwaar te verduren? Jullie dragen een zware last mee? “O, het is verschrikkelijk!” Er komen steeds mensen bij me die het moeilijk hebben. “Niemand weet welke moeilijkheden ik voel, niemand weet hoeveel leed ik heb.” Paulus, die meer problemen had dan jullie je zelfs maar kunnen voorstellen, zei dat het een lichte last der verdrukking is. Wel, als Paulus meer problemen had en als hij het slechts beschouwde als een lichte last der verdrukking, dan hebben jullie geen geldige reden om bij mij te komen om te praten over hoe slecht jullie leven is. Dankjewel voor die oorverdovende stilte.

Het geeft ons veel voldoening als andere mensen medelijden met ons hebben. Er zijn veel kerken waar je naar toe kunt gaan en waar je kunt vertellen hoe slecht alles is, en je wilt dat iemand je omhelst en zo. “Ja, ik weet dat het moeilijk is. Ik weet dat het zwaar is. We worstelen allemaal.” Ik ga dat niet doen bij jou. Het is niet zo dat ik ongevoelig ben voor het feit dat mensen lijden en problemen hebben, maar weet je, Jezus is het antwoord op alles en ik geloof niet dat er ook maar iets in iemands leven kan zijn waar een goede dosis van de Heilige Geest je niet van af kan helpen. Amen? Dus ik zou wel medelijden met je kunnen hebben, maar ik sta hier niet om aan jou te bevestigen dat het echt erg slecht is.

Ik ging eens naar een voorgangersconferentie. En een vriend van mij, Dave Duell, riep mensen op om naar voren te komen. Er was een echtpaar, en je hoefde niet eens de gave van onderscheid te hebben om te zien dat ze ontmoedigd waren, zo duidelijk was het. Dave stond daar te roepen dat alles zo slecht was. En zij wilden gewoon iemand die hun arm om hen heen sloeg en zou zeggen: “O, ik weet dat het slecht is.” In ieder geval ging Dave naar hen toe en hij zei: “Zo zegt de Heer, mijn kinderkens, wees niet bedroefd. Als ik God niet was geweest, zou ik me ook ontmoedigd hebben gevoeld.” Hij stak een beetje de draak met de situatie en het viel niet helemaal in goede aarde bij dat echtpaar, maar ik vond het hilarisch. Ik viel bijna uit mijn stoel van het lachen. Maar dit is wat de meeste mensen willen. Ze willen dat je naar hen toegaat en tegen hen zegt: “Ja, ik weet het. Als God niet God was geweest, dan zou Hij ook ontmoedigd zijn.”

Maar Paulus had ergere dingen dan jij ooit kunt bedenken. Als je dat niet gelooft, ga dan naar 2 Korintiërs 11 en ga de lijst van zijn lichte last der verdrukking eens lezen. Zoals gestenigd worden en voor dood achtergelaten worden, geslagen en met roedes gegeseld, schipbreuk geleden en gevangen genomen. En hij zegt dat dit maar een lichte last der verdrukking is. Hoe kon hij grotere problemen hebben dan wij en ze toch als een lichte last der verdrukking beschouwen? Hij geeft je hier twee antwoorden. Ten eerste zegt hij dat het maar voor een ogenblik is. Hij zet het in het licht van de eeuwigheid. Ten tweede zegt hij dat we niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare. Dat staat in 2 Korintiërs 4:18. 
Als je alleen maar kijkt met je fysieke ogen naar wat er gaande is in je fysieke lichaam, in je relaties, in deze fysieke wereld, als je alleen maar luistert naar het nieuws, en de nieuwsbladen leest, en als dit alles is waar je op gefocust bent, wist je dat er dan iets mis is met je als je niet depressief bent? We leven in een gevallen wereld. Overal is er ellende. Er gebeuren verschrikkelijke dingen. De vijf maanden oude baby van één van onze directeuren die bij ons Bijbelcollege werkt, is vandaag gestorven. Er gebeuren slechte dingen en mensen hebben ervan te lijden. Het is deprimerend als je alleen maar met je fysieke ogen kijkt.

Maar er bestaat ook een andere wereld. Er is een eeuwigheid die we met God kunnen doorbrengen. Óf we maken nu problemen voor onszelf waar we de hele eeuwigheid door van te lijden hebben, óf we doen dingen waar we ons later over zullen verheugen en God voor zullen prijzen als we de beloning oogsten voor wat we nu doen. Er is meer dan alleen maar het fysieke gebied en als je niet alleen maar kijkt naar de dingen die je kunt zien, maar juist kijkt naar de dingen die je niet kunt zien, dan is het leven geweldig. We hebben de gelegenheid om een kanaal voor God te zijn waar Hij doorheen kan stromen om de levens van andere mensen te veranderen en mensen aan te raken.
Dat is één van de redenen waarom ik hier sta en met mensen praat. Deze week heb ik al van zoveel mensen de opmerking gekregen: “Het is niet te geloven dat je hier met mensen staat te praten.” Maar ik vind het heerlijk. Het komt wel voor dat mensen zich aan je opdringen, maar meestal krijg ik honderden keren tijdens dit soort bijeenkomsten te horen dat God mij heeft gebruikt om de levens van mensen te veranderen: “God heeft mijn leven aangeraakt.” En dat is een zegen. Ik kijk niet alleen naar de inspanning die het me kost om het evangelie te prediken, maar ik merk dat levens worden veranderd. Ik zal hier de hele eeuwigheid door blij mee zijn. Als je rekening houdt met de geestelijke dingen, dan is het geweldig om God te dienen. Er zitten zoveel voordelen aan.

Dit is wat Paulus dus zegt. Eén van de redenen dat hij met al die problemen die op zijn weg kwamen kon omgaan is omdat hij niet alleen maar keek naar het fysieke. Hij keek naar het onzichtbare. In 2 Korintiërs 5:1 begint hij dan te zeggen: Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis.

In 2 Korintiërs 5:6 zegt hij: Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed, ook al weten wij, dat wij, zolang wij in het lichaam ons verblijf hebben, ver van de Here in den vreemde zijn. Hij had een andere gedachtegang. Hij zei dat zolang hij zich nog comfortabel voelde in zijn menselijke lichaam, hij niet echt een relatie met God had zoals hij het zou moeten hebben. Hij zei dat hij zo in de Geest was, zo op God vertrouwde, zo gericht was op wat God is, dat hij zich eigenlijk ongemakkelijk voelde om in dit vleselijke lichaam te zijn. Ik neem niet de tijd om alles te lezen, maar dit is wat hij zegt: Want hierom zuchten wij; wij haken ernaar met onze woonstede uit de hemel overkleed te worden. 

De apostel Paulus wijdt hier in Filippenzen 1 verder over uit, waar hij zegt: Want het leven is mij Christus en het sterven gewin. Hij zegt hiermee: ik moet mijn geloof gebruiken om hier op aarde te blijven, omdat ik weet dat het nodig is voor andere mensen. Weet je wat dit betekent? Hij was zich bewust van God. Hij keek naar de geestelijke dingen. Er is geloof voor nodig. In 2 Kor. 5:7 zegt hij: want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen.
Paulus zag het onzichtbare. Paulus werd niet beheerst door wat hij kon zien, maar hij leefde in het geestelijke gebied. Hij hechtte meer waarde aan de openbaring die God had gegeven. Hij wandelde in geloof en hij zei dat dit de manier is waarop het christendom werkt. We wandelen in geloof en niet in aanschouwen.

Geloof
Tegenwoordig leven de meeste mensen door te zien, en niet door geloof. Dit zeg ik niet om iemand te kwetsen. Ik zeg dit om iets duidelijk te maken en van daaruit ga ik verder en dan zal ik een aantal dingen met jullie delen die je zullen helpen. Maar de meesten van ons voelen zich ongemakkelijk in geloof. De Bijbel zegt dat we in geloof moeten leven. De meesten van ons gaan er zo af en toe op visite. Zo af en toe maken we er een uitstapje naar, maar we leven er niet. Het is niet onze woning.
Hier staat dat we in geloof moeten leven en in het volgende vers staat in 2 Kor. 5:8: maar wij zijn vol goede moed en wij begeren te meer ons verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Heer onze intrek te nemen. Paulus was zo geestelijk gericht, zo op God gericht, dat in zijn lichaam te zijn voor hem in zekere zin een negatief iets was. Hij verlangde naar de vrijheid die hij zou ervaren als hij zijn verheerlijkte lichaam zou krijgen. Hij leefde in het geestelijke gebied. En hij bleef in zijn fysieke lichaam omdat het nodig was om de mensen te kunnen bedienen. Mensen, hij was zich echt van God bewust. En in al die verzen praat hij hierover.

