www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2 RECENSIES
Van het centrum naar de
marge
De ontwikkeling van de christelijke godsdienst in Nederland
Auteur: Gerard Dekker
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2006
ISBN 9789043513326
Pagina’s: 253
Prijs: € 19,90.
3. Bode -
maart 2007 - www.refdag.nl
Van het centrum naar de marge
Recensie door: Raymond R. Hausoul
In Nederland verschenen in de loop van de tijd drie edities van de Christelijke Encyclopedie bij uitgeverij Kok te Kampen (1925-1931;
1956-1961; 2005). Bij de derde editie hiervan kreeg de emeritus-hoogleraar godsdienstsociologie Gerard Dekker de gedachte om aan de hand
van de inhoud van de verschillende edities de ontwikkeling van het christendom in Nederland te beschrijven. Het boek Van het centrum
naar de marge bevat zijn onderzoek en conclusies.
Dekker denkt dat de verschuivingen die zich binnen de drie edities van de Christelijke Encyclopedie (CE) hebben voorgedaan, ons iets
vertellen over de ontwikkelingen van de christelijke bevolkingsgroep in Nederland.
Met dit nieuwe boek toont hij aan dat er voldoende reden is om van een postchristelijk of geseculariseerd Nederland te spreken. Hij laat
zien dat de veranderingen binnen het christendom in grote lijnen gelijk lopen met de veranderingen die zich in de samenleving buiten het
christelijk erf voordoen. Ondanks deze parallelliteit van godsdienst en samenleving is er wel een duidelijke kloof gekomen tussen de
opvattingen onder christenen en niet-christenen. De inrichting van het christelijk leven heeft zich dan ook in velerlei opzicht
aangepast aan de ontwikkelingen in de maatschappij.
Om tot deze conclusie te komen neemt Dekker de ontwikkeling van diverse onderwerpen binnen de CE-edities onder de loep. Voordat Dekker
hieraan begint, legt hij wel allereerst op gedegen en wetenschappelijke wijze verantwoording af van zijn werkmethode. Vervolgens bekijkt
hij in het beschrijvende deel de diverse CE-onderwerpen. Op een grijze bladspiegel worden daarbij de betreffende onderwerpen uit de drie
edities van de CE geciteerd, terwijl op de witte pagina's de analyse en het commentaar van de schrijver erover te vinden zijn. Door deze
opbouw kan het soms gebeuren dat de bespreking niet altijd parallel loopt met de CE-citaten, maar bij de opmaak heeft men er duidelijk
op gelet dat dit geen belemmering vormt voor de lezer.
Om een overzicht in de reikwijdte van het onderzoek te krijgen geef ik beknopt de structuur weer van het boek, daarbij laat ik enkele
willekeurige onderwerpen die Dekker bespreekt naar voren komen. In het hoofdstuk 'De christelijke godsdienst als zodanig' bekijkt de
auteur de encyclopedische evolutie van gedachten over de opvattingen van de hemel en de hel, de Bijbel en het Schriftgezag, de moderne
theologie en de vrijzinnigheid, het ambt, enz. In 'De relatie tot de samenleving', komen kerk en wereld, kerk en staat, rationalisme,
evolutionisme en andere onderwerpen aan bod. Het deel 'Waarden betreffende de samenleving' gaat in op onderwerpen als dienstweigering,
emancipatie armenzorg, enz. En ten slotte behandelt het hoofdstuk 'Waarden betreffende het persoonlijke leven' thema's zoals het
huwelijk, de positie van de vrouw, abortus en euthanasie en de zondagsrust. Dit zijn slechts enkele van de zesenveertig onderwerpen die
de schrijver de revue laat passeren.
