www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
3
RECENSIES
Ongeordende liefde
Wim Houtman in gesprek met Antoine
Bodar
Titel: ”Ongeordende liefde. In gesprek met Antoine
Bodar”
Auteur: Wim Houtman
Uitgeverij: Ten Have, Kampen, 2006
ISBN 9789025956899
Pagina’s: 125
Prijs: €12,90.
Een openhartig boek, waarin priester en schrijver Antoine Bodar zich uitspreekt over homoseksualiteit.
Over oorzaken, het sektarisme van de homobeweging, de bescheidenheid van de kerk en de mildheid in het pastoraat.
Journalist Wim Houtman voerde gesprekken met Bodar over homoseksualiteit, geloof, kerk en samenleving. Hoe gaat ons land om met taboes, wat zegt en doet de kerk en hoe moeten we de richtlijnen uit het Vaticaan lezen? En wat doen we met de harde woorden van bijbelteksten?
Sinds zijn wijding heeft Bodar te maken gehad met 'altijd weer datzelfde stempel'. Daarom vindt hij dat hij met dit boek het zijne wel over dit onderwerp heeft gezegd. Hierna schrijft en spreekt hij weer-veel liever-over kerk en kunst, geloof en genade, zekerheid en zin.
4.
Opbouw - 22 december 2006
De doorleefde visie van Antoine Bodar
Recensie door Ad de Boer
'Ik wil een leeuw zijn op de kansel en een lam in de biechtstoel'. Met die uitspraak over de roeping van de kerk tegenover homo's trok priester Antoine Bodar twee jaar geleden de aandacht in een paginagroot interview in het Nederlands Dagblad. Interviewer Wim Houtman zocht Bodar nadien nog enkele keren op. Het resulteerde in een boek waarin de vervolggesprekken samengebracht werden met het interview onder de titel Ongeordende liefde.
In het boek Uit de schaduw, waarin homo's vertellen over hun worsteling met geloof en kerk, bepleitte ik een jaar of wat terug dat christenen moeten beginnen met luisteren naar de levensverhalen van homo's. 'Lang en goed luisteren. Hen uit laten spreken. Om vervolgens elkaar verder te helpen op de weg van het meer en meer toegroeien naar het beeld van Christus'.
Luisteren
Lang en goed luisteren en er niet teveel doorheen praten. Dat geldt dus ook voor een bespreking van Ongeordende liefde. Want Bodar, bekend van radio en tv en van zijn ND-columns, is homoseksueel. Het irriteert hem overigens mateloos, dat hij in de media zijn mond niet kan opendoen, of anderen beginnen over zijn homoseksualiteit. 'Ik wil me niet laten terugbrengen tot een seksuele voorkeur'.
Antoine Bodar wil al jong priester worden, maar kan het in de kerk van de jaren zestig niet vinden. Hij gaat daarom kunstgeschiedenis studeren, wordt programmaker bij de KRO en heeft in die periode twee langdurige homorelaties. 'Ik heb zeer bemind en ik ben zeer bemind'. In 1985 wordt zijn roeping hem te sterk. Hij verbreekt zijn relatie en wordt in 1992 tot priester gewijd. Sindsdien ervaart hij de eenzaamheid van het alleen zijn. 'Het nadeel is dat ik de herinnering ken. Als ik nooit armen om me heen had gevoeld, zou ik dat ook niet zo missen'.
Niet eenkennig
Op diverse plaatsen in het boek blijkt dat Bodar van eenkennigheid niets moet hebben. Hij haalt uit naar de 'grachtengordel met haar dependances in Hilversum die homoseksualiteit zó gewoon vindt, maar er toch steeds maar weer over wil praten', en die met haar gelijkheidsideologie het homohuwelijk heeft afgedwongen. Maar Bodar is ook boos op de 'bijbelgordel' waar te vaak homoseksualiteit in één adem wordt genoemd met seksverslaving, seks met dieren of kinderen, drankzucht en criminaliteit. 'Als twee mensen vrijwillig met elkaar de sponde bestijgen, is dat toch iets anders'.
En even hard als hij zich keert tegen de seksualisering van de samenleving waarin seks een eerste levensbehoefte lijkt te zijn geworden, toont hij zijn moeite met de keerzijde ervan: dat een gewoon, teder gebaar meteen seksueel wordt geladen en in de sfeer van ongewenste intimiteiten wordt
getrokken: 'een vergroving van de samenleving', vindt Bodar.
