www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
4 RECENSIES
Van jodenhaat naar zelfmoordterrorisme
Islamisering van het Europese antisemitisme in het Midden-Oosten”
Auteur: dr. J.G.B. (Hans) Jansen
Uitgeverij: Groen, Heerenveen, 2006
ISBN 9058296229
Pagina’s: 1047
Prijs: € 29,50
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Wat het moderne antisemitisme betreft lijkt het dat een deel van de mensheid terugkeert naar de zwartste perioden in de Middeleeuwen.
Alleen speelt de jodenhaat zich nu niet af in een christelijke, maar in een islamitische arena. Moslims in het Midden-Oosten willen nu
hetzelfde bereiken als Europese christenen in de afgelopen eeuwen: joden beroven van hun recht om te bestaan. Ze ontkennen dat joden het
recht hebben op een thuis - een plek waar zij zich veilig voelen, waar zij, zoals elk ander volk in de wereld, graag willen leven; waar
zij kunnen trouwen, kinderen opvoeden en bomen planten. Dit zijn minimale rechten die aan élk volk op aarde worden gegeven. Waarom
hebben christenen in de afgelopen eeuwen in Europa ontkend dat joden deze rechten hebben en waarom zijn het nu moslims in het
Midden-Oosten die hun deze rechten willen afnemen? In de tekst wordt de ontwikkeling van het antisemitisme in het Midden-Oosten
beschreven, in de voetnoten de hoofdlijnen van het antisemitisme in Europa.
N.B.: J.G.B. Jansen is naamgenoot van de arabist J.J.G. Jansen, zie www.arabistjansen.nl/Arabist/Naamgenoot.html
4. Ellips - juni 2006
Europese jodenhaat,
islamitisch zelfmoordterrorisme
Mr. H.P.
Medema
Het Simon Wiesenthal Instituut in Brussel verricht wetenschappelijk onderzoek naar de islamisering van
het antisemitisme. Prof. dr. Hans Jansen was daaraan verbonden als James Parkes hoogleraar aan de faculteit van Letteren en Wijsbegeerte
van de Vrije Universiteit in Brussel. Hij heeft de eerste resultaten van zijn bevindingen nu in boekvorm gepubliceerd: een zeer lijvig
boek met een enorme hoeveelheid voetnoten. Het zijn eigenlijk twee boeken in elkaar, want de noten (1607 in aantal, sommige ruim
opgezet) zijn een verhaal op zichzelf. Het boek verschijnt samen met een digitaal overzicht, 'Beeld van Israël en Joden in
Arabisch/Palestijnse cartoons tijdens de Al-Aqsa Intifada' waarin ongeveer 1325 cartoons verzameld zijn: antisemitische cartoons in het
algemeen, Joden afgebeeld als Hitler, en als degenen die de Amerikaanse regering zouden controleren.
'Het bijzondere van dit boek is dat wij het [de Arabieren] zelf laten zeggen,' zegt Jansen (36). Zo is
het inderdaad, de Arabieren worden royaal aan het woord gelaten. Maar de auteur zegt niet alleen dat het antisemitisme verhuisd is, van
Europa naar het Midden-Oosten, van het christendom naar de islam. Hij voegt er ook aan toe: het heeft zich omgedraaid, het wordt nu als
beschuldiging tegen de Joden gericht (40). Zestig procent van de islamitische wereld gelooft dat de aanslag op de Twin Towers het werk
was van de Joden (35, niet gedocumenteerd).
Het gaat vooral over de laatste vijf jaar. Jansen beschrijft eerst de politieke geschiedenis van het
ontstaan van de staat Israël en de Arabische 'vernietigingsoorlogen' tegen Israël (73-103). Vervolgens legt hij de wortels bloot van
het antisemitisme, en hij toont aan dat de groot-moeffi van Jeruzalem een 'compromisloze jodenhater' was, die de visie van de Duitse
NSDAP helemaal deelde, en in Rome en Berlijn samenwerking zocht voor een Arabisch-fascistische staat in het Midden-Oosten. Ik was me
ervan bewust dat er contacten geweest waren van de groot-moefti met Europese fascisten, maar de schaal waarop dat speelde, wordt me door
het boek van Jansen pas echt duidelijk.
