www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
Bode des heils
- januari 2003
door Henk P. Medema
Arlen L. Chitwood
Het einddoel des geloofs... de zaligheid der zielen
Een merkwaardig ingewikkeld en tegelijk simplistisch boekje, dat de lezer misschien allereerst zal imponeren door een enorme hoeveelheid aan elkaar gekoppelde bijbelteksten, maar vervolgens in verwarring achterlaat.
God is Drie-enig, Jezus is een drie-eenheid, en de mens is een drievoudig wezen, zegt Chitwood, waarna een mensleer wordt ontvouwd die sterk doet denken aan die van Watchman Nee (in De Geestelijke Mens), aanleunend tegen 1Th5:23.
De titel van het boekje zinspeelt op 1Pt1:9, en de schrijver meent dat de hele Eerste Brief van Petrus gaat over 'de behoudenis van de zielen'. Nu staat daar niets over een tweedeling van ziel en lichaam (afgezien van 'geest'), en er is geen reden om aan te nemen dat de apostel met 'uw zielen' iets anders bedoelde dan 'uzelf'; het is een bekend
Hebreeuws taalidioom.
Maar Chitwood bouwt er een heel systeem op: een leer over tweeërlei soort behoudenis: die van de geest en die van de ziel. Hij koppelt dit aan resp. het voltooid verleden aspect van de behoudenis ('wij zijn behouden,
Ef 2.5vv.) en aan het toekomstig aspect van de behoudenis ('wij zullen behouden worden', Rm5:9vv.). Dat onderscheid tussen twee aspecten van de behoudenis is niet ten onrechte gemaakt-, het heeft te maken met een verschil in perspectief tussen de Romeinenbrief en de Efezebrief. Maar daaraan het onderscheid tussen behoudenis van de
geest en van de ziel te koppelen is ongefundeerd en verwarrend.
In feite zegt Chitwood dat er twee verschillende soorten behoudenis zijn, terwijl uit de Schrift hooguit twee verschillende aspecten aan dezelfde behoudenis zijn te onderscheiden. Dat leidt dan tot iets wat ernstiger is: namelijk de leer dat er eigenlijk twee verschillende soorten christenen zijn, hetgeen wordt afgeleid uit 1 Ko2:1 2-3:3. 'De bruid is een kleinere groep die bestaat
uit de geroepenen van een grotere groep, d.w.z. geroepen uit het lichaam ( ... ) een selectie van een selectie' (p.23). Mensen zijn of geestelijke gelovigen (Gr. pneumatikos), óf natuurlijke, ongelovige mensen (Gr. psuchikos), of vleselijke gelovigen
(Gr. sarkikos).
Dat een gelovige vleselijk gezind kan zijn, is maar al te waar; dat een christen zelfs zijn loon bij de rechterstoel van Christus kan mislopen, is ook wat de Schrift zegt (1 Ko3: 15). Maar het wordt hoogst chaotisch als de schrijver dan zegt dat dit laatste betekent dat men zijn ziel kan verliezen
(p.28v), en vervolgens weer dat dit alleen maar betrekking heeft op de beloning in het Koninkrijk (dat is, volgens hem, gelijk te stellen met het duizendjarig rijk, p.34), en niet op de eeuwigheid.
Men herkent hier een stuk ultra-dispensationalisme (extreme bedelingsleer, zoals die in de Raven-Taylor-groepen en in Nederland in sommige huisgemeenten voorkomt).
Met al die leerstelligheden, en met een constante stroom van onnodige verwijzingen naar het Grieks, wordt de lezer ten onrechte geïmponeerd. De bijbelse eenheid en duidelijkheid van de behoudenis wordt verduisterd. En wat misschien wel het meest problematisch is: er wordt een tweedeling geschapen tussen elite-christenen en
niet-zo-geestelijke christenen. Een tweeslag tussen twee soorten behoudenis. Een twijfel die wordt gezaaid in de harten van mensen: ben ik nu wel echt helemaal behouden? ... of is het werk van Christus daarvoor niet werkelijk voldoende en moet ik er zelf nog wat aan
toevoegen?
Arlen L. Chitwood, Het einddoel des geloofs... de zaligheid der zielen,
Moria, Hiiversum 1991; pb. 109 blz., prijs € 10,96.
|