www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
1 RECENSIE
God heeft gesproken.
Basiswaarheden van Gods plan
E. W. Bullinger; vert. H. B. Slagter
Uitgeverij: Everread, Wijk bij Duurstede, 2006
ISBN 9789066942691
Pagina’s: 256
Prijs: € 18,95.
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
1. Reformatorisch
Dagblad - 22 augustus 2007 - www.refdag.nl
E. W. Bullinger knoopt Oude en Nieuwe Testament van elkaar los
Boekrecensie door Dr. P. de Vries
Onderscheiden - recht snijden
door Harry Sleijster
In deze recensie maakt recensent De Vries ten onrechte geen onderscheid tussen dispensationalisme en ultra-dispensationalisme. Dat
geeft verwarring, zoals steeds blijkt in zijn betoog, omdat hij nu steeds moet spreken over: "Bullinger en andere
dispensationalisten met hem". Maar in feite bedoelt recensent te zeggen: sommige dispensationalisten geloven dit, maar
anderen niet.
Ook reformatorischen hangen een zekere vorm van dispensationalisme aan. Al zou het alleen maar zijn: het grote onderscheid tussen
oud en nieuw testament, óf: vóór het kruis en ná het kruis. En dat kan makkelijk worden uitgebreid met meer periodes, bijv.
van Adam tot Noach, Noach tot Mozes, Mozes tot Christus, enz. Het punt waar reformatorischen en evangelischen dan vaak uiteengaan
is de periode van de Gemeente en/of het vrederijk.
In Bullinger's boek is duidelijk sprake van ultra-dispensationalisme. Dezen geloven dat er slechts enkele brieven van Paulus
overblijven die echt nog voor de gemeente zouden zijn. Ook zien de ultra-dispensationalisten de komst van de Heilige Geest in
Handelingen 2 niet als het begin van de Gemeente.
Maar de recensent onderscheidt helaas niet goed en gooit alles op één hoop met uitspraken als "...dispensationalisten...
voor hen is slechts een aantal nieuwtestamentische Bijbelboeken rechtstreeks relevant voor de christelijke kerk".
Dit is onjuist en geeft een geheel verkeerd beeld, want dit is slechts geldig voor een
betrekkelijk kleine groep evangelischen, en dat is dan met name de groep van vertaler H.B. Slagter en (een aantal) lezers van de
lektuur van uitgever 'Everread', zoals bijv. het blad 'Amen'.
|
De anglicaanse predikant E. W. Bullinger (1837-1913) hing een vorm van dispensationalisme aan. In zijn
theologie gaat hij weliswaar uit van de Bijbel als het Woord van God, maar hij legt vervolgens een schema aan de tekst op dat op diverse
punten wringt met de Bijbelse voorstelling van zaken.
Bullinger stamde rechtstreeks af van de Zwitserse reformator Heinrich Bullinger. Op grond van zijn studies op het terrein van de
Bijbelwetenschap verleende de aartsbisschop van Canterbury hem in 1881 de graad van doctor in de theologie. Van 1867 tot aan zijn dood
was hij secretaris van de Trinitarian Bible Society. Tal van artikelen van zijn hand verschenen in het van 1894 tot 1915 maandelijks
verschijnende blad ”Things to Come”.
Bullinger hing een vorm van dispensationalisme aan. Dat houdt in dat hij ervan uitgaat dat God in een aantal op elkaar volgende
bedelingen volgens verschillende principes handelt en de leerstellingen van de ene bedeling zorgvuldig van de andere bedeling moeten
worden gescheiden. Fundamenteel is het onderscheid tussen Israël en de kerk.
De overgang van de bedeling van Israël die door de wet gekenmerkt wordt naar de bedeling van de kerk die een bedeling van genade is,
ziet Bullinger zich in het boek Handelingen voltrekken. Handelingen is volgens hem niet het begin van de geschiedenis van de
nieuwtestamentische christelijke gemeente, maar het slot van Israëls volksgeschiedenis. Het boek Handelingen laat zien dat Israël als
volk nog steeds de mogelijkheid werd geboden zich te bekeren. Als Israël dit deed, zou de wederkomst niet lang meer op zich laten
wachten.
Het slot van Handelingen markeert volgens hem de verwerping van Israël; een verwerping die overigens niet definitief is, want aan de
vooravond van het duizendjarige rijk wordt Israël weer aangenomen - een aanneming die uitloopt op de opname van de dan levende heiligen
tot Christus en de wederkomst van Christus. De wederkomst van Christus -uitgesteld vanwege Israëls onbekeerlijkheid- vindt dan plaats.
Niet alleen de onvervulde oudtestamentische profetieën worden vanaf dat moment vervuld, maar ook tal van nieuwtestamentische
voorzeggingen die spreken over dingen die dit geslacht meemaken zal of die haast zullen geschieden.
Schema
Al deze gedachten vinden we terug in ”God heeft gesproken. Basiswaarheden van Gods plan”, een bundeling van een aantal artikelen
die Bullinger in de jaren 1911 en 1912 schreef in ”Things to Come”. Het feit dat het hier om gebundelde artikelen gaat, verklaart
mede dat een verantwoording van het dispensationalistische lezen van de Schrift ontbreekt. Er wordt zonder meer van uitgegaan, zonder
dat er argumenten voor worden gegeven, dat deze wijze van het lezen van de Schrift juist is.