Ik ga verder naar vers 16 en ik wil dat je hiernaar kijkt. Wat hij hier zegt is onvoorstelbaar en ik ga het hier vanavond verder over hebben. In 2 Kor. 5:16 staat: Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer.
De apostel Paulus zegt hier dat hij in het geestelijke gebied denkt. Hij houdt zich bezig met zaken in het onzichtbare gebied. Hij kijkt niet naar de dingen die je kunt zien, maar hij kijkt naar de dingen die je niet kunt zien. Hij heeft allerhande voorbeelden gebruikt en nu komt hij op het punt dat hij zegt dat hij niemand naar het vlees kent. Wat hij hier dus zegt is dat hij niet met mensen omgaat gebaseerd op hoe ze eruit zien. Als ze er goed uitzien, behandelt hij hen niet beter en als ze er slecht uitzien, behandelt hij hen niet slechter. Hij zegt dat hij niet met mensen omgaat afgaande op hoe ze er in het vlees uitzien. Hij zegt dat hij niemand naar het vlees kent. Dat is een radicale verklaring.

Als je alleen maar dit gedeelte van het vers zou nemen, dan zou dat al een heleboel vooroordeel wegnemen. Het zou heel veel dingen wegnemen die tegenwoordig in onze wereld gaande zijn, omdat wij de mensen beoordelen op grond van hun huidskleur, of ze goed gekleed zijn of er netjes uitzien, of hoe ze ruiken. Als iemand lichamelijk misvormd is dan behandelen we die persoon anders. Paulus zei dat we niemand naar het vlees kennen. Dat is een geweldige verklaring. Dat is me nogal een doel om na te jagen om zover te komen dat we de mensen naar de geest kennen.
Er zitten hier twee kanten aan. Want als je sommige mensen naar de geest zou kennen, mensen die we verafgoden, die rijk en beroemd zijn en op wie we zouden willen lijken, dan zou je ontsteld zijn hoe bedorven en smerig ze zijn. Ik zeg je dat dit een heleboel dingen zou veranderen. We zouden niet op sommige mensen neerkijken en hen bekritiseren omdat we ons baseren op fysieke dingen, en we zouden andere mensen niet bejubelen als we hen naar de geest kenden en weten wie ze werkelijk zijn. Het zou onze hele wereld veranderen. Onze wereld zou een andere plek zijn als de mensen leefden naar wat Paulus hier zegt.

Merk op dat hij in vers 16 zegt: Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer. Nergens in de Schrift staat dat Paulus Jezus kende in Zijn fysieke lichaam toen Hij hier op aarde was. Maar Paulus zegt hier “indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben”. Het kan zijn dat hij dit zegt namens heel veel mensen die in die tijd leefden, of hij heeft waarschijnlijk Jezus zelf gezien omdat hij in Jeruzalem woonde en aan de voeten van Gamaliël studeerde. Hij stond misschien eens in een menigte en zag Jezus, of misschien hoorde hij zelfs Jezus spreken. In die tijd was hij nog een Farizeeër en hij stond vijandig tegenover de christenen en vervolgde ze. Het is dus mogelijk dat hij Jezus heeft gezien en persoonlijk denk ik dat hij hiernaar verwijst. Hij heeft waarschijnlijk Jezus gezien en hij had je kunnen vertellen hoe Hij eruit zag. Hij herkende Hem. Hij kende Hem in die zin dat hij wist hoe Zijn fysieke verschijning was. Maar hij zegt: eens kenden we Jezus op die manier, maar nu kennen we Hem niet meer naar het vlees.

Dit is een voorbeeld van Paulus die Hem naar het vlees heeft gekend, maar er is ook een voorbeeld van één van de discipelen, de apostel Johannes. Laat me dit met je delen uit Johannes 13. Op de avond voordat Jezus gekruisigd zou worden, vierden ze het laatste avondmaal en hadden ze gemeenschap met elkaar. Ze hadden geen tafels en stoelen zoals wij die hebben, maar ze hadden lage tafels en leunden op een soort van kussen en lagen aan op hun zij rond de tafel om te eten. 
Terwijl Jezus het laatste avondmaal met Zijn twaalf discipelen at, staat er in Johannes 13:23: Eén van de discipelen, dien Jezus liefhad, lag aan de boezem van Jezus. Dit gaat over de apostel Johannes. Hij is de apostel Johannes die in feite tegen Jezus aanleunde en zijn hoofd op Zijn borst of schouder had. Dit laat een vertrouwelijkheid zien en zegt heel veel over God. Het laat ons zien dat Jezus van Zijn discipelen hield. Je kunt dit ook lezen in het 17de hoofdstuk van Johannes, waar Jezus bad en zei: “Vader, Ik heb hen liefgehad, Ik heb hen bewaard, Ik heb alles gedaan wat U me vertelde te doen.” Jezus hield van Zijn discipelen en hun relatie was zodanig dat Johannes zijn hoofd aan de boezem van Jezus legde. Wat een beeld wordt hier geschilderd!

Johannes
Laten we nu eens naar het eerste hoofdstuk van Openbaringen gaan. Het gaat hier over dezelfde apostel Johannes en over dezelfde Jezus. Johannes was op het eiland Patmos en opeens hoorde hij een stem achter zich. Vanaf vers 12 schrijft hij: En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam; en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht.

Probeer dit eens voor je te zien. Johannes keek naar Hem en Zijn haar was helemaal wit, Zijn ogen waren als een vuurvlam, Zijn voeten waren als koperbrons als in een oven gloeiend gemaakt, en er kwam een zwaard uit Zijn mond. Verderop in het boek Openbaringen lees je dat het zwaard dat uit Zijn mond kwam al Zijn vijanden doodde, dat de stroom bloed reikte tot het bit van een paard en 300 km lang was. Dat zwaard dat uit Zijn mond kwam moet wat geweest zijn. En Johannes beschrijft dat Zijn gezicht gelijk was aan de zon in al haar kracht. Ik kan niet eens in de lampen daar verderop kijken en de mensen zien die eronder zitten, omdat het licht zo fel is dat het je bijna verblindt. Stel je eens voor hoe het zou zijn als de zon daar zou zijn. Hoe was dit voor Johannes? In vers 17 lees je hoe hij reageerde. Toen hij Jezus zag viel hij als dood voor Zijn voeten. 

Wist je dat dit dezelfde Jezus was bij wie hij zijn hoofd aan Zijn boezem leunde? Sommige mensen denken: “O nee, Jezus was veranderd.” Nee, Jezus was niet veranderd. Van binnen was Hij precies Dezelfde als toen Hij het laatste avondmaal met Zijn discipelen had. Het enige was dat Zijn vlees toen als een gordijn, een sluier was, die verhinderde dat de ware God die in het lichaam van Jezus woont zichtbaar werd. Hij zag er toen fysiek en heel natuurlijk uit. God had Zichzelf in een menselijke gedaante geplaatst en Hij was zo menselijk dat de Schrift in Jesaja 53 zegt dat Hij iedere schoonheid miste en dat Zijn aanblik ons niet kon bekoren. Er was niets aan Hem dat aantrekkelijk leek. Jezus zag er heel gewoon uit en Hij was heel gewoon. 

Er was een tijd dat de discipelen Hem naar het vlees kenden. En daarom kon Johannes Zijn hoofd tegen de schouder van Jezus leggen en er niet verder over nadenken. Maar toen Jezus eenmaal was verheerlijkt en in Zijn verheerlijkte lichaam was dat de kracht en glorie van God uitstraalde, viel deze zelfde man als dood aan Zijn voeten. Jezus was niet veranderd. Hij is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. Maar Hij had nu een verheerlijkt lichaam dat niet langer Zijn ware identiteit verhulde.
En dit is waar Paulus naar verwees. Hij zegt dat er een tijd was dat we Jezus alleen maar naar het vlees kenden. Er was een tijd dat Zijn discipelen Jezus kenden naar hoe Hij er uitzag, hoe lang Hij was, misschien de kleur van Zijn haar, Zijn gelaatstrekken, misschien de klank van Zijn stem en dat soort dingen. Ze hadden je al deze fysieke kenmerken kunnen vertellen, maar ze wisten niet wie Hij in de geest was.

In Johannes 14 vertelde Jezus op de avond voordat Hij gekruisigd zou worden aan Zijn discipelen: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Indien je Mij kent, zou je ook mijn Vader kennen. En Filippus zei: Heer, toon ons de Vader, en het is ons genoeg. Terwijl Jezus had gezegd: “Als je Mij hebt gekend, zou je ook de Vader hebben gekend,” zei Filippus: “Heer, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg.” Jezus had net gezegd: “Je hebt Mij gezien, dus heb je de Vader gezien.” “O, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg.” Filippus zei eigenlijk: “Ik ben niet tevreden met U, maar als we de Vader zouden kunnen zien, dan zou het genoeg zijn voor ons.” 

Weet je waarom ze niet tevreden waren met Jezus? Omdat ze Hem alleen maar naar het vlees kenden. Ze keken naar Zijn menselijke kant en daar waren ze niet van onder de indruk. Maar als ze Hem in de geest hadden kunnen kennen, dan hadden ze gezien dat Jezus God geopenbaard in het vlees was. Jezus was net zoveel God als God de Vader was. Alle glorie en kracht van God was in Jezus.

