www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2
RECENSIES
Van één stam
Calvijn over Joden en christenen in de context van de late Middeleeuwen
Wulfert de Greef
Eburon Delft 2012
207 pag.
ISBN 9789059726345
Prijs: 26 Euro
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Johannes Calvijn (1509-1564) heeft nauwelijks Joden ontmoet. Aan het begin van de zestiende eeuw waren de Joden uit de meeste West-Europese landen verbannen. Duitsland was een uitzondering, maar de Joden mochten niet wonen en werken waar ze wilden. De dominicanen trachtten gedaan te krijgen dat alle Joodse literatuur met uitzondering van de Tenach verboden zou worden. Luther schreef in 1543 enkele felle geschriften tegen de Joden.
Hoe zag Calvijn de relatie van Joden en christenen? Hebben christenen de plaats van de Joden ingenomen of horen ze bij de Joden omdat ze betrokken worden in de relatie van God en Israël? Wat zegt Calvijn over de toekomst van de Joden?
In de Institutie stelt Calvijn de relatie van Joden en christenen niet als een apart onderwerp aan de orde. In zijn preken, colleges en commentaren worden de Joden vaak genoemd. Het gaat in de Bijbel immers over de God van Israël die ook de God van de volken zijn wil.
Calvijn legt elke bijbeltekst uit in het kader van de context. Wie weten wil hoe hij over de relatie van Joden en christenen gedacht heeft, moet goed luisteren naar alles wat hij in zijn exegese over Joden en christenen gezegd heeft.
In zijn bijbeluitleg heeft Calvijn zijn kennis van Joodse en christelijke exegeten verwerkt. Natuurlijk heeft hij niet het laatste woord gesproken. Maar hij heeft wel duidelijk laten zien hoe belangrijk de betekenis is van de eenheid van het Oude en het Nieuwe Testament. De relatie van Joden en christenen is daar nauw mee verbonden.
Wulfert de Greef is emeritus predikant van de Protestantse Kerk in Nederland. In 1984 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit in Utrecht op Calvijn en het Oude Testament. Zijn publicaties gaan vooral over de Reformatie en de uitleg van de Bijbel.
2.
Israel en de bijbel
- 18 oktober 2012 - www.israelendebijbel.nl
Calvijn over de Joden
Recensie door Pieter A. Siebesma
Over de Reformator Johannes Calvijn (1509-1564) is in het Nederlands heel veel gepubliceerd. Opmerkelijk is dat aan de relatie tussen Calvijn en de Joden weliswaar veel Nederlandstalige artikelen, brochures en detailstudies zijn gewijd, maar dat tot dusver een uitvoerige, alomvattende studie over dit onderwerp ontbrak. Dr. Wulfert de Greef, emerituspredikant van de Protestantse Kerk in Nederland en deskundig op het gebied van Calvijn en de Reformatie, heeft nu een grondige en goed gedocumenteerde studie over Calvijn en de Joden geschreven, zoals wel blijkt uit de achttien pagina's lange literatuurlijst en de bijna achthonderd voetnoten!
Calvijns contacten met Joden
In de eerste twee hoofdstukken beschrijft de Greef de positie van de Joden in de late- Middeleeuwen tot aan 1570, de door christenen geschreven anti-Joodse literatuur en de door Joden geschreven antichristelijke geschriften, alsmede de kennis van het Hebreeuws en het Jodendom onder christenen in die tijd. Daarna volgen hoofdstukken over de vraag of en in hoeverre Calvijn persoonlijk contacten met Joden heeft gehad, zijn theologische visie op het Oude Testament en op de toekomst van Israël. Tenslotte volgt Calvijns houding ten opzichte van het Joodse volk van zijn tijd.
