www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu



De Da Vinci Code
Dan Brown
uitg. Luitingh, Amsterdam, 2004, ISBN 9024548004; 429 blz.; € 18,95.

5. RECENSIES    [ Zie ook recensies van: Josh McDowell - De Da Vinci Code... ]


5. ELLIPS – januari 2006

De Boeken die de kerk achterhield

Mr. Medema interviewt prof. Michael Green naar aanleiding van diens boek (over de gnostische geschriften die door de Kerk zijn veroordeeld en verbannen). Dit boek is geschreven naar aanleiding van Dan Browns De Da Vinci code, waarin de hoofdpersonen die gnostische geschriften juist ophemelen.

Interview door HENK P. MEDEMA

Dan Browns boek The Da Vinci Code (DVC) is wereldwijd de meest verkochte roman. In mei 2006 wordt de première verwacht van de verfilming. Vanuit christelijk perspectief heeft dr. Michael Green stelling genomen, in een boek getiteld The Books the Church Suppressed, waarvan de Nederlandse editie in april verschijnt bij uitgeverij Medema in Vaassen. Dr. Michael Green is als Senior Research Fellow verbonden aan Wycliffe Hall in Oxford, waar hij evangelisatie en nieuwtestamentische studies doceert. Daarnaast reist en predikt hij wereldwijd en is onder andere als Professor of Evangelism verbonden aan Regent College, Vancouver, Canada.

Bedoelde u met de titel van uw boek over DVC, The Books the Church Suppressed, tegen Dan Brown te zeggen: ja, dat is wat de kerk gedaan heeft, en terecht: de gnostische boeken onder het tapijt schuiven?

Jazeker. Browns hoofdpersonen doen de beschuldigende suggestie dat de gnostische evangeliën het oorspronkelijke getuigenis over Jezus vormden. Nadat Constantijn de kerk in de vierde eeuw tot een van zijn machtsbases had gemaakt, zouden deze gnostische evangeliën zijn vernietigd en verbannen en vervangen door onze vier evangeliën. Dat is zo falikant in strijd met de werkelijkheid dat ik daarom deze titel heb gekozen. Het is inderdaad waar dat de Kerk sommige boeken onder het tapijt geveegd heeft, maar dat waren precies die boeken waar Browns hoofdpersonen zo dol op zijn. De Kerk had bijna twee eeuwen lang te kampen gehad met gnosticisme, won dat gevecht en besloot deze literatuur te verbannen als hoogst misleidende dwaalleer.

Een andere aanpak was ook mogelijk geweest: het aantonen van heel veel fouten of zelfs bedrog in de ‘feiten’ van Brown op allerlei vakgebieden en wetenschapsterreinen. U koos ervoor het debat te openen over de status van de boeken waar het over gaat, en te strijden voor het gezag van de Schrift. Waarom deze strategie?

Tegen zo'n blockbuster werkt dat niet. Het lijkt defensief, oftewel een verdediging van je eigen zaken. Ik was me van de vele falsificaties bewust, naast de bewuste poging om het christelijk geloof te ondermijnen, maar op die lijn wilde ik me niet richten. In feite wilde ik meer, veel meer dan een weerlegging van Browns materiaal. Dat zou ook nutteloos zijn, want de auteur weigert elke discussie over wat hij heeft geschreven. Vanuit z'n luie stoel incasseert hij het geld! In zo'n aanpak zou ik te dicht tegen zijn boek aan blijven hangen, en ik wilde dat het boek gewoon een waarde op zichzelf zou hebben. Dus probeer ik aan te tonen dat de documenten die we in ons Nieuwe Testament hebben, regelrecht teruggaan op het apostolische getuigenis van de eerste eeuw en krachtig bevestigd zijn in iedere tijd van de vroege Kerk. Er zijn tal van fouten van kunsthistorische en aardrijkskundige aard in het relaas van Brown, maar dat zijn kleinigheden in vergelijking met zijn vastbeslotenheid om het christelijk evangelie in diskrediet te brengen door minderwaardig materiaal te gebruiken om de weg vrij te maken voor de door hem gepresenteerde 'religie van het goddelijke vrouwelijke'.

Zit er ook een motief van wetenschap tegenover religie in de geschriften van Dan Brown? Bijvoorbeeld in de tegenstelling tussen CERN en de Rooms Katholieke Kerk, concreter: de Engelenburg tegen het Vaticaan, nog concreter: engelen tegenover demonen?

Dat was niet zozeer wat me opviel in dat boek (Angels and Demons; Ned.: Het Bernini mysterie). Natuurlijk, als je het christendom en speciaal de rooms katholieke versie daarvan onderuit wilt halen, dan helpt het wel als je kunt aantonen dat jouw standpunt rationeel en wetenschappelijk is en dat de positie van de Kerk berust op mythen en fabels en tradities. Maar ik denk niet dat de kern van het boek was om wetenschap te verheerlijken boven religie, maar veeleer om een pleidooi te voeren voor de pantheïstische postmoderne filosofie van het anything goes, vooral op het gebied van seksualiteit. Het boek knoopt aan bij de tegenwoordige verwerping van het christendom, fascinatie met new age en een verering van religiositeit op basis van de ontdekking dat materialisme alleen nooit tevredenstelt.

Maakt 't de boeken populairder dat de helden geen James Bond figuren, laat staan Tarzans zijn, maar wetenschappers? Of is het belangrijker dat ze a-religieus zijn?

Geen enkele roman heeft ooit de populariteit van DVC bereikt en daardoor valt er niet zoveel te vergelijken en te analyseren aan het succes. Maar mensen weten wat er te verwachten is van Tarzan of James Bond: steeds meer van hetzelfde. Dat is met DVC anders. Browns eerdere boeken trokken lang niet zoveel aandacht voordat DVC de verkoop explosief liet stijgen. Ik denk niet dat de populariteit van het boek haar oorsprong vindt in één enkele grond, maar allerlei samenvallende factoren: spanning, sensualiteit, spiritualiteit die de mensen zoeken, herlevend heidendom, een nieuwe kijk op moraliteit, huwelijk, God, syncretisme en de eenheid van alle godsdiensten. O ja, en natuurlijk dat het christendom er eens lekker van langs krijgt! Het is een koppige cocktail, en zo is het dan ook een opmerkelijke roman geworden. Dus ja, de antireligieuze kleur van het boek geeft het extra aantrekkingskracht in onze na christelijke maatschappij, maar dat is lang niet het enige element in het succes van het boek.

Wat is volgens u het kernpunt van de gnostiek, speciaal in de relevantie ervan in de 21e eeuw? Een van de meest centrale symbolieken is de hieros gamos; zou dat er iets mee te maken hebben?