Op de berg
In hoofdstuk 17 van Matteüs wordt beschreven hoe Jezus verheerlijkt wordt. Jezus ging een hoge berg op en toen Hij gemeenschap met Zijn Vader had, was het alsof Hij de sluier over Zijn geest wegschoof en voor een ogenblik straalde Hij als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. De lichtende wolk van God overschaduwde Hem en er kwam een hoorbare stem. Mozes en Elia gingen met Hem praten over de kruisiging die Hij binnenkort zou ondergaan. En de discipelen zagen dit. Hij straalde licht uit, niet zoals Mozes, die als een maan de glans weerspiegelde, maar Hij was de bron van het licht. Hij was de glorie van God. Het was alsof Hij, omdat Hij in de aanwezigheid van de Vader was, opeens Zijn vlees wegtrok en God als Geest tot Geest begon te aanbidden. 
Maar Jezus was zo de hele tijd toen Hij op deze aarde wandelde. Als kleine pasgeboren baby was de glorie van God binnenin Hem. Dat kleine lichaam bevatte diezelfde God die ogen had als vlammend vuur, voeten als gloeiend koper en een aanzien als de zon in al haar kracht. Dit is verbazingwekkend. Het is wonderbaarlijk dat God Zichzelf ooit in een fysiek lichaam kon persen. Het is ongekend. Het is onvoorstelbaar dat Hij dat wilde doen, ook al kon Hij het doen. En toch hadden de mensen niet door wie Jezus was vanwege Zijn menselijkheid.

Soms denken wij wel eens dat als wij één van die discipelen van Jezus zouden zijn geweest, wij Hem zeker zouden hebben gekend. Maar het zou moeilijk zijn geweest om Jezus te kennen als wie Hij werkelijk was, omdat dit fysieke lichaam van Hem tussen jou en wie Jezus werkelijk was in zou staan. Wij zouden geneigd zijn om onze zintuigen te volgen en af te gaan op wat we zagen.

Een aantal mensen zal zich misschien ergeren aan wat ik nu ga zeggen, maar ik kan me herinneren dat toen ik voor het eerst de film “The Gospel Road” met Johnny Cash zag, het me behoorlijk dwars zat. Ten eerste had de acteur die in die film Jezus uitbeeldde blond haar en hij was een hippy met blauwe ogen en lang haar. Zoals je weet had Jezus niet blond haar en blauwe ogen. Ik denk dat ze niet eens hadden geprobeerd om weer te geven hoe Hij er werkelijk had uitgezien. Ze probeerden alleen maar om Hem te portretteren in zijn gedrag en dat soort dingen, en dus maakten ze zich niet druk om het uiterlijk. Maar ik stoorde mij er in ieder geval wel aan.

En toen lieten ze Jezus zien op de berg waar Hij verzocht werd. Hij kwam de berg af en natuurlijk droeg Hij in die film een lang gewaad. Op een gegeven moment kwam Hij bij een steil gedeelte. Hij ging op Zijn achterwerk zitten en gleed naar beneden, waarbij zijn gewaad omhoog kwam. Daarna stond Hij op en veegde Zijn achterwerk af en toen dat gebeurde was ik helemaal van de kaart en zei: “Help God, wat een heiligschennis is dit!” En de Heer sprak tot me en zei: “Hoe denk je dan dat ik van die berg af kwam? Denk je dat ik van rots tot rots er vanaf zweefde?” 
Jezus was in Zijn fysieke lichaam. Hij moest zitten en Hij werd vies. De film liet zien dat Jezus vies werd. Zijn haar was in de war. Jezus had niet de mogelijkheid om in een mooie kamer te zijn zoals wij die hebben. Hij had geen verschoning bij Zich. Hij deed niet ieder dag schone kleren aan. Sommigen van jullie zijn nooit buiten de Verenigde Staten geweest, maar als je naar het Midden Oosten gaat, dan kan ik je verzekeren dat je de meeste mensen kunt ruiken voordat je ze ziet. Wij behoren tot de weinige mensen op aarde die iedere dag een douche nemen. Ik heb in Polen eens in de zomer de bus genomen, met honderd mensen in een bus voor dertig personen, en ik kan je vertellen dat het opwindend was.

Je kon Jezus ruiken. Zijn haar zat in de war. Hij had geen shampoo en bracht Zijn haar niet iedere dag in model. Hij had geen haardroger. Jezus had “bad hair”-dagen. Zijn kleren werden vies. Zijn discipelen zagen dat Jezus naar het toilet ging. Het is moeilijk om je voor te stellen dat dit God was. Hij werd moe. Hij werd hongerig. Dat fysieke lichaam van Jezus was een enorme hindernis om te weten wie Hij werkelijk was. Hij was zo menselijk. Hij was zonder zonde, maar Hij was zo menselijk dat het lastig zou zijn geweest om naar Hem te kijken en te zeggen: “U bent de Christus.”
Nogmaals, velen van ons denken dat het niet zo moeilijk zou zijn geweest. Nee, het zou wél moeilijk zijn geweest. En hier verwijst Paulus naar. Er was een tijd dat we Jezus naar het vlees kenden, maar nu kennen we Hem niet meer zo. Dit is de reden waarom het de meesten van ons ontgaat wie Jezus werkelijk is, omdat we zo fysiek en vleselijk georiënteerd zijn. We willen Hem tastbaar voelen. We willen iets dat naar het vlees is, een zichtbare sensatie, kippenvel op onze rug. We willen een gezicht zien. We willen een prikkeling voelen. We willen de zalving van God voelen. En deze dingen zijn een grote hindernis om God te kennen. Als je fysiek, vleselijk gericht bent, zegt de Bijbel in Romeinen 8:6 Want de gezindheid van het vlees is de dood. Broeders en zusters, de meesten van ons zijn vleselijk gericht. God is voortdurend bij ons, maar we nemen het niet waar, omdat we proberen Hem in een fysiek natuurlijk gebied te zien in plaats van Hem door de Geest te kennen.

Emmaüsgangers
Laten we naar het 24e hoofdstuk van Lucas gaan. Dit was de dag dat Jezus was opgewekt uit de dood en in Lucas 24 staat vanaf vers 13: En zie, twee van hen waren juist op die dag op weg naar een dorp, zestig stadiën (ongeveer 11 km) van Jeruzalem verwijderd, genaamd Emmaüs, en zij spraken met elkander over al wat voorgevallen was. En het geschiedde, terwijl zij daarover spraken en van gedachten wisselden, dat Jezus zelf bij hen kwam en met hen meeging. Maar hun ogen waren bevangen, zodat zij Hem niet herkenden. 
Dit waren twee discipelen van Jezus en later in het hoofdstuk lees je dat ze teruggaan naar de elf apostelen. Als ze niet tot de elf apostelen behoorden, dan behoorden ze zeker tot de intieme kring van vrienden van Jezus, zoals je uit dit verslag kunt opmaken. En ze kenden Jezus ook naar het vlees. Ze hadden Hem gezien. Ze konden zeggen hoe Hij Zich gedroeg. Ze konden je zeggen hoe Zijn stem klonk. Ze kenden Jezus in het fysieke gebied. Maar hier is de opgestane Jezus die met hen meeliep en ze herkenden Hem niet. Dat is verbazend. Ze waren zelfs over Jezus aan het praten. Ze praatten over de berichten die ze hadden gehoord dat Jezus uit de dood was opgestaan. En toch herkenden ze Jezus niet. Dat is verbazingwekkend.

Merk op dat in vers 16 staat dat hun ogen waren bevangen, zodat zij Hem niet herkenden. Als je het woord “bevangen” opzoekt in het Grieks, betekent het dat hun ogen gevangen, vastgehouden, vastgelopen, in beslag genomen waren. Met andere woorden, hun verstand, hun aandacht was zo gericht op fysieke, natuurlijke dingen dat ze niet eens konden waarnemen wie met hen was. Als ze zouden hebben geweten dat Jezus Degene was die bij hen was, dan zou dit een eind hebben gemaakt aan alle discussie. Ze zouden geen vragen meer hebben gehad. In plaats van bedroefdheid zou er vreugde zijn geweest. Het zou geweldig zijn geweest. Zij waren één van de eerste mensen die de opgestane Jezus zagen, Hij was bij hen en ongeveer twee uur lang liep Hij met hen, en ze wisten niet eens wie Hij was.

Ik wil je erop wijzen dat Jezus bij ieder van ons is. Hij zal je nooit begeven of verlaten (Hebr. 13:5). Als je wist wie bij je is en als je kon waarnemen wie bij je is, zou er niet zoiets zijn als ontmoediging, zou er niet zoiets zijn als angst, zou er niet zoiets zijn als bitterheid. Je zou niet eenzaam zijn. Je geloof zou door het dak gaan als je werkelijk begreep dat de Almachtige God, de Koning der koningen, de Heer der heerscharen altijd bij je is. Je zou nergens meer bang voor zijn, je zou je geen zorgen maken. Hij is altijd hier, maar we nemen Hem niet waar.

