www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
4
RECENSIES
De Geest, het kruis en de gaven
Een ontmoeting tussen gereformeerd en charismatisch
dr. Jan Hoek
Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2009
ISBN 9789023923398
152 blz.; € 13,50
Dit boek bestellen...
De auteur, gezaghebbend theoloog, slaat een brug tussen de partijen.
Gereformeerde en charismatische gelovigen maken gauw karikaturen van elkaar (‘wettisch’, ‘eng’). Dit boek laat zien hoe de beide stromingen elkaar kunnen versterken.
Gereformeerde en charismatische gelovigen ontmoeten elkaar steeds vaker. Wat zijn hierbij de kansen en bedreigingen voor een eigentijdse visie op het werk van de Geest?
Het boek biedt een helder overzicht van de gesprekspunten. De auteur wil vasthouden aan de reformatorische theologie en tegelijk charismatische elementen eerlijk waarderen. Maar hoe los je
dat op in de gemeente?
4.
Ellips
- januari 2010
Eerlijk gesprek zonder karikaturen
Recensie door Dr. K. van der Zwaag
Prof. dr. Jan Hoek, verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen en aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, behandelt het thema op een speelse wijze. Hij fingeert een conferentie ergens op de hei, waar verschillende gelovigen met elkaar in gesprek gaan over het werk van de Heilige Geest. Juist deze opzet stelt Hoek in staat om de standpunten scherp tegenover elkaar te plaatsen. De tijd van wederzijdse afkeer tussen traditionele kerken en pinkstergemeenten is veranderd in een wederzijdse openheid, constateert Hoek. De huidige herbezinning op de actuele betekenis van het werk van de Heilige Geest in de gevestigde kerken komt veelal voort uit een verlangend zoeken naar geestelijke vernieuwing en verlevendiging, aldus de schrijver in zijn voorwoord.
Het boek verkent de problematiek van het werk en de gaven van de Geest op gevarieerde wijze. Naast doorwrochte gedeelten over de leer van de Heilige Geest in de Oude Kerk zijn er levendige dialogen tussen gelovigen over het werk van de Heilige Geest in deze tijd. De vraag cirkelt rondom de vraag in hoeverre het heil nu reeds werkelijkheid is. Charismatischen hebben meer oog voor het 'nu reeds', terwijl gereformeerden spreken vanuit het 'nog niet'. De charismatische Deodaat Bruis spreekt in het boek enthousiast over de gaven van profetie en genezing, terwijl de gereformeerde René van Erven nadruk legt op het lijden, het kruis dragen en het geduldig wachten als christen.
De aandacht voor (de gaven van) de Geest is in Nederlandse dogmatieken in de afgelopen eeuwen gering geweest, aldus Hoek. De Geest ging veelal op in de leer van het heil en de kerk. In het verleden zijn reformatorischen, in het voetspoor van Luther en Calvijn, terughoudend geweest over bijzondere Geestesgaven vanwege de vele misbruiken in doperse kringen. Gereformeerden zijn beducht voor het zoeken naar het opzienbarende en het stellen van charismatische mensen in het middelpunt, ten koste van de verheerlijking van de Christus der Schriften. Gereformeerden stellen dat de noodzaak van bijzondere gaven is weggevallen sinds de vestiging van de kerk en de afsluiting van de canon. Er leeft de angst om ervaring te stellen boven de relatie met God en los van de Schrift, angst voor het inruilen van de rechtvaardiging van de goddeloze voor de 'cultus van de wedergeboren mens' met zijn vrome prestaties, ook angst voor het schuilgaan van occulte krachten achter zogenaamde Geestesgaven.