Het wezenlijke punt van de gnostiek in onze tijd is vermoedelijk ongeveer hetzelfde als in de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling. De gnostiek bood een vage theosofische spiritualiteit, alleen begrijpelijk voor de elite, in plaats van een evangelie dat voor allen beschikbaar was. Het was een mengsel van pseudoreligieuze psychoprietpraat, in plaats van de boodschap van een God die liefheeft, die komt, sterft, en die levend en bereikbaar is. Het was een zelfhulpproclamatie dat je een innerlijke vonk van Godheid in je hebt en dat openbaring uit je eigen innerlijke wezen voortkomt, in tegenstelling tot wat het christendom zegt: dat we onszelf niet kunnen redden en dat openbaring van Boven onszelf moet komen, van de levende God. Het gnosticisme bracht ons een Jezus die niet goddelijk was, die niet aan het kruis voor ons heil stierf of uit de doden opstond, maar die een schimmig figuur was die mogelijk in de eerste eeuw van onze jaartelling leefde, en de mensen leerde om aardig tegen elkaar te zijn. Toen, net als nu, suggereerde de gnostiek dat onze grootste queeste bestaat in het liefhebben van je eigen ware ik en het scheppen van een levensweg naar je eigen keuze veeleer dan God liefhebben en zijn geboden bewaren. Dan is seks buiten het huwelijk geen zonde: het gaat niemand aan dan jezelf, het heilige resultaat van je volstrekt vrije keuze. Inderdaad, zo is de 'heilige eenheid', de hieros gamos, zelfs nog veel meer een kernpunt dan vroeger. Het is heel knap zoals Saunière (een hoofdpersoon in DVC) een visie biedt op seks die een mateloze aantrekkingskracht uitoefent op na christelijke moderne mensen: een fysieke eenheid met als doel geestelijke extase, waardoor wij een (zeer gewenste) veranderde bewustzijnstoestand kunnen bereiken. Zijn hieros gamos maakt een eind aan het verschil tussen mannen en vrouwen: van zowel homoseksualiteit en heteroseksualiteit kun je genieten. Als seks de route naar spiritualiteit is, hoe meer hoe mooier, wat voor soort seks ook. En ziet u wat de uitwerking daarvan is? Niet alleen maar dat de aangeboren seksuele verschillen vervagen, wat heel aantrekkelijk is in deze tijd van biseksualiteit en promiscuïteit, maar daar is de claim aan verbonden van een spiritualiteit die de moraal uitschakelt en het onderscheid tussen goed en kwaad doet verdwijnen. Geen wonder dat een van de hoofdpersonen in DVC beweert dat het de mens is, niet God, die het concept van zonde heeft geschapen. Brown leidt zijn willige publiek langs de weg van tolerantie van alle soorten geloof en levensstijl in het zoeken naar eigen genoegen en zelfvervulling.


In uw boek gaat u zeer ver door te zeggen dat (anders dan Teabing in het boek beweert: dat bijna alles wat onze vaders ons over Christus hebben geleerd, fout is) in werkelijkheid bijna alles wat Brown over Jezus zegt, onjuist is. Daar staat u nog steeds achter? Krijgt u daar in publieke discussies kritische vragen over? Of zijn intelligente mensen zich hiervan bewust en willen ze het toegeven?

Ja, natuurlijk blijf ik daarbij. Jezus niet als goddelijk beschouwd tot het concilie van Nicea in de vierde eeuw? Fout! Zijn godheid is duidelijk bevestigd door het hele Nieuwe Testament heen. Keizer Constantijn zou Christus' goddelijke natuur hebben geproclameerd met politieke doeleinden? Fout! Christus' godheid werd op geen enkele manier betwijfeld in de tweeeneenhalve eeuw vóór Constantijn. Jezus zou met Maria Magdalena zijn getrouwd en een kind bij haar hebben verwekt? Fout, er is geen spoor van bewijs voor. De gnostische evangeliën zouden over Christus' dienst in heel menselijke termen spreken? Ze zijn meer dan tweehonderd jaar na onze evangeliën geschreven en zeggen ons niets nieuws over de historische Jezus. In feite maken ze nauwelijks melding van wat zijn dienst was en hun denkrichting is veel meer gericht op een bovenaardse werkelijkheid, meer obscuur en ingewikkeld dan onze evangeliën. Christus zou Maria Magdalena (niet Petrus) instructies gegeven hebben hoe de christelijke Kerk moest worden
opgericht? Niets daarvan, en er is geen enkele betrouwbare bron in die zin te noemen.
En zo kunnen we doorgaan. Ik voel me zeer vrijmoedig wan neer ik zulke dingen zeg in een publiek debat. Niemand kan hier iets aan ontkennen met enige aannemelijkheid. Maar in onze na- christelijke tijd zijn zo velen van het lezerspubliek van DVC compleet onwetend over het Nieuwe
Testament.

De gedachte die u oppert is dat de populariteit van het boek een afschaduwing van het verval van het christendom is. Vindt u dat wij als christenen geen voldoende respons te bieden hebben in termen van bijbelse apologetiek?

Zoals ik al zei: er speelt meer dan dat alleen. Maar Brown ziet dit punt heel helder, als hij opmerkt dat we tweeduizend jaar hebben geleefd onder het sterrenbeeld Vissen, het teken van Jezus, onder welk gesternte we onderworpen moesten zijn aan hogere machten. Maar we gaan nu de tijd van Aquarius binnen, de Waterman, waarvan de idealen zijn dat mensen voor zichzelf de waarheid mogen uitdenken. Brown weet dat hij een aantrekkelijk, verleidelijk alternatief tegenover het historische christendom kan stellen. En hij doet het briljant. Konden christenen maar met net zulk helder verstand en aantrekkelijke overtuigingskracht de waarheid van het evangelie overbrengen! Zou er in Nederland zo'n dringend nodige nieuwe generatie van apologisten kunnen opgroeien? 


4. ELLIPS – januari 2006

DAN BROWN OVER GELOOF EN WETENSCHAP

De gevierde schrijver van De Da Vinci code, Dan Brown, heeft in een vroegere bestseller, Het Bernini mysterie, de kwestie van geloof en wetenschap geportretteerd door twee machten tegenover elkaar te plaatsen: CERN in Genève en het rooms-katholieke hoofdkwartier in het Vaticaan. In Dan Bursteins Geheimen van het Bernini Mysterie wordt nader geanalyseerd op welke wijze Dan Brown zich van zijn taak heeft gekweten.