Dan schetst de auteur de traditionele antisemitische gruwelverhalen uit Europa, die gretig in het
Midden-Oosten werden overgenomen. Maar vervolgens ook een revolutionaire verandering: de machteloze Jood wordt de trawant van Satan. De
(gefingeerde!) 'Protocollen van de Wijzen van Sion' worden in het perspectief van de PLO hét zionistische boek bij uitstek. Maar de
beweringen gaan zelfs zover dat de aanslagen in Saoedi-Arabië (volgens een televisietoespraak van kroonprins Abdallah) zogenaamd het
werk zijn van zionisten, dat Torah, Talmoed en de Protocollen de bron ervan zijn.
Niet in alle opzichten gaat het zo ver, maar Jansen citeert uitgebreid de Britse historicus Arnold
Toynbee, die de stelling aandurfde dat de Joden na de Tweede Wereldoorlog 'voor de eerste keer sinds het jaar 135 na Christus mensen
worden die anderen vervolgden'.
Dit boek is een eindeloos, lange, indrukwekkende feeks van wandaden jegens Israël gepleegd:
afschuwelijk, nooit te verdedigen, nimmer ook maar in de verste verte goed te praten. Maar de route in de omgekeerde richting wordt niet
in kaart gebracht, en het moet gezegd worden dat die helaas wel bestaat. Ik weet uit ervaring hoe Israëli's dikwijls reageren als je
voorzichtig begint wat feiten te noemen: furieus, alsof de onafzienbare rij van Jodenhaat tot zelfmoordterrorisme dat niet allemaal, en
meer dan dat allemaal, zou rechtvaardigen! Maar het pijnlijke is dat we aan de andere kant te maken hebben met feitelijke, nog steeds
bestaande arrogantie, waartoe met name in het leger constant nieuwe generaties worden opgevoed - want alle jonge Joodse mannen en
vrouwen moeten hun dienstplicht vervullen.
Laat me een voorbeeld noemen. Er staat in dit boek (426vv.) zeer uitgebreid gedocumenteerd hoe het
onderwijs onder het beheer van de Palestijnse autoriteit leerlingen aanmoedigt om Israël in een heilige oorlog te vernietigen; en hoe
zelfs Palestijnse kinderen militaire training krijgen op zomerkampen ter voorbereiding op de heilige jihad tegen Israël (492w.), hoe de
autoriteiten Palestijnse kinderen recruteren om aan de Tweede Intifada deel te nemen (506vv.), hoe kranten van de Palestijnse autoriteit
kruiswoordpuzzels gebruiken voor antisemitische indoctrinatie (519vv.), hoe universiteiten van de PA broedplaatsen zijn van
zelfmoordoperaties in Israël (532vv.) en hoe de PA verbiedt op school en aan universiteiten onderwijs te geven over de genocide op zes
miljoen Joden in Europa (539vv.). Dat is waar. Dan komt een paragraaf (544vv.) waarin wordt 'aangetoond' dat het onderwijs van de
Israëlische regering in dienst staat van vreedzame coëxistentie van Palestijnen en Israëliërs, en vervolgens (607vv.) gaat het
verder met een relaas hoe het onderwijs in Syrië, Saoedi-Arabië, Egypte en Iran de leerlingen aanmoedigt Israël in een jihad te
vernietigen. Maar helaas is het niet zo eenzijdig, en wordt aan Israëlische jongeren dikwijls ook een zeer negatief beeld geschetst van
Arabische politieke standpunten.
Ik mis een verwijzing naar de zogenaamde 'nieuwe historici' in Israël, zoals Simha Flapan, Benny Morris,
Avi Shlaim, Ilan Pappé, die een poging hebben gedaan de geschiedenis van met name de jaren 1948 tot1953 te herschrijven. Volgens hen
zijn de geschiedbeschrijvingen van zowel de Israëlische als de Arabische zijde politiek gekleurd, en zij hebben getracht aan een
onbevooroordeelde geschiedschrijving een bijdrage te leveren. Ik weet best dat daarop verontwaardigd wordt gereageerd van
'conservatief'-Israëlische zijde, maar het is toch wel een gemis dat zij juist in zo'n uitgebreide documentatie niet genoemd worden.
