Recensieindex
4 RECENSIES
Jezus uitstralen
Worden als Hij
door Jos Douma
Uitg. Kok, Kampen, 2005
ISBN 9789043511391
128 blz.; € 12,90
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
* Geschikt voor bijbelstudie
* Toegankelijk en persoonlijk geschreven
* Met korte gebeden
* Om samen te gebruiken in een groep of in de gemeente
* Met het oog op een missionaire houding
Jezus kennen is prachtig, maar hoe wordt in je leven duidelijk wie Jezus voor je is? Hoe verandert je leven door het omgaan met Jezus?
Volgens Jos Douma kan het niet anders of het ontdekken van Jezus Christus als de Verlosser en Heer van je leven heeft gevolgen.
Toch worstelen christenen hier vaak mee, omdat ze geen werkelijke verandering in hun leven ervaren, hoe ze ook hun best doen. Daarom
benadrukt de auteur in Jezus uitstralen dat lijken op Jezus begint bij kijken naar Jezus. Hij laat op een heldere en praktische manier
zien hoe de bijbel hierover spreekt. Ook gaat hij in op verschillende praktijksituaties en bespreekt hij een aantal geestelijke
oefeningen.
Dit boek is een handreiking voor elke christen die ernaar verlangt om Jezus voor te stellen aan andere mensen.
Jezus uitstralen is het praktische vervolg op het 33dagenboek Jezus ontdekken.
4 RECENSIES
4. Friesch Dagblad - 9 januari 2006 - www.nd.nl
Geloven draait steeds meer om de Geest
door Tjerk de Reus
Wordt 2006 het jaar van de Geest?
Als het gaat om de wereldwijde viering van honderd jaar Pinksterkerken zal dit vast gelden. Maar het lijkt ook op te gaan voor de ‘oudere’
kerken. Steeds vaker zijn conferenties, gesprekskringen en boekuitgaven in deze kring gewijd aan de Geest en aan het ervaren van
God.
Het is een opvallende tekst in de voorjaarsaanbieding van uitgever Kok te Kampen: ‘2006 jaar van de Geest’. Het staat onder een
aangekondigd boek van dr. Kees van der Kooi, dat de titel Tegenwoordigheid van Geest zal hebben. Dat het boek juist dit voorjaar gaat
verschijnen, is niet toevallig. In vele kerken is een toenemende behoefte aan bezinning over de Geest, de aanwezigheid van God in het
dagelijkse leven, het groeien in discipelschap en intensivering van innerlijke verbondenheid met Jezus.
Het is opvallend dat juist gereformeerd-vrijgemaakte predikanten wat dit betreft van zich doen spreken: Jos Douma, Gert Hutten en Philip
Troost. Maar de beweging is breder. Het afgelopen najaar verscheen het boek Gaven voor de gemeente. Over het werk en de gaven van de
Heilige Geest , waarin een groep theologen uit - globaal - de kring van de Gereformeerde Bond zich bezint op het werk van de
Geest.
Het opinieblad CV-Koers besteedde uitvoerig aandacht aan dit boek onder de noemer ‘Tussen verlangen en verlegenheid’. Uit een
enquête van dit tijdschrift bleek dat veel predikanten uit de orthodoxe hoek van de kerken een verlangen koesteren naar ‘meer van de
Geest’. Intussen had ook Willem J. Ouweneel, voorganger in de Vergadering der gelovigen, een boekje gepubliceerd met de sprekende
titel Meer Geest in de gemeenten - maar dat híj daarvan een voorstander zou zijn, was al lang bekend. Opmerkelijk was eerder dat een
bekende gereformeerde-bondsdominee als dr. Jan Hoek verklaarde dat hij openheid voor de gaven van de Geest broodnodig vindt voor een
herleving van het geestelijk klimaat in zijn kerkelijke achterban.
