www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
1
RECENSIE
De laatste dagen van Jezus
Wat echt gebeurde
Craig Evans en Tom Wright
VBK Media (Kok)
189 pag., € 19,90
9789043517409
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
De ideeën over wat er rond Jezus dood en begrafenis gebeurd is, lopen uiteen. Was de opstanding spiritueel of lichamelijk? Wat zeggen de historische gegevens?
Evans en Wright gaan vanuit historisch perspectief na wat de bronnen zeggen. Zij geven achtergrondinformatie over bijvoorbeeld het dragen van de doornenkroon en begrafenisrituelen. Ook laten zij overtuigend zien dat de discipelen in een lichamelijke opstanding geloofden.
Craig Evans is hoogleraar Nieuwe Testament in Canada.
Tom Wright is anglicaanse bisschop te Durham.
1.
- 7 april 2011 - www.frieschdagblad.nl
Afrekening met verzinsels over Jezus’ dood
‘De laatste dagen van Jezus. Wat echt gebeurde.’ Als je een dergelijke titel aan een boek meegeeft, durf je nogal wat te beweren als auteurs. De theologen Craig Evans en Tom Wright durven het wel aan. Ze halen heel wat complottheorieën over het paasverhaal onderuit in een zeer lezenswaardig boek.
Boekrecensie door Lodewijk Born
Tom Wright is een naam die steeds vaker genoemd wordt in ons land. Hij is de schrijver van onder meer Verrast door hoop (Uitgeverij Van Wijnen), een veelgeprezen boek. De anglicaanse bisschop van Durham wordt beschouwd als een van de belangrijkste theologen van dit moment. Het boek De laatste dagen van Jezus is al langer uit, het verscheen vorig jaar. Maar in de periode in aanloop naar de Stille Week een aanrader.
Evans is hoogleraar Nieuwe Testament in Canada. Hij heeft meer dan zestig boeken geschreven en werd zelfs door de Amerikaanse zender NBC gevraagd om over Pasen te vertellen. Op prime time in het programma Dateline. De universiteiten van Princeton, Oxford, Yale en Cambridge staan allemaal op zijn cv.
Het boek dat ze samen schreven, valt uiteen in drie delen: het sterven van Jezus, de begrafenis van Jezus en de opstanding. Het zijn lezingen die Evans en Wright in 2003 en 2004 hielden aan de Faculteit voor Bijbel en Theologie van Crichton. Ze trachtten destijds voor een breder publiek het onderwerp van Jezus’ dood en opstanding inzichtelijk te maken. Ze ontmaskeren hypothesen en claims die historisch niet geloofwaardig zijn.
Trend
De grootste bijdrage is van Evans die meer dan 110 bladzijden wijdt aan het sterven en de begrafenis van Jezus. Dat er discussie is over de opstanding is wel bekend, maar de afgelopen jaren is het volgens Evans ook een trend geworden om bij Jezus’ dood en begrafenis bedenkingen te hebben. ‘Zo heeft een onlangs verschenen boek opnieuw de vreemde theorie uiteengezet dat Jezus niet echt werd terechtgesteld, maar in werkelijkheid zijn dood in scène zette met hulp van de Romeinse stadhouder en enkele anderen, en daarna naar Egypte vluchtte.’ Helaas ontgaat een groot deel van het hedendaagse lezerspubliek het hoe volslagen belachelijk dit scenario is, aldus de Canadese baptistentheoloog.
De dood van Jezus wordt namelijk niet alleen bevestigd (of op zijn minst verondersteld) in elk geschrift van het Nieuwe Testament en het vroege christendom, maar ook door vroegere Joodse en Romeinse schrijvers. Zoals de joodse geschiedkundige Josephus die de opstand tegen Rome overleefde en de Romeinse geschiedschrijver Tacitus die schreef ‘Christus ( ) onderging de doodstraf tijdens de regering van Tiberius, conform het vonnis van procurator Pontius Pilatus.’
Als een soort film brengt Evans in beeld hoe de arrestatie van Jezus verliep, en ook het veroordelingsproces. ‘Historisch gezien is Jezus door een heel klein aantal invloedrijke Joodse mannen veroordeeld, niet door het hele volk.’ Daarom moet ook ondubbelzinnig duidelijk worden gemaakt dat het Joodse volk nooit de schuld mag krijgen van de veroordeling en dood van Jezus, aldus Evans.
Kruisigen
Jezus werd ter dood gebracht door kruisiging. Een executievorm die in de late oudheid gangbaar was, waarbij iemand aan een staak of kruis werd vastgebonden. ‘Gekruisigd worden is dus letterlijk ‘aan de paal genageld worden’.’ Lang voordat de Romeinen deze vorm van de doodstraf overnamen, werden er in het Middellandse Zeegebied al mensen gekruisigd. De Romeinen namen dit over en pasten het onder meer toe op moordlustige of opstandige slaven. Zelfs de Joodse autoriteiten maakten vóór de Romeinse tijd gebruik van de kruisiging. Zo werd er in de tweede eeuw na Christus een groot aantal Farizeeërs gekruisigd.
