www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2 RECENSIES
Pasen feest van bevrijding
Ds. C. den Boer
Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 2006
114 blz. € 10,90
9789023919209
Een uitgave van het Centrum voor Israëlstudies
Waarom viert de christelijke kerk het Paasfeest? En waarom viert zij dat feest niet op dezelfde dag als de joden Pesach vieren? In beide
gevallen gaat het immers om de herdenking van Gods grote daden in de geschiedenis van Israël? Pesach is het feest van de bevrijding van
het joodse volk door Israëls God uit het slavenhuis van Egypte. En Pasen is het feest van de bevrijding van de christelijke gemeente
die bij Israël is ingelijfd door de Messias Jezus – een bevrijding uit zonde, dood, hel en satan. Hoe is het gekomen, dat die twee
vieringen uit elkaar zijn gegroeid? Vanwaar dat verschil in paasdata? In het derde millennium valt het Paasfeest in veel gevallen in
dezelfde week als het joodse Pesachfeest. Dit biedt de christelijke kerk een nieuwe kans om het verband tussen Pasen en Pesach door te
lichten en te doorleven. Ds. Den Boer houdt zich al lange tijd bezig met de vraag van de paasdatum. Met het schrijven van dit boek wil
hij graag een aanzet geven tot het doorlichten en doorleven.
2. Nederlands Dagblad – 7 april 2006
Pasen feest van bevrijding
Boekrecensie door Roel Sikkema
In dit boek legt ds. C. den Boer uit wat de verschillen, maar ook de overeenkomsten zijn tussen het joodse Pesach en het christelijke
Pasen. In beide gevallen gaat het volgens hem om de herdenking van Gods grote daden in de geschiedenis van Israël. Bij Pesach wordt de
bevrijding van het joodse volk uit Egypte herdacht, Pasen is het feest van de bevrijding van de christelijke gemeente die bij Israel is
ingelijfd door de Messias Jezus. Een bevrijding uit zonde, dood, hel en satan, aldus Den Boer.
In de loop van de eeuwen zijn de twee feesten, een joods en een christelijk, verder uit elkaar gegroeid.
Dat geldt niet alleen inhoudelijk, maar ook wat betreft de data waarop de feesten worden gevierd. Den Boer bepleit een gezamenlijke
viering, waarvoor dan ook een gemeenschappelijke datum moet worden vastgesteld. Want het christelijke paasfeest bouwt volgens hem voort
op het joodse Pescha. In de komende jaren blijken de berekeningen van de paasdatum zo uit te vallen dat geregeld het westerse en
oosterse Pasen op dezelfde dag vallen, en dat dit vaak in de buurt van de datum van het joodse Pesach ligt.
Den Boer hoopt dat er wereldwijd een discussie op gang komt om ook in jaren waarin de data volgens
huidige berekeningen verder uit elkaar liggen, de christenen zich aanpassen aan de joodse berekeningsmethode. Voor wie er meer over wil
lezen, is een uitgebreide literatuuropgave met een aantal websites opgenomen.
1. ‘Vrede over
Israël’, jaargang 50, nr. 2 - maart 2006 - www.kerkenisrael.nl
De breuk van synagoge en kerk vanwege de paasdatum
Recensie door C.J. van den Boogert
Enkele fundamentele vragen
In de tweede publicatie van het Centrum voor Israëlstudies worden door ds. C. den Boer enkele funda-mentele vragen over de viering
van het paasfeest door de kerk gesteld: Waarom viert de christelijke kerk het paasfeest? En waarom viert zij dat feest niet op dezelfde
dag als de Joden Pesach vieren?
Dat laatste is zeer opmerkelijk, want ‘Pesach is het feest van de bevrijding van het joodse volk door Israëls God uit het slavenhuis
van Egypte. En Pasen is het feest van de bevrijding van de christelijke gemeente die bij Israël is ingelijfd door de Messias Jezus.’