De ogen van de Emmaüsgangers waren bevangen. Houd je vinger bij dit gedeelte, want ik kom er nog op terug, maar in Marcus 16:12 staat precies hetzelfde verhaal, maar dan geschreven door de evangelist Marcus, en hij heeft dit hele verhaal in één vers samengevat. In Marcus 16:12 staat: Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen op de weg, terwijl zij zich naar het land begaven.
In Lucas staat dat hun ogen bevangen waren en dat ze Hem niet konden herkennen. Hier staat dat Hij in een andere gedaante was. Wat betekent dit? Het woord “gedaante” in het Grieks betekent vorm, gedaante en als tweede definitie aard, karakter. Jezus was veranderd. Hij had niet langer een fysiek menselijk lichaam, hoewel Hij nog steeds een tastbaar lichaam had. Verderop in Lucas 24, toen Hij na Zijn opstanding aan hen verscheen, dachten de discipelen dat ze een geest zagen en niet de werkelijke Jezus. Hij zei toen: “Waarom denk je dat het een geest is? Raak Me aan, betast Mij. Een geest heeft geen vlees en beenderen zoals Ik die heb.” Hij was een fysieke werkelijkheid, maar het was niet langer een fysiek, natuurlijk lichaam, het was een geestelijk lichaam.

Paulus
Kijk nu nog eens naar dit vers. Hebben jullie nog steeds jullie vingers bij al die plaatsen? Ik vertel jullie waar ik naar toe wil, maar in 1 Kor. 2 schrijft de apostel Paulus in vers 9: Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. Sommige mensen stoppen hier en zeggen: “Wel, eens zullen we alles weten. Eens zullen we alles begrijpen. Houd moed, broeder, want we kunnen niet alles begrijpen. Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord. We weten gewoon niet de dingen van God. Gods wegen zijn raadselachtig. 

Maar dit was een verklaring uit het Oude Testament en in het Oude Testament was het waar dat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, want de mensen waren toen nog niet wedergeboren en hadden geen toegang tot de wijsheid van God, zoals wij in het Nieuwe Testament hebben. Paulus citeert dus deze tekst uit het Oude Testament: wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor hen, die Hem liefhebben. Maar in vers 10 staat vervolgens: Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods.

Hier staat niet dat we de dingen van God niet kunnen weten. Er staat juist dat je met je kleine hersenpit de dingen van God niet kunt weten. Je kunt God niet waarnemen met je vijf zintuigen. Wij zijn zo ontwikkeld geworden, dat we dwazen zijn geworden. We zijn zover gekomen dat we op onze vaardigheid om dingen waar te nemen vertrouwen en we denken dat we zoveel weten. En als we iets niet met onze zintuigen kunnen waarnemen, wat we zien, horen, proeven, ruiken en voelen, dan bestaat het niet. Dat is gewoonweg dwaas. Het is echt dwaas. Wij zijn één van de eerste generaties die ooit op aarde hebben rondgewandeld die niet beseffen dat er een intuïtieve vaardigheid is om iets waar te nemen en dingen te weten die de feiten hier te boven gaan. God schiep ons met zes zintuigen, niet vijf. Hij schiep ons met een intuïtieve vaardigheid, met geloof dat kan waarnemen en dingen kan zien die je niet kunt proeven, ruiken, voelen, horen of met je fysieke ogen kunt zien.

Op dit moment zijn er televisiesignalen in deze zaal. Als je alleen maar afging op je vijf zintuigen, zou je zeggen: “Nee, dat is niet zo.” Maar ze zijn er wel. Omdat jij ze niet kunt waarnemen wil dat nog niet zeggen dat ze niet bestaan. Het betekent alleen maar dat je niet erg slim bent als je niet gelooft dat ze er zijn. Want ze zijn hier en het enige wat je hoeft te doen is een televisietoestel neer te zetten, de stekker in het stopcontact te doen en het toestel aan te zetten en af te stemmen. Als je dan beeld hebt, is het niet omdat het signaal er dan pas is, maar het was hier al die tijd al. Die televisie zendt geen televisiesignalen uit, het ontvangt de beelden en zet ze om in een vorm dat jij ze kunt zien. Het enige wat het doet is iets te nemen dat er al is in het onzichtbare en het zichtbaar te maken, maar het televisietoestel produceert zelf niets. Je zou alle televisiezenders kunnen uitschakelen en dan zal je televisietoestel niets uitzenden. Want het ontvangt alleen maar wat er al is.

Op dezelfde manier is er een onzichtbare wereld die bestaat. Je kunt die onzichtbare wereld niet op een fysieke natuurlijke manier waarnemen. Dat bedoelde de apostel Paulus toen hij zei dat we Christus eens naar het vlees kenden, maar nu kennen we Hem niet meer naar het vlees. We kennen Hem nu in de Geest. We wandelen in geloof en niet door te zien.
Dit is de grootste hindernis die mensen hebben om God te kennen. We zijn zo vleselijk geworden. We zijn geëvolueerd. Ik geloof in evolutie. In devolutie, dat we zoveel beter begonnen zijn dan we nu zijn. We begonnen met het wandelen met God in het bovennatuurlijke gebied en we waren in staat om geestelijke dingen waar te nemen. Nu zijn we gedevolueerd tot het punt dat als we het niet kunnen zien, proeven, horen, ruiken of voelen, we denken dat het niet bestaat en we denken dat we heel knap zijn om zo te denken. We zijn dwazen geworden.

Er zijn allerlei dingen die je niet kunt zien. Er zijn engelen hier in deze zaal en er zijn demonen in deze zaal. Er zijn allerlei geestelijke dingen gaande. Er is een geestelijke dynamiek. Er zijn mensen die denken dat ieder probleem dat je hebt een organische of chemische oorzaak heeft, maar toch dreef Jezus demonen uit om mensen te genezen. Er zijn geestelijke dingen gaande, maar wij zijn zo intellectueel geworden dat we het niet willen erkennen. Wij wandelen door te zien en niet door geloof, en we zijn dwazen geworden.

Adam en Eva
Ik praat zo snel mogelijk, want ik wil een heleboel zeggen, maar laat me een paar dingen even heel snel samenvatten. Je hoeft het niet op te zoeken, maar in het derde hoofdstuk van Genesis gaat het over Adam en Eva die naar het evenbeeld van God waren geschapen. Ik geloof dat ze in geloof wandelden en niet door wat ze zagen. Ze hadden natuurlijk hun fysieke ogen open, maar ze werden niet beheerst door wat ze zagen en hoorden. Sommige mensen hebben moeite om dit te snappen. Je moet je hersens voor iets anders gebruiken dan alleen maar als hoedenrek om te volgen wat ik hier zeg. Maar het zal je helpen als je het doet.

Hun ogen waren open, maar ze werden er niet door beheerst. Ze werden beheerst door wat ze met hun hart zagen. Ze wandelden in geloof. Geloof was werkelijker voor hen dan de fysieke wereld. Het bewijs hiervoor is dat het eerste wat gebeurde toen ze zondigden was dat hun ogen geopend werden en ze zagen dat ze naakt waren. 

Ik heb mensen horen zeggen: “Ja, maar voordat ze zondigden waren ze gekleed in de gerechtigheid van God, ze droegen de mantel der gerechtigheid, de glorie van God overschaduwde hen,” en dat soort dingen. Je kunt dat wel zeggen als je een analogie wilt maken, maar de Schrift zegt in Genesis 2, in het laatste vers, dat ze beiden naakt waren, de mens en zijn vrouw, en zij schaamden zich voor elkander niet. Ze waren poedelnaakt voordat ze zondigden. Ze droegen geen mantel der gerechtigheid. Ze waren gewoon naakt.
En toch, toen ze zondigden, werden hun ogen geopend. Daarvoor wandelden ze met hun hart. Hun fysieke ogen waren open, maar ze werden er niet door beheerst. Maar toen ze zondigden, werden ze opeens beheerst door hun zintuigen. Ze begonnen te zien en voor de eerste keer, en begrijp dit goed, voor de eerste keer zagen ze dat ze naakt waren. Ze waren al die tijd al naakt geweest, maar ze hadden er nooit acht op geslagen. Ze waren zich zo van God bewust dat ze dermate in geloof wandelden, dat ze niet beseften dat ze geen kleren aan hadden. Dat is nou je bewust zijn van God.

Ik geloof dat als jij in geloof zou wandelen, jij in het geestelijke gebied zou komen. En hiernaar verwees Paulus in 2 Kor. 5 dat hij niemand meer naar het vlees kent. Hij kijkt niet meer naar het uiterlijk, naar je huidskleur of hoe je gekleed bent of dat soort dingen, maar hij kent je van geest tot geest. Hij weet wat er in je hart leeft. Je kunt zover komen dat je daar zo door beheerst bent, dat je niet eens meer merkt wat de mensen aan hebben. Je schenkt aan dat soort dingen geen aandacht meer. Laat me je wel zeggen dat als je zo geestelijk gericht wordt dat je er niet eens meer bij stil staat of je wel of niet gekleed bent, je in gedachten moet houden dat de rest van ons niet zo geestelijk gericht is, dus draag alsjeblieft wel kleren. Amen? En wees zedig. Bedek je zoveel mogelijk. Prijs God.