Boekrecensie door WILLEM J. OUWENEEL

In oktober jl. mochten wij vernemen dat van het wereldberoemde boek van Dan Brown, The Da Vinci Code, alleen al in Nederland (in vertaling) een miljoen exemplaren zijn verkocht. Wereldwijd zijn er minstens veertig miljoen boeken in alle mogelijke talen over de toonbank gegaan. Dat zijn fenomenale getallen. Het wordt nu al een van de meest gelezen boeken aller tijden genoemd. Ik twijfel er niet aan dat ook vele ELLIPS lezers het tot zich genomen hebben. Je hoeft het bepaald niet met alle gepresenteerde visies eens te zijn die ook niet per se Dan Browns visies zijn, maar die van zijn hoofdfiguren! om te genieten van de thriller en van de talloze daarin verwerkte elementen uit wat men noemt de history of ideas.

Vier romans
De Amerikaan Dan Brown (geb. 1964) uit New Hampshire, die Engelse literatuur en kunstgeschiedenis heeft gestudeerd, heeft meer van dat soort boeken geschreven, waarin een fictief verhaal wordt verteld tegen de achtergrond van herkenbare historische 'feiten' (ik zet dat woord tussen aanhalingstekens omdat Brown het met de feiten niet altijd even nauw neemt). Het begon met Digital Fortress (1998; Ned.: Het juvenalis dilemma), daarop volgde Angels & Demons (2000; Ned.: Het Bernini mysterie), vervolgens kwam Deception Point (2001; nog niet vertaald), en daarna The Da Vinci Code (2003; Ned.: De Da Vinci code). Dankzij het succes van dit laatste boek staan inmiddels ook de drie eerdere boeken internationaal op de bestsellerlijsten.

De Da Vinci Code en Het Bernini mysterie hebben de grote eer ontvangen dat er inmiddels uitvoerige 'commentaren' op verschenen zijn die proberen feit en fictie in de romans uit elkaar te halen en na te gaan hoeveel van Dan Browns 'feiten' werkelijk kloppen. Eerst verscheen Secrets ofthe Code (2004; Ned.: Geheimen van de Code: De mysteriën achter De Da Vinci Code ontsluierd), daarna Secrets of Angels & Demons (2004; Ned.: Geheimen van het Bernini mysterie), beide onder redactie van Dan Burstein met medewerking van Arne de Keijzer. Zelf heb ik van de vier romans tot dusver de drie vertaalde gelezen, plus de twee commentaren van Burstein. Persoonlijk vond ik Angels & Demons minstens zo interessant als The Da Vinci Code, bovendien worden er minder theorieën in verkondigd waaraan christenen zich zouden kunnen stoten. De inhoud komt hierop neer: de Harvardgeleerde Robert Langdon ontdekt dat het legendarische geheime genootschap de Illuminati nog steeds actief is. Sinds de tijd van Galileï zou dit genootschap de belangen van de wetenschap bevorderd hebben en het 'blinde' geloof van de katholieken (zeg maar: van christenen in het algemeen) hebben bestreden. De Illuminati blijken de briljante CERN fysicus Leonardo Vetra vermoord te hebben en hun brandmerk op zijn borst te hebben achtergelaten. Zijn jongste ontdekking, die van de antimaterie de krachtigste en gevaarlijkste energiebron die de mens tot dusver kent is verdwenen. Deze blijkt verborgen te zijn onder Vaticaanstad aan de vooravond van een nieuwe pausverkiezing. Langdon en Vittoria, Vetra's dochter en collega, beginnen aan een wilde jacht door de straten, kerken en catacomben van Rome, via een vierhonderd jaar oud spoor van de Illuminati, in een poging de verwoesting van het katholicisme te verhinderen.

Camerlengo

Er zouden allerlei redenen denkbaar zijn om deze boeken te bespreken, maar hier wijs ik vooral op de boeiende wijze waarop in Het Bernini mysterie de problemen rond geloof en wetenschap aan de orde worden gesteld, én de commentaren daarop in Geheimen van het Bernini mysterie. In de roman is wat dat betreft vooral de figuur van de camerlengo (de kamerheer van de paus) interessant. Ik zal u niets verklappen omtrent de herkomst, de aard en het einde van deze opmerkelijke figuur, maar alleen wijzen op de toespraak die de camerlengo houdt over geloof en wetenschap. Hij doet dat nota bene in de Sixtijnse kapel. Het gebeurt gedurende het conclaaf, terwijl de toespraak niettemin rechtstreeks over de hele wereld wordt uitgezonden, en wel omdat er zojuist verschillende kardinalen zijn vermoord door de Illuminati. Hoe dat allemaal in elkaar zit, moet u zelf maar lezen.

In deze toespraak verklaart de camerlengo dat de Illuminati 'gewonnen' hebben: het geloof is terzijde gedrongen en de Wetenschap is nu de nieuwe god. Geavanceerde geneeskunde, ICT, ruimtereizen, genetische manipulatie, dat zijn de wonderverhalen die wij vandaag onze kinderen vertellen; de verhalen over brandende braambossen, gespleten zeeën en dodenopstandingen hebben afgedaan. Maar we hebben deze overwinning van de Wetenschap duur betaald. Ons zijn de wonderen ontnomen. Onze zonsondergangen zijn gereduceerd tot golflengten en frequenties. De complexiteiten van het heelal zijn versnipperd tot wiskundige vergelijkingen. Zelfs onze eigenwaarde is vernietigd, want we zijn gereduceerd tot een stofje in het grote plan. Een kosmisch toeval.

Zelfs de technologie kan ons niet helpen. We zijn allemaal digitaal verbonden met de globe, en toch voelen we ons totaal eenzaam. De Wetenschap zoekt naar antwoorden door ongeboren foetussen te analyseren. Maar het enige dat ze steeds weer vindt zijn nieuwe vragen. Het duurde duizenden jaren om van het wiel tot de auto te komen, maar slechts enkele decennia van de auto tot ruimtevaartuigen. Vandaag meten we de wetenschappelijke vooruitgang in weken. De zaak loopt uit de hand. De kloof tussen mensen wordt steeds dieper, en waar de religie heeft afgedaan, vallen mensen in een geestelijk gat. We schreeuwen om zingeving. Dat is te zien aan de irrationele hang naar UFO's, paranormale contacten, astrale reizen. De ziel is verlamd door haar eigen 'verlichting' en haar onbekwaamheid nog enige zin te ontdekken in iets buiten de technologie om.

De Wetenschap, die beweerde ons te kunnen redden, is bezig ons te vernietigen. Zij heeft haar beloften niet waargemaakt. De beloften van efficiëntie en eenvoudigheid hebben niets dan vervuiling en chaos voortgebracht. We zijn een versplinterde, gejaagde soort, die neerglijdt langs een pad van vernietiging.