Wat me trouwens brengt op een belangrijk 'technisch' manco: er zijn wel veertien pagina's inhoudsopgave,
maar geen registers, wat met ruim duizend pagina's wel erg onhandig is.
Moet dit boek niettemin gelezen worden? Absoluut. De documentatie van het verband tussen Jodenhaat en
zelfmoordterrorisme is schokkend en belangrijk. Laat het echter wel bedacht worden dat dit maar de éne kant van het verhaal is. Over de
andere kant valt helaas ook nog het een en ander te zeggen.
3. Profetisch Perspectief - mei 2006 - Uitgave van www.christenenvoorisrael.nl
Van jodenhaat naar zelf moordterrorisme
G. Hette
Abma
Het was een symbolische handeling. Pontificaal zette de uitgever het nieuwste boek van prof. dr. Hans Jansen op de brede rand van de
lessenaar. Geef hem eens ongelijk! Wat de vormgeving betreft kun je er zonder géne mee voor de dag komen. Tegelijk demonstreerde hij
met deze handeling dat het gaat om de publicatie van een boek dat echt staat! In de ruim duizend bladzijden wordt evident gemaakt hoe op
een vaak absurde manier het Europese antisemitisme in het Midden Oosten geïslamiseerd is. Onwillekeurig wordt de vraag opgeroepen: is
zo'n boek niet veel te dik? Wie getroost zich de moeite om dat allemaal te lezen? Na de bestudering van deze goed gedocumenteerde studie
kwam ik tot de curieuze slotsom: het had eigenlijk nog dikker moeten zijn!
Ooit schreef Hans Jansen zijn standaardwerk Christelijke theologie na Auschwitz over de theologische en kerkelijke wortels van het
antisemitisme. Gedurende de laatste jaren is hij verbonden aan het Simon Wiesenthal Instituut en heeft hij zich intensief bezig gehouden
met de vraag hoe deze oeroude haat tegen de Joden inmiddels geëxporteerd blijkt te zijn naar de door de islam gestempelde wereld van
het Midden Oosten. Met een geweldige gedrevenheid signaleert hij allerlei vormen van racisme en antisemitisme. Heilig is hij ervan
overtuigd dat al die soms lompe, maar meestal geraffineerde vormen van haat fel bestreden moeten worden. In het zelfmoordterrorisme
worden ongekende aanvallen op Israël gedaan. Wie realiseert zich echt dat het alles zich toespitst op het voortbestaan van de staat
Israël? Het is geen conflict over grenzen. De vermaledijde ‘entiteit van de zionisten' moet als een kanker uit de islamitische
samenleving verwijderd worden. Zo wordt duidelijk waarom steeds weer alle vredesinitiatieven op niets moeten uitlopen.
Judenrein
Het is in de Arabische wereld 'communis opinio' dat Israël geen bestaansrecht heeft. Op deze wijze neemt het antisemitisme zijn meest
ernstige vorm aan. Openlijk wordt het daar betreurd dat Hitler zijn werk van Endlösung van het Joodse vraagstuk niet heeft kunnen
afmaken. Met de liquidatie van het volk, het land en de staat Israël moet nu de Shoah tot een apotheose komen in het hart van de
islamitische wereld. Die Araber sollten zu Ende bringen, was ihre deutsche Freunde nicht volbracht hatten: ein 'Judenreines' Arabië.
(Karl Selent). Van meet af was er deze obsessie.
Op geniepige wijze worden Joden gedemoniseerd. Men deinst er zelfs niet voor terug de afschuwelijke misdaden van de nazi's nú toe te
schrijven aan de Joden. Een blasfemische omkering van de feiten, zegt Hans Jansen. Bij hem kan een digitaal boek besteld worden om zelf
te zien hoe in 1325 cartoons de aversie tegen Israël tijdens de Al Aqsa Intifada in beeld gebracht is. Walgelijk zijn die gruwelijke
karikaturen waarin de haat tegen het Joodse volk gevisualiseerd worden. Dit zijn dus de 'boeken der analfabeten' in de islamitische
wereld!