Afgetast
Al luisterend naar Bodar, word je door hem meegenomen om naar God te luisteren. De bekende teksten uit Genesis 19, Leviticus 18 en 20, Romeinen 1 en 1 Korinthe 9 worden een voor een door Bodar op hun betekenis voor toen en nu afgetast. Afgetast, dat is: zorgvuldig gewogen ook al valt er op die weging soms best af te dingen , en niet zomaar als tijdgebonden aan de kant geschoven. Bodar concludeert: 'Homoseksualiteit hoort niet bij het volk van God (zie Leviticus) en (zie Paulus) ook niet bij het hemelse koninkrijk dat Jezus aankondigt'. Toch kan ook hij die scherpe teksten niet met droge ogen lezen. 'Ik kan het voor honderd procent invoelen als iemand zegt: die teksten gaan niet over mij, want ik wil een relatie in liefde en trouw. Dat is uit het leven gegrepen'.
Maar uiteindelijk zijn niet déze teksten doorslaggevend voor Bodar. 'Ook als je die niet kunt invoelen', dan blijft staan wat Genesis 1 zegt over de schepping. 'De mens is geschapen als man en vrouw. Mannen zijn niet bedoeld voor mannen'. Er blijft volgens hem maar één conclusie over: de Bijbel ziet homoseksualiteit als een afwijking van wat God bij de schepping heeft bedoeld. Homoseksualiteit is voor Bodar 'ongeordende liefde' (de titel van het boek), strijdig met Gods scheppingsorde. 'Ik vind mezelf abnormaal. Homo word je niet voor je plezier. Ik was liever normaal gebleven'.
Praktijk
De norm is voor Bodar duidelijk: Een relatie tussen een man en een man, of tussen een vrouw en een vrouw is niet zoals God het bedoelt. Maar wat doe je daarmee in de praktijk: bij mensen die dreigen kapot te gaan en kerk of geloof kwijt te raken? Of bij gelovige jongeren die, omdat ze homo zijn, het leven als een eenzaam zwart gat voor zich zien en zelfmoordneigingen hebben? Bodar wil niets weten van een aanpassing of herformulering van de norm. Dat vindt hij een typisch protestantse, want rechtlijnige aanpak. 'Wij katholieken leven makkelijker met: het moet niet, maar ja, het leven gaat zo'. 'De kerk moet het ideaal hoog houden en tegelijk weet ze dat het voor velen niet bereikbaar is. Die mogen zich dan toch lid weten van de kerk, bemind door God, deel van de gemeenschap, geborgen'.
Antoine Bodar wil er niet onderuit een homoseksuele relatie zonde te noemen, 'maar een minder grove zonde dan de wereld uitbuiten, de hongerigen negeren of kinderen al in de moederschoot doden'. Of: 'moedwillig kwaad van elkaar spreken, jaloezie, graaizucht en niet willen delen',voegt hij er elders in het boek aan toe. Seksuele zonden zijn volgens Bodar niet erger dan andere zonden, eerder minder erg. 'Waarom zou ik het blad Playboy meer moeten afkeuren dan het blad Quote?' Bodar weet zich 'als pastor geroepen de Bijbel uit te leggen', en die uitleg is 'dat een relatie tussen twee mannen of twee vrouwen niet Gods bedoeling is'. Maar als pastor wil hij ook altijd naast de mensen staan. En laten merken: 'God is evengoed de liefde en de barmhartigheid zelf'. 'Als ambtsdrager wil ik de leer voorhouden, maar ik ben geen moraalridder. Ik ga niet oordelen over mensen die anders leven. Jezus gaat ons daarin voor. Hij eet met iedereen. En zegt vervolgens dat ze alles moeten weggeven.'
Terugstappen
Kortom, een leeuw op de kansel, een lam in de biechtstoel. Logisch? Nee, niet logisch. Zoals het leven van Jezus en de stijl van zijn Koninkrijk niets met logica te maken hebben: sterven om te leven, geven om te ontvangen, verliezen om te behouden. Over wat die onlogische leefregels van het Koninkrijk voor het leven van homo's én hetero's in de kerk betekenen, had ik met Bodar wel in discussie willen gaan. Net als over zijn uitspraken over het aangaan van homo's aan het Avondmaal. Maar uiteindelijk blijf ik toch maar luisteren. Naar de pastor die weet dat hij moet terugstappen en plaats maken voor God zelf.
