www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
3 RECENSIES
Achtendertig nachten (roman)
Janne IJmker
Uitg. Mozaïek, Zoetermeer 2006
312 blz. € 18,90
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Elsjen Roelofs wordt verdacht van het vergiftigen van haar man, Jan Alberts. In maart 1767 komt zij in het gevang van Assen terecht,
waar ze op haar berechting moet wachten tot het kind dat zij verwacht geboren is.
In de eenzaamheid van de gevangenis wordt een meisje geboren. Het wordt meteen bij Elsjen weggenomen. Daarna rest haar niets meer dan de
kale muren van het gevang en het nachtelijk bezoek van Janna, de enige vrouw die zich over haar ontfermt. Aanvankelijk wil Elsjen niets
van haar weten, maar gaandeweg begint ze haar te vertrouwen. Elsjen vraagt om papier en inkt en begint aan een verslag van haar leven.
Voor haar kleine meisje, voor later. Dan weet tenminste nog iemand wie zij is geweest.
En zo, al schrijvende, kijkt Elsjen terug op haar leven. Hoe kon het gebeuren dat ze uitgroeide tot wie ze nu is? De vraag of Elsjen
schuldig is of niet wordt steeds moeilijker te beantwoorden. Wie is deze vrouw die haar man ombracht?
3. EO
- CC - 30 september 2006
Achtendertig nachten geboeid
Recensie: Andries Knevel
Ik legde het boek weg, het was uit, en staarde nog lange tijd voor me uit. Op dat moment wist ik nog niet dat Elsjen Roelofs me die
nacht uit de slaap zou houden en het hele weekend niet uit mijn gedachten zou zijn. Zo zeer, dat ik haar haast fysiek bij me voelde en
af en toe wilde aanraken...
Heb ik om Elsjen gehuild? Ja, misschien niet in het echt, maar hart en hoofd waren vervuld met bewondering en verdriet. Had ik haar
kunnen helpen? Had ik nog iets voor haar kunnen doen? Is literatuur goed, wanneer het dergelijke emoties oproept? De vraag naar zin en
wezen van literatuur zal altijd gesteld blijven worden en nooit afdoende beantwoord, maar dat is niet erg. Als een boek maar iets doet.
Hetzij in je emotie of je geloof. Hetzij dat een boek uitdaagt of prikkelt, ongemakkelijke vragen stelt of een spiegel voorhoudt. Een
boek dat ideeën genereert of inspireert. Welnu, Janne IJmker is met haar hoek 'Achtendertig nachten" daarin glansrijk geslaagd.
De laatste keer dat een boek me zo bezig hield was ruim anderhalf jaar geleden, in de persoon van Margje, de vrouw van Hans Sievez.
Inderdaad, hoofdpersonen uit "Knielen op een bed violen" van Jan Siebelink, Ik aarzel niet om te schrijven dat beide boeken,
de best seller en het debuut, voor wat betreft zeggingskracht met elkaar te vergelijken zijn.
In het boek van IJmker zijn minimaal drie lijnen te onderscheiden, een historische, een psychologische en een theologische, of liever
geloofsmatige. Met name de psychologische lijn is boeiend omdat thema's die ook vandaag spelen, volop aanwezig zijn. Een kind dat
verantwoordelijkheid neemt voor ouders; een leven dat als het ware vanaf het begin gedoemd lijkt te zijn; egoïsme en oppervlakkigheid
die schuld zijn van ongelukken, en een onbereikbare liefde.
Meeslepend beschrijft IJmker de ontwikkelingsgang van kind, puber en jong volwassene Elsjen. Iets van het paradijs zou ze slechts
willen, een heel klein stukje, maar het drama ligt op de loer, het klein geluk is onbereikbaar. Geen wonder dat, door de dramatische
gebeurtenissen, Elsjen in de gevangenis worstelt met de God die ze wel kent uit haar jeugd, maar die haar in haar latere leven, vergeten
schijnt te zijn. Die worsteling is niet gemakkelijk en goedkoop, hoewel Job als model fungeert. Begrijpelijk, want God schijnt de
afwezige in de levensgang van Elsjen, die zo graag anders had gewild en zo graag, in volledige zelfopoffering, toch iets van de schone
kant van het leven had willen kennen. En dan ook nog te ontdekken, dat moeder, zonder Elsjen, het leven toch wel aankan. En dit alles
speelt in de achttiende eeuw, maar raakt mensen uit de een en twintigste eeuw, en dat is knap.
