Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp?
Over toeval en doelgerichtheid in de evolutie?
Onder redactie van Cees Dekker, Ronald Meester en René van Woudenberg
Uitgeverij Ten Have
Kampen 2005
348 pag.
ISBN 9789025954833
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Je afvragen of er een ontwerp ten grondslag ligt aan de kosmos is lange tijd niet salonfähig
geweest. De wetenschap had immers aangetoond dat alles in de natuur er eigenlijk alleen maar 'per ongeluk' zo uitziet? De laatste
jaren is er echter een kentering waar te nemen. Nieuwe inzichten in bijvoorbeeld kosmologie en biologie suggereren dat het huidige
wetenschappelijk denken wellicht tekortschiet om de wereld te begrijpen.
Begrijpen we werkelijk hoe het leven ontstaan is? Is het redelijk om te veronderstellen dat er een zekere mate van ontwerp
aanwezig is in de natuur? Is het werkelijk zo dat geleidelijke evolutionaire ontwikkeling strijdig is met de gedachte aan een
ontwerper?
Aan deze bundel werken bekende natuurkundigen, biologen, wiskundigen, filosofen, astronomen, theologen en historici van naam mee.
Nederlands Dagblad - 28 juli 2005
ID neemt evolutietheorie klakkeloos over
door Peter Scheele
Hoe gelukkig moeten we zijn met het boek Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp van Cees Dekker, Ronald Meester en René van
Woudenberg en andere schrijvers? Zonder enige twijfel is het fantastisch dat hun publicatie zo'n storm van reacties teweegbrengt
in het hele land. Na lezing van het boek is mijn enthousiasme echter getemperd. Om enkele redenen: de complete evolutietheorie
wordt klakkeloos overgenomen en er wordt nogal minachtend gesproken over wie Genesis letterlijk nemen.
De enige kritiek die de auteurs hebben op de globale evolutietheorie - van de oerknal 13,7 miljard jaar geleden via eencelligen
tot de mens vandaag - is op het mechanisme van mutatie en selectie. Dat kan niet stapsgewijs tot onreduceerbaar complexe systemen
leiden; daarom moet er sprake zijn van ontwerp.
Dit 'ontwerp' is bij hen een abstract concept. De schrijvers willen strikt wetenschappelijk bezig zijn. De Intelligente Ontwerper
zou net zo goed God als een alien of de Demiurg van Plato kunnen zijn.
Wat de auteurs lijkt te motiveren, is de alleenheerschappij van het atheïsme in de wetenschap bestrijden. Ze proberen dat
nadrukkelijk van binnenuit te doen. Dat is heel lovenswaardig en wat mij betreft ook terecht. Ze zijn daarmee als het ware
houtwormen die van binnenuit willen knagen aan de evolutieboom.
Maar daarin schuilt ook meteen het gevaar: deze Nederlandse houtwormen willen helemaal niet dat de boom sterft; dat zou ook hun
eigen dood worden. Dus zijn ze verder volkomen kritiekloos ten opzichte van de evolutietheorie.
Zo noemt Mart de Groot het voorbeeld van een driepoot die je in het bos vindt, drie stokken die elkaar overeind houden. Een
atheïst wil per se een naturalistische verklaring, zoals dat tijdens een storm drie stokken zo tegen elkaar vielen, of
bijvoorbeeld zelfs een heel aantal, waarvan er uiteindelijk drie overbleven.
Maar dat is een onmogelijke kans en dus is dat proces 'ontworpen', zeggen de Nederlandse IDealisten. Zij accepteren dus tóch de
naturalistische verklaring. Maar waarom verwerp je die niet en zeg je dat het ontworpen is, en dat het daarmee meteen ook
onmogelijk geworden is te zeggen hoe dat gebeurd is? De stokken zouden toch ook door de intelligente ontwerper, zonder
onwaarschijnlijke of onmogelijke natuurlijke processen, tegen elkaar gezet kunnen zijn?
Fossielen
Over geologie en paleontologie wordt in het boek niets gezegd. Een pikant detail: fossielen uit alle aardlagen vanaf het
Cambrium bezitten een minimale hoeveelheid meetbare radioactieve C14. Bij de huidige ijking van de C14-methode zou dan geen enkele
fossiel ouder kunnen zijn dan zo'n 250.000 jaar, omdat er anders niet één molecuul C14 meer over zou zijn. Conclusie: de
fossielen/aardlagen kunnen niet ouder zijn dan 250.000 jaar.
