www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
3 RECENSIES
Adam en Evert
De spanning tussen kerk en homoseksualiteit
dr. Ruard Ganzevoort, Erik Olsman en Mark van der Laan
uitg. Ten Have, Kampen, 2010
ISBN 9789025960407
169 blz.; € 16,90.
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Net als de evolutietheorie ligt homoseksualiteit zeer gevoelig in de christelijke wereld. Maar ook daar
lopen (jonge) vrouwen en mannen rond met homoseksuele gevoelens, die ze een plek moeten geven. Makkelijk is dat niet.
Vaak vinden zijzelf, hun familie, vrienden en predikanten homoseksueel gedrag in strijd met de Bijbel. In Adam en Evert staan de
verhalen van christelijke jongeren en hun omgeving centraal. Hoe proberen jonge mensen hun geloof en homoseksualiteit met elkaar te
verenigen? Sommigen slagen erin beide met elkaar te verzoenen, anderen leiden een dubbelleven, weer anderen kiezen voor een celibatair
leven of verlaten juist de kerk. De auteurs geven aan hoe de omgeving deze jongeren het beste kan steunen in hun zoektocht.
Ruard Ganzevoort is hoogleraar praktische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Hogeschool Windesheim. Hij schreef onder meer
'Breuken en bronnen: Omgaan met crisis, trauma en spiritualiteit' (2009).
Erik Olsman en Mark van der Laan studeerden af aan de VU op een onderzoek naar seksuele identiteitsvorming van reformatorische en
evangelische jongeren. Beiden zijn geestelijk verzorger.
3 RECENSIES
3. CV-Koers - juli/augustus 2010
Praten over Adam en Evert
Recensie door Herman van Wijngaarden
De auteurs van dit boek willen een bijdrage leveren aan het gesprek over homoseksualiteit in (vooral)
orthodox-protestantse en evangelische gemeenten. Ik heb vragen bij de richting die ze wijzen, maar wil toch ook waardering uitspreken.
Op een integere manier beschrijven ze verschillende 'beelden van homoseksualiteit' die in deze kringen gehanteerd worden en hoe die
kunnen uitwerken: homoseksualiteit als gebrokenheid, zonde, strijd en ziekte. Ik ben ervan onder de indruk hoe serieus ze deze beelden
nemen en proberen te beschrijven hoe je hier op een pastorale(re) manier mee kunt omgaan.
Als het gaat om 'leven met geloof en homoseksualiteit' valt me op dat ze maar vier voorbeelden geven. Rachel en Barend kunnen hun geloof
en hun seksualiteit niet bij elkaar houden en kiezen voor een van de twee. De twee anderen kunnen het wel, maar doen dat óf door een
dubbelleven te leiden (Simone) óf door een kerk te zoeken waarbinnen ruimte is voor een homoseksuele relatie (Peter). Ik mis de
mogelijkheid dat iemand zegt: 'Mijn identiteit is homoseksueel, maar ik beleef die binnen de grenzen die God aan de beleving van
seksualiteit stelt.' Misschien kun je dat de auteurs niet kwalijk nemen; hun waarnemingen van 'het veld' zijn grotendeels juist. Het
boek daagt de orthodoxie terecht uit om hierover door te denken.
Of het boek daarbij behulpzaam is, vraag ik me af. Het gesprek dat de auteurs voorstaan, kan eigenlijk alleen goed gevoerd worden als je
uitgaat van een paar vooronderstellingen die weliswaar populair zijn, maar ook discutabel. Een heel belangrijke is dat het niet goed
mogelijk is een 'eenduidige conclusie te trekken uit de bijbelteksten over homoseksualiteit'. Een andere is dat 'seksueel zijn' in
principe ook 'seksuele omgang' impliceert.
Ten slotte vraag ik me af of de schrijvers de verantwoordelijkheid voor het slagen van het pastoraat niet te eenzijdig bij de gemeente
(de pastor) leggen. Ook Adam en Evert kunnen zich verstoppen in de bosjes.
Herman van Wijngaarden is staflid voor de HGJB en zelf homoseksueel.
