www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu 1 RECENSIE Het meisje dat verdween Ditte Stein wordt geboren op de dag dat Nederland capituleert. Als het gezin Stein in 1943 bericht krijgt dat ze zich in kamp Vught moeten melden, besluiten ze onder te duiken – zonder Ditte. 1. Nederlands Dagblad - 30 december 2010 - www.nd.nl ‘Waarom, waartoe?’
Lotte, de stiefdochter, kan na dit drama niets meer van haar ouders verdragen. ‘Ik verwens mezelf erom, maar ik neem hun hun onmacht kwalijk, zoals ik mezelf mijn onmacht kwalijk neem, en zoals ik papa en mama hun onmacht kwalijk neem.’ Kortom, het is een indrukwekkend relaas geworden. Natuurlijk is het gegeven van een lief en levenslustig meisje, dat naar een vernietigingskamp wordt gestuurd, een beladen thema. Florijn weet de gebeurtenissen echter op een authentieke en integere wijze invoelbaar te maken, zonder dat het een sentimenteel geheel wordt. Wat deze roman bovendien onderscheidt van de andere zes, is de prominente plaats van de Joodse religie. Er is veel geloof. En dat wordt gaandeweg aangevochten. Elk van de personages gaat daarin zijn eigen weg. Wat te denken van moeders reactie. Als ze op hun onderduikadres bij een dorpspastoor horen, dat Ditte naar een kamp is gestuurd, stort moeder zich op het Latijn, de taal van het katholicisme, waarin ze nota bene als Joodse vrouw wanhopig probeert vergeving en rust te vinden. ‘Ik hoorde haar, toen ze na weken stamelend het Confiteor vertaalde, de smart in haar stem was onmiskenbaar: Quia peccavi, nimis cogitatione, verbo et opere: mea culpa, mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa – dat ik heb gezondigd, in gedachten, woorden en daden: door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld. Door de intonatie van haar stem waren de woorden ontdaan van ieder cliché.’ Els Florijn heeft haar boek gebaseerd op de Andere Tijden-documentaire van de VPRO over deze familie Frank. Het had haar diep geraakt. Hoewel feiten fictie werden, is er aan de hoofdlijnen van de geschiedenis nauwelijks geschaafd. Florijn probeert een stem te geven aan de stemloze Ditte. En is daarin geslaagd. Lotte zegt: ‘Ik wil niet dat ze nog een keer sterft, dat ze verdwijnt alsof ze nooit bestaan heeft. Ik wil dat haar dood een uitroepteken is; de verschrikkelijke manier waarop ze is gestorven, mag niet uitgewist en ondergeschoven worden. Ik heb geen kinderen. Er is niemand die me zo na staat, dat ik opbrengen kan om te vertellen wat er met mijn kleine zusje gebeurd is.’ Het meisje dat verdween is een verhaal geworden over basale menselijke waarden zoals liefde en vertrouwen, maar die geschaad en ontnomen worden. Lotte vraagt zich af: ‘Soms, na een slechte dag, lag ik ’s avonds slapeloos naar het plafond te staren, en dan vroeg ik het zachtjes: Waarom? Waartoe? |