Wie is deze God 'Wetenschap'? Wie is de God die zijn volk macht biedt, maar geen moreel kader om ons te vertellen hoe we die macht moeten gebruiken? Wat voor God geeft een kind vuur zonder het te waarschuwen voor de gevaren ervan? De taal van de wetenschap komt zonder waarschuwingsborden over goed en kwaad. Wetenschappelijke handboeken vertellen ons hoe we een kernreactie tot stand kunnen brengen, maar bevatten geen hoofdstuk over de vraag of dat een goed of een slecht idee is.

De Wetenschap brengt massavernietigingswapens voort, maar het is de paus die de wereld rondreist om leiders te smeken zich in te houden. De Wetenschap kloont levende wezens, maar het is de Kerk die ons vraagt de morele implicaties daarvan te overwegen. De Wetenschap moedigt mensen aan te communiceren via telefoons, videoschermen en computers, maar het is de Kerk die haar deuren opent en ons aanmoedigt persoonlijk met elkaar te communiceren, zoals toch oorspronkelijk de bedoeling was. De Wetenschap vermoordt ongeboren baby's in de naam van onderzoek dat levens zal redden. Opnieuw is het de Kerk die wijst op de fout in deze redenering.

De Wetenschap noemt de Kerk onwetend. Maar wie is meer onwetend? De mens die bliksem niet kan definiëren, of de mens die de ontzaglijke kracht ervan niet eerbiedigt? Wanneer de mensheid haar vertrouwen opgeeft in de kracht groter dan wij, geven we ons verantwoordelijkheidsbesef op.

Commentaar

Dit is een sterk verkorte weergave van de toespraak van de camerlengo, die in Dan Browns fantasie voor de vuist weg wordt gehouden en door de hele wereld wordt aangehoord. Waar deze toespraak allemaal toe leidt, mag ik hier niet verklappen...

In het boek van Dan Burstein, Geheimen van het Bernini mysterie, wordt van de zeven hoofdstukken er één besteed aan de kwestie van geloof en wetenschap, onder de titel: 'Twee vensters met uitzicht op hetzelfde heelal? Het debat tussen wetenschap en religie'. Hier komen publicist Arne de Keijzer, wetenschapsjournalist George Johnson, fysicus Paul Davies, astrofysicus Neil deGrasse Tyson, bioloog Richard Dawkins, bioloog Dean Hamer, student Hannah de Keijzer en nanotechnoloog Josh Wolfe aan het woord. Ook de onderdelen van de hoofdstukken 'Het Vaticaan van binnen uit' (interviews met John O'Malley en John Dominic Crossan), 'Galilei, de vrome ketter' en 'Wetenschap en technologie in Het Bernini Mysterie' zijn interessant, vooral de interviews met natuurfilosoof Marcelo Gleiser. Men hoeft het niet met alle bijdragen eens te zijn om het hele boek als achtergrondinformatie bij en commentaar op Dan Browns roman te appreciëren. Als u behoort tot de categorie mensen die én van thrillers houden, speciaal van 'intelligente' thrillers die zoveel elementen uit de ideeëngeschiedenis bevatten, én tegen een stootje kunnen als het om ideeën gaat waar zij het totaal niet mee eens zijn, maar die toch leerzaam zijn, dan is Het Bernini mysterie én Bursteins 'exegese' ervan misschien iets voor u. En neem dan ook Bursteins 'exegese' van De Da Vinci code erbij, waarin veel van de beweringen van Browns hoofdpersonen worden bekritiseerd.


3. Oogst - juli 2005

De halve waarheid
door Wim Houtman

Dan Brown neemt heel wat loopjes met de geschiedenis van de kerk, van Europa en van de kunst. Hij manipuleert met de feiten.

In Parijs of Londen kun je tegenwoordig toeristen tegenkomen met een dik boek in de hand. De Da Vinci Code. Ze willen de plekken zien die in dat boek een rol spelen. Toch is het maar een roman, niet echt gebeurd. Net zomin als wat Dan Brown vertelt over de geschiedenis van het christendom.

De ChristenUnie wil het ontkennen van de holocaust strafbaar stellen. Er zijn een paar historici op de wereld die zeggen dat er in de Tweede Wereldoorlog helemaal geen zes miljoen Joden zijn vermoord. Invloed hebben ze nauwelijks. Toch wil Tweede Kamerlid Tineke Huizinga dat zij niet meer de kans krijgen hun anti joodse theorie uit te dragen.

Een stukje fictie

Stel je nu voor dat er over tweehonderd jaar een thriller verschijnt. 'De Auschwitz Code' van Don Black. In een spannend verhaal zet hij alles wat we weten over de Tweede Wereldoorlog op losse schroeven. Geschiedenis wordt geschreven door de winnaars, laat hij zien. Die bepaalden dat er in de oorlog zes miljoen Joden waren vermoord. Originele denkers, die daar niet in meegingen, werd het zwijgen opgelegd.

"M'n lieve kind", verklaarde Irving, "tot op dat moment in de geschiedenis werd Hitler door de mensen gezien als een dictator, zoals er zoveel zijn geweest. Een wrede en machtsbeluste man, dat wel, maar geen antisemiet. Een gewone dictator."
"Niet als de aanstichter van de holocaust?"
"Nee", zei Irving. "Dat er zes miljoen Joden zouden zijn vermoord, werd pas vastgelegd nadat er een officieel voorstel voor was ingediend en over was gestemd in onder andere het Nederlandse parlement."
"Wacht eventjes. Wilt u zeggen dat de holocaust het resultaat van een stémming was?"
"En wel met een tamelijk kleine meerderheid", vervolgde Irving. "Maar het was essentieel voor de verdere unificatie van de westerse wereld en voor de nieuwe machtsbasis van de Amerikanen om ervoor te zorgen dat zij door de Europeanen als 'onze bevrijders' werden gezien..."

Geraffineerd

Zou iemand erin trappen? Ja, misschien als er tegen die tijd een sterke anti Amerikaanse stemming is in de wereld. En als mensen niets meer van geschiedenis weten. Maar historisch blijft het onzin.
Toch doet Dan Brown hetzelfde in zijn megabestseller De Da Vinci Code. Hij beweert dat de machthebbers keizer Constantijn in de vierde eeuw het geloof naar hun hand hebben gezet. Brown komt op de proppen met oude teksten uit de eerste eeuwen, die door de kerk zijn veroordeeld. Dat klopt, die bestaan. Maar ze hadden ongeveer even veel betekenis als de ontkenning van de holocaust nu. De vroege kerk wist heel goed wat het echte Evangelie was. Dat werd verkondigd en gevierd. Geen wonder: in de tweede eeuw leefden er nog veel mensen die de apostelen of hun eerste volgelingen nog hadden gekend. Zoals we nu ook nog de ooggetuigen van de holocaust onder ons hebben. Maar Dan Brown speelt wel een geraffineerd spel met de feiten. Hij stopt veel gegevens in zijn verhaal die historisch wél kloppen. Het lijkt soms 'net echt'. Daardoor ga je, ook al geloof je echt in Jezus, toch een beetje twijfelen. Wat weet jij nu van die oude kerkgeschiedenis?
Hieronder een paar voorbeelden van de vermenging van feiten en fictie in Dan Browns boek.