2. De Oogst - december 2010 - De Oogst
Adam en Evert
Boekrecensie door Laurens van der Laan
Het is onbegrijpelijk dat de auteurs de titel ‘Adam en Evert’ gekozen hebben voor een boek over homoseksualiteit – onbegrijpelijk
omdat zij zelf op de eerste blad zijde schrijven dat deze titel voor sommige christenen aanstootgevend is. Voor mij is de titel
inderdaad aanstootgevend, omdat hij impliceert dat homoseksualiteit tot de goede schepping behoort. Ik beschouw dat als een belediging
van onze Schepper. Ik kan het niet anders zien.
Niettemin heb ik het boek gekocht en zorgvuldig gelezen. Waarom? Omdat ik meer wilde weten over de auteurs. Hoe denken zij? Twee
onderwerpen zijn zeer belangrijk voor hen: authenticiteit en inclusiviteit. Tot die twee wil ik mijn bespreking beperken.
Authenticiteit
De auteurs bespreken authenticiteit onder de kop ‘Jezelf zijn’. ‘Authenticiteit betekent dat ieder mens zijn eigen leven moet
kunnen leiden, zoals het bij hem of haar past’ (pag. 55). Authenticiteit ontbreekt wanneer een mens een dubbelleven leidt met geheimen
en maskers. Zij citeren met instemming de Canadese christenfilosoof Charles Taylor, die schrijft dat authenticiteit een van de
belangrijkste hedendaagse (westerse) idealen is (pag. 55). In het laatste hoofdstuk werken de auteurs dit verder uit. ‘Wij leven (…)
in een wereld waar het eigen gevoel bepalend is voor onze identiteit en de invulling van ons seksuele leven’ (pag. 137).
Authenticiteit is mijns inziens het sterkste argument van degenen die homoseksuele relaties willen goedkeuren. Daarom moeten christenen
het ideaal van authenticiteit serieus nemen, niet alleen in de discussie buiten de kerk, maar ook erbinnen. Hoe moeten zij
authenticiteit beoordelen? Ik waag me hier aan een voorzichtig antwoord. Het ideaal van authenticiteit is goed in de zin dat het
aandringt op oprechtheid. Het is daardoor verwant aan de christelijke gedachte dat er overeenstemming moet zijn tussen leer en leven.
Maar het ideaal is gevaarlijk wanneer de realiteit van de zonde wordt gebagatelliseerd.
Een christen weet dat hij of zij niet in staat is om te leven zoals God het wil (en geopenbaard heeft) en dat hij of zij vaak ook niet
bereid is om God te gehoorzamen. Wie die realiteit negeert, misleidt zichzelf.
Ik proef een intens ver langen naar acceptatie Inclusiviteit In het laatste hoofdstuk komt inclusiviteit ter sprake. Het gaat hier om
het ‘erbij horen’ in de kerk. Het is een sleutelwoord bij mensen die vanwege hun homorelatie vrezen dat ze niet meer welkom zijn in
de kerk. Ik proef een intens verlangen naar acceptatie in de kerk – formeel, maar, meer nog, van harte. Dat intense verlangen raakt
mij – ondanks de aanstootgevende titel.
Ik mag hen niet afschrijven. Het past bij de inclusiviteitsgedachte dat de auteurs pleiten voor een dialoog waarin ze hun standpunt
kunnen uitleggen. Ze hopen dat een serieuze dialoog de grote kloof in de kerken zal overbruggen. Ze besteden veel aandacht aan de
spelregels die nodig zijn voor zo’n dialoog (pag. 151-155).
Daarbij blijft echter één punt vaag: wat is hun doel? Willen ze begrip, sympathie en persoonlijke acceptatie? Of willen zij een
(kerkbrede) goedkeuring van homoseksuele relaties? Als ze het eerste beogen, kan een dialoog eventueel nuttig zijn, maar als ze het
tweede als doel kiezen, voorzie ik een mislukking van de dialoog en toegenomen emoties onder de deelnemers daaraan. Die inschatting is
gebaseerd op mijn ervaringen over ruim twintig jaar.
1. Reformatorisch Dagblad - 9 december 2010 - http://boeken.refdag.nl/boeken
Adam en Evert in de kerk
Boekrecensie door ds. L. Terlouw
In de Bijbel wordt gesproken van een platte aarde. Tegenwoordig weten we dat de wereld rond is. Mag je daarom ook zeggen: voor de
schrijver van Genesis was een verbintenis tussen man en vrouw de enige mogelijkheid, maar Adam en Eva kunnen net zo goed Adam en Evert
zijn?