Is dat pseudo-wetenschap of quasi-wetenschap, zoals Dekker dit soort onderzoek van moderne creationisten noemt? Nou nee, deze
gegevens zijn gewoon verzameld uit publicaties van reguliere (lees: niet-creationistische) wetenschappers. Alleen, welke
atheïstische/agnostische wetenschapper zal ooit de overkoepelende conclusie trekken dat de aardlagen dus jonger dan 250.000 jaar
zijn?
Minachtend
De auteurs menen dat ze zich nadrukkelijk tegen creationisten moeten afzetten. Creationisten 'hebben volstrekt gefaald', 'gaan
ervan uit dat de bijbel gelezen moet worden als een natuurwetenschappelijk accuraat verslag (blz. 59), willen 'hun letterlijke
uitleg van Genesis 1 wetenschappelijk gelegitimeerd zien' (blz. 311).
Waarom deze minachting? Maakt dat de zaak sterker? Ik geef onmiddelijk toe dat veel creationisten - om me zacht uit te drukken -
niet altijd even handig te werk zijn gegaan. Wetenschap en theologie liepen nogal eens dwars door elkaar. Vaak begon een
verhandeling wetenschappelijk en eindigde in een bijbelstudie. Dat is het gebruiken van het juiste gereedschap voor de verkeerde
taak. Als creationisten aan de wortel van de evolutieboom willen hakken, is het beter een wetenschappelijke bijl te gebruiken en
geen theologische hamer.
Ik heb er echter géén problemen mee, met die hamer een theologisch hekje om de boom te zetten,
die per slot van rekening in godloze grond geworteld is.
hh
Nu gaan de houtwormen in het theologische hekje knagen, in plaats van in de evolutieboom. Waarom?
Laat me het hekje dan maar eens impregneren, want nu zelfs Andries Knevel om is, moet er wel wat aan gedaan worden.
Het gaat niet alleen om Genesis 1, dat je als een metafoor zou kunnen lezen. In Exodus 20 staan de tien geboden: 'Toen sprak God
deze woorden (...) Want in zes dagen heeft de Heer de hemel en de aarde gemaakt...'. Mozes schrijft hier dat God dat zelf zegt. Of
moeten we de tien geboden ook als metafoor zien?
Jezus zegt in Matteüs 19 vers 3-5: 'Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens vanaf het begin mannelijk en vrouwelijk heeft
gemaakt?' Als iemand het zou moeten weten, zou het Jezus moeten zijn. Ik lees hier niet dat we vanaf het begin als eencelligen
zijn gemaakt. Of moeten we het huwelijk (waar het in die tekst over gaat) ook als metafoor zien?
Ook Paulus schaart zich in dit rijtje: 'Uit één mens heeft hij de hele mensheid gemaakt' (Handelingen 17 vers 26). Dit is een
wel heel erg letterlijk nemen van Genesis 1. Of moeten we Paulus zelf maar niet al te letterlijk nemen en daarmee dus zo'n beetje
de helft van het Nieuwe Testament?
Als laatste de schrijver van de Hebreeënbrief (11 vers 3): 'Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot
stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.' Dit is meesterlijk. De intelligente ontwerper van
deze tekst zegt: wat we waarnemen (en dus bestuderen met de wetenschap), is níet de verklaring voor of synoniem met haar
ontstaan.
Auto
Vergelijk het met een auto. Op de testbaan kan je die op een wetenschappelijke wijze onderzoeken en analyseren. Daar kunnen
gegevens uit rollen over olieverbruik, wegligging, snelheid, acceleratie, slijtage. Die zeggen echter niets over de manier waarop
de auto is ontstaan (namelijk in een fabriek en op een ontwerptafel). Het zou zelfs dwaas zijn bijvoorbeeld uit het slijtageproces
een ontstaansproces af te leiden.
Ontstaan en bestaan zijn twee verschillende dingen, die niet noodzakelijkerwijs uit elkaar af te leiden zijn. Dût is de
fundamentele fout, die in de globale evolutietheorie gemaakt wordt.
De natuurwetenschap moet zich beperken tot het onderzoeken hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. Punt. Hoe de werkelijkheid
ontstaan is, zal voor ons/de wetenschap altijd een mysterie blijven, hoe frustrerend dat ook mag klinken voor een
wetenschapper.