Na het beschrijvende deel wordt ieder hoofddeel afgesloten met een heldere en overzichtelijke samenvatting. Doordat Dekkers werk
encyclopedisch is opgebouwd, is het boek minder gedacht om helemaal van voor naar achter in één ruk uit te lezen. Het is veel meer de
bedoeling dat de lezer in het beschrijvende gedeelte, waarin de auteur de verschillende edities van de CE met elkaar vergelijkt en
analyseert, die onderwerpen uitkiest die hem het meeste aanspreken. In de slotconclusie van Dekkers onderzoek vindt de lezer een
algemeen evaluerend gedeelte, waar wordt stilgestaan bij de ontwikkelingen van de christelijke godsdienst gedurende de afgelopen eeuw en
haar toekomst. De auteur spreekt daarin over de gekleurdheid van de godsdienst door de samenleving en denkt er over na hoe het
christelijke geloof weer opnieuw voor de huidige samenleving van betekenis kan zijn. Ondanks de encyclopedische opbouw van het boek is
het werk goed gestructureerd, lukt het de auteur de lezer te blijven boeien en wordt de analyse en evaluatie helder beschreven.
2. Reformatorisch Dagblad - 22 november 2006 - www.refdag.nl
Dekker vergelijkt drie christelijke encyclopedieën
De ontwikkelingsgang van de neogereformeerde godsdienst
Dr. C.S.L. Janse
Vergelijkend onderzoek is een belangrijke bron van kennis. Vandaar dat het een goed idee was van de nog altijd actieve emeritus
hoogleraar godsdienstsociologie, G. Dekker, om de drie uitgaven van de ”Christelijke Encyclopedie” aan een systematische
vergelijking te onderwerpen. Eerder deze maand werd zijn studie gepresenteerd onder de titel ”Van het centrum naar de marge”.
De eerste en de tweede editie van deze encyclopedie verschenen in de tweede helft van de jaren twintig respectievelijk de jaren vijftig
van de vorige eeuw, de derde kwam precies een jaar geleden gereed. Bij elkaar bieden ze een overvloed aan materiaal. De eerste editie
omvatte bijna 4500 pagina’s, de tweede editie 4200. De derde editie is veel minder omvangrijk, maar komt net nog boven de 2000 pagina’s
uit.
Dekker heeft voor zijn vergelijkend onderzoek meer dan vijftig onderwerpen vergeleken, variërend van eeuwig leven, Schriftgezag,
jodendom en antithese tot homoseksualiteit, feminisme, doodstraf en toneel. Kortom, een reeks onderwerpen waarover in tachtig jaar tijd
de opvattingen in protestants-christelijke kring aanzienlijk zijn veranderd.
Zijn conclusie is dat veel zaken die vroeger absoluut gesteld werden, nu gerelativeerd worden of helemaal zijn losgelaten. Aan de
belijdenis wordt minder waarde gehecht. De Bijbel speelt niet meer die exclusieve rol die hij voorheen had. Van het verzet tegen
allerlei moderne ontwikkelingen is niet veel meer overgebleven.
Nu wil ik niet alles wat in de eerste editie van de ”Christelijke Encyclopedie” gesteld werd voor mijn rekening nemen, maar de door
Dekker gesignaleerde ontwikkeling is in de meeste gevallen negatief te duiden. In dit boek wordt de lezer daar nog weer eens heel
uitdrukkelijk mee geconfronteerd.
Methodologische hobbels
Er zitten echter in deze vergelijkende studie twee methodologische hobbels. Dekker signaleert die wel, maar houdt er verder onvoldoende
rekening mee. Alle drie de vergeleken edities zijn onder dezelfde naam en bij dezelfde uitgever verschenen. Maar er is ook een heleboel
veranderd.
De eerste editie van de ”Christelijke Encyclopedie” was duidelijk een gereformeerde encyclopedie. De
tweede was orthodox-protestants, terwijl de derde als oecumenisch-christelijk kan worden bestempeld. De rooms-katholieken zijn er, zowel
wat betreft de keuze van de medewerkers als wat betreft de selectie van de lemmata, volledig bij betrokken.
