www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
3
RECENSIES
De islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten
Een vrijmoedige inleiding op de islam
Prof. dr. Hans Jansen
Amsterdam: Van Praag 2008
199 blz. Prijs € 12,50
ISBN 9789049024031 Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Een vrijmoedige inleiding op de islam in de vorm van 250 antwoorden op deels prangende vragen. De Koran, geloven moslims, is het letterlijke woord van God. Zo’n geloofspunt is moeilijk te controleren. In ieder geval neemt de Koran, woord van God of niet, geen blad voor de mond wanneer het gaat over de ongelovigen. Niet-moslims worden in de Koran zonder pardon als beesten aangeduid. Als varkens, apen, ezels of ‘de slechtste viervoeters’. Bovendien draagt de Koran de moslims nadrukkelijk op de ongelovigen te bestrijden.
Dit boek geeft antwoorden op de met de dag urgentere vragen die zulke islamitische geloofspunten oproepen. Het islamitisch gedachtegoed met bijbehorend jargon (halal en haram, fitna en jihad) wordt uitgelegd, niet met de bedoeling moslims te kwetsen maar met de bedoeling andersdenkenden het te laten begrijpen – voor zover dat ooit mogelijk is voor mensen die niet met deze dogmatische leer zijn opgevoed.
Video Hans Jansen: Islam en christendom - Allah en/of God - Jezus... | deel 2... | deel 3...
Meer boeken van Hans Jansen...
3.
Ellips
- december 2008
Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten
Recensie door Dr. H. Bos
De arabist prof. dr. Hans Jansen schreef een aardig boek met 267 vragen over de islam. Het boek sluit goed aan bij de actualiteit van vandaag de dag en stelt veel vragen aan de orde waar de islamgeïnteresseerde lezer op stuit. De vraag-en-antwoordmethode maakt het lezen gemakkelijk. Daarbij geeft Jansen blijk van een brede kennis van de wereld van de islam, niet voor niets is hij een veel gevraagd commentator, daar waar de islam vrijwel dagelijks via de media de aandacht vraagt.
De doelgroep van Jansen is duidelijk de niet-moslim, om die andersdenkenden de islam zoveel mogelijk te laten begrijpen. Jansen doet daarbij zijn uiterste best om de moslim niet te kwetsen. Dat heeft ook als nadeel, dat hij soms de dingen wel eens wat vollediger bij de naam had kunnen noemen, regelmatig vermeldt Jansen de scherpste kantjes niet. Enkele voorbeelden daarvan: bij vraag 193: 'Wat zegt de Koran concreet over vrouwen', is zijn antwoord: 'Zijn AKKER voor de mannen, 2:223. Mannen zijn opzichters over de vrouwen, 4:34. Vrouwen moeten rustig thuisblijven, 33:33'. In dit korte antwoord mis ik essentiële aspecten als: 'zo komt dan tot uw akker, zoals gij maar wilt', 2:223, 'en slaat haar', 4:34, met 'een bedenktijd van vier maanden' mag alleen de man zijn vrouw verstoten, 2:226, polygamie is er alleen voor de man, 4:3, het getuigenis van één man geldt als sterker dan dat van twee vrouwen, 2:282.
Ook bij de vraag 197: 'Wat zegt de Koran concreet over seks?' ontbreekt de vermelding dat de Koran het genotshuwelijk toestaat (4:24), dat in de Koran nooit is herroepen (wel in een hadith) en daarom onder sjiieten gebruikelijk is. Dat het hier om gecamoufleerde hoererij gaat zal iedere soenniet bevestigen.
Een enkele maal wijkt Jansen af van de gebruikelijke soeranummering. Daar waar hij de titel van zijn boek verklaart, verwijst hij abusievelijk naar S. 2:64 i.p.v. naar S. 2:65 & 2:69.
Ook in de bekende problematiek rond Aisha (vraag 160) is Jansen enerzijds helder als hij bevestigt dat uit de oudste islamitische bronnen (Ibn Ishaq en Ibn Hisham) blijkt dat Mohammed Aisha trouwde toen zij (zes of) zeven (!) was en dat Mohammed dit huwelijk (seksueel) 'consumeerde' toen zij negen of tien was. Vervolgens is Jansen te mild en te voorzichtig, als hij in minstens zoveel tekst een zwakke poging doet om dit kinderdrama te relativeren. En zo is er meer.