Complottheorie
Het is schokkend als gerenommeerde onderzoekers aantonen dat de huidige islamitische jodenhaat van Europese oorsprong is. Men doet
frequent een beroep op een boek vol virulent antisemitisme: Der Talmudjude van August Röhling. Wanneer in het laatst genoemde boek
geschreven wordt over de mythe van de mondiale Joodse overheersing, haken de vijanden van Israël daar listig op in door te spreken over
de gevaren van een wereldomspannende zionistische samenzwering. Volgens hen had Theodor Herzl niet slechts de bedoeling een eigen Joodse
staat op te richten, zijn uiteindelijke oogmerk was de verovering van de hele wereld. Gretig grijpen Arabische en islamitische politici,
geestelijke leiders, wetenschappers en journalisten in het Midden-Oosten dergelijke complottheorieën aan in hun verwoede strijd tegen
de staat Israël.
Door Hans Jansen wordt ons een enorme hoeveelheid informatie aangereikt. Meer dan zelfs maar in het kort kan worden aangestipt. De
vooroordelen alleen al waarmee de Palestijnse Autoriteit scholieren aanmoedigt in de heilige oorlog Israël te vernietigen: Joden zijn
bedriegers, verraders, hebzuchtig, harteloos en wreed. Of het verslag over de manier waarop jongeren worden voorbereid op de jihad. En
zo kan ik nog wel even doorgaan. Slechts een vluchtige kennisname van de inhoudsopgave geeft reeds een overweldigende indruk. Zo dringt
de vraag: waarom zou zo'n boek nog dikker moeten zijn? Op dat punt ben ik nog enige uitleg verschuldigd.
Beschamend stilzwijgen
Tijdens de presentatie van het boek in de Rode Hoed in Amsterdam werden enkele exemplaren aangeboden aan vertegenwoordigers uit de kerk
en de politiek. De auteur kreeg zo de mogelijkheid erop aan te dringen iets te doen met het verpletterende relaas van zijn bevindingen.
Op dit punt is bij mij daarom van lieverlee de vraag gerezen: Zou het niet goed geweest zijn als er aan het toch al volumineuze boek
twee hoofdstukken waren toegevoegd over enerzijds de respons vanuit de kerk en anderzijds de reactie vanuit de politiek op deze
zorgwekkende ontwikkelingen in het Midden Oosten? Nu is het beperkt gebleven tot de constatering helemaal aan het eind van het boek:
Niet alleen kerkelijke leiders, maar ook politieke leiders hebben nogal eens de gewoonte om joodvijandige taal te bagatelliseren (pagina
1009). Zou het niet goed geweest zijn als daarvan een aantal voorbeelden gegeven waren? Of werkt dat contraproductief?
Wat was trouwens het protest vanuit de kerk op de uitingen van antisemitisme? Hans Jansen stelde tijdens de bijeenkomst in Amsterdam de
retorische vraag, die ook in het boek staat: Hebt u gehoord dat de Verenigde Naties, de geestelijke leiders van de islam, de geestelijke
leiders van de rooms katholieke kerk of van de Protestantse kerken ( ... ) tegen de zelfmoordoperaties in straten, bussen en winkels in
Israël protest hebben aangetekend? Ik heb het niet gehoord (pagina 1011). Waarom niet? Is het onverschilligheid? Of wordt er uit
bangigheid gezwegen. Angst is een slechte raadgeefster. Je wenst de synode van de Protestantse Kerk in Nederland betere adviseurs toe!
Islamofobie
Als de leidinggevenden van onze kerk zich aangevallen voelen op het punt van een angstvallig zwijgen betreffende de terroristische
aanslagen, wijzen ze erop dat de kerk gesproken heeft! In de kerkorde staat immers dat we onopgeefbaar verbonden zijn met Israël. Ja,
als ik even in de rede mag vallen in de kerkorde staat: met het volk Israël. Er wordt niet expliciet gesproken over loyaliteit ten
aanzien van de staat Israël.
