www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
5 RECENSIES
DE FARIZEEËR IN DE SPIEGEL
Tom Hovestol
paperback 272 pag.
Uitgeverij: Medema, Vaassen, 2001,
Zou ik een farizeeër kunnen zijn? Nooit van z'n leven!
Ik kan me dat van geen kant voorstellen!
Wie de moed heeft om dit boek te lezen, loopt toch het gevaar een farizeeër in de spiegel te ontmoeten. |
|
De Farizeeër in de spiegel
5. Israël en de Bijbel - maart 2008 - www.israelendebijbel.nl
en www.ibmagazine.nl
Farizeeërs, de Heere Jezus had weinig goede woorden voor hen over. Onder hen waren sluwe, hoogmoedige,
hypocriete en op macht beluste schijnheiligen die ten onrechte meenden God te kennen. Is het bestaan van hen tweeduizend jaar geleden
opgehouden? Nee. Ze zijn er vandaag de dag nog. Tom Hovestol daagt ons uit om in de spiegel te kijken om te ontdekken of we misschien
zelf Farizeeërs zijn.
Ondanks het feit dat dit boek bijna tien jaar geleden verscheen, is het actueler dan ooit. Farizeeërs vinden we in alle denominaties,
van reformatorisch tot charismatisch. Mensen die misschien onbewust wel een schijn van godsdienst hebben, maar niet werkelijk God
dienen. Zij hebben veel kennis van de Bijbel maar wandelen niet met de God van de Bijbel. In plaats daarvan discussiëren zij over
zelfbedachte regels en uiterlijke rituelen die zogenaamd het christen zijn moeten bevestigen, maar die niets met het Woord van God te
maken hebben.
Hovestols boek is eigenlijk een oproep om Christus te volgen in woord en daad. De manier waarop hij ons oproept, is op z'n minst
verrassend en gedurfd te noemen. Het boek is daardoor van begin tot eind interessant en plezierig om te lezen, hoewel het de lezer tot
pijnlijke conclusies kan dwingen. Als we serieus ons hart onderzoeken, wandelen we dan daadwerkelijk met God of zijn we bezig met
religie? Door ons te vergelijken met Farizeeërs en door te wijzen op Christus, probeert Hovestol ons na te laten denken over die vraag.
En daar is hij wat mij betreft prima in geslaagd. Een aanrader!
4. CV-Koers - maart 2002
recensie door Aad Kamsteeg en Tjerk de Reus
De Farizeeër in de spiegel
Stel dat u en ik – orthodoxe en bijbelgetrouwe christenen – de volgende vraag voorgelegd krijgen: ‘Zet eens op een rijtje welk
gevaar de kerk vandaag de dag het meest bedreigt.’ Na enig peinzen zouden we waarschijnlijk op de proppen komen met het volgende
lijstje: schriftkritiek, verwereldlijking, een ‘ik-vind-geloof’, gebrek aan bijbelkennis, materialisme en individualisme…
Welk gevaar ontbreekt dan in deze opsomming? Wetticisme! Zijn we de farizeeër in onszelf
vergeten?
Opmerkelijk. In het algemeen nemen we de waarschuwingen van Paulus zeer ter harte. Maar deze
dan? Tot twee keer toe constateert de apostel min of meer verbijsterd dat christenen aan wie nog maar kort geleden genade is verkondigd,
zijn teruggevallen in wetticisme (Galaten 3:3; Kolossenzen 2:3). En waarom zou de Heilige Geest bij het inspireren van de schrijvers van
de evangeliën zoveel aandacht aan de farizeeërs hebben besteed? In Matteüs komen we hen haast op elke bladzijde tegen. Kan het zijn
om ook ons te waarschuwen dat godsdienst goed gedrag kan voortbrengen zonder een rechtvaardig hart?