Een concrete uitdrukking van het verlangen naar vernieuwing en verdieping zijn de boeken van Jos Douma. Hij publiceerde recent Jezus
uitstralen, als vervolg op het in 2004 verschenen Jezus ontdekken. In zijn nieuwe boek schrijft hij op een aansprekende manier over
kernmomenten van het christelijk geloof, met als doel zijn lezers toe te rusten om getuige van Christus te zijn. Het valt op hoe
nadrukkelijk Douma zijn vertrekpunt in de bijbel neemt. In de eerst zeven hoofdstukjes bespreekt hij bijbelse uitdrukkingen zoals ‘Christus
leeft in mij’, ‘Ik volg Christus na’ en ‘Christus krijgt gestalte in mij’. Vervolgens wijst hij op een reeks mogelijkheden om
Jezus ‘uit te stralen’. Het gaat hem er niet meteen om dat je zo snel mogelijk op een ‘zeepkist’ moet klimmen om het evangelie
rond te bazuinen, maar eerder om een houding van zachtmoedigheid, dienstbaarheid en rechtvaardigheid. Niet als algemene waarden, maar
als vruchten van het geloof.
Een kerngedachte in Douma’s boek is: om Jezus uit te kunnen stralen, moet je eerst naar Hem kijken. Vanuit dit perspectief wijst Douma
een opgelegd geloofsactivisme resoluut af: je hoeft je niet drie keer in de rondte te werken om op een geestelijk aanvaardbaar niveau te
komen. Wel is het zo dat onder leiding van de Geest je leven veranderen moet. Dat is niet alleen een kwestie van innerlijke beleving en
toewijding, het geldt ook in de praktijk van het dagelijkse leven.
Oefeningen
Douma bespreekt een reeks praktijksituaties en laat zien hoe je met de liefde van Jezus concreet iets betekenen kunt. Douma sluit af
met een reeks ‘geestelijke oefeningen’, die nuttig zijn om te groeien in geloof en discipelschap. Het valt op hoe concreet hij ook
hier is. Dagelijks bidden, bijbellezen en de wekelijkse samenkomsten of kerkdiensten bezoeken staan bij hem hoog genoteerd. Kortom,
Douma spoort aan tot verdieping van de relatie met God. Bijzondere gaven van de Geest zoals tongentaal, gebedsgenezing en dergelijke
blijven in zijn boek goeddeels buiten beeld.
Coen Verboom is de uitgever van het werk van Jos Douma. Hij heeft de afgelopen jaren gezien hoe de markt voor orthodox georiënteerde
boeken over geloofsbeleving groter is geworden. Verboom: ,,Het eigen gevoel mag vandaag weer een woordje meespreken. Dat geldt voor de
breedte van de kerken. Het evangelicale christendom spreekt traditionele kerkgangers aan omdat juist daar veel ruimte is voor de eigen
gevoelens. Er zijn tijden geweest waarin de leer over Christus centraal stond in de kerken. Vandaag is de aandacht eerder gericht op het
werk van de Geest. Dat ervaart men als concreter, als betrekking hebbend op het eigen, individuele leven.’’
Op de vraag of je deze toenemende vraag naar ervaring in de ‘behoudende’ kerken kunt verklaren, valt geen eenduidig antwoord te
geven. ,,Er spelen veel factoren een rol,’’ vermoedt Verboom. ,,Ik denk dat je de rol van de moderne psychologie niet moet
onderschatten. Er is veel meer zicht gekomen op het eigen emotionele en spirituele functioneren. Je bent een compleet mens en dat
betekent dat je niet alleen verstandelijk betrokken bent bij wat je gelooft, maar ook emotioneel. Dit inzicht heeft gevolgen in de
kerken, in hoe mensen bezig willen zijn met het geloof. Het hangt dus samen met het achterliggende mensbeeld. Als je bedenkt dat de mens
in de twintigste eeuw in steeds sterkere mate zichzelf is gaan ervaren als een autonoom wezen, wordt ook duidelijk dat de mens zich wil
ontplooien, tot een vorm van zelfverwerkelijking wil komen. Dat kan een uitweg vinden in interesse voor Oosterse religies, waarin de
vervolmaking van het ik het centraal staat. Maar in een christelijk denkkader betekent dit iets anders. Dat zie je bij Douma. Bij hem
gaat het erom dat je als totale mens in God gelooft. Daar hoort je dagelijkse leven ook bij en alle gevoelens en ervaringen die je als
mens hebben kunt.’’