'Hopen en wachten tot God iemand zelf aanraakt'. Immers, 'anders leven kan alleen wanneer je zo door God aangeraakt bent, dat je niet anders kunt dan je naar Hem voegen. Zonde uit de weg gaan, niet omdat je anders misschien niet in de hemel komt, maar omdat ze je van Hem verwijdert dat is het ergste'.
Vandaar Bodar's appèl: 'Breng het probleem steeds terug bij God.
Verlaat de verbinding met de Eeuwige niet. Leg het Hem voor'. Dat is een pastorale handreiking met uitzicht: voor homo's en hetero's. Want, zegt hij: 'ik kan met mijn gebrokenheid leven omdat God in zijn kracht mijn zwakheid vult. Zo eenvoudig is het'.
3.
Reformatorisch Dagblad - 20 december 2006
Antoine Bodar over ongeordende liefde
Recensie door Dr. J. Hoek
De bekende priester Antoine Bodar wordt in een aantal open gesprekken door de journalist Wim Houtman bevraagd op zijn homoseksuele gerichtheid. Hij geeft zelf een- en andermaal aan liever over andere zaken te spreken, bijvoorbeeld over de genade in Christus. Maar al te vaak immers wordt hij publiekelijk aangesproken op zijn homoseksualiteit. Hij vindt het zeer discriminerend om daarmee steeds geconfronteerd te worden.
Bodar wil zich niet laten terugbrengen tot een seksuele voorkeur. „Ik was liever normaal geweest”, zegt hij. In deze publicatie treffen we geen systematisch opgezet betoog aan. Het gaat veeleer om allerlei bespiegelingen naar aanleiding van de vragen die de priester worden voorgelegd. Dat brengt ook bepaalde herhalingen met zich mee. Hij is duidelijk in zijn verwerping van het homohuwelijk. Zijn keuze voor een leven in onthouding komt voort uit een diep doorleefde spiritualiteit. In zijn eigen woorden: „Anders leven kan alleen wanneer je zodanig door God aangeraakt bent, dat je niet anders kunt dan je naar Hem voegen.”
Bodar verdient respect voor zijn openhartig vertolkte positiekeuze in lijn met de leer van de Rooms-Katholieke Kerk: „Je mag het wel zijn, maar niet doen.” Dit komt hem op hoon en scherpe tegenspraak te staan. Daar gaat hij echter vanuit zijn overtuiging niet voor opzij.
Tegelijkertijd treft mij de grote pastorale mildheid. Bodar noemt zich een leeuw op de kansel, maar een lam in de biechtstoel. Aan het adres van ouders zegt hij: Lees de Bijbel, houd je aan de Bijbelse principes, maar blijf vooral dicht bij je kinderen, ook als ze een andere weg kiezen. Laat ze nooit los, maar laat hun zien dat je desondanks veel van hen houdt. Homofiele mensen raadt hij aan zichzelf te aanvaarden. Het helpt niet om alleen maar tegen je seksuele gerichtheid te strijden. Ga met je gerichtheid naar God en leg de problematiek in Zijn handen. Alleen vanuit het leven uit Gods genade krijg je de kracht om in een verseksualiseerde cultuur de weg van onthouding te gaan.
Terecht wijst Bodar op het onderscheid tussen de (homo)seksuele verwildering die in de Bijbel getekend wordt en anderzijds een relatie in trouw van twee mensen van hetzelfde geslacht. Zo’n relatie is niet Gods bedoeling vanuit de schepping, het is ”ongeordende liefde”, maar dat is toch nog van heel andere aard dan de liederlijkheid die in Leviticus een „gruwel” wordt genoemd of die Paulus in Romeinen 1 op het oog heeft. Wie hier de nuancering uit het oog verliest, kan pastoraal niets voor homofiele mensen betekenen. Juist in de kerk zouden homofielen geaccepteerd en veilig moeten zijn.