De laatste tijd had ik zoveel positieve reacties vernomen van mensen die de moed hebben
gehad om aan de hand van Tom Hovestol in de spiegel van de farizeeër te kijken, dat ik besloot hetzelfde te doen. Daarbij gaat het om
een proces van geestelijke cardiologie in plaats van geestelijke dermatologie, zegt de schrijver. Dat betekent: volsta niet met het
onderzoeken van je huid, maar dring door tot je hart. Of ook: ga eens eerlijk na of je met al je bijbelkennis, goede theologie en
kerkelijke activiteit tevens een godvruchtig mens bent. En zeg op die vraag niet al te gemakkelijk ja. Want ook de farizeeërs zaten
meestal vol goede bedoelingen.
Gods prioriteiten
Wetteloosheid is een groot kwaad, maar wetticisme niet minder. Dat blijkt. Je kunt kennelijk
zo’n ‘goed’ leven leiden dat je de zonde op de verkeerde plek gaat zoeken. Je concentreert je op uiterlijk wangedrag, maar je bent
blind voor je eigen zelfgenoegzaamheid. Intussen flitsen allerlei waarschuwingslampjes op rood. Pas op! Je besef van genade is
oppervlakkig. Je bent niet langer onder de indruk van Gods vergeving. Je kijkt neer op anderen die zich niet zo nauwkeurig houden aan
allerlei geboden en verboden. En je hebt eigenlijk geen idee hoe vreugdevol en spannend vrijheid in Christus is.
Hovestol hamert erop: farizeeërs zijn er ook vandaag nog. Maar laat ik het persoonlijk
maken: de farizeeër zit ook in mijn eigen hart. Hoe ik dat zo zeker weet? Omdat bijvoorbeeld ook ik mij niet altijd kan ontworstelen
aan de aandrang mijn status voor God af te meten aan geboden en regels waaraan ik vrij gemakkelijk kan voldoen. Omdat ook ik soms
toegeef aan de verleiding een isgelijkteken te plaatsen tussen Gods Woord en allerlei o zo goede tradities. Omdat ook ik er niet aan ben
ontkomen van relatief onbelangrijke kwesties kernzaken te maken. Omdat ik zo goed herken dat een christen zich het veiligst voelt
wanneer hij zich van de wereld afgezonderd heeft. Omdat…
Wie met Hovestol in de spiegel durft te kijken, zal met hem tot de erkenning komen dat de
farizeeër dodelijke hartafwijkingen heeft. Van de zeven afwijkingen die de auteur behandelt, heeft vooral het onbewust voorbijgaan aan
Gods prioriteiten, aan Zijn hart en bedoeling, mij buitengewoon pijnlijk getroffen. Orthodoxe christenen kunnen zich zo concentreren op
het beschermen en verdedigen van allerlei met de beste bedoelingen gemaakte geboden en regels en geleidelijk gegroeide gebruiken, dat ze
vergeten dat ze daarmee God in de weg kunnen staan bij het redden van mensen. In dat geval zijn de ‘omheiningen’ die we om de Tien
Geboden hebben gebouwd, doel in zichzelf geworden.
Vriend van zondaren
Zeg ik het te vaag? Laat me dan man en paard noemen. Ik twijfel geen moment aan de goede
bedoelingen van hen die zich tegen jongerenkerken keren. Toch zullen zij zich serieus moeten afvragen of de Heilige Geest in onze
veranderende en postmoderne samenleving ook niet van deze methode gebruik wil maken om jongeren tot Christus te brengen.
Te vaag? Ik erken de zin van orde en regel in het kerkelijk leven, de eredienst inbegrepen.
Maar wie vrijwel alles in formulieren, kerkordelijke bepalingen en besluitenboeken wil vastleggen, moet zich in alle ernst afvragen
waarin hij zijn zekerheid en veiligheid zoekt.
Te vaag? Staan onze orthodoxe kerken bekend als toonbeeld van barmhartigheid? Maken wij pas
tot geloof gekomen kerkleden bekend met christelijke vrijheid, of met een omvangrijk systeem van gewoonteregels en gebruiken? Heeft onze
visie op de bijbelse waarschuwing ‘de wereld niet lief te hebben’ ertoe geleid dat we niet meer zien dat de Here Jezus bewust
relaties aanknoopte met verschoppelingen, afpersers en eigenzinnige geleerden om hen voor zich te winnen? Het woord ‘farizeeër’ is
afgeleid van een Aramees begrip dat ‘afgezonderde’ betekent. Maar Jezus werd ‘vriend van zondaren’ genoemd.