De evangeliën

Waar: de canon de lijst met boeken die in de Bijbel thuishoren is door kerkelijke concilies in de vierde eeuw vastgesteld.

Niet waar: er waren 'meer dan táchtig evangeliën' die in aanmerking kwamen om in het Nieuwe Testament te worden opgenomen. Keizer Constantijn zorgde dat 'vroege' evangeliën waarin Jezus vooral mens was, werden verboden, verzameld en verbrand; alleen de evangeliën die Hem goddelijk maakten, werden erkend.

Waar: de vier evangeliën die nu in de Bijbel staan, hadden al in de tweede eeuw overal in de kerk gezag. Op concilies is wel over andere boeken gesproken, maar de zogenaamde 'evangeliegeschriften' van Thomas, Petrus of Filippus stonden niet eens ter discussie.

Maria Magdalena

Niet waar: Jezus was met Maria Magdalena getrouwd. Zij was ook apostel. Kijk maar hoe Leonardo da Vinci het avondmaal schilderde: daar zit ze, naast Jezus.

Waar: kunstenaars schilderden Johannes de 'leerling van wie Jezus veel hield' vaak met lang haar
en mooie kleren.

Niet waar: het ging Jezus en Maria Magdalena om een godsdienst van vruchtbaarheid en 'gewijde
eenwording' van man en vrouw. In de joodse tempel woonde vroeger ook een vrouwelijke god en
mannen kwamen er voor rituele seks met priesteressen.

Waar: tempelprostitutie kwam voor in Israël, maar daar gingen de profeten juist heftig tegen tekeer.

Niet waar: de kerk heeft in driehonderd jaar vijf miljoen vrouwen als heks op de brandstapel gebracht.

Waar: het was niet alleen de kerk, vaak ook de lokale overheid die heksen bestreed. Het totaal aantal slachtoffers (vrouwen) wordt geschat op veertigduizend.

De Priorij van Sion

Waar: er bestond in de Middeleeuwen in Jeruzalem een religieuze orde die de Priorij van Sion heette. Die is in de zeventiende eeuw opgegaan in de Jezuïetenorde.

Niet waar: de Priorij van Sion is een 'geheime' orde, die tot in onze tijd ondergronds voort bestaat. Zij bewaart het 'geheim' van Maria Magdalena als de eigenlijke moeder van het christendom.

Niet waar: de Priorij van Sion had ook een gewapende tak, de tempeliers.

Waar: de tempeliers beschermden pelgrims en kruisvaarders op weg naar het Heilige Land.

Niet waar: paus Clemens V liet in het jaar 1307 honderden tempeliers in Rome verbranden en in de rivier de Tiber gooien.

Waar: die 'bijltjesdag' tegen de tempeliers was in Parijs, op bevel van koning Filips IV. De paus wees geweld tegen de tempeliers juist af.

Manipulatie?

Dan Brown neemt dus heel wat loopjes met de geschiedenis van de kerk, van Europa en van de kunst. Hij manipuleert met de feiten. Wacht even dat doet Dan Brown zelf niet. Dat doen de personages in zijn boek. Dat mag je niet gelijkstellen. Misschien speelt Brown alleen maar een spel met vreemde theorieën en geheime genootschappen, die hem fascineren.

Mag je hem van een 'boodschap' verdenken? Ik krijg dat gevoel toch wel, als ik het boek lees. Alleen al dat rare paginaatje voorin, onder het opschrift 'Feiten'. Daar staat iets over die Priorij van Sion wat niet klopt, en ook over Opus Dei. "De Vaticaanse prelatuur Opus Dei is een zeer devote katholieke sekte..." ('sekte'? Is dat een feit of bijna een scheldwoord?) "... waarover onlangs veel ophef is geweest, vanwege geruchten over hersenspoeling, dwang en een gevaarlijke vorm van zelfkastijding". Wat nou 'feiten'? Ophef en geruchten zijn het dus, maar het lijkt of die 'hersenspoeling, dwang en zelfkastijding' feiten zijn. En Brown voegt er bijna ongemerkt maar even 'moord' aan toe zijn Opus Dei monnik is bereid te moorden in naam van de waarheid.

Verwrongen

Dan Brown stuurt ook de sympathie van de lezer. De verdedigers van het orthodoxe geloof zijn niet sympathiek. Zoals die wereldvreemde, fanatieke monnik. En het Vaticaan, dat mensen zomaar laat vallen als de machtspolitiek dat eist. Daar tegenover staan de 'nieuwlichters'. Robert Langdon is een ijverige geleerde, die wordt tegengewerkt. De vermoorde Jacques Saunière was een liefhebbende opa en vooral zijn kleindochter Sophie is een lieve, onzekere, mooie jonge vrouw. Ook hun medestander Leigh Teabing blijkt bereid te moorden. Maar je voelt: dat is strijdig met dat lieve 'nieuwe geloof' in vrouwen en vruchtbaarheid. Het oude christendom, met z'n machtspolitiek, daar zou moorden juist wel goed bij passen...

Je kunt boos worden op Dan Brown en zijn succes. Maar miljoenen mensen lezen dus wel een boek dat hoe verwrongen ook over Jezus gaat, Volgend jaar zien ook nog eens duizenden mensen de film. Dan heb je wat om over te praten. 

[Wim Houtman is redacteur kerk bij het Nederlands Dagblad en samensteller van de Gids voor het Christelijke Spannende Boek, die elk jaar in juni bij deze krant verschijnt.]


2. Nederlands Dagblad - 28 januari 2005

De opgewarmde kliek van Dan Brown
door Wim Houtman

Normaal mag het nooit, maar voor De Da Vinci Code maakt het Louvre een uitzondering. Scènes voor de speelfilm mogen worden opgenomen in het museum. Dit in contrast met de St. Sulpice verderop in Parijs. Die kerk is de vragen van de bussen vol Dan Brown-toeristen zo zat, dat de pastoor een bord heeft opgehangen: 'In tegenstelling tot wat een recente bestseller beweert, is dit geen omkleding van een heidense tempel'.