Toch heeft de kerk blijkbaar bewust gekozen voor een andere paasdatum.
Vanwaar dat verschil in paasdata? Door welke motieven heeft de kerk zich bij het uiteengroeien van de twee vieringen laten leiden? Dit
zijn de fundamentele vragen die door ds. C. den Boer aan de orde worden gesteld.
De kerk geworteld in Israël
In de eerste twee hoofdstukken, ‘Pesach in het Oude Testament en in het Jodendom’ en ‘Pasen in het Nieuwe Testament en in de
Vroege Kerk’ wordt het ontstaan van Pesach beschreven. Ruime aandacht wordt besteed aan de wijze waarop de ‘séderavond’ door het
joodse volk voor de verwoesting van de tem-pel gevierd werd en hoe het ook nu nog wordt gevierd. Benadrukt wordt dat het bij de
pesachviering op de séderavond niet slechts gaat om het herdenken van een historisch feit uit het verleden, maar vooral om een steeds
weer opnieuw beleven, hoe geweldig de God van Israël is.
In het Nieuwe Testament wordt over de viering van het pesachfeest door Jezus verteld. Jezus heeft tijdens de sédermaaltijd het Heilig
Avondmaal ingesteld. Niet als een gedachtenismaaltijd aan zijn dood en op-standing los van het pesachfeest. ‘Maar Jezus heeft
blijkbaar bewust de lijn van de gedachtenis van de uittocht uit Egypte in het joods pesachfeest willen doortrekken naar de
gedachtenisviering van zijn dood en opstanding in de viering van het Heilig Avondmaal. Deze twee gedachtenisvieringen zijn door Christus
Zelf ten nauwste aan elkaar verbonden als manifestaties van het grote heilshandelen van God.’
Dat pleit er voor om Pesach en Pasen op dezelfde datum te vieren.
Pasen in de Vroege Kerk
In de eerste en tweede eeuw heeft slechts een klein gedeelte van de kerk het Pascha op dezelfde dag als de synagoge gevierd. Op de
in Exodus 12 door God Zelf bevolen 14e dag van de eerste maand van het joodse jaar, de maand Nisan. Dit waren christenen, wellicht
joodse gelovigen in Jezus, in de kerk van Klein-Azië. Hier vallen Pesach en Pasen samen. Deze christenen worden de quartodecimanen
(mensen van de veer-tiende dag) genoemd. Zij ‘wilden geen paasfeest vieren los van Israël, maar samen met de Joden.’
In de kerk van het Westen, onder aanvoering van Rome volgde men een andere praktijk. Daar verschoof men het paasfeest naar de zondag die
direct op de 14e Nisan volgde. Dat had tot gevolg:
• dat enerzijds de band met de joodse viering bleef bestaan;
• dat anderzijds de dag van de opstanding van Christus werd benadrukt.
Bij deze wijze van vieren werden kruislijden en de opstanding van Jezus door de kerk verbonden. Dat lijkt positief. Toch komt reeds in
een brief van bisschop Ignatius, geschreven in 107 n. Chr., de groeiende con-troverse met het jodendom openbaar. Ignatius wil elke vorm
van judaïsme bestrijden en de sabbat afschaf-fen. De strijd om de paasdatum begint te ontluiken. De kerk dreigt de tak waarop zij zit
te gaan doorzagen.
Nicea
In het derde hoofdstuk van het boek, ‘Pasen en het concilie van Nicea’, wordt beschreven hoe de strijd om de paasdatum wordt
toegespitst.
Het is de tijd van keizer Constantijn, de eerste Romeinse keizer die zich tot het christelijk geloof bekeerde. Evenals de kerk streefde
hij naar eenheid in het immens grote Romeinse rijk. De kerk meende die eenheid het best te kunnen waarborgen door één paasdatum voor
de gehele kerk vast te stellen. Pasen is immers het hoofdfeest.