Hovestol laat het in zijn boek niet bij analyse. Aan de hand van onder meer Filippenzen 3
geeft hij ook aan hoe wij aan farizeïsme kunnen ontkomen. Daarbij staat centraal dat we ons opnieuw of voor het eerst ervan bewust
moeten worden dat onze vreugde, veiligheid en zekerheid in Christus ligt. Alleen zo wordt religie, waarin het tenslotte aankomt op eigen
prestaties, verdrongen door een op genade gebaseerde relatie met Christus, met ons op weg naar de Jongste Dag. Alleen zo ontspoort
vrijheid in Christus niet in losbandigheid. Want wie van God houdt, heeft tevens Zijn wet lief.
Tom Hovestol, Farizeeër in de spiegel, Uitgeverij Medema, Vaassen 2005, 2e druk, 272 blz., € 14,95
3. EO-Visie - 6 augustus 2005
Boekrecensie door Ar Sikking
Niet bepaald een vakantieromannetje, maar voor mij toch nog steeds nummer één: De
Farizeeër in de spiegel. Het boek heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt en mijn visie op Bijbel en geloofsleven sterk
beïnvloed.
Het is een ontdekkend boek, een spiegel, waarin de schrijver aantoont dat veel kerkmensen
meer op Farizeeërs lijken dan ze lief is. Haarscherp worden onverwachte overeenkomsten aangetoond. Confronterend! We zijn vaak verblind
door kerkelijke structuren, door onze religie en vooral door onze kennis. Jezus ontmaskert de Farizeeërs door hun te laten zien dat ze
wel veel kennis hebben van Gods Woord, maar de God van het Woord niet kennen. En daarom het vleesgeworden Woord Christus ook niet. Hij
paste niet in hun theologie. Zelfgenoegzaamheid is daarbij de kwaal en nederigheid het recept.
De hele Bijbel door wordt hoogmoed voortdurend als de grootste zonde aan de kaak gesteld en
worden we opgeroepen ons te vernederen voor God en mensen.
Jezus viel de innerlijke zonden vaker aan dan de uiterlijke. Wij doen het meestal andersom. Hij maakte duidelijk dat God meer belang
hecht aan bewogenheid en nederigheid dan aan godsdienstigheid. Ook wij laten traditie vaak over de Bijbel heersen in plaats van
andersom.
Het boek geeft een heldere kijk op het Evangelie zoals God dat bedoelt in Zijn openbaring
aan mensen, tot hun heil en tot verheerlijking van Zijn Zoon, Jezus Christus.
2. EO-Visie 12 maart 2003
1. EO-Visie - maart 2002
recensie door Ar Sikking
De Farizeeër in de spiegel
Ineens is er tussen de vele boeken die verschijnen of verschenen zijn één dat je bijzonder raakt. Een boek waarvan je denkt dat
alle christenen dat zouden moeten lezen. Zo'n boek voor in de Boekenweek is De Farizeeër in de spiegel. Een boek waar moed voor nodig
is om te lezen. Want het is een ontdekkend boek, een spiegel.
Geen enkele categorie van mensen wordt door Christus zo vernietigend ontmaskerd als de Farizeeërs. Zij zijn, zo blijkt uit de
evangeliën, sluwe, jaloerse, trotse, moordzuchtige, haatdragende, hypocriete en schijnheilige leiders van de toenmalige kerk. Zij
vinden zichzelf in ieder geval beter dan anderen. Nee, met Farizeeërs willen we beslist niet vergeleken worden.
Jezus besteedde erg veel aandacht aan deze groep mensen. Waarom zou Hij dat gedaan hebben? Zij vormden toch de meest verwerpelijke
categorie mensen? Dan moeten we hen en onszelf eens nauwkeuriger bekijken. En dan niet om hen te bespotten en onszelf een schouderklopje
te geven, maar om er lessen uit te trekken.
