www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


Ik heb geen toekomst, zei ze
Over suïcide en de gevolgen voor nabestaanden
Elly den Herder-Michielsen
Uitgeverij Barnabas, Heerenveen, 2006
264 pag., € 17,50, ISBN 9789085200543
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

In 'Ik heb geen toekomst, zei ze' laat de auteur ouders, broers en zussen, vrienden en vriendinnen hun verhaal vertellen. Haar eigen ervaring deelt ze met de lezer. Ook wordt in het kort een aantal theorieën over suïcide overzichtelijk in kaart gebracht. Een indringend en persoonlijk boek van en voor nabestaanden.


2. Nederlands Dagblad - 15 september 2006

Zelfmoord en de nabestaanden

Recensie door NELLEKE VERMEER

Niemand vertelt graag dat z'n vriendin, vader of kind zelfmoord heeft gepleegd. Het is een pijnlijk onderwerp. Nabestaanden voelen zich schuldig, eenzaam en verdrietig, schrijft de christelijke psychologe Elly den Herder Michielsen in ‘Ik heb geen toekomst, zei ze’. Toen haar eigen vriendin llona een einde aan haar leven maakte, kreeg Den Herder rare reacties: "Had jij het niet zien aankomen? Je bent toch psycholoog"?

In dit boek vertelt ze over haar ervaringen met de dood van Ilona en interviewt ze nabestaanden van andere mensen die suïcide pleegden. Zij vertellen over hun relatie met de overledene, hun gevoelens van onmacht, de rouw en de rol van familie, vrienden, buren en kerkleden. De vragen die Den Herder stelde, vloeiden voort uit haar eigen ervaringen en vooroordelen.

Gepikeerd

Den Herder heeft zelf veel last van schuldgevoelens gehad. Ze vroeg zich af, of ze liona's dood had kunnen voorkomen, maar als anderen daarop aanstuurden, reageerde ze gepikeerd. “Ja, ik heb het zien aankomen en het vervolgens gewoon laten gebeuren, denk ik dan cynisch. Stel toch niet van die stomme vragen.”

Een vakgenoot liet haar inzien dat haar eigen, overtrokken verantwoordelijkheidsbesef maakte dat ze overgevoelig was voor zulke vragen en opmerkingen. Ze wist wel dat vriendin zijn iets anders is dan professioneel hulpverlener zijn, maar haar gevoel zei dat ze toch meer had moeten helpen. Gelukkig had ze enkele goede vriendinnen, die altijd wisten welke toon ze moesten treffen.

Met haar ervaringen na de dood van Ilona nog vers in het geheugen, ondervroeg ze andere nabestaanden. Velen vonden het moeilijk zich te laten interviewen. Sommigen zegden op het laatste moment af, krabbelden terug toen ze de geschreven tekst van het interview lazen of kozen voor een schuilnaam. Suïcide ligt "uiterst gevoelig" en achterblijvers voelen zich "zeer kwetsbaar", concludeerde Den Herder. Veel van de geïnterviewden waren meelevend kerklid, evenals degenen die zelfmoord pleegden. De gespreksverslagen bevatten zowel droevige klachten als ontroerende getuigenissen.

Een ontroerend getuigenis is dat van Judith, die 32 jaar was toen haar moeder (64) zelfmoord pleegde. Ten tijde van het interview was dat dertien jaar geleden. Er was een reeks van depressies en zelfmoordpogingen aan voorafgegaan. Judith: "'Ze werd beschermd behalve die laatste keer', zeggen mensen dan. Maar ik zou het willen omdraaien. Die laatste keer is ze ook beschermd. Ik geloof dat God niet heeft ingegrepen, omdat het alternatief wéér depressief, wéér in de psychiatrie nog erger zou zijn dan haar dood."

Diep dal

Uit het verhaal van Judith, en ook uit andere verhalen, blijkt dat rouwenden kracht kunnen putten uit de Bijbel. Maar niet altijd of niet meteen, soms komt dat pas na vele jaren. PKN predikant Leendert van den Berg vindt dat daarmee rekening gehouden moet worden. "Op het moment dat iemand in een diep dal zit, doe je hem onrecht als je zegt dat God alle dingen doet meewerken ten goede. (?) Ik noem het evangelische terreur als dit gebeurt. De Bijbel staat vol verhalen van mensen die worstelen met God, die zich van God verlaten voelen of door dalen van diepe duisternis gaan. Er is opstanding, jazeker. Maar na Golgota, na het kruis, na het lijden."