Bodar wil een homoseksuele relatie beslist niet zien als een aanvaardbaar alternatief naast het huwelijk. Zijn redenering is helder: christenen geloven dat seksualiteit door God in de schepping is gelegd. Welnu, dan kan Hij ook het beste aangeven hoe deze gave is bedoeld en hoe ze niet is bedoeld. Zijn bedoelingen heeft God duidelijk genoeg in de Bijbel neergelegd.
Dat betekent echter voor Bodar niet dat christenen homoseksualiteit als zonde bij uitstek moeten zien. De roddelaars zitten volgens de beschrijving van Dante veel dieper in de hel dan de wellustigen. Een zonde op homoseksueel gebied is „een minder grove zonde dan de wereld uitbuiten, de hongerigen negeren of kinderen al in de moederschoot doden.”
Het is al met al een boekje dat aan het denken zet, ook waar het tot tegenspraak prikkelt. De waarde ervan is dat hier juist iemand die uit eigen ervaring spreekt uit respect voor Gods openbaring een standpunt durft innemen dat in de huidige cultuur als tegendraads en daarom ongewenst wordt gezien.
2.
Oogst - 10 september 2006
Ongeordende liefde
Boekrecensie door R. S.
In 'Ongeordende liefde' spreekt de rooms katholieke priester en schrijver Antoine Bodar zich uit over homoseksualiteit. Het boek is niet louter een theoretische uiteenzetting, maar veel meer een persoonlijke beschouwing waarin de eigen emotie ook een rol speelt. Bodar vertelt zijn eigen verhaal en heeft een woord 'voor kerk en samenleving, voor bijbelgordel en grachtengordel'. Hij kan heel scherp dingen neerzetten, bijvoorbeeld de wijze waarop de homobeweging omgaat met het onderwerp. Soms verschil ik met hem van mening. Zo kan Bodar zich vinden in de stelling 'je mag het wel zijn, maar niet doen'. Mijns inziens doet deze stelling tekort aan wat de Bijbel ons aanreikt over 'identiteit': je bent toch veel meer dan je seksuele voorkeur.
Elders in dit boek kom je uitspraken tegen waaruit blijkt dat Bodar deze stelling niet star interpreteert. Het woord 'geaardheid' is hem te statisch. Aan de hand van de schaal van Kinsey stelt hij dat de seksuele gerichtheid kan verschuiven. Hij heeft een hekel om het etiket 'homoseksueel' opgeplakt te krijgen. Fundamenteel is wat Bodar schrijft over Genesis 1 en 2, Gods bedoeling met de eenheid van man en vrouw, die "verwijst naar de eenheid van God en naar Zijn verbond met ons mensen. En de homoseksuele gerichtheid hoort bij de gevallen natuur". Onze visie op Genesis 1 en 2 is bepalend hoe we aankijken tegen homoseksualiteit. Bodar deelt deze visie met veel evangelische christenen die geloven dat homoseksualiteit niet volgens Gods bedoeling is en daarom homoseksualiteit niet promoten als iets waar je blij mee moet zijn.
N.a.v. Ongeordende liefde; Wim Houtman in gesprek met Antoine Bodar; 123
blz.; prijs € 12,90; Uitgeverij Ten Have, Kampen 2006
1.
Nederlands Dagblad - 5 mei 2006 - www.nd.nl
Openheid van een diepgelovig man
Recensie door HERMAN HEGGER
"Als die bevindelijke, mystieke kant van het geloof er niet is, ben je geneigd de Bijbel naar je hand te zetten. Anders leven kan alleen wanneer je zodanig door God aangeraakt bent, dat je niets anders kunt doen dan je naar Hem voegen." Die opmerking van Antoine Bodar is me uit het hart gegrepen. Hij deed die in het boek Ongeordende liefde, dat vandaag verschijnt
Aanleiding voor Ongeordende liefde was een interview van Wim Houtman met Antoine Bodar in het Nederlands Dagblad (17 september 2005). Dit interview over Bodars homoseksualiteit leverde zoveel reacties op dat aan Houtman en Bodar werd gevraagd nog eens uitgebreider over dit onderwerp te spreken en deze gesprekken in boekvorm uit te werken.