Geen schijn van kans, dat de bloederige moordscène in de kerk - de monnik Silas, die met een 'zware ijzeren votiefkandelaar' een non de hersens over de vloer slaat - daar gefilmd mag worden.

Het boek is een enorme bestseller en de film wordt vast ook een hit; het Louvre ziet extra toeristen graag komen à raison van 8,50 euro per persoon. De toestemming aan de filmmaatschappij zal ook niet gratis geweest zijn.

Over de verdiensten van De Da Vinci Code als thriller zijn de meningen verdeeld. Over de historische betrouwbaarheid niet. 'Alle beschrijvingen van kunstwerken, architectuur, documenten en geheime rituelen in dit boek zijn waarheidsgetrouw', noteert Brown voorin het boek. Het Louvre bestaat, Opus Dei bestaat, de Saint-Sulpice, Westminster Abbey en Rosslyn Chapel bestaan - maar dan houdt de overeenkomst met de werkelijkheid wel zo'n beetje op.

In interviews heeft Brown later gezegd, dat die claim niet geldt voor alles wat zijn personages óver die kunstwerken, architectuur enzovoort zeggen. Maar waar ligt de grens? De beschrijvingen komen vaak van zijn personages.

Brown zegt dat hij een jaar onderzoek in de roman heeft gestoken. Het meeste is opgewarmde kliek uit esoterische boeken van de afgelopen dertig jaar. En toch zit er zoveel (halve) waarheid in en vallen zijn eigen puzzelstukjes zo mooi in elkaar, dat lezers mee gaan denken.

Feit en fictie van de Da Vinci Code op een rijtje.

'De Priorij van Sion', een geheim genootschap dat in 1099 is opgericht, is een werkelijk bestaande organisatie' (in het woord vooraf, onder het kopje 'Feiten', blz. 7).

Foutje. Er was niets geheims aan de middeleeuwse religieuze orde die zo heette, gevestigd in Jeruzalem (Sion). Zij is begin zeventiende eeuw opgegaan in de Jezuïetenorde. De Priorij van Sion waar Dan Brown op doelt, is een esoterisch en nationalistisch hobbyclubje in Frankrijk, opgericht in 1956 door Pierre Plantard.

'In 1975 ontdekte de Parijse Bibliotheque Nationale perkamenten, Les dossiers secrets, waarin talrijke leden van de Priorij van Sion worden genoemd, onder wie sir Isaac Newton, Botticelli, Victor Hugo en Leonardo da Vinci' (onder datzelfde kopje 'Feiten', blz. 7).

Die 'perkamenten' waren nep, een bedenksel van Plantard. Hij was geïnspireerd door het verhaal van een dorpspastoor in de Languedoc, Abbé Bérenger Saunière, die rond de vorige eeuwwisseling voor veel geld zijn kerk liet opknappen; hij had, naar eigen zeggen, een schat gevonden op aanwijzingen van oude perkamenten die hij in de kerk had ontdekt. In werkelijkheid was pastoor Saunière rijk geworden door creatief boekhouden met geld dat hij voor missen vroeg. Daarvoor werd hij later uit het ambt gezet. Plantard, een eenzelvige zonderling, had bedacht dat hij afstamde van de oude Merovingische koningen, die Frankrijk van de vijfde tot de achtste eeuw regeerden. Ook dat bleek uit zijn 'perkamenten'. De vermoorde hoofdpersoon van De Da Vinci Code heet Jacques Saunière.

De Priorij van Sion bewaakt het geheim, dat Jezus getrouwd was met Maria Magdalena. Dat vertellen 'de vroegste christelijke teksten' (blz. 236). Zij kregen een kind en van haar stamden de Merovingische koningen af.

Zo bont maakte Pierre Plantard het niet. Bij Dan Brown wordt dit de 'heilige graal', die eeuwen is gezocht: de beker van het laatste avondmaal, waarin Jezus' bloed is opgevangen - maar dan figuurlijk: Maria ontving Jezus' nageslacht, zijn vlees en bloed.

Er is alleen geen historische basis voor. Jezus' huwelijk wordt 'in de geschiedenis vermeld' (blz. 235) en is 'tot vervelens toe onderzocht door hedendaagse historici' (blz. 237). Door wie dan? Brown kan ook maar één hoogst vage aanwijzing citeren uit het alternatieve evangelie naar Filippus. Het verhaal is opgedist in een boek uit 1982, Holy Blood, Holy Grail van de Britse journalisten Michael Baigent en Richard Leigh. De Britse historicus die er in De Da Vinci Code over vertelt, heet Leigh Teabing, een combinatie van die twee auteursnamen. Hun boek is nergens door historici serieus genomen.

Over Maria Magdalena zegt een middeleeuwse legende wel dat zij in Frankrijk is gestorven (zoals Jozef van Arimatea in Engeland).

'Er zijn meer dan tachtig evangeliën in aanmerking gekomen om in het Nieuwe Testament te worden opgenomen' (blz. 222).

Dat aantal is een wilde slag in de lucht en echt in aanmerking zijn andere dan de vier bekende evangeliën nooit geweest. Op last van koning Constantijn zijn 'vroegere evangeliën' buiten de Bijbel gehouden en verboden. Hij 'gaf opdracht voor een nieuwe bijbel', die is 'samengesteld (...) door mannen met een politieke agenda (...) om hun eigen macht te vergroten' (blz. 225-6).
Constantijn regeerde van 306 tot 337. Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes waren aantoonbaar rond het jaar 125 al algemeen aanvaard. Er leefden in de kerk toen ook nog mensen die de apostelen hadden gekend. Andere evangeliën (van Thomas, Petrus, Filippus, Maria) zijn waarschijnlijk van later datum. In de vier bekende evangeliën is Jezus - een timmermanszoon die wijn dronk en kon huilen - trouwens een stuk menselijker dan de Jezus van de 'gnostische' evangelieverhalen, die met hoogdravende, zweverige spreuken strooit.

Constantijn werd in naam christen, maar bleef in zijn hart zonaanbidder. Stiekem dáárom maakte hij de zon-dag tot christelijke feestdag.

Christenen waren al eeuwen daarvoor de zondag gaan vieren, als de dag waarop Christus opstond uit de dood.

De tempeliers waren de gewapende arm van de Priorij van Sion.

De tempeliers beschermden pelgrims en later kruisvaarders op weg naar en uit het heilige land. Ze werden een pauselijke ridderorde. Later rezen verdenkingen van corruptie en geloofsafval.