Gods Heilige Geest is er voor nodig om ons te beletten hard voor de Farizeeërs te zijn, omdat we mogelijk meer op hen lijken dan op
iemand anders in de Bijbel. We moeten namelijk niet denken dat Farizeeërs in een ver verleden leefden. Ze zijn er vandaag de dag nog
steeds. Om ons heen, in de kerk, naast ons misschien, ja, ik ontdekte dat ik er zelf op leek toen de spiegel van dit boek mij werd
voorgehouden. Ontdekkend!
De schrijver van De Farizeeër in de spiegel, de Amerikaanse theoloog Tom Hovestol, begint zijn boek met een portret van de Farizeeërs
in Jezus' dagen op aarde. Het beeld dat christenen van Farizeeërs hebben, is niet zo best. Als we ons echter proberen te verplaatsen in
hun tijd, dan zien we hen als de geleerde elite van het jodendom. Ze bestuurden de synagogen en waren vertegenwoordigd in het Sanhedrin.
Ze waren vooraanstaande bijbelgeleerden die zich beijverden voor Gods wet. En dat deden ze heel nauwgezet. Ze waren niet gauw te
betrappen op een wetsovertreding. Prijzenswaardige mensen!
Jezus bevestigt dat in Mattheüs 23: 2 en 3: 'De schriftgeleerden en de Farizeeërs hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan,
wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat...' Tegenwoordig zouden we hen zeer rechtzinnige predikanten, ouderlingen of zeer trouw
meelevende kerkmensen noemen. Maar in vers 3 van Mattheüs 23 staat een komma. En dan komt het: '...maar doet niet naar hun werken, want
zij zeggen het wel, maar doen het niet'.
Zelfgenoegzaamheid
De grote fout die het farizeïsme noodlottig is geworden, is zelfgenoegzaamheid. Het houdt zich ook bij ons net onder de oppervlakte van
onze christelijke zielen schuil. Maar we zien het niet! Hoe komt dat? Misschien leiden we zo'n goed leven, dat we de zonde op de
verkeerde plek zoeken. We zijn ontvankelijk voor de uiterlijke tekenen van goedheid, maar zien de innerlijke symptomen van het kwaad
niet. De Heilige Geest wil echter, net als Jezus 2000 jaar geleden, onze ogen openen voor zelfgenoegzaamheid.
We hebben diverse blinde vlekken in ons geestelijk leven. We worden verblind door onze maatschappelijke en kerkelijke structuren, door
onze deugdzaamheid, door onze religie en door onze kennis. We hebben de neiging anderen die niet zo leven als wij, te minachten zonder
dat direct te laten merken.
Als de Here Jezus de gelijkenis vertelt van de Farizeeër en de tollenaar in de tempel, voelen we ons aangetrokken tot de tollenaar.
Maar intussen denken we: 'Ik ben blij dat ik niet zo ben als die Farizeeër daar'. Ook een vorm van zelfgenoegzaamheid. We voelen
sympathie voor de verloren zoon als voorbeeldbekering, maar intussen lijken we op zijn broer. O, wat lijken we in veel opzichten op de
Farizeeërs!
Het is niet makkelijk om Jezus echt te volgen en jezelf te verloochenen. Jezus viel de innerlijke zonden vaker aan dan de uiterlijke, de
zonden waar wij het altijd zo vaak over hebben. Hij leek Zich trots, hebzucht, arrogantie, verborgen zonden en schijnheiligheid meer aan
te trekken dan ongodsdienstigheid en openlijke zonden. Jezus wist dat verontreiniging in wezen een gewoonte van het hart was. Gods Woord
wijst ons er voortdurend op dat God de nederigen aanziet en de hoogmoedigen verwerpt.
De vrucht van het onder ogen zien van zelfgenoegzaamheid en het ervaren van Gods genade is vergevensgezindheid. Dan worden we ertoe
aangezet anderen gunstig gezind te zijn en niet op anderen neer te kijken. De zekerheid van Gods onvoorwaardelijke liefde bevrijdt ons
van angst voor mensen en maakt ons oprecht.
De leer
Christenen worden van jongs af aan met de Bijbel grootgebracht. Bij het ouder worden beseffen we dat bijbelkennis heel belangrijk is.