Na lezing van het boek van Hans Jansen werd het me duidelijk dat er een onthutsende parallel bestaat tussen het denken van moslims en
christenen. Eeuwenlang hebben Joden ongestoord kunnen leven als tweederangsburgers (dhimmi's) in de islamitische samenleving. Het is als
een provocatie ervaren dat de verachtelijke, machteloze Jood opeens als zionist militaire overwinningen behaalde. Volgens de koran is
hun bestemming te leven in vernedering en ellende. In de christelijke samenleving was de idee dat de rol van het Joodse volk voorgoed
was uitgespeeld. Sinds de oprichting van de staat Israël is evenwel de bezinning op gang gekomen. De Eeuwige heeft onmiskenbaar een
plan met zijn volk! Aanvankelijk werd erg positief gesproken over Israël als volk, land en staat. Inmiddels is helaas veel daarvan weer
ingeslikt. Met bewogenheid kijken we naar de zwervende Jood, maar wordt het hem werkelijk gegund dat hij eindelijk thuiskomt? Erkennen
we als kerk ten principale het recht van Israël op een eigen staat?
Hoe bestaat het dat tijdens de presentatie van het boek van Hans Jansen de één de ander beschuldigde van islamofobie? Zo iets is toch
een gotspe. Moet je net in verband met de komst van Hirshi Ali door een detectiepoortje de Rode Hoed zijn binnengekomen! Terecht werd
van Joodse zijde met deze schandelijke voorstelling van zaken de vloer aangeveegd. Alsof er geen reële dreiging is van de islam!
Waarom toch dat oorverdovend stilzwijgen? Is het onwetendheid? Gelukkig is daar wat aan te doen. Ik zou willen pleiten voor tucht in de
kerk. Wie onzin uitkraamt, moet voor 'straf' het boek van Hans Jansen lezen. Of is het meer onverschilligheid? Ach, die Ahmedinejad zou
maar wat roepen, als hij bralt dat Israël van de kaart geveegd moet worden. Denk even terug aan Hitler, die ooit proclameerde dat hij
het Joodse volk zou uitroeien. De beschaafde wereld van het Westen luisterde naar zijn uitlatingen met onverschilligheid. De Holocaust
volgde. Moet de geschiedenis zich herhalen?
2. Liberalis - mei 2006 - www.liberales.be/boeken/jansen
Van jodenhaat naar zelfmoordterrorisme
Boekrecensie door Drs. M. van Campen
Jodenhaat is
een eeuwenoud fenomeen. Het dateert al van in de Oudheid, kwam voor bij Egyptenaren en Assyriërs en was niet het product van één
bepaalde godsdienst. Het werd ook dikwijls beschreven, onder andere door Jacqueline C. van Andel, Konrad Kwiet, Martin Gilbert en ook
door Hans Jansen zelf in zijn vorig boek Christelijke theologie na Auschwitz. Theologische en kerkelijke wortels van het antisemitisme.
In deze nieuwe, zeer uitgebreide studie focust Hans Jansen chronologisch op de laatste eeuw en geografisch op het Midden-Oosten.
De auteur schetst eerst het ontstaan van de staat Israël en de Arabische vernietigingsoorlogen van 1948, 1967 en 1973. Opmerkelijk is
wel dat hij de Sinaï-veldtocht van 1956 gewoon weglaat. Blijkbaar past die niet in het schema van Arabische vernietigingsoorlogen, want
hier vielen Israël, Engeland en Frankrijk Egypte aan, omdat Nasser het Suezkanaal genationaliseerd had. Bij het conflict van 1948
bespreekt hij het probleem van de 670.000 Palestijnen die gevlucht zijn uit de nieuwe staat Israël, maar hij vermeldt terecht dat er
ook 800.000 joden uit de Arabische landen op de vlucht sloegen, van wie er 580.000 naar Israël kwamen. Dit feit lees je dan bij andere
schrijvers bijna niet.
Het anti-Israëlische PLO-handvest van 1968 krijgen we van artikel 1 tot artikel 33. We verkiezen een volledige bron boven een halve.