Ongeordend liefde is een bijzonder mooi boek, waarvan ik hoop dat het vele herdrukken zal beleven, om verschillende redenen. Een eerste reden is dat Bodar in deze delicate kwestie vasthoudt aan de bijbelse richtlijnen, terwijl hij toch heel mild is tegenover hen die uit zwakheid zondigen. Hij zegt: de homoseksuele beleving wordt door de Bijbel als strijdig met Gods bedoeling en dus als zondig afgewezen, maar de Goede Herder is vol mededogen en begrip voor hen die het moeilijk hebben met zichzelf.
Er is moed voor nodig om in onze tijd dat zo te poneren. Je wordt in 'tolerant' Nederland weggehoond wanneer je zegt dat je de homopraxis afwijst omdat die in strijd is met de Bijbel, je vaste en enige norm voor je leer en leven. Maar je krijgt evenzeer ferme uitbranders van de wetsdoordrammers als je, in navolging van de Goede Herder, pleit voor barmhartigheid jegens de homofiele uitglijders.
Openheid
Het boek is ook waardevol vanwege de grote openheid van Bodar. Hij verbloemt op geen enkele wijze dat hij vroeger de liefde voor zijn vriend ook lichamelijk heeft beleefd. Maar hij belijdt wel dat dit zonde was. En er gebeurde zelfs dit: 'Overmand door zinloosheid, deed hij in 1966 een zelfmoordpoging. Niet vanwege ontdekking van homoseksuele gevoelens, benadrukt hij. Hij was zijn levensdoel kwijt en voelde zich alsof hij voor niets deugde'.
Als je dit boek op je hebt laten inwerken, kun je niet anders dan van Bodar gaan houden, onder meer vanwege zijn eerlijkheid, de pijn vanwege de verguizing en het onbegrip, zijn verlangen naar de echte liefde die het welzijn en het geluk van de ander op het oog heeft.
Voor mij was er nog een aparte reden voor de genegenheid die ik al voor deze priester had, maar die door dit boek nog meer is toegenomen. Zelf heb ik namelijk tijdens mijn seminarietijd ook een periode van homofiele verliefdheid doorgemaakt. Ik heb voor het eerst ervaren wat het betekent vlinders in je buik te hebben, niet door de ontmoeting met een meisje, maar door een jongen op wie ik smoorverliefd was. Maar bij mij was dat slechts een gelegenheidshomofilie. Die had verschillende oorzaken.
Een eerste oorzaak was dat de vrouw ons werd voorgesteld als een gevaarlijk wezen, een sluw slangetje dat probeerde zich in ons vast te bijten om met haar zoete vergif ons tot doodzonde te brengen. Toen ik echter na mijn priesterwijding via biechtstoel en spreekkamer meer in aanraking kwam met de vrouw, was ik wel gedwongen om mijn kijk op haar te herzien. Ik ontmoette hoogstaande leden van dat 'andere geslacht' - het uitspreken van het woord 'vrouw' en vooral 'meisje' vermeden we zoveel mogelijk - met wie ik diepgaande geestelijke gesprekken kon voeren.
Bij mij gingen mijn erotische verlangens, omdat de weg naar een meisje was afgesloten, zich bewegen in de richting van jongens. Dat lag voor de hand. Natuurlijk kwam daarbij het verlangen in mij naar boven om dat geluk ook seksueel te beleven, maar ik verwierp die gedachte meteen. De belangrijkste reden was dat ik overtuigd was dat dit radicaal in strijd zou zijn met Gods gebod. Bodar is opgegroeid in een tijd toen de vroegere ethische normen in de Rooms-Katholieke Kerk, vooral van Nederland, steeds meer werden betwijfeld. Hij zal daarom minder last hebben gehad van zijn geweten.
Kompasnaald
De seksualiteit kun je volgens mij vergelijken met een kompasnaald. Normaal wijst die altijd naar de Noordpool, maar ze beweegt zich in de richting van een metaal als dat in haar nabijheid wordt gebracht. Zo kan ook de erotische en seksuele neiging in de puberteit door uiterlijke omstandigheden zoals het verblijf in een internaat met enkel jongens (een tijdlang) in de homorichting gedrongen worden. Bodar zegt terecht dat er tussen uitsluitend hetero’s en pure homo's vele schakeringen liggen. Mensen die wel overwegend op het andere geslacht gericht zijn, maar tevens, hoewel in mindere mate, op hetzelfde geslacht.