Maar ik zeg dus dat Adam en Eva zich zo bewust waren van God, dat ze niet eens in de gaten hadden dat ze naakt waren. En waar er staat dat ze in de koelte van de avond met God wandelden en praatten, legt de Schrift niet uit hoe dat gebeurde, en ik kan niet zeggen: “Zo zegt de Heer”, maar volgens mij zagen ze Hem niet noodzakelijkerwijs met hun fysieke ogen, omdat Hij niet fysiek bestaat. Ik geloof dat ze Hem zagen met hun hart. Toen ze Zijn stem hoorden in de hof, wandelden ze in geloof en ze hoorden Hem in hun hart. Je kunt dingen horen en zien met je hart. Eigenlijk kun je beter met je hart zien dan met je fysieke ogen. Ik weet dat sommigen van jullie dit vreemd zullen vinden. Het is alleen maar vreemd omdat we zo gedevolueerd zijn, maar als je teruggrijpt op de Schrift, dan geloof ik dat het waar is.

Gezicht
Gail zit hier in de zaal en Cindy ook, en ik herinner me dat we eens een bijeenkomst hadden in Colorado Springs. De zaal was net zo ingedeeld als hier, met een pad in het midden. Ik zat hier zo ergens. En de aanwezigheid van God was zo krachtig dat iedereen God aan het aanbidden was. Ik had mijn ogen gesloten en opeens – er was daar een deur, het was in een hotelzaal en er waren dubbele deuren – zag ik in mijn hart dat Jezus de zaal binnenkwam en voor die deuren stond. Hij opende de deuren, liep er doorheen en Hij stond daar terwijl de deur zachtjes achter Hem dichtviel. Ik zag Jezus.

Ik vergeet of het Gail was of Cindy, maar in ieder geval, zij zaten daar zo ergens, dichtbij die deur. Terwijl ik mijn ogen gesloten had en ernaar keek, liep Jezus naar hen toe. Ik ben vergeten hoe het precies gebeurde. Ik vertel het maar zoals ik het me kan herinneren, maar in ieder geval liep Jezus eerst naar, laten we zeggen dat het Cindy was. Hij raakte haar aan en opeens, boem!, daar ging Cindy, plat op haar gezicht, uitgespreid op de vloer in aanbidding voor God. En er zaten een paar mensen tussen hen in en Hij liep hen voorbij en raakte Gail aan en toen Hij haar aanraakte viel Gail op haar knieën met haar handen omhoog en zij begon de Heer te aanbidden.

Het was zo overweldigend wat ik zag, zo echt, dat ik mijn ogen opende om te zien wat er gebeurde. En toen ik mijn ogen open had, kon ik Jezus niet zien, maar ik zag dat de deur zachtjes dichtviel, net zoals ik het eerder had gezien, en terwijl ik keek, ging, boem! Cindy op de vloer, plat op haar gezicht en uitgespreid voor God. Ik wachtte even en toen ging Gail op haar knieën en begon God te aanbidden. Alles wat ik in mijn hart had gezien, zag ik nu met mijn ogen, behalve dan dat alles wat ik nu zag in het fysieke gebeurde. Ik kon Jezus niet zien. Er was een tijdsvertraging. Ik had het al in de Geest gezien en daarna gebeurde het in het fysieke.
In feite zag ik de Heer een heleboel dingen doen en mensen aanraken. Ik sloot mijn ogen, omdat ik het zo beter kon zien. Ik kon niet alleen zien wat er gebeurde in het fysieke, maar ik kon ook zien wat er gebeurde in het geestelijke. Ik leef niet altijd op die manier, maar broeders en zusters, ik geloof werkelijk dat we zover kunnen komen om zozeer in geloof te leven, dat je beter kunt zien met je hart.

Voor de meesten van ons is het zo dat als Jezus hier naar binnen zou lopen in één of andere fysieke manifestatie, als er een lichtende wolk van God was, als er een hoorbare stem was, of het soort uitingen waar de mensen altijd op af komen, zoals bijvoorbeeld goudstof of veren – sommigen van jullie weten niet waar ik het over heb, maar dat zijn zo van die dingen die het Lichaam van Christus heeft meegemaakt – maar als er zoiets zou gebeuren, dan zouden jullie gewoonweg hysterisch worden. Er kwam eens een vrouw bij me. Zij opende haar Bijbel en vroeg: “Zie je dit?” Ik zei: “Wat?” Zij zei: “Zie je dit goudstof?” En ik blies erop en blies het van haar Bijbel af. Zij werd hysterisch. “De Heilige Geest had het daar gelegd! Dat was de heerlijkheid van God!” En ik blies het gewoon van haar Bijbel af.

Er zijn mensen die helemaal opgewonden zijn als ze kippenvel hebben, of als er iets tastbaars gebeurt. Maar om God bij je te hebben, altijd, dag en nacht, maar dan zonder fysieke manifestatie, en je hebt niet een gevoel, er zit geen enkele emotie bij, dan is het niet goed. Dan ben je vleselijk. En daarom mis je God, want je probeert God te kennen naar het vlees. Maar toch kun je Hem met je geest zien. Toen Adam en Eva zondigden, werden opeens hun geestelijke ogen gesloten en gingen hun fysieke ogen open. Ze begonnen zintuiglijk te worden. Ze schaamden zich, ze zagen dat ze naakt waren, ze vluchtten voor God en ze begonnen de stem van God niet meer te horen.

Het tegenovergestelde hiervan zie je in 2 Kon. 6 toen Elisa het strijdplan van de koning van Aram had verklapt. De koning van Aram omringde Elisa en zijn knecht met zijn leger, en de knecht zei: “Ach, mijn heer, wat moeten wij doen?” Hij zag dat het Aramese leger hen had omsingeld. Elisa ging naar buiten en zei: “Vrees niet, want zij die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn.” Wist je dat als je alleen maar het fysieke gebied erkent en denkt dat alleen dat echt is, dat Elisa gelogen zou hebben?

In ieder geval denken veel mensen dat gelovigen liegen als ze zeggen “Ik ben genezen”, terwijl iedereen kan vertellen dat ze volgens de dokter ziek zijn. “Je liegt. Je bent één van die ‘noem-en-claim-mensen’, spreek het en krijg het, die denken dat ze iets kunnen zeggen wat niet waar is, maar als je het maar lang genoeg zegt, zal het wel waar worden.” Ja, zo zou je denken als je denkt dat het enige wat waar is, is wat de dokter zegt, en de uitslag van zijn onderzoek bewijst het. Maar ik zeg je dat er een geestelijke wereld is, dat er geestelijke werkelijkheden zijn. Ik heb binnenin mij de zalving van God, dezelfde zalving die Jezus uit de dood heeft opgewekt, en die kun je niet bewijzen en je kunt er geen onderzoek naar doen, maar het is wel waar.

Als je alleen maar naar het natuurlijke zou kijken, zou je zeggen dat Elisa loog. Ik ben er zeker van dat zijn knecht dacht dat Elisa loog. Elisa bad dus tot de Heer en vroeg: “Here, open toch zijn ogen, opdat hij zie.” Ik weet zeker dat zijn ogen zo groot als schoteltjes werden toen hij de situatie daar zag. Zijn fysieke ogen waren open. Elisa vroeg niet om de ogen van zijn fysieke lichaam te openen, maar om de ogen van zijn hart te laten openen. Laat hem door geloof zien, laat hem zien wat er gaande is in het geestelijke gebied. En toen zijn geestelijke ogen werden geopend, verdwenen de Arameeërs niet, maar opeens zag hij engelen en vurige paarden en wagens op de berg. En omdat zij er waren, kon Elisa de Aramese legers met blindheid laten slaan en het hele leger gevangen nemen zonder ook maar één pijl af te schieten, omdat hij wist wat waar was in het geestelijke gebied.

Zie je, dat is het tegenovergestelde van wat er met Adam en Eva gebeurde. Er was een tijd dat Adam en Eva in het geestelijke leefden, zoals Gehazi, de knecht van Elisa kon ervaren toen zijn ogen eenmaal waren geopend, maar Adam en Eva zondigden, verloren hun geestelijke gezichtsvermogen en werden vleselijk, alleen beheerst door wat ze konden zien, proeven, horen, ruiken en voelen. Maar toen Elisa voor zijn knecht bad, die vleselijk was, werden opeens zijn ogen geopend en kon hij in het geestelijke gebied zien.

Er bestaat een geestelijke wereld. En hier gaat het allemaal over in 1 Kor. 2, dat je die geestelijke wereld niet kunt zien en waarnemen met je ogen. In 1 Kor. 2:14 gaat Paulus verder: Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. Je kunt geestelijke dingen niet met je fysieke zintuigen onderscheiden. En God is geestelijk. Daarom konden de discipelen Jezus niet herkennen nadat Hij was opgestaan uit de dood, hoewel Hij nog steeds hetzelfde lichaam had.

Herkennen
In het 20e hoofdstuk van Johannes zei Jezus tegen Thomas om zijn vinger in de plaats van de nagels en zijn hand in Zijn zijde te brengen. Jezus had nog steeds hetzelfde lichaam, met dezelfde littekens. Ik ben er zeker van dat Hij littekens op Zijn gezicht had van de doornenkroon. Maar de discipelen herkenden Hem niet. Weet je waarom niet? Omdat Hij niet meer fysiek was. Hij was geestelijk. Hij was niet een of andere geest, Hij was echt. Alleen was Hij niet fysiek, zoals Hij eerder was geweest. Hij moest geestelijk onderscheiden worden en de discipelen hadden Jezus niet van geest tot geest gekend. Ze hadden Hem alleen maar gekend in het natuurlijke. Dat is de reden waarom ze Hem niet zagen.