Het 'geheim' van de Priorij van Sion was natuurlijk dynamiet voor de Kerk. Op vrijdag de dertiende oktober 1307 liet paus Clemens V honderden tempeliers oppakken; 'de meesten zijn op de brandstapel geëindigd en zonder plichtplegingen in de Tiber gegooid' (blz. 321).

Deze bijltjesdag vond plaats in Frankrijk, op bevel van koning Filips IV, tegen de zin van de paus. Clemens ontbond de club in 1312 (vanuit Avignon, waar het pausdom inmiddels zijn toevlucht had gezocht) maar gebruikte geen geweld tegen hen.

Jezus had de leiding van de kerk aan Maria Magdalena willen toevertrouwen. Was de kerk haar maar gevolgd, dan hadden we nu een vrolijk geloof zoals het ooit is bedoeld, rondom de zon en het wonder van de vruchtbaarheid en de eenwording met het heilige vrouwelijke.

Dat zouden een hoop mannen wel willen.

De Joden hadden zo'n vrouwelijke godsdienst. Jehovah is een samentrekking van het mannelijke Jah en het vrouwelijke Eva. In het allerheiligste van de tempel woonde naast God ook de godin Shekinah. 'Mannen die naar spirituele volledigheid streefden, kwamen naar de tempel om daar met priesteressen gemeenschap te hebben en door die lichamelijke vereniging het goddelijke te ervaren' (blz. 295).

Brown verheft hier misstanden, waarover God en de profeten zich kwaad maakten, tot de regel. Jehovah (de medeklinkers van JHWH met de klinkers van Adonai) is pas na de Middeleeuwen als naam van God in gebruik gekomen.

Gotische kathedralen zijn geheime vruchtbaarheidssymbolen, met het langwerpige holle schip als 'geheim heidens eerbetoon aan de baarmoeder van een vrouw (...) compleet met de kleiner wordende schaamlippen en een lief, klein vijfblad als clitoris boven de deuropening' (blz. 309).

Middeleeuwse architecten zouden hun wenkbrauwen optrekken.

De kerk heeft de vrouw gedemoniseerd. 'In de driehonderd jaar dat er heksenjachten werden gehouden, bracht de Kerk het verbluffende aantal van vijf miljoen vrouwen op de brandstapel' (blz. 122).

Zonder iets te bagatelliseren: vijftigduizend is een reëlere schatting. En zij waren niet allemaal slachtoffer van de Kerk, net zozeer van buren en lokale overheden. Meer dan een op de vijf waren mannen.

Leonardo schilderde op 'Het Laatste Avondmaal' Maria Magdalena als belangrijkste figuur naast Jezus.

Dat personage met lange lokken is Johannes, de 'lievelingsdiscipel' van Jezus, die daarom wel vaker met een opvallend uiterlijk wordt afgebeeld.

Leonardo da Vinci stopte geheime boodschappen in zijn schilderijen.

Dat kan iedereen zeggen die zulke boodschappen eerst bedenkt en ze er dan uit afleest.

Ook filmmaker Walt Disney, 'altijd de hedendaagse Leonardo da Vinci genoemd', was 'er dol op om verborgen boodschappen en symboliek in zijn werk te stoppen' (blz. 250).

Idem

De Merovingische koning Dagobert II is door het Vaticaan vermoord.

Dagobert is vermoord, in 679, vermoedelijk door het hoofd van zijn hofhouding; van een externe opdrachtgever is nooit iets gebleken.

De Godheid van Jezus is pas op het Concilie van Nicea in het jaar 325 vastgelegd. De Romeinse staatskerk gaf zichzelf daarmee goddelijk gezag. Tot die tijd zagen christenen Hem als 'een sterfelijke profeet... Een groot en machtig man, maar niettemin een méns. Een sterveling' (blz. 224).

Dat laatste leerde zelfs de ketter Arius niet; dat is meer twintigste-eeuwse vrijzinnigheid. Helemaal onwaar is dat het Concilie 'Jezus tot de zoon van God benoemde'. Daarover ging het in Nicea allemaal niet, wel over de verhouding tussen de Vader en de Zoon. Arius zag Jezus absoluut als Gods enig-geboren Zoon, maar Hij was daarom volgens Arius niet eeuwig, op een moment in de tijd door God geschapen, niet gelijk aan de Vader, maar van lagere orde. Deze ketterij was betrekkelijk recent. Vanaf de discipelen en Paulus geloofden christenen in Jezus Christus als hun Verlosser en opgestane Heer.


1. Reformatorisch Dagblad - 23 juni 2004

Valse leer in knap thrillerjasje 
Dan Brown schokt door boeiende fictie te mengen met antichristelijke agenda 

Boekrecensie door Peter van Olst 

Vier moorden op één dag; bijna slaagt de kerkelijke macht erin een eeuwenoude waarheid voorgoed van de aardbodem weg te vagen. Slechts door de scherpte van een onafhankelijke geest, en door bewonderenswaardige vasthoudendheid, kan het gevaar worden afgewend. Dat is de teneur van Dan Browns bestseller ”De Da Vinci Code”, die bij christelijke gemeenten in Amerika al voor heel wat opschudding zorgde. 

Een boek met twee gezichten is het, zo ongeveer in de traditie van Harry Mulisch’ meesterwerk ”De ontdekking van de hemel”. Het boeiend vertelde verhaal doet de lezer verbaasd staan over het niveau dat een romanschrijver kan bereiken, door zijn enerverende fictie geloofwaardig te doorspekken met tal van historische, wiskundige en natuurwetenschappelijke gegevens. Maar sijpelt door die prachtige vorm vervolgens langzaam de inhoud naar binnen, dan proef je de bitterheid van een valse boodschap. Op het eerste gezicht leek er niet zo veel aan de hand toen vorig jaar april in Amerika het nieuwe boek van Dan Brown verscheen. Natuurlijk, de geestelijke leidslieden van de christelijke kerken kenden zijn eerdere wetenschap-versus-religiethriller en wisten dus wat ze van hem konden verwachten. In ”Het Bernini Mysterie” had Brown weinig heel gelaten van het Vaticaan. Maar net als toen zou een duidelijke verwijzing naar het fictieve karakter van het boek volstaan om eventuele verwarring het hoofd te bieden, zo was de gedachte. 