Een tweede verschuiving betreft de aanpak. De eerste twee edities hadden duidelijk een thetisch karakter. Men wilde de lezer niet alleen
objectief informeren, maar hem ook het op de Bijbel gefundeerde gereformeerde/protestantse standpunt aanreiken. De derde editie heeft
alleen informatieve pretenties. Het gaat nu om het christendom als cultureel verschijnsel.
Die twee verschuivingen hebben duidelijk consequenties voor het vergelijkend onderzoek van Dekker. Helaas houdt hij daar niet of
nauwelijks rekening mee. Zo draagt zijn boek de ondertitel ”De ontwikkeling van de christelijke godsdienst in Nederland”. En ook in
de tekst heeft hij het er verschillende malen over dat een vergelijking tussen de verschillende edities inzicht geeft in de ontwikkeling
van de christelijke godsdienst in de loop van de tijd.
Strenge lijn
Maar de Gereformeerde Kerken, waartoe de uitgever, de eindredactie en het gros van de medewerkers van de eerste editie van de ”Christelijke
Encyclopedie” behoorden, vertegenwoordigden anno 1925 natuurlijk niet het christendom in Nederland. Behalve de rooms-katholieken was
er ook de toen nog omvangrijke Hervormde Kerk. De gereformeerdebonders hadden betrekkelijk veel affiniteit met de opvattingen in de
Gereformeerde Kerken, maar andere hervormde richtingen stonden daar veel verder vanaf. De gereformeerden vertegenwoordigden in het
interbellum de (tamelijk) strenge lijn in het Nederlandse protestantisme.
De omvangrijke verschuivingen die Dekker signaleert, tekenen ons primair de ontwikkeling van de neogereformeerde wereld. Daar waren de
verschuivingen groter dan in andere sectoren van het protestantisme, waar men zich in het begin van de twintigste eeuw al meer had
aangepast aan de moderne cultuur. Als de eerste editie van de ”Christelijke Encyclopedie” verschenen was in ethisch hervormde kring
en de tweede editie in de hoek van de hervormde middenorthodoxie, dan zouden er ook wel allerlei veranderingen te signaleren zijn, maar
die waren dan lang niet zo ingrijpend geweest als Dekker nu signaleert. Daarom mag hij de resultaten van zijn onderzoek niet
generaliseren naar het christendom als geheel. Zeker mensen die minder thuis zijn in de kerkelijke wereld, zet hij daardoor op het
verkeerde been.
Meer afstandelijk
Daarnaast is er de andere, meer afstandelijke aanpak van de derde editie. Op zich is het niet toevallig dat daarvoor gekozen is. Dat
past duidelijk bij de hedendaagse lezer die zich misschien nog wel wil laten informeren over het christendom, maar niet op een belerende
manier. Dat past ook goed bij het moderne christendom, dat gekenmerkt wordt door vaagheid en pluraliteit. Maar dat betekent wel dat
expliciete stellingnames die de lezer in oudere edities van de ”Christelijke Encyclopedie” tegenkomt, per definitie afwezig zijn in
de laatste editie. En dat ongeacht de opvattingen van de auteur.
Dat neemt niet weg dat ook in de derde editie de keuze van de auteurs van betekenis is. Als Dekker het opvallend vindt dat in de
bijdrage over de kerk verwezen wordt naar de Nederlandse Geloofsbelijdenis die de tucht noemt als kenmerk van de kerk en dat daarbij de
naam van K. Schilder valt, is het niet toevallig dat die bijdrage geschreven is door de vrijgemaakte prof. dr. B. Kamphuis. Het is
trouwens jammer dat bij de geselecteerde fragmenten uit de drie edities van de ”Christelijke Encyclopedie” niet de namen van de
auteurs zijn afgedrukt. Dat was een kleine moeite geweest.