Arjen van Trigt van uitgeverij Boekencentrum constateert net als Verboom dat er een toenemende behoefte is aan beleving van het geloof.
In de afgelopen tijd publiceerde Boekencentrum de genoemde bundel Gaven voor de gemeente , maar ook een op christelijke studenten
gericht praktijkboek Dagelijks leven met God . Van Trigt: ,,In de zogenoemde gereformeerde gezindte is veel belangstelling voor de gaven
van de Geest: voor de doop met de Geest, de vervulling met de Geest en de charismata. Je kunt niet meer aankomen met het verhaal: als je
gelooft, ben je een kind van God en daarmee moet je tevreden zijn. Mensen willen meer.’’ Van Trigt vermoedt dat een en ander
samenhangt met veranderde manier waarop mensen in het leven staan. ,,Alles in je leven is geregeld. Je hebt een vast salaris, je maakt
zelf keuzes als het gaat om je toekomst. Vroeger lag dat helemaal anders. Mensen ervoeren hun afhankelijkheid van God in allerlei
aspecten van het leven. Als je dat in mindere mate ervaart, zoek je naar nieuwe impulsen voor je geloofsleven.’’
Dat deze ontwikkelingen een vervolg zullen krijgen in de loop van dit jaar, staat vast. Maar ook het verzet zal groeien, zoals nu al te
merken is in de kolommen van het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad en in een kerkelijk blad als De waarheidsvriend , het
weekblad van de Gereformeerde Bond. De hang naar het evangelische christendom baart de kerkelijke leiders zorgen. De recensent in het
Reformatorisch Dagblad schreef over het boek van Douma: ,,(…) ondanks onmiskenbaar goede elementen, dit boekje staat in de groeiende
stroom van evangelisch getinte literatuur waarin het zo broodnodige gereformeerde kader te veel gemist wordt. Die kant moeten we naar
mijn vaste overtuiging niet op.’’ Of deze zorgelijke opmerkingen de ontwikkelingen in kerkelijk Nederland zullen beïnvloeden, zal
in 2006 ongetwijfeld duidelijk worden.
3. Nederlands dagblad - 13
januari 2006 - www.nd.nl
Een warm boek over Jezus
BOEKRECENSIE DOOR ALIE DE VOS KOELEWIJN
In 2004 schreef Jos Douma: Jezus ontdekken. Een 33 dagenboek waarin het kennen van Jezus centraal staat. Dit jaar is als praktisch
vervolg daarop ‘Jezus uitstralen, worden als Hij’ uitgekomen. Hij wil hiermee christenen helpen om zó met Jezus te leven, dat
anderen dat aan hen kunnen merken. je zou het zo kunnen zeggen: Nadat je Jezus ontdekt hebt in je leven mag je Hem nu steeds meer ont
dekken in je leven voor je naaste.
Jos Douma zegt: 'Als we intens kijken naar de glorie van Christus, naar alles wat maakt dat Hij zo'n krachtige uitstraling heeft, dan
zullen we op Hem gaan lijken.'
Aan het eind van zijn boek komt hij hierop terug en zegt: 'Als je ernaar verlangt om steeds meer naar het beeld van Christus te worden
veranderd, begin dan echt bij het begin.' Dit begin, dat door het geloof werkelijkheid is: 'God heeft in ons hart het licht doen
schijnen. Deze geloofswerkelijkheid mogen we ons steeds weer en steeds meer eigen maken.' Dit licht mag door het genadige werk van de
Geest naar buiten komen.
Ondanks het vele goede in dit boek houd ik de vraag: Is dit het echte begin of is er een fundamenteler begin dat we nooit los kunnen
laten in ons bewustzijn?
Daadwerkelijk
Het boek is systematisch opgezet in vier delen met elk zeven hoofdstukken.
Deel 1 geeft zeven overdenkingen van bijbelse uitdrukkingen over worden als Jezus. Douma roept de lezer op om de moed te hebben zich de
hoofdstuktitels (bijvoorbeeld: Christus leeft in mij) eigen te maken. Niet te denken: 'Zo zou het eigenlijk moeten', maar Gods belofte
te geloven dat dit steeds meer de werkelijkheid van je leven kan worden.