Sommige nabestaanden klagen dat ze zich niet gesteund voelen in hun lijden. Zo sprak Den Herder met Bert en Anita, wier zoon Teun drie jaar voor het interview zelfmoord pleegde. Ze zijn teleurgesteld in de reactie van de kerk. "Wij waren totaal ontredderd, maar vanuit de kerk heeft niemand naar ons omgezien", vertelt Bert. "wij wilden praten over onze zoon maar er kwam niemand. We zijn niet pastoraal begeleid. Twee weken na de begrafenis is de predikant geweest, maar daarna werd hij ziek en zijn vervanger kwam helemaal niet. 'Ik heb jullie niet als urgent doorgekregen', zei hij later."

Vragen

Dat klinkt ernstig, maar roept ook vragen op. Hoe ziek was de predikant al toen hun zoon stierf? Hoe groot waren de zorgen in de eigen gemeente van de vervanger? Wat heeft de vervanger nog meer gezegd? Het was beter geweest, als de interviewster hier doorgevraagd had.

Dat geldt ook voor andere gesprekken waarin klachten over de kerk klinken. Den Herder heeft zelf gevraagd naar eventuele steun die mensen ondervonden van de kerk, maar wat is 'de kerk'? Bovendien, dat schrijft ze zelf ook al, heerst bij omstanders verlegenheid met het onderwerp. Ze zijn onhandig omdat ze niet goed weten wat ze moeten zeggen.

Op dit minpuntje na is ‘Ik heb geen toekomst, zei ze’ een veelzijdig, informatief en bij vlagen troostrijk boek. Omstanders die meeleven willen betonen, leren uit de verhalen wat ze kunnen doen: luisteren, of langs gaan en aanbieden de boodschappen te doen of een stapel strijkgoed weg te werken. De kracht zit 'em in oprechtheid en eenvoud.


1. EO-Visie - augustus 2006

Interview door Gert Jan Schaap

Dodelijke donderslag bij heldere hemel

Elly den Herder vraagt aandacht voor nabestaanden van zelfdoding

Schroeiende waaromvragen vlogen in haar gezicht toen een doorgaans blijgelovige vriendin onverwacht suïcide pleegde. Psychologe drs. Elly den Herder-Michielsen, docente aan de Christelijke Hogeschool Ede, weet uit eigen ervaring dat aandacht voor nabestaanden van een zelfdoding broodnodig is - ook in de kerk.

Elly schreef een aangrijpend en persoonlijk boek over suïcide: Ik heb geen toekomst, zei ze (Uitgeverij Barnabas, 2006). Daarin beschrijft zij haar eigen ervaringen én laat ze andere nabestaanden van suïcides aan het woord. Ook belicht ze bijbelse gegevens en brengt ze kort enkele theorieën over zelfdoding in kaart.

Verbijstering

Elke dag plegen gemiddeld vier mensen in Nederland suïcide. Dat zijn er zo’n vijftienhonderd per jaar; meer dan het totale aantal verkeersdoden. “Jaarlijks zijn er dus duizenden mensen – familie, vrienden, collega’s en andere direct betrokkenen – die te maken krijgen met de gevolgen van een suïcide,” zegt Elly.

Zelf werd ze in januari 2000 plotseling geconfronteerd met de zelfdoding van haar hartsvriendin Ilona (niet haar echte naam), die kampte met zware depressies. Een wanhoopsdaad – ze wierp zichzelf voor de trein – maakte een einde aan een sprankelende vriendschap van veertien jaar. “Je weet aanvankelijk niet goed wat je voelt,” antwoordt Elly op de vraag welke gevoelens de eerste dagen na het verpletterende nieuws overheersten. “Op dat moment kun je het niet benoemen: de wereld staat stil. Misschien kun je het nog het beste omschrijven als verbijstering. Het valt zó buiten je denkkader en buiten alles wat je verwacht. Gevoelens komen pas later en lopen ook nog eens door elkaar heen. Voor mij was het echt een donderslag bij heldere hemel. Het is heel moeilijk om er de juiste woorden voor te vinden, omdat het zo onlogisch is. Dat plaatst je als nabestaande ook wel in een isolement. Je probeert het te omschrijven, maar iemand die het niet zelf heeft meegemaakt, mist het vereiste denkkader om het zich in te kunnen leven.”

Heb je het Ilona kwalijk genomen dat ze dit niet alleen zichzelf, maar ook jou - haar hartsvriendin – heeft aangedaan?
“Die gevoelens heb ik inderdaad af en toe gehad. Echte boosheid is het bij mij niet geweest, denk ik. Eerder een soort verbazing.”