Nu is het niet zo eenvoudig om de houding van Calvijn ten opzichte van de Joden te beschrijven. Dat heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats heeft Calvijn, voor zover ons bekend, nauwelijks contact met Joden gehad. Uit Frankrijk, waar Calvijn is opgegroeid, waren de Joden vijftien jaar voor zijn geboorte verdreven. Ook in Genève, waar Calvijn lang heeft gewoond, verbleven sinds 1490 geen Joden meer. Hij is wel in plaatsen geweest met Joodse gemeenschappen, zoals in het Duitse Frankfurt en Worms, maar of hij daar met Joden heeft gesproken, is niet met zekerheid bekend. De enige jood met wie hij nauw contact had, was de van origine Italiaanse Immanuel Tremellius, die op dertig jarige leeftijd christen was geworden, en als docent Hebreeuws werkzaam was. Tremellius vertaalde de catechismus van Calvijn in het Hebreeuws. Ook andere werken van Calvijn zijn tijdens zijn leven in het Hebreeuws vertaald.
Calvijn kende de Joden dus vooral vanuit hun boeken, en dan met name de rabbijnse commentaren op het Oude Testament. In dit licht moeten we ook de opmerking van Calvijn tijdens een college over het Bijbelboek Daniel opvatten: “Ik heb vaak met veel Joden gesproken, maar ik heb nooit een druppel vroomheid, een kruimeltje waarheid, en oprechte aard gezien; ik heb zelfs nooit gemerkt dat er ook maar enig gezond verstand bij een Jood te vinden is." (pag. 70). Hij refereert hier niet naar personen, maar naar hun werken en in het bijzonder naar het commentaar van de Joodse Bijbeluitlegger Abarbanel (1437-1508) op Daniel!
Ten tweede heeft Calvijn, anders dan Luther, nooit een aparte studie over de Joden geschreven. Men is dus aangewezen op zijn Bijbelcommentaren en op andere geschriften, zoals de Institutie. Het is echter niet eenvoudig daar goed zicht op te hebben. In zijn uitleg van de Bijbel maakt hij veel opmerkingen over Joden, maar deze opmerkingen staan altijd in de context van de uitleg van een bepaalde Bijbeltekst. Ze zijn beknopt en vaak verwijst hij voor een uitvoerige bespreking naar zijn Institutie.
Anti-Joods?
Nu kun je alle negatieve opmerkingen over Joden in de geschriften van Calvijn verzamelen, zoals de bovenstaande opmerking en daaruit de conclusie trekken dat Calvijn anti-Joods was. Maar in die tijd was het gebruikelijk om je negatief uit te laten over degene met wie je het totaal oneens was. Calvijn heeft zich vele malen negatiever uitgelaten over de wederdopers dan over de Joden. En wanneer je hem vergelijkt met anderen, dan komt Calvijn er goed van af. De anti-Joodse uitspraken van Luther zijn bekend, maar nog veel erger heeft Erasmus (ca. 1467-1563) zich uitgelaten. Erasmus haatte de Joden zo zeer, dat hij er op tegen was dat ze christen zouden worden, want dan zouden ze het christendom al te negatief beïnvloeden!
Calvijns uitleggen in de context van de tijd
De Greef laat vanuit Calvijns visie en uitleg op het Oude Testament zien, hoe Calvijn positiever dacht over Joden dan zijn voorgangers en tijdgenoten. Een voorbeeld daarvan is zijn uitleg van Psalm 59:12, die afwijkt van de verklaring van de kerkvader Augustinus, een klassiek voorbeeld van vervangingstheologie. Volgens het opschrift boven deze Psalm dichtte David dit, toen Saul zijn huis liet bewaken, met het doel om hem te doden (zie 1Sam. 19:11). David begint zijn gebed dan ook met: "Red mij van mijn vijanden, o mijn God, beveilig mij voor hen die tegen mij opstaan." In vers 12 roept David uit: "Dood hen (de vijanden) niet, opdat mijn volk hen niet vergete, doe hen door uw macht omdolen, stort hen neder, o Here, ons schild". David vraagt hier of God degenen die hem willen doden, niet zelf wil doden, maar hen tot voorbeeld wil stellen voor het volk.