Het boek biedt uitgebreid aandacht aan de onderwerpen profetie en dienst der genezing. Het misbruik heft het gebruik niet op, zo laten zich deze gedeelten samenvatten. Een voorstander van de dienst der genezing zegt dat het feit dat gebeden verhoord worden geen vrome illusie is, maar ervaren werkelijkheid. Gebed kan daadwerkelijke geneeskracht met zich brengen. Toch is er geen sprake van automatisme. Ook bij het oefenen van oprecht geloof kan God genezing onthouden. Geloof leidt niet altijd tot genezing, wel altijd tot zegening. Ook is het onjuist dat ziekte niet bij het 'normale christelijke leven' zou behoren. Maar aanvaarding is geen berusting. Een kritische vraag van de charismatische christen naar de huidige kerk is of we niet te veel op medische kennis vertrouwen. 'Geloven we nog dat God geneest? Of geloven we vooral dat de dokter geneest?'
Zo wordt ook de gave van de profetie verdedigd. Er is het profetisch ambt dat elke gelovige bekleedt en het charisma van de profetie dat niet allen bezitten. Er is geen 'voortgaande openbaring', maar wel ‘voortgang van Gods openbaring’. Profetie is een genadegave tot opbouw van de gemeente en ter ondersteuning van de roeping van de christen persoonlijk en de gemeente als geheel. Profetisch inzicht is nodig om nieuwe vormen van gemeente-zijn te vinden waardoor onbereikten worden betrokken bij de zaak van Gods Koninkrijk. Kortom, voor een goede balans is een nuchtere, niet-overspannen omgang met de gave van de profetie nodig.
Het boek laat de winst zien van de charismatische inzichten. Groeien in geloof betekent steeds meer verlegen zijn om de inwerking van de Heilige Geest. Het geloof begint klein en schuchter, maar breekt door (als het goed is) tot de volle zekerheid van het geloof. De stromen van de Geest is niet een ver gegrepen ideaal maar is bereikbaar en verkrijgbaar, omdat de Geest van deze belofte door Christus is verworven.
Hoek wil het charismatische honoreren en integreren binnen gereformeerde kaders. Hij stelt dat het werkelijk gereformeerde charismatische elementen insluit en omvat. Het gaat niet om het buitengewone en bovennatuurlijke, maar om het gewone leven. Het authentiek gereformeerde is om de Geest midden in de dagelijkse werkelijkheid te ontmoeten en te ervaren. Er zijn geen bijzondere geestelijke gaven, maar alle gaven van de Geest zijn bijzonder. De gaven van de Geest zijn niet dé remedie tegen geestelijke lauwheid, maar een dankbaar te ontvangen sieraad, tot opbouw van Gods Koninkrijk. Dit sieraad kan men niet ontvangen zonder de geestelijke vernieuwing die tot uiting komt in geloof, hoop en liefde.
Het is volgens Hoek een dwaalweg om te jagen naar allerlei charismatische ervaringen op zichzelf, losgemaakt van de opbouw van de gemeente tot eer van God. Eenvoudige gehoorzaamheid aan het Woord is meer waard dan een of andere geestelijke 'kick'. Hoek kan ook niets met een 'second blessing' waardoor de gelovige op een hoger niveau komt en zijn zonden niet meer hoeft te belijden. De rechtvaardiging door de goddeloze is volgens hem nooit een gepasseerd station. We leven nog steeds in een gebroken werkelijkheid, waarin we geroepen zijn tot kruisdragen (zie ook de titel). Aan de andere kant is er de oproep om verwachtingsvol ons te laten vullen met de Geest. 'Wie met een vingerhoedje naar de fontein komt, ontvangt minder dan wie met een teil komt. Waar geestelijk leven is, daar is ook groei.' Nog een sterk citaat: 'Het gaat niet alleen om de vergeving van de zonden, maar ook om de heling van het gebroken en geschonden leven, om de bevrijding uit de machten van duisternis, demonie en dood, om het herstel van de kosmos’.
Hoek schreef een boek dat zich uitstekend laat lezen, mede door de levendigheid van het debat-karakter. Het waardevolle van het boek is dat er een eerlijke poging gedaan wordt om naar elkaar te luisteren. Aan beide kanten is veel sprake van karikatuurvorming, op basis van het niet kennen van elkaar. Kruisbestuiving wil zeggen dat je van elkaar wilt leren en elkaar wilt corrigeren. Het werk van de Geest is breder dan de verlossing, het heeft alles te maken met vernieuwing, herstel en heling van het leven. Juist dit soort elementen verdienen breder aandacht en zijn ook niet op te eisen door een bepaalde stroming, charismatisch of niet-charismatisch. De Geest werkt en waait zoals Hij wil! Hij is de ware Bruggenbouwer, dwars door alle kerken heen.