Omgekeerd kan ook typerend zijn wat de redactie niet acceptabel vond in de aangeleverde bijdragen. Dat onttrekt zich uiteraard aan de
waarneming van de lezer. Zelf heb ik in de derde editie onder meer de bijdrage over emancipatie verzorgd. In de aangeleverde tekst werd
vragenderwijs aan de orde gesteld of het homohuwelijk een vorm was van gelijke behandeling, of dat hier zaken aan elkaar gelijkgesteld
werden die toch wezenlijk verschillend zijn. Maar zelfs die vraag alleen kon geen genade vinden in de ogen van de redactie!
1. Trouw -
10 november 2006 - http://boekrecensies.trouw.nl
'Encyclopedie onthult dat religie nu in de marge zit'
door Lodewijk Dros
Het christendom is een margeverschijnsel geworden. Maatschappelijke ontwikkelingen stuitten steevast op verzet, daarna aanvaardden
kerken de veranderingen.
Dat concludeert Gerard Dekker, emeritus hoogleraar godsdienstsociologie, in zijn gisteren gepresenteerde boek 'Van het centrum naar de
marge'. Dekker gebruikte voor zijn analyse drie edities van de Christelijke Encyclopedie, eentje uit de jaren twintig van de vorige
eeuw, een uit de jaren vijftig en de vorig jaar verschenen derde versie. Dat naslagwerk beoogde - in ieder geval in de oudste edities -
de verdediging van het christelijk geloof, en dat op z'n gereformeerds. De jongste uitgave is oecumenischer ingesteld.
Dekker ontwaart bij christenen een verlies aan zelfverzekerdheid. Hun gesloten wereldbeeld werd hardhandig opengebroken. Steeds volgens
hetzelfde patroon: in de samenleving treden veranderingen op, waartegen de christelijke godsdienst zich heftig verzet. Daarna gaan de
gelovigen geleidelijk aan tot het overnemen van een veranderd levenspatroon of een tot dan toe verketterde opvatting. Dekker noemt
enkele sprekende voorbeelden. Was homoseksualiteit eerst een 'zedelijke pest', nu beschouwen veel kerken homorelaties als acceptabel.
Over mensenrassen was de Christelijke Encyclopedie vroeger glashelder. Je had allerlei soorten negers, die waren oppervlakkig, lui en
dom en je moest - zoals nu met Wilders' tsunami van moslims - uitkijken voor een 'vloedgolf van kleurlingen die het Blanke Ras zal
verwoesten'. Volgens Dekker weerspiegelt dat de opvatting over rassen. Die hadden, conform Gods bestel, 'verschillende begaafdheid en
beschavingshoogte', een overtuiging waarmee men in Zuid-Afrika prima uit de voeten kon. Nu heten apartheid (dat woord ontbreekt trouwens
in de nieuwste encyclopedie) en racisme 'zonde, morele ketterij die door kerken dient te worden bestreden'.
De rol die de kerken zichzelf toebedelen is ook fundamenteel veranderd. Dekker illustreert dat aan de hand van de kijk op armenzorg. Nog
geen eeuw geleden wist de kerk het zeker: ?In geen geval mag de gemeente van Christus toelaten dat haar armen geheel of gedeeltelijk
door de overheid verzorgd worden.'' Nu is die zekerheid ingeruild voor een andere: het recht op bijstand is een grondrecht.
Bij Dekker is het duidelijk: de samenleving heeft de kerk grondig beïnvloed. Omgekeerd gebeurt dat steeds minder. Tot verdriet van de
godsdienstsocioloog . Het spijt hem niet dat een vorm van christendom uit een voorbije tijd verdwijnt, wel dat deze religie zich
terugtrekt op haar troostende functie, iets wordt voor in het privédomein. Dekker zoekt een 'wereldlijk christendom', een variant die
zich niet keert tegen mondigheid, maar wel een utopie najaagt. Hij is er niet gerust op - de aan invloed winnende evangelischen passen
'met hun nadruk op het gevoelsleven wél in de huidige samenleving, maar hebben voor de inrichting ervan geen betekenis'. ?Die rol is
uitgespeeld.''
|