Typerend is de wijze waarop Augustinus dit vers uitlegt. De vijanden zijn de Joden, die Christus niet als Messias hebben geaccepteerd. Zij mogen niet gedood worden, opdat 'mijn volk', dat zijn de christenen, hen niet vergete! Laat hen (de Joden) maar ronddolen in Europa. De betekenis van dit vers wordt dus totaal omgedraaid! De Israëlieten van het Oude Testament zijn nu gelijk aan de Christenen van vandaag, want de Joden hebben Christus verworpen en zijn daarom vijanden van God geworden. Daarom hebben ze hun eerstgeboorterecht verloren en zijn (aldus Augustinus) aan Ezau gelijk geworden, die ook zijn eerstgeboorterecht voor een schotel linzen heeft verkocht!
Deze uitspraken hebben invloed uitgeoefend op hoe christenen naar de Joden keken. Het Joodse volk heeft afgedaan en zwerft nu als straf over de wereld rond. Ze hebben geen toekomst meer, hooguit mogen we verwachten hoe enkelingen tot Christus zullen komen.
Calvijn legt deze tekst heel anders uit dan Augustinus. Hij identificeert de vijanden niet als de Joden, omdat hij ze leest in de historische context van David. De Joden waarover hij het hier heeft, zijn niet de hedendaagse Joden, maar de Joden in de tijd van de Psalmen. juist omdat Calvijn het Oude Testament letterlijk uitlegt, heeft hij ook problemen met veel christelijke uitleggers die alles in het Oude Testament op Christus willen laten slaan. De historische lezing staat bij hem voorop. Calvijn gaat met veel Joodse exegeten in gesprek. De meeste waardering heeft hij voor David Kimchi (ca. 1160-1235), juist omdat deze de tekst op eenzelfde letterlijke uitlegt als hij.
Resumé
Ik heb het boek van Dr. Wulfert de Greef met heel veel genoegen gelezen. Een punt van kritiek zou zijn of hij niet te positief is over Calvijns houding ten opzichte van de Joden. Anderzijds onderscheidt Calvijn zich positief van veel van zijn tijdgenoten. En de Verenigde Nederlanden, waar het calvinisme wortels schoot, was in de 17e en 18e eeuw, in vergelijking met andere Europese landen, zeer tolerant ten opzichte van de Joden. Het is te kort door de bocht om dat op conto van het Calvinisme te schrijven, maar het is wel een feit dat in die tijd veel Nederlandse calvinistische theologen over de toekomst van Israël schreven.
1.
NBD Biblion
- 18 oktober 2012
Van één stam
Boekrecensie door Drs. J. Wilts
Studie naar Calvijns opvattingen over de joden vanuit diens commentaren op het Oude Testament in de context van de verhoudingen tussen joden en christenen in de zestiende eeuw. Deze studie nuanceert het bestaande beeld dat Calvijn van mening zou zijn dat de joden zich tot de kerk moesten (be)keren. Juist in zijn exegese van het Oude Testament herkent Calvijn ook de omgekeerde beweging: dat de heidenvolken (= christenen) geënt worden op de joodse stam.
Gods verbond met het joodse volk kan niet ongedaan worden gemaakt; alleen betrokken op dit 'oude' verbond kan de kerk volk van God zijn. Kern in Calvijns uitleg is Gods verbond met Abraham dat in eerste plaats het legaat van Israël wordt en van de Messias (Christus) die hun beloofd wordt om de volken bij dat verbond in te lijven.
Bevat uitgebreide literatuuropgave, bijbelregister en naamregister. Geschikt voor vaktheologen en historici. De auteur is een op Calvijn gepromoveerde kerkhistoricus en emeritus-predikant (Protestantse Kerk in Nederland).
|