Achtendertig nachten in het kort
Elsjen Roelofs komt in maart 1767 in de gevangenis van Assen terecht, omdat ze verdacht wordt van de moord op haar man Jan Alberts.
Hier wacht ze achtendertig nachten op haar berechting, vergezeld door Janna, een vrouw die zich over Elsjen, ontfermt. Aanvankelijk wil
Elsjen niets van haar weten, maar gaandeweg begint ze haar te vertrouwen. EIsjen vraagt om papier en inkt en zet haar levensverhaal op
schrift. Al schrijvend kijkt Elsjen terug op haar leven. Hoe heeft haar leven zo kunnen lopen? Wat is bepalend geweest in haar Ieven?
Waar is het fout gegaan?
Achtendertig nachten is de eerste roman van Janne IJmker voor volwassenen, nadat ze verschillende (onderscheiden) kinderboeken heeft
geschreven.
2. EO
- Visie - 21 oktober 2006
1. Nederlands Dagblad - 8 september 2006 - www.nd.nl
Een hartverscheurend verhaal
Boekrecensie door Gert van de Wege
Bij het lezen van Achtendertig nachten van Janne IJmker heb ik regelmatig aan Knielen op een bed violen van Jan Siebelink moeten
denken.
Beide boeken hebben de verteltrant en verhaalgegevens van de streekroman, maar ook qua thematiek is er overeenkomst: hoe iemand in de
wurgende greep komt van krachten groter dan hijzelf en daardoor zichzelf en anderen te gronde richt. Bij Siebelink is dat het geloof van
ds. Paauwe in de vertolking van enkele van diens discipelen, bij IJmker is het de gestalte van de grootmoeder ('Otie') van Elsjen
Roelofs die, godsdienstig en menselijk imponerend, haar schaduw ver in de toekomst werpt. In beide boeken gaat het om personages die
zichzelf innerlijk binden aan dat wat hun leven verwoest.
Maar de vergelijking met Siebelink maakt ook de verschillen duidelijk. Waar de personages, en vooral Hans Sievez zelf, in Knielen op een
bed violen in het diepste duister eindigen, komt Elsjen in Achtendertig nachten uiteindelijk tot klaarheid over haar verleden, over de
mensen om haar heen en over God. Ongetwijfeld laat IJmker daarmee zien een voluit christelijke schrijver te willen zijn. Of het verhaal
ermee aan geloofwaardigheid inboet, moet iedere lezer voor zich beoordelen. Maar hoe dat oordeel ook uitvalt: de lezer gunt het Elsjen
zeer. Ook voor hem is het het enige lichtpunt dat overblijft als hij haar hartverscheurende relaas gelezen heeft.
Kokhalzend
Het verhaal van Elsjen speelt in Drenthe, achttiende eeuw. Het zet in met een kokhalzende Jan Albers, de echtgenoot van Elsjen. Hij
overlijdt na het eten van zijn avondpap, waar rattenkruit doorheen is gemengd. Elsjen wordt ervan verdacht de gifmengster te zijn en
wordt, in afwachting van de rechterlijke uitspraak, in Assen gevangen gezet. Daar, in het 'gat', heeft ze de tijd om over zichzelf na de
denken. Al schrijvende gaat ze haar verleden begrijpen, ontwaart ze een Elsjen waarvan ze het bestaan vergeten was. In het heden is haar
enige geluk gelegen in haar twee kinderen; het jongste meisje is in het gevang geboren, en, zo ging dat blijkbaar bij gevangenen, direct
van haar afgenomen.
Elsjen is groot geworden in een vrouwenhuishouding: de grootvader is overleden, de vader is overleden, de grootmoeder bestiert de
boerderij. Zij is een vrouw met een strenge godsdienst, hard, hardwerkend en gesloten. Haar wil is wet voor Elsjen en haar broers.
Elsjens moeder had misschien een tegenwicht kunnen bieden, door haar dochter te beschermen voor haar grootmoeder, door haar dochter een
eigen leven te geven, maar zij is geestelijk en lichamelijk zwak en kan op geen enkele manier tegen de grootmoeder op. Bovendien legt
ook zij een sterke claim op Elsjen: eerder heeft ze een dochtertje met die naam moeten verliezen, nu klampt ze zich met een ziekelijke
intensiteit aan de tweede Elsjen vast.