Toch vertel je in je boek dat je op een gegeven moment tot Jezus bidt of Hij Ilona wil vertellen dat je het haar vergeeft. Het feit dat je iemand iets vergeeft...
“...betekent ook dat iemand je iets heeft aangedaan; dat klopt. Ik denk dat je dit ook onder ogen mag zien. Het is onrecht. Er gebeurt iets wat niet de bedoeling is. Als nabestaande ben je volkomen machteloos. Uit dat gevoel van onmacht ontstaat soms boosheid.”

Kortzichtig

Na het plotselinge overlijden van Ilona werd Elly – cum laude afgestudeerd in de klinische psychologie – helaas ook geconfronteerd met verwijtende reacties in haar omgeving: ze was toch psychologe; had ze het niet kunnen voorkomen? “Die verwijtende opmerkingen maakten me héél kwaad,” vertelt ze. “Je bent die eerste tijd extra gevoelig voor wat mensen zeggen. Je voelt jezelf al heel erg tekortschieten, want iemand die heel dicht bij je stond, is plotseling weg. Had ik het toch niet op de een of andere manier kunnen voorkomen? Die vraag heb ik mezelf vaak gesteld. Als anderen dat ook zo onder woorden brengen, word je kwaad.”

Is rouw na suïcide anders dan rouw na een natuurlijke dood?
“Het belangrijkste verschil is dat je jezelf buitenspel gezet en gediskwalificeerd voelt. Dat maakt de rouw gecompliceerd. Je blijft heel lang rondlopen met de waaromvraag en met de gedachte dat dit niet had hoeven gebeuren. Je hebt het gevoel dat je als persoon afgewezen bent en in de steek gelaten door degene die suïcide pleegt. Wat trouwens ook vaak een rol speelt, is schaamte vanwege de doodsoorzaak. Er hangt een duidelijk taboe rond suïcide, ook in de kerk. Nabestaanden komen daardoor vaak in een isolement, dat moeilijk te doorbreken is.”

Verloren

In sommige evangelische en reformatorische kringen leeft de overtuiging dat je voor eeuwig verloren bent als je suïcide pleegt. Een visie met oude papieren. Zo beweerde de invloedrijke katholieke theoloog Thomas van Aquino (1225-1274) dat iemand die de hand aan zichzelf slaat, in een staat van doodzonde sterft en voor eeuwig verloren is. De 17e-eeuwse reformatorische theoloog Voetius benadrukte echter dat Gods genade zó groot is, dat Hij zelfs door een ‘zondige dood’ heen behouden kan. Voetius voerde aan dat slechts één zonde bijbels gezien onvergeeflijk is: de lastering tegen de Heilige Geest.

Uit je boek blijkt dat nabestaanden in christelijke kring soms worstelen met de vraag naar de eeuwige bestemming van de overledene. Hoe kwam je tot de overtuiging dat Ilona bij God is?
“Omdat ik zeker wist dat ze door het geloof Zijn kind was en bleef. Ze leefde uit Gods genade. Deze suïcide kon haar niet van Zijn liefde scheiden.”

Je citeert in dit boek ook de in evangelische kringen bekende Amerikaanse evangelist David Wilkerson. Hij bestempelt suïcide - in de lijn van Thomas van Aquino - als ‘onvergeeflijke zonde’ en ‘een enkele reis naar de hel’. Hoe reageer jij op dit standpunt?




“Eerlijk gezegd vind ik het gewoonweg dom wat Wilkerson beweert. Dat hij durft te oordelen over andere mensen is zó kortzichtig. Waarschijnlijk heeft hij geen enkel idee wat een depressie met iemand kan doen.”
Voorzichtig formulerend, concludeer je na bespreking van de bijbelse gegevens dat suïcide ‘niet wenselijk’ is. ‘Maar,’ voeg je eraan toe, ‘dat geldt voor alle beschadigingen waar we in onze gebroken wereld mee te maken kunnen krijgen, zoals ziektes, traumatische gebeurtenissen, psychische stoornissen, ongelukken en rampen.’ Zelfdoding is echter, in tegenstelling tot die andere beschadigingen die je noemt, een persoonlijke keuze - iets wat je uiteindelijk zélf doet.
“Na alles wat ik erover gelezen en gehoord heb, geloof ik dat suïcide in de meeste gevallen geen bewuste keuze is. Suïcide is heel vaak het gevolg van een zeer ernstige depressie, waarbij je in een koker leeft, een totaal afgesloten, zwarte wereld. Zo’n depressie is het verschrikkelijkste wat er is; daar kunnen wij ons geen voorstelling van maken. Pleegt iemand die last heeft van zo’n loodzware depressie suïcide, dan zeg ik: hij of zij is aan die depressie gestorven. Ik zou dit dan ook niet als een bewuste zonde willen bestempelen. Het is wél een gevolg van de zondeval, maar dat geldt ook voor al die andere beschadigingen.”