Bij de aanvallen van Egypte en Syrië op 6 oktober 1973 stelt Hans Jansen zich nergens de vraag of de Israëlische soldaten, die de
wacht hielden aan het Suezkanaal en op de Golanhoogte, niet zagen dat de vijand oprukte en dat Egypte een brug bouwde over het kanaal.
De 16 kaarten uit de atlas van Martin Gilbert zijn welgekomen. Zij illustreren het conflict en vermelden ook de wandaden van joodse
terroristen in 1946/1948. Hier staat de veldtocht van 1956 tot Suez en Akaba gelukkig wel bij. Dat geldt ook voor de veroverde gebieden
van 1967. Daarna volgt een verpletterende, bijna eindeloze hoeveelheid documenten uit heel de Arabische wereld, die iedere lezer zullen
overtuigen dat de islamitische politieke en geestelijke leiders gedurende heel de twintigste eeuw anti-joods en anti-Israël waren.
Lees verder...
1. Reformatorisch Dagblad - 15 februari 2006 - www.refdag.nl
De wortels van het antisemitisme
Hans Jansen houdt het christelijke Westen opnieuw een spiegel voor
Boekrecensie door Drs. M. van Campen
„Weg met
Amerika! Weg met Israël.” Massaal klonken deze leuzen uit de mond van demonstrerende moslims in de Afghaanse hoofdstad Kabul. Fel
protesteerden ze, net als duizenden van hun geloofsgenoten op tal van andere plaatsen in de wereld, tegen de geruchtmakende Deense
cartoons van de profeet Mohammed. Aan een jonge vrouw werd gevraagd waarom ze zo furieus was. Het antwoord luidde: „De zionisten en
Europa kunnen ons het geloof niet afnemen.”
Een onbevangen buitenstaander vraagt zich in gemoede af wat Israël en het zionisme met de rel rond de Deense spotprenten te maken
hebben. Het antwoord op die vraag is te vinden in het nieuwste, vuistdikke boek van dr. Hans Jansen, hoogleraar aan het Simon
Wiesenthalinstituut in Brussel. Alle kwaad in de westerse wereld is voor sommige moslims terug te voeren op de Joden en hun decadente,
ongelovige handlangers, zo valt in deze publicatie te lezen.
Jodenhaat blijkt Arabische kinderen met de paplepel te worden ingegoten. In landen rond de staat Israël en met name in de Palestijnse
gebieden zijn de schoolboeken doordrenkt met anti-Joodse propaganda en worden kinderen aangezet tot haat tegen de ”zionistische
entiteit”. Voor pertinente leugens en verdraaiing van de waarheid deinzen de schrijvers van dergelijke boeken niet terug. Op
landkaarten komt de staat Israël eenvoudigweg niet voor. Het hele gebied van de Middellandse Zee tot aan de oever van de Jordaan en van
Dan tot Berseba wordt zonder scrupules gerekend tot het land Palestina, met natuurlijk Jeruzalem als hoofdstad.
Het lesmateriaal schildert karikaturen van de Joden. Slag op slag vernemen de Palestijnse leerlingen dat Joden een slecht, onbetrouwbaar
volk zijn en dat Israël ten diepste geen recht van bestaan heeft. Het land is het wettige en exclusieve eigendom van de Palestijnen,
die er de eeuwen door gewoond hebben, terwijl het Joodse volk er slechts een beperkte tijd heeft vertoefd. God kon met deze rebelse
mensen niets beginnen en heeft hen voor straf binnen de kortste keren het land weer uitgezet.
Dure plicht
Met dit soort geschiedvervalsing wordt de Palestijnse jeugd al op heel jonge leertijd geconfronteerd en gedurende hun hele
schoolperiode worden dergelijke beweringen herhaald. Bovendien krijgen zij van meet af aan ingeprent dat het hun dure plicht is de Joden
te verdrijven van het heilige islamitische land. Ze doen daarmee een goede daad en zullen er rijkelijk voor beloond worden in het
paradijs dat de martelaars te wachten staat. De jihad tegen de Joden wordt verheerlijkt en de overwinning van de moslims op Israël
wordt de schoolkinderen als het ultieme doel van hun leven voorgesteld. Wie van deze leerboeken kennisneemt, verbaast zich een stuk
minder over de wijdverbreide en diepgewortelde Jodenhaat die moslimjongeren aan de dag leggen.