Als je verder leest in het 24e hoofdstuk van Lucas, sprak Jezus met de Emmaüsgangers. Hij legde de Schriften uit en Hij ging met hen naar binnen. Terwijl ze aten nam Hij het brood, zegende het en brak het. Toen kenden ze Hem. Ze kenden Hem niet naar het vlees, het was niet dat ze Hem nu herkenden, maar ze herkenden Hem omdat ze een paar dagen eerder bij het laatste avondmaal Hem hadden gehoord toen Hij het voedsel zegende en het brood brak. Opeens kenden ze Hem. In Lucas 24:31 staat: En hun ogen werden geopend en zij herkenden Hem; en Hij verdween uit hun midden.

Op het moment dat je met je geest kunt zien, heb je geen fysieke dingen meer nodig. Het is eigenlijk beter om God van geest tot geest te kennen dan om Hem van vlees tot vlees te kennen. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen. Het is veel aangenamer voor God als je neemt wat in het Woord van God staat, het gelooft, erop vertrouwt en weet dat het in je hart getuigt. Dan zou je God leren kennen op een manier waarop de meesten van ons Hem nooit hebben gekend. Maar we lopen het mis, omdat we fysiek zijn.

Het was geen uitzondering dat de discipelen Jezus niet herkenden. Er is geen enkele verschijning van Jezus na Zijn opstanding waarbij iemand Hem herkende. Ik weet niet of je hier ooit over hebt nagedacht, maar elke keer als Jezus zich aan Zijn discipelen liet zien, wisten zij niet wie Hij was. Want ze hadden Hem alleen maar naar het vlees gekend en nu was Hij geestelijk. Hij moest geestelijk onderscheiden worden.

Kijk eens naar het 20e hoofdstuk van Johannes. Dit is op de dag van de opstanding en Maria van Magdala was de eerste persoon die Hem zag. In vers 11 staat: En Maria stond buiten dicht bij het graf, wenende. Terwijl zij dan weende, boog zij zich voorover naar het graf, en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had. En zij zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Zij zei tot hen: Omdat zij mijn Here weggenomen hebben en ik weet niet, waar zij Hem neergelegd hebben. Na deze woorden keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet, dat het Jezus was. Jezus zei tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? Zij meende, dat het de hovenier was.
Hier is Maria van Magdala bij wie Jezus zeven demonen had uitgeworpen. Zij was één van de vrouwen die met Jezus had gereisd, voor Hem had gekookt en voor Hem had gezorgd. Al die tijd had ze met Hem gereisd, maar zij meende dat het de hovenier was. Het gaat dan verder (v.a. vers 15): en zei tot Hem: Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan, waar gij Hem hebt neergelegd en ik zal Hem wegnemen. Jezus zei tot haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni, dat wil zeggen: Meester!
Ze kende Hem niet, afgaande op wat ze zag, maar toen Hij haar naam zei, herkende ze Hem. Ze kende Hem van hart tot hart, maar ze herkende Hem niet door naar Hem te kijken.

In het 21e hoofdstuk van Johannes zegt Petrus dat hij gaat vissen. De andere discipelen besluiten met hem mee te gaan en ze vissen de hele nacht. In vers 4 staat er dan: Toen het reeds morgen werd, stond Jezus aan de oever; de discipelen wisten echter niet, dat het Jezus was. Dit is weer een voorbeeld waar Hij niet werd herkend. Sommige mensen zeggen nu misschien: “Ja, maar dat was omdat ze in een boot op zee waren en Hij stond zover weg dat ze Hem niet herkenden.” 
Ik ga niet het hele verhaal lezen, maar ik ga verder vanaf vers 12. Eerst vroeg Jezus of ze iets te eten hadden voor Hem. En zij antwoordden dat ze de hele nacht hebben gevist maar niets hebben gevangen. Jezus zei toen om hun net aan de andere kant van de boot uit te werpen. Ditzelfde gebeurde in het vijfde hoofdstuk van Lucas, waar ze de hele nacht hadden gevist en niets hadden gevangen. Ze wierpen hun net aan de andere kant uit en eensklaps kwamen alle vissen van de zee van Galilea in dat net en ze konden het haast niet meer trekken. Opeens zei Johannes: “Het is de Heer”, omdat hij besefte dat dit eerder was gebeurd. Petrus sloeg zijn mantel om zich heen, sprong in het water en begon naar de kust te zwemmen. Toen ze daar aankwamen, zei Jezus tot hen: Komt en houdt de maaltijd. Niemand van de discipelen durfde Hem de vraag stellen: Wie zijt Gij? Want zij wisten, dat het de Here was.

Waarom zou in de Bijbel zijn opgenomen dat niemand van hen durfde te vragen wie Hij was? Omdat ze Hem graag wilden vragen wie Hij was. Ze keken naar Hem en ze konden niet waarnemen dat dit Jezus was, omdat, nogmaals, je geestelijke dingen niet met fysieke, vleselijke ogen kunt onderscheiden.

Daarom zegt de Bijbel in Hebreeën dat velen van ons zonder het te weten engelen hebben geherbergd. Wij weten het niet, omdat we alleen maar naar de dingen in het natuurlijke gebied kijken. Je kunt iemand zien, en denken, nou, dat is gewoon een persoon. Maar engelen kunnen een fysieke gedaante aannemen.
Wij hadden eens een bijeenkomst in Phoenix, Arizona. En ik ben ervan overtuigd dat we daar een engel hadden. Er was een man die een biker (motorrijder) was. Hij was bijna 2 meter lang, echt een grote vent. Hij droeg een leren jasje en had overal tatoeages. Hij zag er helemaal niet uit als een engel. Hij was een grote, stevige vent, maar het was een ontzettend aardige en vriendelijke persoon. Hij was helemaal niet zoals je dat van een biker zou verwachten. Ik maakte een praatje met hem. En het was verbazingwekkend hoe hij het Woord kende. Op die avond hadden we wel zeven tot acht door demonen bezeten mensen die zich manifesteerden. De mensen vielen op de grond en als ik de ene kant uitkeek, dan was die biker daar die de mensen hielp, en keek ik de andere kant uit, dan was hij daar. Hij was gewoon overal. Die man was overal in de zaal. Naderhand dacht ik erover na en ik dacht: dat moet een engel zijn geweest. Ik weet niet wie deze biker was, maar hij was overal bij behulpzaam en hield die avond orde. En er gebeurden heel wat dingen die avond. Ik geloof dat God een engel had gezonden, maar als je naar hem zou kijken, zou jij je niet kunnen voorstellen dat het een engel geweest kon zijn, want je struikelde over zijn fysieke verschijning.

De discipelen wilden Hem vragen of Hij Jezus was. Ze keken Hem in het gezicht en ze herkenden niet eens dat Hij Jezus was. Weet je waarom dat was? Omdat Hij geestelijk onderscheiden moest worden en zij vleselijk waren. Ze hadden Jezus alleen maar naar het vlees gekend, ze wisten niet wie Jezus werkelijk was. En wat echt de doorslag gaf voor mij is Matteüs 28. Hier word ik door ontsteld als ik in Matteüs 28:16-17 dit lees: En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus hen bescheiden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden.
Er zijn elf apostelen. Dit zijn Petrus, Jakobus, Johannes en alle apostelen die drie en een half jaar met Jezus hadden doorgebracht, met Hem leefden en Hem kenden. Jezus verscheen aan hen en ze aanbaden Hem, maar sommige van de elf twijfelden of dit werkelijk Jezus was. Hoe kon dat? Ze zagen Hem recht in het gezicht en ze twijfelden of Hij werkelijk Jezus was.

Wat ik probeer duidelijk te maken is dat we denken: “O, als ik één van de discipelen van Jezus was geweest, dan zou ik sterk in het geloof hebben gestaan.” Nee, het zou een obstakel zijn geweest, want je zou zo aan Hem gewend zijn geraakt, zoals Hij in het natuurlijke, het vleselijke was, dat je niet zou hebben onderscheiden wie Hij werkelijk was. Iedere keer wanneer Hij in Zijn opgestane gedaante verscheen, in Zijn verheerlijkte lichaam, konden de mensen Hem niet herkennen, omdat Hij geestelijk onderscheiden moest worden.

Kennen
Eigenlijk zijn we nu veel beter af. We kunnen Jezus nu beter kennen dan de elf apostelen konden, omdat wij niet de belemmering hebben te weten hoe Hij was in Zijn fysieke lichaam. Je kunt je ogen dicht doen en je Jezus voorstellen, gezeten aan de rechterhand van God de Vader. Je kunt in het boek Openbaring lezen over Zijn ogen als vuur en Zijn gezicht als de zon, en je kunt Hem op iedere manier die je wilt voor je zien, maar je hoeft geen rekening te houden met een fysieke afleiding. Eigenlijk kunnen wij Jezus veel beter kennen dan de mensen die met Hem wandelden en praatten. Als jij jezelf maar open zou stellen en beginnen Hem te leren kennen door je geest en zover zou komen dat je in je geest functioneert in plaats van alleen maar in het fysieke gebied.