Een zeer informatief hoofdstuk is dat over de begrafenis van Jezus. Een nieuwtestamenticus zei ooit dat Jezus niet begraven was, maar in een greppel was gegooid, vertelt Evans. Het werd als vanzelfsprekend wereldnieuws. Evans schrijft over de Joodse begrafenisrituelen, het feit waarom er van zo weinig gekruisigde mensen botten zijn gevonden en waarom Jezus wél begraven is. ‘Het lichaam van Jezus werd in een graf gelegd, zoals bij de Joden gebruikelijk was. De Joden in de late oudheid waren zich zeer bewust van hun verplichting om de doden fatsoenlijk, voor zonsondergang, te begraven om te voorkomen dat hun heilige land onrein werd.’
Dat brengt Evans bij het bruggetje dat enkele volgelingen van Jezus heel waarschijnlijk wisten in welk graf Jezus’ lichaam was gelegd. ‘Ze waren van plan de plek te markeren, zijn lichaam te parfumeren, en om hem te rouwen in overstemming met de Joodse gebruiken. Het was hun bedoeling om Jezus’ gebeente op enig moment in de toekomst op te halen en over te brengen naar het graf van zijn familie.’
Ruime betekenis
Ze troffen echter een geopend graf aan en Jezus’ lichaam was verdwenen. ‘Het bracht de vrouwen in verwarring.’ Volgens theoloog Tom Wright is de opstanding van Jezus nog altijd een controversieel onderwerp, zelfs onder christenen. Deels komt dit volgens hem omdat veel hedendaagse christenen het woord ‘opstanding’ een heel ruime betekenis geven. Een betekenis die het in de eerste eeuw niet had.
Tegenwoordig wordt het woord vaak gebruikt als een wat verheven manier om te spreken over naar de hemel gaan als je sterft. Veel boeken over de opstanding gaan uiteindelijk helemaal over de schitterende toekomst die ons direct voorbij het graf wacht, in plaats van over de uiteindelijke toekomst en de opstanding zelf, schetst de Engelse theoloog.
Tevens wordt de paasboodschap vaak gelinkt aan hoop in de paaspreken. ‘In termen van een heerlijk leven na de dood in één of andere onstoffelijke hemel.’ Wright is helder in zijn uitleg: ‘Het woord opstanding heeft nooit de betekenis ‘lichaamloze gelukzaligheid’. Bovendien betekent het woord opstanding in het Nieuwe Testament zelf geen ‘leven na de dood’. Het betekende en betekent wat ik omschrijf als ‘leven na het leven na de dood’.’
Wright schrijft hoe in de antieke wereld de heidenen niet geloofden in zoiets als een opstanding, hoewel ze wél geloofden in allerlei verschillende theorieën over het leven na de dood. ‘Het enige waarvan ze zeker wisten dat het níét gebeurde, was dat er mensen op enig moment na hun dood terugkeerden in een lichamelijk bestaan.’ De Joodse wereld echter hield wel vol dat opstanding mogelijk was, zo wordt onder meer verwezen naar Daniël 12.
In een zeer goed betoog legt Wright uit hoe de kijk op de opstanding veranderende en muteerde in de loop der eeuwen. Er werden ook allerlei redenen bedacht waarom het gewoon niet waar kon zijn. Zo werd er gezegd dat Jezus’ volgelingen na zijn dood zo kapot waren van verdriet dat ze werkelijk niet meer wisten wat ze dachten. Wright laat er geen twijfel over bestaan dat, hoewel de opstandingsverhalen enigszins geredigeerd zijn door de verschillende evangelisten, ze een nauwkeurige weergave zijn van vier manieren waarop dat verhaal vanaf het eerste begin verteld is. Het lege graf en de ontmoetingen met Jezus zijn historische feiten. ‘Jezus van Nazeret werd werkelijk op de derde dag uit de dood opgewekt; hij liet een leeg graf achter, en werd opgewekt in een opnieuw geïncarneerde staat, wat wil zeggen dat hij door de dood heen naar de andere kant gegaan was, en na zijn korte ‘leven na de dood’ terugkeerde in een nieuw lichamelijk leven.’
Hij erkent dat de verhalen aan de oppervlakte inconsistent zijn. ‘Dat wil niet zeggen dat er niets gebeurd zou zijn. Integendeel, het betekent dat de gebeurtenissen zó indrukwekkend en ingrijpend waren dat ze onmiddellijk opgewonden werden doorverteld, waarbij wellicht verwarring ontstond.’
Dat velen niet meer in de opstanding geloven komt doordat er een intellectuele staatsgreep is gepleegd in de periode van de Verlichting, ‘die veel mensen ervan heeft overtuigd dat we op de een of andere manier nieuw bewijs hadden voor het feit dat dode mensen niet opstaan’. Het is daardoor al bijna tweehonderd jaar ‘uit de mode en zelfs gênant om te opperen dat Jezus’ opstanding echt gebeurd is’.
De laatste dagen van Jezus is een boek dat je kan behoeden voor nogal wat onzin over de kern van het christendom. Het is geschreven vanuit apologetisch perspectief en biedt daarom ook handvatten om duidelijker te kunnen spreken als christen over Pasen.
|