3.
Nederlands Dagblad
- 6 november 2009 - www.nd.nl
De Geest, het kruis en de gaven
Recensie door Ab Noordegraaf
In het verleden hadden reformatorische en charismatische christenen weinig met elkaar. De eersten beschouwden de bijzondere gaven van de Geest zoals tongentaal, gebedsgenezing en profetie als gaven die golden voor de tijd van de apostelen en die de kerk na de afsluiting van de canon van de Heilige Schrift wel zou kunnen missen. De laatstgenoemden wezen op de duidelijke uitspraken van het Nieuwe Testament en meenden dat de bezwaarden aan de realiteit van de doorbraak van Gods Koninkrijk te kort deden.
Nu waren er altijd wel theologen die als bruggenbouwers fungeerden. Ik denk aan de zendingsman J.H. Bavinck die al in de jaren vijftig de denkbeeldige streep tussen de tijd van het Nieuwe Testament en de kerkgeschiedenis afwees. De laatste jaren is er, mede door de evangelische invloed in de gevestigde kerken, beweging gekomen in de theologische posities. Een van hen die aan de bezinning op de gaven van de Geest een belangrijke bijdrage levert is professor Jan Hoek. Hoek is om zijn eigen woorden te citeren ‘ondubbelzinnig gereformeerd’ maar hij wil ook ‘onbekrompen gereformeerd zijn’, anders gezegd: het getuigt zijns inziens van bekrompenheid als gereformeerde belijders niet open willen staan voor wat de charismatische beweging beweegt en voor de rijkdom aan gaven die de Heilige Geest schenkt. Zo’n positie maakt je kwetsbaar.
Reformatorische wijn
Voor geharnaste gereformeerden doe je te veel evangelisch water in de reformatorische wijn. Voor een aantal charismatisch bevlogenen is de stap die je in hun richting zet, toch nog te klein. In dit boekje laat Hoek nogmaals zien wat hem beweegt en waar hij staat. De opzet is origineel, namelijk een verslag van een virtuele driedaagse conferentie waar mensen met verschillende standpunten de ontmoeting met elkaar zoeken, met de bedoeling elkaars diepste intenties te peilen. Met deze opzet wil de auteur de waarheidselementen in beide visies recht doen en tegelijk laten zien dat we er ons met een simplistisch ja of nee niet van af kunnen maken. Je moet als lezer wel wat ingevoerd zijn in de thematiek, want soms wordt er in kort bestek veel aan de orde gesteld en kun je door de veelheid van gezichtspunten die over en weer naar voren gebracht worden, ook wat in verwarring raken. Het gaat de auteur niet om een vrijblijvende beschouwing, maar om de geestelijke vernieuwing van de gelovige en de gemeente.
Gebed
De opzet van de conferentie klinkt door in de opbouw. In de opening is veel aandacht voor het gebed om de doorwerking van de Geest. In dit spirituele kader dient zich elke ontmoeting te voltrekken. Vervolgens wordt het thema van de gaven van de Geest geplaatst in de ruimte van de klassieke belijdenis aangaande de drie-enige God. Uitvoerig komt daarbij het zgn. filioque ter sprake, de belijdenis dat de Heilige Geest uitgaat van de Vader en de Zoon, een uitspraak die in de Oosterse Kerken op bezwaren stuit. Helder wordt dat vroegkerkelijke uitspraken geen splinterige en speculatieve formules zijn, maar zicht geven op de aard van het heil dat God schenkt. Reformatorische en charismatische christenen mogen elkaar op dit belijden van de kerk der eeuwen aanspreken. Binnen dit kader komt vervolgens een vurig pleitbezorger van de charismatische vernieuwing aan het woord. In een tegenreferaat verwoordt een volgende spreker zijn beduchtheid voor evangelische invloeden. Belijnd gereformeerd en charismatisch zouden elkaar niet verdragen. Stem en tegenstem komen naar voren, waarbij de schrijver in de positie van verslaggever laat zien hoe moeilijk het is de ander recht te doen en hoe snel karikaturen opkomen. Afzonderlijk komen de thema’s genezing, bevrijding en profetie ter sprake. Een overdenking over Jesaja 44:3-5 vormt de afsluiting van de conferentie.