Op het concilie dat in 325 in Nicea werd gehouden, besloot de kerk:
• De eerste zondag na de eerste volle maan na de dag waarop de lente begint, wordt de feestdag van de opstanding (Pasen).
• Pasen zou zo altijd vallen tussen 22 maart en 25 april.
• Het christelijke paasfeest mocht in geen geval met het joodse samenvallen.
Met dit laatste besluit had de kerk in feite de tak waarop zij zat doorgezaagd of, om het beeld van Paulus in de brief aan Rome te
gebruiken, ze had zichzelf van de olijfboom weggesnoeid (Rom. 11:17-24).
Gelukkig had de kerk één ding nagelaten. Ze had de boom niet ontworteld. Door bij de keuze van de paas-datum uit te gaan van de eerste
volle maan en van de eerste voorjaarsdag (het lentepunt) is ze toch ver-bonden gebleven met de joodse pesachdatum.
De negatieve rol die keizer Constantijn ten opzichte van de Joden gespeeld heeft, komt uit in een brief van de keizer aan het concilie.
Hij schrijft o.a.:
• ‘Het is de heiligste van alle feesten onwaardig om de gewoonte (de berekening) van de Joden te vol-gen... Het is onze plicht niets
gemeenschappelijks te hebben met de moordenaars van onze Here.
• Wij wensen ons af te zonderen van het verfoeilijke gezelschap van de Joden... zulk een verdorven volk.’
Het is duidelijk. Voor Constantijn had Israël afgedaan. De kerk had de plaats van Israël ingenomen. Dit werd manifest in het besluit
van het concilie om de viering van het paasfeest los te koppelen van de vie-ring van Pesach.
Pesach en Pasen in één adem
Ondanks alle inspanningen is het de kerk niet gelukt om tot een gemeenschappelijke paasdatum te komen. De westerse en de oosterse
kerk hebben door de eeuwen heen een verschillende telling gehandhaafd.
Gelukkig is de kerk tot op heden ook niet ingegaan op een verzoek om een ‘vaste paasdatum’ te kiezen. Dit verzoek is voornamelijk
door economische motieven ingegeven. Als men er op in zou gaan, dan wordt het paasfeest losgekoppeld van het door de Joden altijd in
acht genomen maanjaar en van het begin van de lente. W. Barnard formuleerde op 11 oktober 1975 het gevolg van zo’n besluit in een
geruchtmakend arti-kel in Trouw als volgt:
‘Met de acceptatie van een vaste paasdatum degraderen we het Oude Testament, dan gaan we voorbij aan de zin en de strekking van het
oudtestamentische Pascha en dus aan de zin van het nieuwtesta-mentische Pascha...’
Nu het derde millennium is aangebroken houdt ds. C. den Boer in zijn boek een pleidooi voor ‘één ge-meenschappelijke paasdatum voor
alle kerken verbonden met de datum van Pesach.’ Hij motiveert dit pleidooi met de woorden: ‘Want voor die datum heeft Israëls God
zelf gekozen en op die datum heeft onze Meester de zijnen tijdens het laatste Avondmaal uit zijn lijden, sterven en opstanding bediend.’
Wordt Pesach op deze wijze niet door de kerk geannexeerd? Neen, zegt hij, maar ‘de christenen uit de volkerenwereld schuiven aan aan
de sédertafel op de zondag direct na de 14e Nisan. Ter gedachtenis aan Gods grote daden in de geschiedenis van Israël, in de uittocht
uit Egypte en - in het verlengde daarvan - in de verlossing die Jezus Christus tot stand heeft gebracht in kruis en opstanding.’
Het boek ‘Pasen feest van bevrijding’ is zeker waard aangeschaft te worden. Het wordt nog verrijkt met een drietal Excursen:
• Excurs A: 1. De Joodse kalender. 2. Kalenderzaken.
• Excurs B: Over de joodse viering van Pesach nu.
• Excurs C: Over het verschil tussen de synoptische evangeliën en het Evangelie van Johannes inzake de paasdatum.
|