Geknakt
Elsjen, als opgroeiend meisje, wordt heen en weer geslingerd tussen loyaliteit aan haar familie en de lonkende vrijheid, die op
verschillende manieren gestalte krijgt. Haar oudtante Lieven met haar sprookjes en verhalen, de roep van een buizerd, het dansen van een
zigeunermeisje - het zijn intense ervaringen die Elsjen beleeft en, in haar bedstee, herbeleeft. Na een tocht achter de buizerd aan, de
woeste gronden op, treft ze thuis echter haar grootmoeder aan na een zware val; ze was de zolder opgeklommen waar Elsjen iets had moeten
ophalen. Haar grootmoeder is letterlijk geknakt, haar moeder figuurlijk, gepijnigd als ze was door de angst dat Elsjen niet terug zou
komen. Elsjen besluit zich dan met totale toewijding voor haar familie en de boerderij in te zetten. Ooit had haar werkkracht zelfs een
waarderende opmerking van haar grootmoeder opgeleverd: ze waren uit hetzelfde hout gesneden.
Dit besluit moet ze omzetten in een belofte als, het is 1751, haar grootmoeder overlijdt. 'Ik heb met je moeder alles voor de toekomst
doorgesproken. Jij bent sterk, mijn kind. Beloof je me te doen wat ik van je vraag?' Grootmoeders hand op die van Elsjen, haar hand op
grootmoeders doodshemd, gelegd op de Bijbel die op de dorre benen van de stervende ligt. Elsjen belooft het, ondanks haar innerlijk
verzet, en daarmee is de richting van haar verdere leven bepaald.
Noodlottigheid
De afloop van het verhaal zal ik hier niet weggeven. Het ontvouwt zich met een noodlottigheid die niet anders kan eindigen dan bij
een stervende Jan Albers. Niemand kan zich aan de greep van het verleden onttrekken, en zeker Elsjen niet. Pas later ziet ze in dat ze
er zich ook niet aan wílde onttrekken. Het is sterk van IJmker dat ze deze innerlijke noodzakelijkheid voelbaar maakt, dat ze dit
beklemmende proces niet alleen beschrijft, maar zorgt dat de lezer het ervaart. Je denkt: doe iets! Maar tegelijkertijd besef je de
onmogelijkheid ervan. Elsjen kan haar lot niet ontkomen.
IJmker heeft haar voorwerk goed gedaan. Daarvan getuigt niet alleen de literatuurlijst achterin de roman. De couleur locale, de gang van
zaken in de rechtspraak, maar ook het dagelijkse boerenleven, het reilen en zeilen van een Drentse buurschap: het is alles op een
natuurlijke, onnadrukkelijke manier deel van het verhaal. Overigens heeft Elsjen Roelofs echt bestaan: IJmker is de archieven ingedoken
en is in haar verhaal zo dicht mogelijk bij de feiten gebleven - misschien kun je beter zeggen: ze heeft alle bekende feiten rond het
proces van Elsjen Roelofs gerespecteerd en er haar eigen verhaal omheen gemaakt. Achter in het boek zijn enkele archiefstukken
weergegeven.
Zelfhulpproza
Achtendertig nachten wordt gepresenteerd als IJmkers debuut. Dat is niet geheel juist: ze is de schrijver van enkele kinderboeken,
waarvan er enkele in de prijzen vielen. Achtendertig nachten is haar eerste roman voor volwassenen. Zou haar karaktertekening zo goed en
overtuigend zijn, juist omdat ze (ook) kinderboekenschrijver is? Ik noemde Siebelink al, maar waar die regelmatig personen
karikaturiseert en feiten vervormt, kan IJmker het af zonder die ingrepen. Anderzijds is haar stijl ver de mindere van die van
Siebelink. Niet alleen is ze vaak te uitleggerig, of gaat ze over de grens van de sentimentaliteit, af en toe schrijft ze ook zinnen die
ik maar zelfhulpproza noem, en dan niet op zijn best: 'Wat maakt nou dat wij datgene wat ons ten diepste raakt niet kunnen verwoorden
naar elkaar?' Dat ik haar boek ondanks deze soms opzichtige feilen niet dichtsloeg, maar werkelijk geboeid verder las, zegt iets over de
kwaliteiten van deze roman. Dit boek is al goed, en met relatief eenvoudige ingrepen had het nog veel beter kunnen zijn. Achtendertig
nachten is een van de beste romans die in de afgelopen jaren door christelijke uitgeverijen zijn uitgebracht.
|