Bij mij was er nog een reden. Wij hadden in ons kleinseminarie een homofiele priester als directeur. Elke avond ging hij wanneer wij te bed lagen, nog eens de slaapzaal langs. Waarom?_Daarover stelden wij ons toen geen vragen. Wel vonden we het vreemd dat hij bij zijn bijzondere vriendjes lang bleef kletsen. Soms hoorden we hem zelfs een kwartier lang giechelen, naar ik pas later begreep: vrijen, met zijn liefste favorietje. Later hoorde ik dat bekend was geworden dat deze pater zich vergrepen had aan twintig jongens. Van hen hebben negentien later hun geloof verloren. De pater werd voor straf overgeplaatst naar Bulgarije, maar ook daar ging het mis.
Gevallen natuur
Bodar waarschuwt ervoor dat je niet te snel moet denken dat je uitsluitend een homoneiging hebt, waaraan dus niets te veranderen valt. Ik ben het daarin met hem eens, mede op grond van mijn eigen ervaring. In sommige gevallen is het blijkbaar mogelijk dat je die neiging voorzichtig in de heterorichting ombuigt. Als je dat lukt, bespaar je jezelf veel moeilijkheden.
Een van die moeilijkheden is dat er altijd iets hapert aan de seksuele beleving van homofielen. Dat is het gevolg van de natuur die altijd hardnekkig haar eigen doel wil bereiken, in dit geval: de mogelijkheid van de voortplanting. Gaan we daar tegenin, dan straft zij ons.
Daarom kan bijvoorbeeld de masturbatie nooit de vreugde van de geslachtelijke eenwording vervangen. De zelfbevrediging heeft altijd een wrange nasmaak omdat de natuur je daarna kapittelt: zo hoort het eigenlijk niet.
Daarom nogmaals: als je je homoneiging kunt ombuigen naar de heteroneiging, is dat te prefereren. Het is echt de moeite waard om het althans, hoewel heel voorzichtig, te proberen. Dat is ook het advies van Bodar: "Als ze aan het idee wennen is de weg naar een 'normaal' leven misschien toch niet afgesneden. Ik zou altijd zeggen: kies voor het mooiere. De eenheid tussen man en vrouw is mooier, dieper, groter". En: "Homoseksuele gerichtheid hoort bij de gevallen natuur". Hij zegt dat ook met name met het oog op eventueel door homo's geadopteerde kinderen. "Het (kind) kan op school niet over pappa en mamma spreken, maar over pappa 1 en pappa 2, of zo". Bodar sluit voor zichzelf niet de mogelijkheid uit dat hij had kunnen trouwen en vader had kunnen worden.
Aangeraakt
In het laatste hoofdstuk probeert Bodar zijn geestelijke houding te verwoorden. "Als die bevindelijke, mystieke kant van het geloof er niet is, ben je geneigd de Bijbel naar je hand te zetten. Anders leven kan alleen wanneer je zodanig door God aangeraakt bent, dat je niet anders kunt dan je naar Hem voegen. ( ... ) Zonde uit de weg gaan, niet omdat je anders misschien niet in de hemel komt, maar omdat ze je van Hem verwijdert - dát is het ergste. Maar die aanraking is genade; die kun je niet forceren. ( ... ) Christus heeft zich voor ons geofferd.
Hoe kun je Hem gestalte geven? Alle uren van de dag van Hem doordrongen zijn, wandelen met de Heer, permanent met Hem in gesprek en niet alleen in woorden". Eerder in het boek zei hij al: “Ik zou niet celibatair kunnen leven als ik niet door God was aangeraakt".
Deze woorden zijn mij uit het hart gegrepen. Als ik dit lees, kan ik alleen maar zeggen: hier is een diepgelovig kind van God aan het woord. Ik begroet Antoine vol vreugde als mijn broeder in Christus. Gods naam zij geprezen!
Ds. Herman Hegger (geb. 1916) doceerde als priester filosofie aan een grootseminarie in Brazilië. Later werd hij protestant, waarna hij zich jarenlang inzette voor de stichting In de Rechte Straat, die zich onder meer bezighield met de opvang van priesters die evenals Hegger protestants geworden waren. Verder was hij onder meer medeoprichter en bestuurslid van organisaties als de Evangelische Omroep en de stichting Woord en Daad.
|