Charismatische elementen
In het slothoofdstuk maakt Hoek de balans op en verwoordt hij zijn eigen positie. Kort gezegd komt die positie daarop neer dat de auteur binnen de ruimte van het gereformeerd belijden charismatische elementen zoekt te integreren. “Integratie van charismatische elementen kan verbreding en verdieping van de rivier betekenen, maar verandert niets aan haar bedding en stroomrichting”, zo lees ik op bladzijde 99. De schrijver heeft hier voor mijn besef een punt.
Juist wie in de gereformeerde traditie staat dient voortdurend zijn belijdenis te ijken aan de Heilige Schrift. De contininuïteit met het verleden sluit een actueel belijden in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift niet uit. En de Schrift is altijd rijker dan welke belijdenis ook.
Hoeks betoog doet me sterk denken aan wat wijlen professor Graafland in toenemende mate beklemtoonde: Bijbels – en daarom gereformeerd. Dat laatste impliceert dat aandacht voor het gedachtegoed van de charismatische en evangelische beweging niet voortkomt uit modezucht of uit angst leden te verliezen.
Kritiek
Hoek spaart de charismatische beweging ook zijn kritiek niet. Hij is wars van een theologie die aan de gebrokenheid, aan de kruisgestalte voorbijgaat en die het leven uit Gods beloften inruilt voor een drijven op gevoelens en ervaringen. Hij is ook beducht voor een prediking en een pastoraat waarbij de geestelijke mens centraal komt te staan. Immers het behoort tot de eenkennigheid van de Geest helemaal gericht te zijn op Christus. Leven door de Geest is eenvoudig gehoorzaam zijn aan het Woord en dat is meer waard dan een of andere geestelijke kick. Anderzijds mogen we niet voorbij zien aan de betekenis van Pasen. De opstandingskracht van Christus is een realiteit. De kerk onder het kruis weet van de gebrokenheid en de voorlopigheid, maar mag ook leven uit het feit dat de Geest als eersteling en onderpand op de grote toekomst vooruitloopt. De denkbeeldige streep die vaak gezet is tussen de nieuwtestamentische tijd en de latere geschiedenis loopt gevaar dat in te perken. De gave van de genezing op het gebed en de profetie als actuele toepassing van Gods openbaring in het heden zijn manifestaties van de presentie van de levende Christus in onze werkelijkheid. Daarbij – en dat is typerend voor de gereformeerde positie – wij kunnen het werk van Gods Geest op geen enkele wijze in eigen beheer nemen. De Geest blijft soeverein.
Ware profetie
Het zijn slechts enkele punten uit dit inhoudsrijke boekje. Ik kan me zelf goed vinden in de door Hoek ingenomen positie die hij op evenwichtige wijze verwoordt. Al blijven er wel vragen. Hoek wil ruimte geven aan de gave van de profetie, zonder het spreken van de Schrift te relativeren. Hij noemt onder meer Groen van Prinsterer, Da Costa en Kohlbrugge als profetische getuigen. Toch vraag ik me af of profetische Woordverkondiging hetzelfde is als wat charismatische kringen bedoelen met het uitspreken van een profetie. Een ander punt is: hoe onderken je ware profetie? Hoek noemt als voorbeeld het getuigenis tegen de wapenwedloop. Persoonlijk deel ik dat met hem. Maar ieder die zich de felle discussies van de jaren tachtig van de vorige eeuw herinnert, weet hoezeer de kerk verscheurd werd door een felle polarisatie waarbij voor- en tegenstanders zich beiden beriepen op de Bijbel. Terecht waarschuwt Hoek tegen “pneumatische naïveteit’, waarbij spirituele ervaringen niet meer getoetst worden aan het Bijbelse getuigenis”.