In hoofdstuk 1.1: 'Christus leeft in mij', zegt Douma: 'Als je ernaar verlangt om Jezus uit te stralen, is het wel nodig dat Hij
daadwerkelijk in jou is. Dat zijn liefde en genade jouw hart hebben veroverd. En dat is nog een hele worsteling. Want er wonen nog
zoveel andere dingen in ons hart, als Jezus er niet Heer mag zijn.' Dingen als egoïsme, hoogmoed, angst, bezorgdheid. Als we dat niet
doden, stralen we vooral onszelf, ons oude leven, uit.
Ik denk dat deze waarheid fundamenteel is. Het moet dan ook erg duidelijk zijn wat hiermee bedoeld wordt. Het praktisch uitleggen van
hoe je angst en bezorgdheid doodt en aan het kruis slaat en hoe je Jezus dan Heer laat zijn in je leven, mag, wat mij betreft, meer
woorden krijgen in dit boek. Doe ik dat zelf of verandert Jezus mij? En als het God is die mij verandert, wat is dan, concreet, mijn
verantwoordelijkheid in dat proces? En welke plaats heeft deze worsteling in mijn leven?
Kwetsbaar
Het tweede deel van dit boek is gewijd aan zeven karaktertrekken van Jezus die 'door het geloof in Hem de onze zijn, en waarin we even
zovele kansen hebben om Hem uit te stralen en zo God te laten zien aan mensen.'
Deel 3 bevat zeven praktijksituaties. Douma geeft hier handreikingen aan de lezer om hem te helpen nadenken over waar en hoe hij Jezus
kan uitstralen.
Hij stelt zich hier kwetsbaar en bescheiden op. Want hij werkt niet met ongelovige collega's. Maar getrouwd is hij wel en ook dat is een
praktijksituatie. Dit onderwerp beschrijft hij erg mooi en diep. Een man en een vrouw mogen elkaar liefhebben met de liefde van Jezus,
die raakt nooit op. Dat is de basis van een christelijk huwelijk. Douma geeft in dit hoofdstuk goede en praktische aanwijzingen.
Deel 4 geeft de lezer zeven geestelijke oefeningen. De bedoeling is concentratie op Jezus Christus, het horen van zijn stem, het zien
van zijn gezicht met als doel dat je steeds meer wordt als Hij. Met het Jezusgebed, hoofdstuk 4.4., het biddend uitspreken van de naam
'Jezus', komt Douma tot de kern van zijn boodschap. Totale concentratie op de persoon Jezus.
2. Eva
- januari 2006
Recensie door Esmé Wiegman-van
Meppelen Scheppink
Jezus uitstralen
Voor wie een beetje moe wordt van alle populaire Amerikaanse 'theologische doe-boekjes' is deze bundel met bijbelstudies vast een
verademing. Douma geeft in zijn voorwoord aan dat het hem niet om een boek met succesformules of handige tips gaat; hij hoopt dat de
lezer er vóór alles de eenvoudige bijbelse boodschap in herkent van het leven tot eer van God.
De bijbelstudies zijn verdeeld over vier themadelen, die ingaan op de uitstraling van Christus, Het boek
eindigt met een hoofdstuk over christenen met uitstraling, "Het gaat niet om het licht dat ik uit mezelf verspreid, maar om Gods
licht dat schijnt in mijn binnenste, en dat door het werk van de Geest naar buiten mag komen, zodat de glorie van God, die zichtbaar is
in Christus, ook door christenen heen zichtbaar wordt op aarde onder de mensen.
Jezus uitstralen is een vervolg op Jezus ontdekken, 33 dagenboek. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een
kort gebed, Het boek is geschikt voor persoolijke of groepsbijbelstudie, met het oog op een missionaire houding.
1. Reformatorisch
Dagblad - 14 december 2005
Over de navolging van Christus
Gereformeerd kader blijft van levensbelang bij bezinning op heiliging
Boekrecensie door Ds. P. D. J. Buijs
Hoe kan ik in de praktijk christen zijn? Dat is een vraag waar heel wat mensen mee zitten. Ze verlangen ernaar, maar hoe komt het zover?