Bijbelstudie en catechese vormen ons tot zichtbare christenen. Net als de Farizeeërs. Die deden zelfs niets anders. Jezus ontmaskert
hen door te laten zien dat ze wel veel kennis hebben van Gods Woord, maar de God van het Woord niet kennen. En daarom ook niet het
vleesgeworden Woord herkennen: Christus. Hij paste niet in hun theologische plan. De leer wordt dan een diepgeworteld systeem waarin
geen plaats is voor de Here Jezus en Zijn liefde.
Hovestol omschrijft het heel kernachtig (p. 93): 'We moeten onderscheid maken tussen wat wel en niet veranderbaar is. Een goede raad die
vaak genoemd wordt, is: eensgezindheid in de essentiële punten, vrijheid in niet-essentiële punten en liefdadigheid in alles.
Nederigheid, soepelheid en de bereidheid te veranderen zijn theologische deugden'.
De bijbelkennis van de Farizeeërs werd een bron van trots en arrogantie in plaats van bescheidenheid. Ze vestigden hun aandacht op de
letter van de wet, maar zagen de geest van de wet niet (p. 100).
Vijf vragen
Op pagina 181 stelt de schrijver naar aanleiding van Mattheüs 9: 9-13, de buitengewoon kernachtige perikoop over de roeping van
Mattheüs, vijf vragen die ons aan het denken zetten:
1. Met wie ging Jezus om?
2. Waar ging Hij heen?
3. Wat trok wereldse mensen aan in Jezus en waarom had Hij zo veel succes bij mensen?
4. Hoe werd Jezus door godsdienstige mensen ontvangen?
5. Waarom deed Jezus wat Hij deed?
Het is goed om het bijbelgedeelte te lezen en deze vragen op ons in te laten werken. Daaruit blijkt dat Jezus zondaren zocht en
ontmoette (fraudeurs en prostituees). In de ogen van de Farizeeërs en in onze ogen in ieder geval het verkeerd soort mensen. Jezus
maakte duidelijk dat God meer belang hecht aan bewogenheid dan aan godsdienstigheid. 'Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen,
maar zondaars', vertelt Jezus de Farizeeërs.
Twee hoofdstukken wijdt Hovestol aan de verklaring van de zeven keer 'Wee u, schriftgeleerden en Farizeeërs' uit Mattheüs 23. Een
veelzeggend gedeelte met een veelzeggende verklaring, teveel om in dit bestek op in te gaan. Het gaat erom dat we, net als de
Farizeeërs, geneigd zijn om te draaien wat God belangrijk en minder belangrijk vindt. We worden al gauw in beslag genomen door minder
belangrijke dingen in het licht van Bijbel en eeuwigheid. Discussies over liturgie, dogmadetails, muziek, bijbelvertaling, kleding,
leiden ons af van het Evangelie. Onze ware opdracht is recht te doen, getrouwheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met God (Micha
6: 8).
Tenslotte een citaat van Hovestol (p. 229): 'Als Jezus vandaag in moderne kleren ons zou bezoeken, weet ik zeker dat we Hem verkeerd
zouden behandelen op soortgelijke manieren als de Farizeeërs 2000 jaar geleden deden en om dezelfde redenen. Door te denken dat wij
niet zo zouden handelen als de Farizeeërs toen, geven we er blijk van dat we lijden aan een ernstige vorm van historisch
geheugenverlies en aan geestelijke blindheid'.
Ik heb geprobeerd hier een fractie weer te geven van wat mij diep geraakt heeft in het boek van Hovestol. Het geeft een heldere kijk op
de Bijbel zoals God die bedoelt, tot verheerlijking van Zijn Zoon, Jezus Christus. Ik kan alleen maar van harte aanbevelen het boek te
lezen om via de spiegel die wordt voorgehouden, eveneens tot een geestelijke verdieping te komen en in te zien dat God geen behoefte
heeft aan godsdienstigheid, offerande en wetticisme, maar aan ons hart. En dat niets van onze inzet kan bijdragen aan onze zaligheid,
maar dat alles te vinden is in de volkomen offerande van Christus.
Ar Sikking
N.a.v. 'De Farizeeër in de spiegel' door Torn Hovestol, uitgeverij Medema, Vaassen, 270 pagina's
|