Terwijl in de hoofdstroom van het dispensationalisme de bedeling van de kerk aanvangt met Pinksteren en men meent dat vanaf de dood van
Christus aan het kruis tot aan de opname van de gemeente geen profetieën tot vervulling komen, ziet Bullinger, zoals we al
constateerden, de bedeling van de kerk pas aan het einde van het boek Handelingen aanbreken. De opname tot Christus laat hij ook niet
aan de wederkomst voorafgaan maar ermee samenvallen. Volgens Bullinger hebben slechts de laatste door Paulus geschreven brieven
rechtstreeks betrekking op de huidige bedeling van de kerk. Dan gaat het om de zogenaamde gevangenisbrieven (Efeze, Kolossensen,
Filippensen) en de pastorale brieven.
Bullinger en andere dispensationalisten met hem gaan uit van de Bijbel als het Woord van God. Dat wensen zij recht te doen. Die intentie
is volledig juist. Het grote manco is echter dat zij een schema dat aan de Bijbel vreemd is, opdringen aan de teksten. De wijze waarop
de bedelingen worden aangebracht, is niet gebaseerd op expliciete Bijbelse gegevens maar op een vernuftige combinatie ervan waaruit
vervolgens vérreikende conclusies worden getrokken. De notie van voortgang in de openbaring wordt niet verdisconteerd. Het Oude
Testament wordt gelezen als was er geen Nieuw Testament en in ieder geval delen van het Nieuwe Testament worden losgemaakt van het Oude
Testament. Exegetisch en theologisch doet Bullinger geen recht aan de verbondenheid van de nieuwtestamentische gemeente met het
oudtestamentische Israël.
Profetieën
Bullinger en andere dispensationalisten met hem menen dat er in de oudtestamentische profetieën geen aanknopingspunten zijn voor
het ontstaan van de nieuwtestamentische gemeente. Zij baseren zich dan op de woorden van Paulus dat er met betrekking tot de
nieuwtestamentische gemeente sprake is van een verborgenheid die niet aan de oudtestamentische profeten was geopenbaard. Die
verborgenheid is echter niet de nieuwtestamentische gemeente als zodanig. De allereerste joodse christenen wisten dat het ontstaan van
de gemeente in het verlengde lag van de oudtestamentische heilsprofetieën. Zo zag Jakobus er de vervulling in van de belofte uit het
slot van Amos dat de vervallen hut van David hersteld zou worden. Paulus verbond zijn zendingsarbeid onder de heidenen met de profetie
van de knecht des Heeren uit Jesaja 49. De nieuwtestamentische gemeente ontstond als een stroming binnen het joodse volk; een stroming
die ook heidenen een plaats gaf, en wel een gelijke plaats, ook al onderwierpen zij zich niet aan de gehele mozaïsche wetgeving.
Dat laatste is het nieuwe element ten opzichte van oudtestamentische heilsprofetieën voor de volkeren.
Christenen uit de heidenen zijn medeburgers van de oudtestamentische en eigentijdse joodse heiligen. Zij zijn ingeënt in de ene
olijfboom, terwijl menige natuurlijke tak is uitgehouwen. Tegelijkertijd blijft Israël het eerste adres van het Evangelie. Dit leert
ons het boek Romeinen. Nergens geeft Paulus in zijn latere brieven aanleiding tot de gedachte dat er een fundamentele nieuwe situatie is
ontstaan ten opzichte van de tijd dat hij eerdere brieven schreef.
Het Nieuwe Testament laat ons zien dat de dood en de opstanding van Christus hét heilshistorische keerpunt vormen. Het ontstaan van de
nieuwtestamentische gemeente die naar haar wortels joods is, al krijgen heidenen er een plaats binnen, is daarmee verbonden. Het Nieuwe
Testament geeft nergens aanleiding tot de gedachte dat God hierop terugkomt. De nieuwtestamentische kerk is geen intermezzo dat vreemd
is aan de voortgaande lijn van de openbaring van de oude naar de nieuwe bedeling, maar heeft er een vaste en blijvende plaats, totdat
het volk des Heeren uit oude en nieuwe bedeling het nieuwe Jeruzalem binnengaat.
Recht snijden
In de visie van Bullinger krijgt Israël in de toekomst wél weer een belangrijke plaats, maar heeft het in de bedeling van de kerk
eigenlijk afgedaan. Dat laatste is niet terecht. Eigenlijk vertoont het dispensationalisme overeenkomsten met Marcion. Marcion schreef
het Oude Testament en ook delen van het Nieuwe Testament af. Dat doen dispensationalisten niet, maar wel is voor hen slechts een aantal
nieuwtestamentische Bijbelboeken rechtstreeks relevant voor de christelijke kerk. De gehele Schrift wordt in het kader van een soort
apocalyptische blauwdruk voor de toekomst geplaatst. Daarbij wordt aan de betekenis van de totale Schrift als gids en wegwijzer voor
elke generatie tot aan de wederkomst geen recht gedaan.
Bij Bullinger en andere dispensationalisten speelt 2 Timotheüs 2:15, waar over het recht snijden van het Woord der waarheid wordt
gesproken, een grote rol. Het rechte snijden wordt dan verstaan als het juiste verdelen in dispensaties. Elke tekst moet in de juiste
dispensatie worden geplaatst om misverstaan ervan te voorkomen. Dit is echter in het geheel niet de bedoeling van Paulus. De
achterliggende gedachte is dat een predikant het Woord op de juiste wijze moet overbrengen, zoals een werkmeester met zijn materiaal
omgaat. Het is trouwens niet onmogelijk om te denken aan brood dat in stukken wordt gesneden opdat het opgegeten kan worden. Zo dient in
de prediking het Woord van God te worden afgesneden en uitgedeeld. Ik vind het jammer om te zeggen, maar het boek van Bullinger levert
daar helaas geen bijdrage aan.
|