Wie schreef de helft van het Nieuwe Testament? De apostel Paulus die Hem niet naar het vlees kende. Hij heeft Jezus misschien wel eens gezien, maar hij was niet zo bekend met Hem als Petrus, Jakobus en Johannes. De apostel Petrus schreef over de brieven van Paulus en hij zei: zoals ook onze geliefde broeder Paulus naar de hem gegeven wijsheid u geschreven heeft, evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt. Daarin is een en ander moeilijk te verstaan, wat de onkundige en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften. 
Petrus gaf op de brieven van Paulus het zegel van goedkeuring als zijnde Schrift. En hij zegt: ”Onze gelieve broeder Paulus”. Paulus had een betere openbaring. Hij kende Jezus beter dan Petrus.
Petrus bezweek in feite aan het legalisme van zijn tijd en de religieuze druk. Nadat de Joden uit Jeruzalem waren gekomen, wilde hij niet eten met de heidenen. En toen Petrus naar Antiochië kwam verzette Paulus zich tegen hem en beschuldigde hem ervan een hypocriet te zijn. Die zei: “Je had beter kunnen weten. Je had dit gezicht en God heeft jou dingen laten zien, maar je gaf toe. Je schikte je naar de Joden, omdat je niet wilde dat zij je afwezen.” Dit is de apostel Paulus die Jezus niet zo goed naar het vlees kende als Petrus en toch kende hij Hem beter naar de geest dan Petrus.

Je kunt God beter kennen door de Geest dan dat je Hem ooit kunt kennen door kippenvel, een gezicht of één of ander gevoel. Je weet dat mensen altijd een profetie willen hebben. Er zijn veel mensen naar me toe gekomen die me vroegen of ik over hen wilde profeteren. Nu kan ik profeteren, maar ik weiger om een instant profeet te zijn, bij wie je een muntstuk in de gleuf stopt, de hendel overhaalt en God komt te voorschijn. Deze mensen willen dat ik iets doe. En ook al geloof ik in profetie, het is beter dat je God zelf kent. Hij is niet ver van wie dan ook, maar de manier waarop je Hem leert kennen is dat Hij niet fysiek is. God is een geest. In Joh. 4:24 staat: God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.

Geloof
Broeders en zusters, het Lichaam van Christus heeft een groot probleem. We hebben ons zesde zintuig van geloof laten gaan zoals je een blinde darm verwijdert. Wat voor doel het ook diende, het is nu latent in de meeste mensen en het neemt alleen maar ruimte in beslag. We gebruiken het niet meer en sommigen van ons hebben het weg laten snijden. Er zijn mensen die geloof als overbodig beschouwen, hoewel God ieder van ons heeft geschapen met de mogelijkheid om dingen in je hart te weten die je niet met je verstand kunt weten. Maar dat moedigen we niet aan. Eigenlijk maken we er grappen over en we beschouwen het als bijgeloof. Ongetwijfeld is er misbruik gemaakt van geloof, maar de mensen misbruiken hun zintuigen ook, en we proberen niet om díe kwijt te raken.
Ik zeg je dat we de mogelijkheid hebben om dingen te weten. Iedereen in deze zaal heeft wel eens voor een keuze gestaan. Je voelde in je hart dat je het ene zou moeten doen, maar het scheen verstandiger te zijn om het andere te doen. Je volgde het advies van anderen. Je deed wat zij jou vertelden te doen, maar het was een verkeerde beslissing. Op het moment dat je dit ontdekte, zei je: “Ik wist dat ik het anders had moeten doen.” Hoe wist je dat? God heeft iedereen de mogelijkheid gegeven om in geloof te wandelen, om dingen van binnen te weten die je niet met je verstand kunt weten. Toch zijn we zover gekomen dat we weigeren om ons door onze geest te laten leiden. We weigeren om zaken op het niveau van het hart te weten. We proberen alles intellectueel te beredeneren en we plaatsen het in een reageerbuisje.

Ik vertel je dat als je al tijd doorbrengt met het bestuderen van het Woord van God, dan zul je God missen als je probeert alles met je verstand te begrijpen. Het Woord van God is voor je hart geschreven, niet voor je hersens. Dat betekent niet dat het Woord niet logisch is. Het is bijzonder logisch. Maar je moet je laten leiden door de Heilige Geest en je moet het in je hart ontvangen.
En zo begin je God te leren kennen. Je moet je realiseren dat Hij niet zal komen opdagen en in een stoel zal gaan zitten om met een hoorbare stem met je te praten. Je zult geen zichtbare manifestatie zien. Je zult geen kippenvel over je hele ruggengraat krijgen, geen dromen, gezichten en openbaringen. Al die dingen kunnen wel gebeuren en ze zijn ook gebeurd, maar ze gebeuren niet erg vaak en bij de meeste mensen gebeuren ze niet. Ik heb nooit een gezicht gezien.

Nu heb ik wel dingen in mijn hart gehad waarbij ik dingen zag, zoals ik al heb beschreven, maar dat ging op dezelfde manier als bijvoorbeeld jij zou zeggen: stel je eens een appel voor. Zo zag ik het, in mijn geestesoog. Het was niet een open gezicht. Ik had mijn ogen dicht en op het moment dat ik mijn ogen opende was het weg. Ik heb nooit een open gezicht gehad. Ik heb nooit een hoorbare stem gehoord. Ik ben nooit fysiek opgenomen in de aanwezigheid van God. Ik zeg niet dat dit soort dingen niet bestaan, maar ik zeg dat ze niet vaak gebeuren. Bij de meerderheid van de mensen gebeurt het niet. Als je God wilt leren kennen, dan moet je beginnen met je hart te openen en Hem te leren kennen door je geest.

Je kunt zover komen dat je Hem zodanig in je geest kent, dat het beter is dan zien. Geloof is beter dan zien. We wandelen door geloof en niet door aanschouwen. Ik weet dat sommigen van jullie nu denken: “O, hier kan ik helemaal niks mee.” Maar hier heeft God ons voor gemaakt, hier schreef Paulus over. Dit is het normale christelijke leven. Als je vandaag begint om zo te wandelen, dan zal iedereen je maar raar vinden. Ze zullen zeggen dat je een hypocriet bent, een fanatiekeling. Maar God heeft ons op deze manier gemaakt.

Ik geef je nog een laatste voorbeeld en dan houd ik ermee op. Morgen heb ik een heleboel goede dingen te vertellen die je verder kunnen helpen. Maar ik kan me herinneren dat ik de film “The Passion Of The Christ” zag. Vrienden van mij hadden de film gezien en ze waren er zo door aangeraakt en zo door overweldigd dat ik biddend naar de bioscoop ging en God geloofde dat ik een bovennatuurlijke ervaring zou hebben. Ik verwachtte dat de kruisiging van Jezus binnenin me tot leven zou komen.
Ik heb geen kritiek op Mel Gibson omdat hij die film maakte. Sommige mensen hebben hem bekritiseerd. Mel Gibson heeft zelf gezegd dat hij de film veel realistischer had willen maken dan hoe het uiteindelijk geworden is. Hij moest het afzwakken, omdat het als veel te gewelddadig beschouwd zou worden en niemand ernaar zou komen kijken. Dus ik heb geen kritiek op Mel Gibson, maar eigenlijk was ik teleurgesteld in de film, omdat wat ik op het doek zag niet zo werkelijk was als wat ik binnenin me had. Ik was teleurgesteld. Ik had zoiets van: “Dit is niets vergeleken met wat de werkelijke kruisiging van Jezus was. Die was vele keren erger dan hoe de film het uitbeeldt.”

Om een voorbeeld te geven, in Jesaja 52 staat dat hij zo mishandeld was, dat Zijn gezicht er erger uitzag dan het gezicht van wie dan ook die ooit op aarde had geleefd. Er kwam eens een man bij me van wie de neus en mond weggevreten waren door kanker. Hij had een handdoek over zijn gezicht. Hij wilde dat ik voor hem bad en ik vroeg hem om de handdoek weg te halen. Je kon tot binnen in zijn gezicht zien. Jezus zag er veel erger uit. Er kwam ook eens een man bij me van wie zijn oog was weggevreten en het kankergezwel hing als een grote bal uit zijn oog. Jezus zag er veel erger uit. Dat staat in Jesaja 52:14. 