Motieven
Maar de geschiedenis leert hoe moeilijk het is tussen ware en valse profetie te onderscheiden. Wie is bovendien in staat de motieven te toetsen? En hoe ga je er mee om in de gemeente, waar juist op deze punten zoveel ruis meekomt aan emoties en niet-theologische argumenten. Niettemin, het is goed om met de zaak van de charismata bezig te blijven. Juist gereformeerde belijders die willen buigen voor het gezag van de Heilige Schrift zullen aandachtig moeten luisteren als medechristenen je wijzen op blinde vlekken. Het sprankelende boekje van Hoek vormt daartoe een goede leidraad.
2.
Uitdaging
- 10 september 2009 - www.uitdaging.nl
Stijve gereformeerden in speelse opzet
De tijd dat gereformeerden en charismatische christenen met een grote boog om elkaar heen liepen, lijkt grotendeels voorbij. In veel steden ontmoeten ze elkaar. Theoloog Jan Hoek doet in dit boek een poging beide groepen gelovigen nog dichter bij elkaar te brengen. Door ze te laten zien hoe de verschillen juist hun geloof kunnen versterken.
Recensie door Rianne van der Molen
Hoek kiest voor een speelse opzet. Hij behandelt de thema's via het verslag van een gefingeerde conferentie. Daar, vanzelfsprekend in een gebouwtje ergens op de hei, ontmoeten verschillende gelovigen elkaar. Het zijn mannen en vrouwen met een bovengemiddelde interesse in theologie. Vier dagen lang praten ze over het werk van de Heilige Geest in onze tijd, naar aanleiding van lezingen en workshops.
Ondanks die speelse opzet, is De Geest, het kruis en de gaven geen gemakkelijk leesbaar boekje geworden. Het is duidelijk bedoeld voor mensen die, net als de conferentiegangers, een bovenmatige interesse hebben in theologie. Hoek heeft zijn theologische taal niet omgebouwd tot begrijpelijk Nederlands, laat personen spreken zonder hun achtergrond te vertellen en kiest regelmatig voor ingewikkelde zinsconstructies. Dat is jammer, omdat het onderwerp van zijn boek voor een veel bredere doelgroep geschikt had kunnen zijn.
Een groot deel van de christenen heeft hier namelijk mee te maken. Vooral gereformeerden zien de invloed van charismatische bewegingen binnen hun kerken. Andersom
zijn er bij charismatische gelovigen nog altijd vooroordelen over de 'wettische' en 'stijve' gereformeerden. Door hen in gesprek te brengen over misschien wel hun grootste verschillen, het werk van de Heilige Geest, kunnen beide partijen dichter bij elkaar komen.
Vooral interessant is de virtuele confrontatie tussen charismatische pleitbezorger Deodaat Bruis en de gereformeerde René van Erven. De een geniet van de gaven van de Geest en spreekt met blijdschap over genezing en profetie, de ander probeert dat enthousiasme in te dammen en legt de nadruk op het lijden, het kruis dragen en het geduldig wachten als christen.
De gefingeerde sprekers zijn zo prototypes van hun stroming. Daarom is het vooral moeilijk om iets aan te nemen van de stijve René van Erven. Het is gemakkelijker om Bruis te volgen, daar hij in simpele taal zijn antwoorden uiteenzet en tegelijk een onmiskenbaar enthousiasme weet op te roepen. Van Erven is meer het wettische type dat veel dure woorden kent en het leven zwaar inziet. Dat maakt het niet gemakkelijk om sympathie op te brengen voor zijn standpunten, hoewel een aantal van zijn opmerkingen wel degelijk zinnig is voor de discussie.