De auteurs van ”Adam en Evert. De spanning tussen kerk en homeseksualiteit” redeneren: We weten tegenwoordig dat er niet alleen een
relatie mogelijk is tussen een man en een vrouw, maar ook tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Daarom zou je in plaats van over
Adam en Eva, ook over Adam en Evert kunnen spreken.
Langs onder andere deze weg van Bijbelinterpretatie zou je volgens de auteurs – Ruard Ganzevoort, Erik Olsman en Mark van der Laan –
de spanning tussen de kerk en homoseksualiteit kunnen verminderen. Ganzevoort is hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De
andere schrijvers studeerden af aan dezelfde universiteit. Hun specialisatie had raakvlakken met het onderwerp homoseksualiteit.
Bewogenheid met mannen en vrouwen die klem komen te zitten tussen wie ze zijn en de kerk waarbij ze
horen dreef de schrijvers tot onderzoek. Onderzoek speciaal in de evangelische en de orthodox-gereformeerde kring, waar homofiele
relaties dikwijls als problematisch worden gezien.
Voor het onderzoek hebben de auteurs verschillende personen gesproken die spanning ervaren tussen hun gevoelens en de kerkelijke
opvattingen over homoseksualiteit. De betrokkenen krijgen daardoor een gezicht. De oplossingen die zij voor hun problemen vinden, zijn
verschillend. De een zoekt een uitweg in het verlaten van de kerk en de ander neemt ondanks zijn of haar geaardheid de toevlucht tot een
traditioneel huwelijk. Zo geven de schrijvers diverse voorbeelden van mensen die klem zitten in hun situatie.
Uit het boek valt in ieder geval te leren dat pastorale zorg voor jongeren en ouderen met homoseksuele gevoelens dringend nodig is. In
het pastoraat mag geen kerk aan deze nood voorbijgaan. De vormgeving van de pastorale begeleiding hangt sterk af van de beelden die men
van homoseksualiteit heeft. De auteurs onderscheiden een zestal beelden. Het heeft gevolgen voor de pastorale zorg of je
homoseksualiteit ziet als gebrokenheid of als zonde. Beschouw je homoseksualiteit als iets waartegen gestreden moet worden, dan geeft
dit een andere reactie dan wanneer je homofilie als ziekte bestempelt. En de keuze tussen anders zijn en jezelf mogen zijn heeft in
begeleiding weer andere gevolgen voor het pastoraat.
De beelden die de auteurs onderscheiden worden in sterke mate bepaald door de vraag hoe tegen de Bijbel wordt aangekeken. Duidelijk is
dat de schrijvers de Bijbel niet aanvaarden als openbaring van God. Zij beschouwen die als een bundel verhalen zonder absolute
autoriteit.
De antwoorden die de scribenten formuleren en de beoordelingen die zij geven zijn daardoor nauwelijks bruikbaar voor wie het
openbaringskarakter van de Bijbel handhaaft. De uitsplitsing in zes beelden is wel verhelderend als het gaat om de omgang met vragen
rond homoseksualiteit. De praktijk leert echter veelal dat er allerlei mengvormen van deze beelden bestaan.
Voor de auteurs houdt zelfverloochening op bij het wezenlijke ik van de mens. Spreekt de Bijbel echter juist niet over zelfverloochening
die aan het eigen ik niet voorbijgaat? Zelfverloochening vraagt offers in het zijn van elk mens.
Het is jammer dat in het boek onnauwkeurig wordt omgegaan met Genesis 2:24: „Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten, en zijn
vrouw aankleven; en zij zullen tot één vlees zijn.” Dit is een goddelijk gebod aan het adres van Adam en Eva. Ook de Heere Jezus
handhaaft deze instelling. Kun je dan nog zeggen dat de Heere Jezus zwijgt over homoseksuele relaties, zoals de auteurs suggereren?
De schrijvers wensen medemensen zo te begeleiden dat ze een stapje dichter bij God komen. Het eigen gelijk in het pastoraat is dan niet
meer van belang. Wel is het de vraag of dat stapje dichter naar God voor ons niet betekent dat we een weg moeten gaan die tegengesteld
is aan ons verlangen en streven. Het gaat dan niet om het gelijk van pastor of pastorant, maar om het samen leren buigen voor en onder
God en Zijn Woord.
|