Weten de auteurs vanaf wanneer de intelligente Ontwerper de nauwkeurig afgestelde natuurwetten ingesteld heeft? Was dat
onmiddelijk vanaf uur nul, toen de oerknal begon? Of zouden de ontworpen natuurwetten ook later ingesteld kunnen zijn tot
uiteindelijk hun huidige waarden? Misschien zelfs pas toen het heelal al in belangrijke mate af was?
Op basis van de huidige waarden kom je misschien tot een leeftijd van het heelal van 13,7 miljard jaar. Maar omdat wij niet kunnen
weten vanaf wanneer de constanten hun huidige waarden hebben gekregen, zou het wat mij betreft net zo goed in een dag hebben
kunnen gebeuren.
Mijn keuze
Als ik moet kiezen, dan verklaar ik mezelf vanaf vandaag tot onversneden neo-creationist! Ten diepste geloof ik dat de
wetenschap in de globale evolutietheorie misbruikt wordt om de atheïstische levensovertuiging op te dringen aan de
mensheid.
Dit moeten we met alle mogelijke middelen bestrijden. Van binnenuit, van buitenaf, met harde wetenschappelijke argumenten voor wie
daar gevoelig voor is, met theologische voor wie dût waarde heeft. Het liefst gezamelijk en met respect voor elkaar. Maar het
heeft geen zin, het is niet nodig en is zelfs kwalijk ons er theologisch gezien maar bij neer te leggen. We moeten
wetenschappelijk blijven hakken, zagen en knagen aan die heilige evolutieboom.
Bode - 1 september 2005
Schitterend ongeluk
Boekrecensie door Henk P. Medema
Mensen die van dit boek nog niet hebben gehoord, hebben een winterslaap gehad in de zomer. In alle
kranten en in alle andere media heeft de publieke discussie de aandacht getrokken. De hoogleraren Dekker, Meester en Van
Woudenberg hebben een uitdaging toegeworpen aan het in de wetenschap heersende evolutionisme. Anders dan wat in de pers wel is
beweerd, is dit niet een ongenuanceerd pleidooi voor de nieuwe stroming van Intelligent Design, waaraan de namen van Michael Behe
en William Dembski verbonden zijn.
De auteurs, behalve de drie eindredacteuren nog een dozijn gerenommeerde wetenschappers, zijn het
lang niet op alle punten met elkaar eens. Maar wat ze gemeenschappelijk hebben, en elk vanuit hun eigen vakgebied betogen, is dit:
het kan toch niet waar zijn dat alles op zo'n schitterende wijze ontstaan is door een hoogst toevallig ongeluk?! En hoe hoogst
toevallig dat zou zijn, laten ze zien door ons mee te nemen naar onweerlegbare en door allen erkende resultaten van
wetenschappelijk onderzoek. Het meest frappant vond ik de bijdrage van prof. dr. Jan Lever, die zelf eindjaren vijftig voor het
eerst aan de Vrije Universiteit de schepping ter discussie stelde met zijn boek 'Creatie en evolutie'. We horen hem niet zeggen
dat of in hoeverre hij nu anders is gaan denken, maar hij beschrijft op indrukwekkende wijze de complexiteit, onderlinge samenhang
en onherleidbaarheid van alles wat biologen hebben ontdekt.
In het eerstvolgende nummer van ons andere tijdschrift, ELLIPS, wordt op het thema Intelligent
Design veel uitgebreider ingegaan, met bijdragen van christen wetenschappers en een interview met prof. Dekker. Hier mag dit boek
toch ook nog wel vermeld worden. Zeker, hier en daar is enige natuurwetenschappelijke vaktaal gebruikt, maar toch niet zo moeilijk
dat het onleesbaar is voor mensen met een opleiding op VWO niveau. En dit is vast niet het laatste woord dat erover te zeggen
valt. Maar het is het begin van een nieuwe discussie die ons juist als christenen zeer moet interesseren, en waarmee wij ook niet
moeten aarzelen onze anders-gelovige medelanders te confronteren. Dit debat gaat over ontwerp, maar achter deze hele discussie
(niet erin opgesloten!) ligt de vraag naar de Ontwerper, de vraag naar God.
Meer... |