In Jesaja 53 staat dat Zijn gedaante zo misvormd was, dat Hij niet eens meer menselijk leek. De film “The Passion Of The Christ” liet een mishandelde, geslagen Jezus zien, maar Hij zag er nog steeds als een menselijk lichaam uit. De Bijbel zegt dat Hij niet menselijk meer leek. Ik ga hier nu niet over onderwijzen, maar ik geloof dat wat er gebeurde dit was, dat iedere ziekte, iedere kwaal waar het menselijk ras ooit aan heeft geleden in het fysieke lichaam van Jezus ging. Hij droeg al onze ziektes in Zijn eigen lichaam. Iedere misvorming, elefantiasis, iedere tumor, ieder ellendig iets dat het menselijk ras ooit is overkomen kwam in het fysieke lichaam van Jezus. Dat liet Mel Gibson niet zien. Hij liet alleen maar het slaan door de Romeinse soldaten zien, en hoe erg dat ook was, het was maar een kras op de oppervlakte.
Bovendien liet de film niet de geestelijke kant zien. Jezus proefde niet de dood in die zin dat Hij een klein beetje zonde nam en een klein beetje van onze straf. Jezus werd letterlijk tot zonde gemaakt. Dat zegt de Bijbel in 2 Kor. 5:21. Hij werd in onze plaats tot zonde gemaakt. Er werd niet symbolisch een beetje zonde in Hem geplaatst. Jezus werd alles wat verachtelijk is. De zonden van iedere pedofiel, iedere homoseksueel, iedere moordenaar, iedere leugenaar, iedere overspelige kwamen in Zijn lichaam, samen met de schaamte en de schuld die al die zonden voortbrengen. 

Neem de ergste nacht die je ooit hebt gehad, of je ergste dag, het ergste wat je ooit is overkomen, alle ellende die je ooit hebt gevoeld. Jezus voelde dat precies zo, maar dan vermenigvuldigd met miljarden en miljarden keer voor iedere persoon op aarde die ooit heeft gezondigd. Mel Gibson kon dat niet laten zien in zijn film.
Terwijl ik naar de film keek, bad ik en ik zei: “God dit is zo – ik weet niet wat het juiste woord is – maar dit is zo afgezaagd vergeleken met hoe de werkelijke kruisiging van Jezus was.” Het deed er bijna geen recht aan, want de film liet alleen maar de Romeinse slagen zien. Het liet helemaal niet al die andere dingen zien. Ik zei: “God, wat is er mis met mij. Is er iets mis met mij?” En Hij sprak tot me en zei: “Andrew, door de kracht van de Heilige Geest heb je de kruisiging meer reëel gezien en ervaren dan Mijn apostelen die daar aanwezig waren en het zagen.”

Dat is omdat ze alleen maar in het fysieke gebied zagen. Ze wisten niet wat ik weet, dat al de schaamte en de schuld en de zonden van de wereld in Jezus gingen. Ze begrepen niet dat al de ziektes van het hele menselijke ras in Hem gingen. Ze begrepen niet dat Jezus 10.000 engelen had kunnen roepen en van het kruis had kunnen afgaan. Ze keken ernaar en ze waren verward omdat ze dachten dat Jezus verslagen was. Ze hadden niet het geestelijke inzicht. De Heilige Geest had deze dingen nog niet aan hen bekendgemaakt.

De Heer vertelde mij: “Mijn kruisiging heeft een grotere impact op jou gehad dan op Mijn discipelen die naar de kruisiging keken, totdat God na de opstanding hun hart opende en dit aan hen liet zien. Het is voor jou meer werkelijkheid dan voor de mensen die daar stonden en ernaar keken.” Weet je, ik heb honderden keren de Schrift bestudeerd en erover gemediteerd en de Heilige Geest heeft de kruisiging van Jezus levend voor me gemaakt. Ik geloof echt dat wat ik 2000 jaar later gezien en ervaren heb echter is en meer impact op mijn leven heeft dan hoe het was voor de mensen die het hebben gezien. Dit is eigenlijk onvoorstelbaar. 

Als je in de Geest gaat wandelen en als je dingen komt te weten door de Geest en niet door het vlees, dan mis je 2000 jaar later eigenlijk niets. We missen het niet dat we Hem niet gezien hebben. Eigenlijk hebben wij een voordeel, omdat we Hem kunnen kennen in de Geest en Zijn fysieke lichaam ons niet belemmert om te zien wie Jezus werkelijk is. Je kunt God kennen. Je kunt Hem kennen in de betekenis waar ik deze hele conferentie al over gesproken heb. Je kunt Hem kennen op een hechte, intieme, persoonlijke manier, maar je moet het wel doen door de Geest. God is een geest, en als je Hem aanbidt, dan moet je Hem aanbidden in geest en waarheid. 

Broeders en zusters, de meesten van ons zijn zo vleselijk dat het geestelijke volkomen vreemd is voor onze natuur. Maar als je wedergeboren wordt, dan ben je nu veranderd. God heeft je deze mogelijkheid gegeven, maar je moet je allereerst openen en het erkennen. Je moet beginnen je bezig te houden met iets dat verder gaat dan je vijf zintuigen. Je moet Hem leren kennen gebaseerd op wat het Woord van God zegt. De woorden die Hij tot ons spreekt, zijn geest en zijn leven (Johannes 6:63). Gods Woord maakt ons dingen bekend. Je moet zover komen dat je het Woord leest, vertrouwt wat je leest en je geest moet gaan toestaan om dit te ervaren. Je moet beginnen om dingen door de geest te gaan zien en niet door het vlees. Jongens, dit is krachtig.

Als je vanavond naar mij hebt geluisterd, dan heb ik een aantal dingen met je gedeeld die je relatie met God radicaal kunnen veranderen. Morgen zal ik een heleboel andere dingen met je delen, die je echt zullen helpen, maar wat ik vanavond zei is cruciaal. Ik denk dat de meesten van ons zelden iemand zien die door geloof leeft en daarom kijken we om ons heen en we denken dat dit wat we zien de manier is waarop het zou moeten. We denken dat we allemaal depressief en verslagen en ontmoedigd zouden moeten zijn en angst zouden moeten hebben enzovoort. En dat het zo zou moeten zijn dat de fysieke zaken van de wereld ons beheersen. Maar op die manier hoeft het niet te zijn. Je kunt in het geestelijke gebied leven waar het fysieke gebied je niet verslaat en verwoest. Je kunt God kennen in geest en in waarheid. Wij kunnen in de geest wandelen. Je hebt deze mogelijkheid. Het is niet alleen voor de superheilige, maar voor iedere wedergeboren gelovige. Mensen, dit is krachtig.

Maar eerst moet je iemand horen zeggen dat het mogelijk is, voordat je zelfs maar kunt beginnen die kant op te gaan. En ik denk niet dat de meeste mensen zelfs maar denken dat het mogelijk is. De meeste mensen denken dat je God niet kunt kennen. Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God voor hen heeft bereid. Punt? Nee, het gaat verder en zegt dat God het ons heeft geopenbaard door de Geest. Je kunt God kennen door de Geest. Mensen, wat is dit een geweldig iets.

Dit is één van de redenen dat je de doop met de Heilige Geest moet ontvangen. Je ontvangt een wedergeboren geest als je gered wordt, maar de Heilige Geest geeft je geestelijk begrip. In Romeinen 5:5 staat dat de liefde van God in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest. Jezus zei: “De Heilige Geest zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. De Trooster, de Heilige Geest, zal u alles leren, en u te binnen brengen alles wat Ik u gezegd heb.” 

Ik zeg je dat de Heilige Geest niet een toegevoegde waarde is die een enigszins andere dimensie aan je leven geeft. Hij is essentieel. Je hebt de bediening van de Heilige Geest nodig. Je hebt het nodig dat de Heilige Geest je tot leven brengt. Je hebt de gaven van de Heilige Geest nodig. Spreken in tongen is één van de krachtigste dingen die je kunt doen, omdat het maakt dat jij je vijf zintuigen uitsluit en in het geestelijke gebied gaat leven. Als je in tongen spreekt, dan zegt de Bijbel zelfs in Jesaja 28 dat Hij in een onverstaanbare taal en in een vreemde tongval zal spreken . De wereld zegt dat het dwaasheid is. Je eigen verstand zal zeggen: “Dit is mal. Ik ben aan het brabbelen.” Maar om in tongen te kunnen spreken, moet je verder gaan dan je vijf zintuigen. Je moet in geloof gaan handelen. Je kunt niet een langere tijd in tongen spreken zonder dat je in geloof handelt. En dat is één van de grote voordelen; het dwingt je om naar het geestelijke gebied te gaan en in het gebied van geloof te komen. Spreken in tongen is een zeer krachtige gave.

Is hier iemand vanavond die Jezus nog nooit tot zijn persoonlijke Heer heeft gemaakt? Je moet wedergeboren worden, anders is het enige geestelijke gebied dat je kunt aanboren het demonische geestelijke gebied en dat wil je niet. Als je toegang wilt tot God, dan is er geen andere weg dan door Jezus. Jezus zei: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Je moet wedergeboren worden. Dat is essentieel. En als je eenmaal wedergeboren bent, moet je de doop met de Heilige Geest ontvangen en de gaven van de Heilige Geest. Er is nog meer dan alleen maar het spreken in tongen, maar dit is één van de eerste gaven die je kunt gebruiken. Het is een krachtige gave, en er is nog veel meer.

Is hier iemand vanavond die zegt: “Ik wil wedergeboren worden, ik wil Jezus tot mijn Heer maken”?


Deel 4. God kennen door het Woord
 


 

www.vergadering.nu