Kerk

Voor nabestaanden - ook wel treffend ‘overlevenden’ genoemd - zou de kerk een plaats van troost en verbondenheid moeten zijn. Uit de verhalen in Ik heb geen toekomst, zei ze, blijkt echter dat dit in de praktijk vaak niet het geval is (zie kaders). “Vaak worstelen zij zo heel alleen met diepe dingen die hen bezighouden, maar missen ze de ruimte en de ervaring van echte verbondenheid om dit in de kerk te delen met andere gelovigen,” licht Elly toe. “Daardoor is het risico van isolement voor nabestaanden heel groot. Ik heb dit boek geschreven om aandacht te vragen voor deze vaak vergeten groep rouwenden.”

Heeft de suïcide van jouw hartsvriendin je leven, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, op de een of andere manier toch ook verrijkt?
“Ik denk dat lijden op zichzelf zinloos is - alleen maar verschrikkelijk - en nooit de bedoeling van God. Maar het zit in de mens om zin te geven aan wat er gebeurt. Dat laatste kan je leven wel verrijken. Ik ben anders naar mensen gaan kijken. Een van mijn beste vriendinnen, iemand van wie ik dacht dat ze alles met mij zou delen, verdween van de ene op de andere dag uit mijn leven. Het is dus niet vanzelfsprekend dat iemand er is. Daardoor ben ik nog meer gaan beseffen hoe kwetsbaar mensen zijn en hoe belangrijk relaties zijn. Ieder mens is zo kostbaar en vaak zo eenzaam in wat hij of zij doormaakt. Je kunt de ander nooit helemaal kennen. Daarom mogen we elkaar ook niet veroordelen. Jezus heeft ons laten zien dat we een naaste voor de ander mogen zijn. Dat betekent: respect hebben voor elkaar. Niet betuttelen, niet adviseren, niet veroordelen, niet achter iemands rug om praten. Maar er zijn. Dat kwam ook naar voren in de interviews die ik voor dit boek heb afgenomen. Mensen die lijden, hebben niets aan mooie praatjes, analyses en oordelen. Maar wél aan iemand die bij hen wil zijn en die luistert zonder te veroordelen.” 


N.a.v. ‘Ik heb geen toekomst, zei ze. Over suïcide en de gevolgen voor nabestaanden,’ Elly den Herder-Michielsen, Uitgeverij Barnabas, Heerenveen, 2006, 264 pag., € 17,50, ISBN 90 8520 054 7.


EO-Nazorg, tel.: 035-6474849
Zie ook: www.eo.nl/rouwverwerking  (onder ‘Zelfdoding’)

‘Het werd doodgezwegen’
Rachel (fictieve naam) was 22 jaar toen haar moeder zich op 49-jarige leeftijd van het leven beroofde. “Hoe de kerk ons heeft opgevangen? Niet. Het werd doodgezwegen. Ze wisten zich er geen raad mee. Het was een groot vacuüm. Dit is de eerste keer dat ik hierover praat.” (Geciteerd in: Ik heb geen toekomst, zei ze, blz. 181)‘Ze hebben me zelfs nooit gecondoleerd’
“Mijn broer was altijd zo gelovig, ja, zelfs overdreven kerks,” vertelt Erica (35) drie jaar na de suïcide van haar jongste broer, Theo. “Hij gaf altijd aan goede doelen. Van z’n laatste geld kocht hij evangelisatieboekjes en die deelde hij uit bij de supermarkt. Hij was actief in het jongerenwerk. En zo’n jongen wordt niet beschermd door God! Daar heb ik heel veel moeite mee. En Gods kerk, ‘de gemeenschap der heiligen’ wordt de kerk toch genoemd? Ook dat valt me een beetje tegen. Mensen die voorin de kerk met hun handen opgeheven ‘halleluja’ staan te zingen, draaien hun hoofd om als ik eraan kom. Het lukt ze niet mij te groeten of eens een praatje te maken. Ze hebben me zelfs nooit gecondoleerd. Ik heb meer gehad aan mensen buiten de kerk dan aan mensen in de kerk. Een arm om je heen, een kaartje in de bus, een onverwacht bezoekje, echte belangstelling - dat soort dingen heb je nodig als er zoiets vreselijks gebeurt.” (Geciteerd in: Ik heb geen toekomst, zei ze, blz. 204)

www.vergadering.nu