Een van de schokkendste leeservaringen in het boek van Jansen was voor mij de spiegel die hij het Westen steeds weer voorhoudt. Veel van
het anti-Joodse propagandamateriaal in de huidige Arabische wereld blijkt namelijk te zijn overgenomen van het Europese antisemitisme.
Een stroom van anti-Joodse literatuur uit het Westen heeft in de afgelopen vijftig jaar zijn weg gevonden naar de Arabische wereld. De
wijze waarop de Joden daar thans gediaboliseerd worden, kon door de geestelijke leiders worden ontleend aan Europese (christelijke)
geschriften.
De Joden worden in toenemende mate gezien als de handlangers van satan, die het gemunt heeft op de islam. Het meest antisemitische
document dat in Europa werd geproduceerd -”Protocollen van de wijzen van Zion”- duikt steeds weer op in de Arabische
antizionistische propaganda. Etiketten als ”Godsmoordenaar” en ”Christusdoder”, door de middeleeuwse kerk in haar officiële
documenten gehanteerd, zijn met regelmaat te lezen in Arabische kranten en boeken. Wie als christen deze ontleningen op zich laat
inwerken, schaamt zich des temeer voor het diepdonkere spoor dat de Jodenhaat in ons christelijke continent heeft getrokken. Kennelijk
kost het de Arabische wereld weinig moeite om in het Westen de taal te vinden waarmee zij het Joodse volk kan belasteren en
diskwalificeren.
Hoofd afgewend
Juist dit feit maakt het des te pijnlijker te vernemen hoe de Europese Unie reageert op de ontwikkelingen die zich in het
Midden-Oosten afspelen. Men zou verwachten dat het historisch besef de politici alert zou doen zijn voor oplaaiende Jodenhaat en dat zij
die te vuur en te zwaard zouden bestrijden. De snoeiharde gegevens die Jansen op tafel heeft gelegd, bewijzen het tegendeel. Eerder is
men geneigd het hoofd af te wenden en verontrustende berichten te negeren. Bepaald onthutsend vond ik de pertinente onwil van de
Europese commissaris om serieus onderzoek te doen naar de besteding van Europese miljoenen voor Palestijnse terroristische activiteiten.
Ondanks toenemende signalen dat aanslagen worden gefinancierd uit het Europese ’steunpotje’ wil de Europese Unie niet weten van
controle. Naar schatting is zo’n 20 procent van de Europese hulpgelden door de Palestijnse Autoriteit misbruikt. Individuele
europarlementariërs die wel de onderste steen boven wilden krijgen, werden eenvoudig monddood gemaakt.
Behalve politici vertonen ook veel Europese media in dit opzicht een blinde vlek. Het boek van Jansen toont onweerlegbaar aan hoe
eenzijdig, onvolledig en tendentieus de berichtgeving in veel berichten en documentaires over het Midden-Oosten is.
Ware aard
De aardverschuiving die de onlangs gehouden verkiezingen in de Palestijnse gebieden teweeg hebben gebracht, ligt nog vers in ons
geheugen. Op overweldigende wijze heeft de Hamasbeweging zich versterkt. Daarmee heeft een organisatie die in het Westen als
terroristisch te boek staat zich aangediend als potentiële regeringspartij. Wie zich op de hoogte wil stellen van de achtergronden en
drijfveren van deze groepering, kan in het boek van Jansen prima terecht. Achter de sympathieke programma’s voor onderwijs en
ontwikkeling, achter de prijzenswaardige bestrijding van corruptie verschuilt zich een massieve en meedogenloze ideologie.
Een verabsolutering van de islam, althans van een bepaalde visie op deze religie, gaat hand in hand met
de onverzettelijke wil het Joodse volk de zee in te drijven. De vernietiging van de staat Israël staat boven aan de -niet eens
verborgen- agenda. Dat belooft niet veel goeds voor de toekomstige politiek van de Palestijnse Autoriteit. Wellicht zal Hamas in eerste
instantie een gematigde toon aanslaan, al was het alleen maar om de Europese euro’s en de Amerikaanse dollars niet te verspelen. Maar
wie kan nog vertrouwen hebben in een groepering die zo veel bloed aan de handen heeft en in haar wezen zo uitgesproken anti-Joods is?