Ik kan niet anders concluderen dan dat o.a. de moord op Theo van Gogh wetenschappers overdreven voorzichtig heeft gemaakt in het uiten van hun kritiek op de islam, zowel in Nederland als daarbuiten.
Dit alles neemt niet weg, dat het een informatief en boeiend boek is, met veel interessante details. Het boek is plezierig gestructureerd in 14 hoofdstukken. Een woordregister ontbreekt helaas. Een lezenswaardig boek voor een vriendelijke prijs.
2.
Friesch
Dagblad
- 3 april 2008 - www.frieschdagblad.nl
Een harde aanval op de islam
Boekrecensie door Allert van der Hoeven
Varkens, apen en ezels zijn benamingen voor ongelovigen of andersgelovigen in de Koran. Die Koran gaat ook niet zachtzinnig om met ongelovigen, betoogt arabist Hans Jansen in zijn boek De islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten. Een mooie ‘islam voor dummies’, maar ook een harde aanval op het wezen van deze godsdienst.
Na de oproep van Tweede Kamerlid Geert Wilders om de Koran te verbieden is er een stevige discussie losgebarsten over het heilige boek voor moslims. Deze discussie laaide vorige week weer in alle hevigheid op na het verschijnen van Wilders’ film Fitna. Jansen was daarbij een van de optredende deskundigen die commentaar gaf op de film. Hoewel Jansen vindt dat Wilders te ver gaat met de eis van een Koranverbod, vindt hij dat de Koran wel degelijk gevaarlijke passages bevat, zoals oproepen voor geweld tegen niet- of andersgelovigen.
Het boek is daarin principieel anders dan de Bijbel, vindt Jansen, dit in tegenstelling tot wat sommige ,,geflipte dominees beweren”, zoals Jansen het fijntjes formuleert. De Bijbel bevat weliswaar bloedige passages, maar die zijn op zich geen oproep om als christen of jood ongelovigen over de kling te jagen. De Koran bevat wel van dergelijke oproepen, zoals: ‘Doodt dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag’ (soera 9:5). Een oproep die overigens stopt als de ‘ongelovigen’ de suprematie van de islam erkennen.
Jansen wil waarschuwen, zoveel is duidelijk uit dit boek en uit andere publicaties van zijn hand. Als we de fanatieke moslims hun gang laten gaan, lopen onze democratie en onze vrijheid gevaar. Waar Wilders ongefundeerd fulmineert tegen de islam en tegen moslims, onderbouwt Jansen zijn zorgen over de invloed van de islam in het Westen gedegen. Hij neemt daarin stelling tegen de ‘multiculti’s’, die de dialoog zoeken en die moeite doen om onderscheid te maken tussen fundamentalisten en meer liberale moslims.
Homogener
Het probleem ligt dieper, betoogt Jansen. De islam is veel homogener in zijn denken dan wij aannemen. De Koran is het heilige, onveranderlijke woord van God, zonder fouten, rechtstreeks doorgegeven door de profeet Mohammed. De stevige passages tegen ongelovigen, joden en christenen in deze onfeilbare Koran vormen een reëel gevaar, stelt Jansen. Uitgewerkt in de islamitische wet, de sharia, en aangevuld met voorbeeldverhalen over de profeet Mohammed, zijn moslims het aardig eens over wat wel en niet mag of moet.
Voeg daarbij de oproep tot de jihad, de heilige plicht om de islam als enige juiste godsdienst te verspreiden, en je hebt een niet te onderschatten gevaarlijk vergif voor het verlichte Westen, in de ogen van Jansen. Komen moslims in een land dat niet islamitisch is, dan kunnen ze zich lang gedeisd houden, maar als ze de kans krijgen, wordt de heilige strijd opgepakt, denkt Jansen.
De meeste mensen zijn gematigd en dat geldt gelukkig ook voor moslims, maar dat is de enige nuance die Jansen aanbrengt. Die nuance geldt niet voor het islamitische geloof en de gezichtsbepalende rechtsgeleerden ervan. ‘Multikul’ noemt Jansen iedere poging tot nuancering van de in zijn ogen gevaarlijke islamitische godsdienst.