”De Da Vinci Code” bleek echter een slag vileiner. Al snel circuleerden schokkende verhalen over christenen en soms hele gemeenten die in opperste staat van verwarring verkeerden. Brown bleek een bommetje te hebben gelegd onder hun algemene, ongetwijfelde geloof. Bovendien bood hij koren op de molen van de godsdienstcritici. Dat legde hemzelf overigens geen windeieren. Niet minder dan een jaar lang voerde hij in een miljoenenstad als New York de lijst van bestverkopende auteurs aan. Zo’n ’succes’ kon eenvoudig niet onbeantwoord blijven. In hetzelfde jaar verschenen negen boeken van bekende christelijke auteurs, allemaal directe reacties op ”De Da Vinci Code”. Onder hen Paul Maier, docent oude geschiedenis aan de Western Michigan University van Kalamazoo. Hij verwierf recent bekendheid als auteur in hetzelfde genre als Brown. De theologische thrillers ”Het Rama-document” (2003) en ”Operatie Wederkomst” (2004) van Maier staan echter duidelijk ten dienste van een andere boodschap dan de boeken van Brown. 

Het is opvallend hoe eensgezind de christelijke auteurs het boek van Brown bestrijden. Elk laat vanuit een eigen invalshoek zien dat de ’feiten’ van Brown lang zo onomstotelijk niet zijn als ze lijken. Het tijdschrift Christianity Today vatte de reacties onlangs samen: „”De Da Vinci Code” staat bol van verzinsels, variërend van dwaze interpretaties van schilderijen van Da Vinci tot onbewezen aanklachten tegen de Romeinse keizer Constantijn.” Een zinvolle constatering alvorens de lezer het boek, dat in april in het Nederlands verscheen, induikt.

Heilige graal

Het begint allemaal met een moord in het altijd tot de verbeelding sprekende Louvre in Parijs. Al snel wordt duidelijk dat het de laatste is in een serie van vier, waarbij het gaat om mensen die samen een belangrijk geheim bewaarden. Gaandeweg wordt duidelijk dat zij dit deden namens de ”Priorij van Sion”. Brown maakt hier gebruik van een werkelijk bestaande organisatie, waartoe in het verleden mensen als Sir Isaac Newton, Botticelli, Victor Hugo en Leonardo da Vinci behoorden. 

Het slachtoffer in het Louvre, hoogste Priorij-baas Jaques Saunière, krijgt het dodelijke schot in zijn buik. Dat biedt hem de tijd om vlak voor zijn sterven een teken achter te laten, dat anderen in staat moet stellen het belangrijke geheim toch weer te achterhalen. Zo wordt het geheim tot een graal, waarop twee partijen een dodelijke jacht maken. In dienst van het geheim van Saunière en de zijnen staan zijn kleindochter Sophie Neveu, agente bij de afdeling cryptologie, en Robert Langdon, hoogleraar religieuze symboliek. Hun zoektocht wordt ernstig belemmerd doordat gewone politiemensen de verborgen boodschap van Saunière slechts kunnen opvatten als een beschuldiging aan het adres van Langdon. Intussen zit de echte moordenaar niet stil. Hij blijkt een gezant van de ook al werkelijk bestaande behoudend rooms-katholieke organisatie Opus Dei. Waar Sophie Neveu en Robert Langdon het geheim willen onthullen of in elk geval bewaren, zoekt hij het voor altijd te vernietigen. Want onthulling zou dodelijk zijn voor de christelijke kerk. 

De race voert de partijen via Versailles en Londen naar Rosslyn Chapel, de kathedraal der Codes, bij Edinburgh in Schotland. Gedurende de race wordt aan de hand van allerlei cryptische aanwijzigen langzaam duidelijk wat de „heilige graal” nu precies is. De aanwijzingen lopen via verbluffende details in schilderijen van Da Vinci, getallensymboliek en spitsvondige semantische raadsels die alleen met de juiste historische kennis kunnen worden opgelost. Uiteindelijk verliest Opus Dei en blijft het geheim in leven, nota bene in het Louvre waar het allemaal begon.




Maria Magdalena

Het geheim -ofwel de ’waarheid’ van Brown- is de theorie dat Jezus Christus getrouwd is geweest met Maria Magdalena. Zij zouden samen een dochter hebben gekregen, die uiteindelijk in het zuiden van Frankrijk terechtkwam en die de moeder werd van het Merovingische vorstenhuis. Die theorie is in de oude Griekse cultuur ooit opgekomen uit gnostische lezingen van Jezus’ omwandeling op aarde. Later zouden de zogeheten tempeliers, een orde van kruisvaarders, er in Jeruzalem bewijs voor hebben gevonden. 

Over de aan Bernard van Clairvaux gerelateerde tempeliers is bekend dat ze rijk waren. In de lezing van Brown kwam dat door zwijggeld dat de Rooms-katholieke Kerk hun zou hebben betaald. De kerk stond immers in de traditie van keizer Constantijn, in wiens tijd de bijbelse canon werd vastgesteld. Daarin kwamen niet de zogenaamde geheime gnostische evangeliën. Zo koos de Vroege Kerk, volgens Brown, partij tegen alles wat vrouwvriendelijk was. God werd mannelijk, Maria Magdalena verdween naar de achtergrond en seksualiteit werd iets lelijks. Zo kortweg weergegeven, lijkt het kolder waarvoor elke krantenregel te veel aandacht is. Toch slaagt Brown erin het heel overtuigend te brengen. Met allerlei gegevens weet hij telkens weer indruk te maken. Slechts één voorbeeld om dat te illustreren. Wie Da Vinci’s schilderij van het laatste avondmaal nog eens goed bekijkt, ziet met Brown ineens een vrouw, en geen man, ter rechterzijde van de Heere Jezus zitten. Heel opmerkelijk. Je vraagt je meteen af waarom Da Vinci dat zo gedaan heeft. 


Eigen aannames

Wie vervolgens de christelijke reacties doorneemt, merkt echter al snel hoezeer Brown drijft op eigen aannames en interpretaties. Híj vindt de canon en de kerk vrouwonvriendelijk, híj gaat ervan uit dat het vóór Constantijn om het even was of je een gnostisch evangelie las of het veel oudere Markus-evangelie, híj meent te weten dat een vrijere seksuele moraal beter is voor de mens en dus bij God hoort. Daarbij propageert hij zijn waarheid opvallend genoeg even stellig als hij bestrijdt dat de christelijke kerk de waarheid mag claimen. Het valt Brown, bij alle respect voor zijn verteltalent, ronduit te verwijten dat hij zulke dubieuze gegevens en aannames gebruikt in een roman, waarmee hij verregaande suggesties over waarheid en leugen wekt. Als Brown voor de wereld een belangrijk geheim wil onthullen, laat hij dan een wetenschappelijke studie schrijven en de toetsen der kritiek doorstaan. Wil hij thrillers schrijven, dan moet hij zijn geoorloofde fantasie niet oneigenlijk vermengen met een specifiek antichristelijke agenda. 

Meer...

 

www.vergadering.nu