Het taalgebruik is om die reden het grootste manco van dit boekje. Volledige concentratie heb je als lezer echt wel nodig. Wie dat lukt, komt genoeg interessante zaken tegen. Het geeft genoeg stof tot nadenken en de lezer kan zich zelf een mening vormen over de tegenstrijdige standpunten van charismatische gelovigen en gereformeerden. Dat maakt De Geest, het kruis en de gaven vooral geschikt als materiaal om in kleine groep over na te praten.
1.
Reformatorisch Dagblad
- 2 september 2009 - www.refdag.nl
Pleidooi voor charismatisch-gereformeerd
Boekrecensie door Jaco van der Knijff
Gereformeerden kunnen leren van de aandacht van charismatischen voor de gaven van de Geest, vindt dr. J. Hoek uit Veenendaal. Het is volgens hem hoog tijd voor een wederkerige verrijking. Pleidooi voor charismatisch-gereformeerd.
Directe aanleiding voor een diepgaande bezinning op de gaven (charismata) van de Geest is het contact met studenten, vertelt dr. Hoek. Tijdens zijn werk als docent in Ede (CHE) en Leuven (EFT) ontmoet de hervormde predikant jongeren met een zeer uiteenlopende achtergrond. „Veel van deze jongeren zijn bevlogen en verlangen naar de kracht van de Geest in hun leven. En dan komen de vragen: Waarom is er in de gereformeerde theologie geen ruimte voor gaven van de Geest als ziekenzalving, dienst van bevrijding, tongentaal of profetie? In de Bijbel wordt toch duidelijk over deze zaken gesproken?”
In de gereformeerde theologie is veelal het standpunt van het zogenaamde cessationisme, ook wel streeptheologie, verdedigd: dergelijke gaven van de Geest horen bij de apostolische tijd, die afgesloten is. De kerk van vandaag hoeft deze niet meer te verwachten.
Dr. Hoek kan niet leven met dat standpunt. „De Geest deelt nog altijd gaven uit, om mensen toe te rusten voor het werk in Gods Koninkrijk.”
Openheid voor de charismata is volgens hem niet in strijd met de gereformeerde leer, integendeel. „Het werkelijk gereformeerde sluit charismatische elementen in en omvat die”, schrijft hij in zijn boek ”De Geest, het kruis en de gaven”.
Leidt een gereformeerde theologie zonder charismatische elementen aan bloedarmoede?
„Bloedarmoede is niet het goede woord. Ik spreek dan liever over een bepaalde verenging. Om in het beeld te blijven: soms kan ergens een ader afgekneld zijn, terwijl elders de bloedsomloop prima functioneert. De pneumatologie zoals die in onze gereformeerde traditie is verwoord, is heel diep – als het gaat om de toepassing van het heil en de beleving daarvan. Maar vanouds is de gereformeerde leer van de Heilige Geest ook breed. De Geest is de Geest van héél de schepping. En het heil dat Hij uitdeelt, betreft de héle mens: lichaam, ziel en geest. Dat besef van de concrete werkelijkheid van de Geest in het leven van alledag geeft een openheid naar concrete tekenen van Gods Koninkrijk, zoals genezing en bevrijding.”
U beroept zich voor deze zogenaamde ”kosmische werking” van de Geest onder anderen op Calvijn. Terwijl deze juist heel terughoudend is als het gaat om een geestesgave als profetie.
„De brede pneumatologie vind je inderdaad heel duidelijk bij Calvijn. En ook nog bij iemand als Voetius. In de verdere ontwikkeling van de Nadere Reformatie wordt die breedte echter helaas niet volgehouden. Maar Calvijn was natuurlijk een kind van zijn tijd. Hij had tegen twee fronten te strijden: de roomse leer en de wederdopers met hun nadruk op het bijzondere. Het is heel begrijpelijk dat de reformator zeer terughoudend was tegenover de geestesgaven. Ik neem hem dat ook niet kwalijk. Maar dat we die afwijzing van de charismata eeuwen later nog repeteren, dat is niet goed.”
Zou Calvijn in een andere context uw visie op de charismata hebben onderschreven?.....
Lees het hele artikel...
Lees ook de afwijzende reactie van dr. C.A. van der Sluijs: Gereformeerd past niet bij charismatisch...
|