Zwakte
Een softe houding wordt door Nederlandse moslims alleen maar gezien als een teken van zwakte en een aanmoediging om de invloed van de islam te vergroten. ,,Moslims hebben veel meer respect voor Wilders dan voor Balkenende”, zei Jansen onlangs in een interview.
En de jihad als een innerlijke strijd uitleggen, zoals liberale denkers nogal eens proberen, is bezijden de waarheid, stelt Jansen. De term slaat wel degelijk op het bestrijden van alle niet-moslims. Die jihad zorgde ervoor dat de islam in de eerste honderd jaar van zijn bestaan een gebied veroverde van Marokko tot Pakistan.
In zijn boek onderbouwt Jansen zijn visie op de islam aan de hand van ruim 250 vragen. Die vragen zijn op zich een goed middel voor de ‘islam-leek’ om een beeld te krijgen van de godsdienst en van de manier waarop moslims omgaan met hun geloof. Vooral de meer feitelijke vragen maken het boek tot een nuttige ‘islam voor dummies’.
Maar de ongenuanceerdheid waarmee Jansen het gevaar van de islam poogt neer te zetten, zorgt voor een ‘fast food’-beeld: makkelijk en lekker, maar oppervlakkig en slecht voor de gezondheid. Dat komt vooral door wat hij weglaat. Jansen presenteert een beeld van een godsdienst als losstaand verschijnsel. Maar godsdienst kun je niet los zien van de mens en de cultuur waarin hij functioneert. In dit geval zijn dat zelfs twee culturen: de Nederlandse en die van het land van herkomst, meestal Turks of Marokkaans.
En dan kom je in Nederland met een heel ander beeld, scherp neergezet door Marjo van Buitelaar, islam-antropoloog te Groningen. In haar boek ‘Islam en het dagelijks leven’ (Uitgeverij Atlas) stelt zij dat moslims in Nederland veel meer dan vroeger worden aangesproken op hun geloof, waarbij Turken, Marokkanen en Surinamers in hetzelfde culturele hokje gestopt worden. Als tegenreactie gaan veel van hen, vooral jongeren, de moslimidentiteit benadrukken: ,,Als jullie mij vooral zien als moslim, dan zal ik dat zijn ook.” Wereldwijd constateert Van Buitelaar eenzelfde tendens onder moslims.
Dieptepunt
Het risico van radicalisering licht hierbij op de loer. En daar schuilt een gevaar in, met als triest dieptepunt Mohammed B.’s moord op Theo van Gogh. Een gevaar dat niet gerechtvaardigd, maar wel gevoed wordt door moslims als een bedreigend blok te zien en daarbij de mens achter de moslim niet meer zien. Van daar is de stap naar buitensluiting en uiteindelijk vervolging niet groot meer.
Het christendom is groot geworden als underdog in het Romeinse Rijk, constateert Jansen terecht, in tegenstelling tot de gewapende verspreiding van de islam. Christenen bereikten dit vooral door een voorbeeld van mooie menselijke waarden te tonen: vergevingsgezindheid, barmhartigheid en opofferingsgezindheid, maar ook onverzettelijkheid tegen de overheersers. Deze waarden als voorbeeld tonen tegenover een strijdvaardige islam (waar van toepassing), werkt ook in deze tijd beter dan het koud bestrijden ervan. Het kleinste lichtje verjaagt de duisternis.
1.
Reformatorisch Dagblad
- 5 maart 2008 - Bron: http://hoeiboei.blogspot.com/...
Balkenende, Verhagen en Donner als dhimmi's
Net als het christendom is de islam een missionaire godsdienst. Maar anders dan het c hristendom kent de islam ook nog een stadium tussen wél moslim en niet-moslim in. Het is in die tussenpositie dat Balkenende, Donner en Verhagen zich op het moment bevinden.
In dat tussenstadium eist de islam ogenschijnlijk heel weinig. Het gaat er alleen maar om dat het oppergezag van de islam in theorie erkend wordt. Nu, dat doen onze capabele regeerders, en met verve.
Het CDA werpt zich op als de zaakwaarnemer van onduidelijke vage groepen moslims ver weg. Die zouden wel eens buikpijn van de Wildersfilm kunnen krijgen. Naar de papieren van die moslims, die mogelijk boos zouden kunnen worden, heeft niemand gevraagd. Maar de export, de olie-import en wie weet wat nog meer zouden in de problemen kunnen komen. Capituleren dus!