Dat Hamas werkelijk haar ideologische veren zal willen verliezen, kan geen weldenkend mens zomaar geloven.
Kerkvaders aangeklaagd
Het is niet de eerste keer dat Jansen een boek publiceert dat veel stof doet opwaaien. Zijn boek ”Christelijke theologie na
Auschwitz” uit 1981 bracht grote beroering teweeg in de christelijke wereld. Met de stukken toonde hij toen aan dat kerk en theologie
gedurende eeuwen een voedingsbodem voor Jodenhaat hadden gecreëerd. Kerkvaders en hervormers werden in het beklaagdenbankje gezet
vanwege anti-Joodse uitspraken en attitudes.
De eerste maanden na de publicatie van dit werk kreeg Jansen niets dan lof toegezwaaid. Na verloop van tijd kwam er ook kritiek. Hij zou
de historische context waarin deze uitlatingen gedaan zijn te weinig hebben verdisconteerd. Ook zou hij onvoldoende hebben gewogen dat
veel negatieve opmerkingen een theologische lading hadden en niet tegen de Joden als mens waren bedoeld. Bovendien ging hij te ver door
de Jodenhaat reeds bij de schrijvers van het Nieuwe Testament aan te wijzen. Iemand sprak van een verpletterende boetepreek, waarin de
nuances te zeer ontbraken. Ongetwijfeld zat in die kritiek een kern van waarheid.
Ook op de jongste publicatie van de Brusselse hoogleraar zal wel het een en ander worden afgedongen. Is het billijk om de islamitische
Jodenhaat uitsluitend op rekening van het Westen te schrijven? Of zitten er ook in de islam zelf elementen die antisemitisme bevorderen?
Heeft de auteur wel genoeg oog voor het gegeven dat opruiende en kwaadaardige retoriek in de Arabische wereld gebruikelijk is? Het feit
dat daarbij soms de vreselijkste dingen worden gezegd, moet niet al te serieus worden genomen, zullen sommigen inbrengen.
En gaat Jansen niet te veel voorbij aan de omstandigheid dat Israël mede debet is aan de ellendige situatie waarin de Palestijnen
verkeren en daarmee zelf olie op het vuur van de Jodenhaat gooit? Had hij niet meer met twee woorden moeten spreken en bijvoorbeeld de
gevolgen van het Israëlische nederzettingenbeleid in rekening moeten brengen? Scheert hij alle moslims ook niet te veel over één kam?
zullen anderen te berde brengen. Had hij militante en vreedzame aanhangers van deze religie niet meer moeten onderscheiden van elkaar?
Heeft hij met dit boek niet onnodig de ”islamofobie” aangewakkerd?
Weinig illusies
Het staat ieder vrij om de analyse en de conclusies van Jansen ter discussie te stellen of te corrigeren. Alleen zal één ding
hopelijk niet gebeuren. Laat niemand -met welke redenering dan ook- proberen de boodschap van deze publicatie te ontkrachten of te
relativeren. Daarvoor zijn de feiten die de auteur aandraagt te schokkend en de situatie waarin we ons bevinden te ernstig. Het wordt de
hoogste tijd dat het Westen wakker wordt en deze nieuwe vorm van antisemitisme ontmaskert en bestrijdt. Wie dit boek gelezen heeft,
houdt zijn hart vast voor wat het Joodse volk in de toekomst nog te wachten staat.
Veel illusies hoeven wij wat dat betreft niet te koesteren. Meer dan ooit zal de christelijke solidariteit met Israël op de proef
worden gesteld. Maar laten we ons ook niet vergissen ten aanzien van onze eigen positie als kerk. Deze vorm van islamitisch
fundamentalisme -waarvoor gelukkig lang niet alle moslims tekenen- vormt niet alleen een ernstige bedreiging voor de Joodse staat en het
Joodse volk overal ter wereld. Ook het christendom heeft van deze fanatieke aanhangers van de islam weinig goeds te verwachten. |