Dr. Jos Douma, gereformeerd vrijgemaakt predikant te Haarlem, gaat op deze vragen in. Als vervolg op zijn boek ”Jezus ontdekken.
33dagenboek” schreef hij nu ”Jezus uitstralen. Worden als Hij”.
Het boek bestaat uit vier delen, die elk zeven onderdelen bevatten. Zo komen aan de orde: zeven Bijbelse uitdrukkingen over het leven
uit Christus, zeven uitstralingsmogelijkheden om trekken van de Heere Jezus te weerspiegelen, zeven praktijksituaties waarin dat kan
gebeuren en zeven geestelijke oefeningen om dat te bereiken.
Het boek is bedoeld als een dagboek en als materiaal voor een gespreksgroep of een ’gemeenteproject’, waarin men gezamenlijk met dit
thema aan de slag kan. Het uitgangspunt is dat elke lezer christen is en dat de Geest op hem of haar rust (blz. 14). De vraag of dat zo
is, is kennelijk een gepasseerd station.
Verzoening
De schrijver maakt veel goede en rake opmerkingen over de wijze van leven die de Heere van de Zijnen vraagt. Met name de hoofdstukken
over de uitstralingsmogelijkheden en de praktijksituaties, die ik zojuist vermeldde, hebben een hoog praktisch gehalte. Daarbij wil de
schrijver verdisconteren dat een leven als christen niet maakbaar is, maar genade is. Ik heb daar goede nota van genomen en vermeld het
daarom ook.
Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat er in dit boek wel heel veel ’moet’ - dat woord komt nogal eens voor. Zou dat niet
samenhangen met het feit dat de Heere Jezus vooral als Voorbeeld aan de orde komt, en minder als Borg? Iemand zou kunnen tegenwerpen:
dat brengt de aard van het onderwerp met zich mee. Maar is het juist in het christenleven van elke dag niet nodig om steeds weer biddend
terug te vallen op wat God deed in Christus, op het verzoenende bloed? Wij komen immers met onze eigen heiligingskrukken de berg Sion
niet op, om met Kohlbrugge te spreken.
Wat zou de schrijver zijn lezers geholpen hebben als hij bij wat hij schrijft over het sterven en opstaan met Christus, was uitgegaan
van het verschil tussen de rechtspositie in Christus (de staat) en de werkelijkheid van het leven (de stand). Het mag van mij best met
andere woorden, als de záken maar aan de orde komen.
Belijdenisgeschriften
Het viel mij ook op dat de schrijver op geen enkele manier refereert aan gegevens uit de belijdenisgeschriften, bijvoorbeeld uit het
vijfde hoofdstuk van de Dordtse Leerregels. Waarom niet? Komt dat omdat hij zijn inspiratiebronnen elders zoekt? Als ik de
literatuurlijst achterin zie (aanbevolen door de auteur) schrik ik. Moeten Bill Hybels, Henri Nouwen en Rick Warren bij dit onderwerp
onze gidsen zijn?
Grote moeite heb ik met het ”Jezus-gebed” in hoofdstuk 4. Dit gebed is de combinatie van Markus 10:48 en Lukas 18:13. „De
geestelijk leider leert de pelgrim om dit gebed zo vaak te bidden -eerst hardop en later in het hart- dat het op den duur als het ware
altijd voortdurend als vanzelf in het binnenste tot klinken komt. Dat is het onophoudelijke gebed.” Mijn vraag is: Wordt zo de Naam
”Jezus” niet een soort mantra, die ons in gevaarlijk mystieke vaarwateren brengt?
Ik zie, ondanks onmiskenbaar goede elementen, dit boekje staan in de groeiende stroom van evangelisch getinte literatuur waarin het zo
broodnodige gereformeerde kader te veel gemist wordt. Die kant moeten we naar mijn vaste overtuiging niet op.
www.jezusontdekken.nl/jezusuitstralen/
www.josdouma.nl
www.jezusontdekken.nl/ |