Extra leuk is dat het CDA laat weten dat dit geen capitulatie is, want ‘we zeggen er toch duidelijk bij dat de vrijheid van meningsuiting ons heilig is’, en dat konden deze moslimse scherpslijpers mogelijk heel stout vinden. Nederland heeft sinds Wim Kan niet meer zulke politieke komieken voor het voetlicht gehad.
De PvdA werpt zich daarentegen vooral op als de vertegenwoordiger van de moslims in Nederland. Die reageren wat rustiger, dus ook de PvdA kan zich wat normaler opstellen. Maar het blijft idioot dat ook de PvdA er van lijkt uit te gaan dat moslims als dollemannen amok zullen gaan maken als de Wilders-film hun niet bevalt, en dat de PvdA dat kennelijk te billijken vindt. Wie moslim is, zou zich wel eens beledigd kunnen voelen door die opstelling.
Die tussenpositie, tussen wél en niet moslim zijn, heeft natuurlijk ook een naam. Iemand in die positie heet een dhimmi, een woord dat we in de komende jaren nog vaak zullen horen. Het is van oorsprong een Arabisch woord, en het betekent letterlijk ‘beschermeling’, want in theorie wordt een dhimmi beschermd tegen de jihad doordat hij de oppermacht van de islam al van te voren erkent.
Maar die bescherming is bedrieglijk. Laten we als voorbeeld de Wilders-film nemen. Wanneer het de regering, vooruitlopend op de wens van mogelijk boze moslims, lukt om die film verboden te krijgen, is de kous daarmee natuurlijk niet af. Dat is niet het einde van een incident, dat is het begin van een drama.
Want zulk succes smaakt naar meer. Daarna zal de ene na de andere eis volgen. Schoolboeken moeten in overeenstemming met de islam gebracht worden. En waarom zouden we nog door niet-moslimse schrijvers en journalisten boeken en krantenartikelen over de islam laten schrijven? Dat kunnen de moslims zelf veel beter. Kleding van vrouwen, en voedsel, in de eerste plaats vlees, moeten kloppen met de islam. Echtscheiding moet kloppen met de islam.
Kijk naar de Taliban en besef dat de lijst van eisen eindeloos is. Mogen schilderijen met onislamitische afbeeldingen wel blijven bestaan? En reken maar dat schilderijen van bijbelse scènes al heel snel onislamitisch zijn. Het wordt nog onrustig op de straten en pleinen rond het Rijksmuseum.
Er kan geen enkele twijfel aan bestaan dat, als het kabinet zelf de wereld niet attent had gemaakt op de Wilders-film, deze internationaal nog geen enkele aandacht gekregen zou hebben. Maar de diplomaten van islamitische landen die hun standplaats in Den Haag hebben, kunnen zwaarwichtige verklaringen van echte ministers niet negeren. Daar moeten ze wel aan hun hoofdsteden over rapporteren.
Over de 150 kamerleden die Nederland rijk is, rapporteren deze bekwame ambtenaren heus nooit en te nimmer. In de islamitische wereld is een lid van een parlement, zoals Wilders, in de rangorde van politieke dieren het allerlaagste wat er te vinden is. Een zich zelf respecterend diplomaat die over deze inferieure diersoort een rapport naar huis toe zendt, kan rekenen op gefronste wenkbrauwen – en bevreemding oproepen, dat is de grote angst van elke diplomaat, welk land hij ook dient.
Het alleridiootste is natuurlijk de suggestie dat de Taliban-soldaten pas door de Wilders-film echt in actie zullen komen. De Taliban-commandanten kunnen schreeuwen wat ze willen, hun soldaten blijven neuspeuteren. Maar nu is daar de Wilders-film! Eindelijk actie! Wie dat gelooft, gelooft alles wat hem wordt wijsgemaakt.
Er is in de bijbel niet veel te vinden dat direct op de islam betrekking heeft, want de islam begint pas zeven eeuwen na Christus. Maar de ideeën van de islam zijn niet nieuw. Het is over zulke ideeën dat de apostel Paulus gezegd heeft dat, nu wij vrij geworden zijn door Christus, we ons niet opnieuw het juk der slavernij moeten laten opleggen.
Hans Jansen
|