www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
4 RECENSIES
In alle
redelijkheid
Christelijk geloof voor welwillende sceptici
Tim Keller
Uitgeverij Van Wijnen, Franeker 2008
isbn 9789051943382
318 pag., € 19,95.
Traditioneel staan de bestsellerslijsten vol met boeken van twijfelaars. Maar wat gebeurt er als je gaat twijfelen aan je twijfels?
Jarenlang heeft Tim Keller een lijstje bijgehouden met meest geuite ‘twijfels’ die skeptici meebrachten naar zijn Manhattan Church
in New York. En in dit boek, In alle redelijkheid, ontmantelt hij ze een voor een. Waarom is er lijden in de wereld? Hoe kan een
liefhebbende God mensen naar de hel sturen? Waarom zou het christendom de waarheid in pacht hebben? Waarom worden er in de naam van God
zoveel oorlogen gevoerd? Dit zijn een paar vragen waar zelfs orthodoxe gelovigen vandaag de dag mee worstelen.
In dit boek gebruikt Tim Keller voorbeelden uit de literatuur, filosofie en zelfs popcultuur om uit te leggen dat geloven in een
christelijke God een rationele religie is van intellectueel integere mensen. Boeiend en overtuigend geschreven. Tim Keller is stichter
en predikant van de Redeemer Presbyterian Church in New York City. Hij begon de gemeente met enkele tientallen, nu komen wekelijks meer
dan 5000 mensen naar de samenkomsten. In CV Koers verschijnt elke maand een bijbelstudie van zijn hand.
26-1-2009 FrD - Leeswijzer
bij boek Tim Keller verschenen...
4. Ellips – september 2010
In alle redelijkheid
Christelijk geloof voor welwillende sceptici
Tim Keller
uitg. Van Wijnen, Franeker, 2009
negende druk, 304 blz.; prijs € 19,95)
De vrijgevige God [ Meer
recensies... ]
Recht naar het hart van het christelijk geloof
Tim Keller
uitg. Van Wijnen, Franeker, 2009
110 blz.; prijs € 12,95
Tim Keller, een apologeet die hart en verstand raakt
Recensie door Dr. Klaas van der Zwaag
Wie zal het winnen: het christendom of het scepticisme? Tim Keller, voorganger van de Redetimer Presbyterian Church in New York
(Manhattan), zegt: beide. 'We zijn aangekomen op een cultureel moment waarop zowel sceptici als gelovigen het gevoel hebben dat hun
bestaan bedreigd wordt, doordat zowel seculier scepticisme als religieuze geloofsovertuigingen aanzienlijk aan kracht winnen.'
De traditionele kerken verliezen in rap tempo hun leden. Mensen kiezen of voor niet-institutionele vormen van geloof, of voor orthodoxe
religieuze groeperingen die van hun leden verwachten dat zij een 'bekeringservaring' hebben. 'Dit is de reden waarom de bevolking
paradoxaal genoeg zowel meer als minder religieus wordt.'
Het wonder van de gemeente van Keller in Manhattan is inmiddels bekend. Keller (1950) kwam in 1989 naar New York met als opdracht van
zijn presbyteriaanse kerk om te zoeken naar mogelijkheden van gemeentestichting. Hij kwam wekelijks bijeen met vijftien mensen in een
gebedsgroep. In tien jaar tijd groeide dit groepje uit tot een gemeente van zesduizend leden, die vijf keer per zondag in drie gebouwen
bijeenkomt. De Redeemerkerk is een presbyteriaanse, calvinistische kerk in hartje Manhattan en bestaat vooral uit vooral jonge singles
en intellectuelen. De gemeente is bijbels-orthodox in doctrine en prediking, staat tegelijkertijd eigentijds in het leven en is sterk
sociaal gericht. Inmiddels is het gemeenteconcept geïntroduceerd ook in andere wereldsteden, waaronder Amsterdam en Rotterdam.
In alle redelijkheid
Keller stelt in zijn boek In alle redelijkheid vast dat er een krachtige religieuze en zelfs
orthodoxe herleving gaande is onder jongeren, terwijl ouderen doorgaans het seculiere denken aanhangen. 'Het christendom dat groeit, is
in de meeste gevallen niet de geseculariseerde, uitgedunde versie van het christendom die de sociologen hadden voorspeld. In plaats
daarvan is er sprake van een robuust supernaturalistisch geloof. Men gelooft in wonderen, het gezag van de Schrift en in persoonlijke
bekering'
Vormen van twijfel
Het boek In alle redelijkheid is eveneens een successtory. Het boek stond vorig jaar acht weken op de bestsellerlijst van The New
York Times en beleefde in Nederland zijn vijfde druk. Keller stelt in dit boek dat gelovigen en sceptici op een radicale manier naar
twijfel moeten kijken. Gelovigen moeten erkennen dat ze twijfels hebben, sceptici moeten op zoek gaan naar het geloof dat schuilgaat
achter hun denken. Je kunt het christendom volgens hem alleen terecht en eerlijk in twijfel trekken als je antwoord geeft op de vraag
waarom jouw overtuiging dan wel waar is.
In plaats van vage dialoog of afkeuring over en weer komen gelovigen en niet-gelovigen daarmee tot het niveau van meningsverschil in
plaats van verachting. Er zijn verschillende vormen van twijfel, stelt Keller. Hij noemt een aantal, zoals de vraag of er maar één
ware godsdienst is, hoe het zit met het lijden van de wereld, het bestaan van de helen een God van liefde, de kritische houding van de
wetenschap tegenover het christendom en het al dan niet letterlijke karakter van de Bijbel.
Keller speelt de bal vaak terug naar de critici. Hoe kun je, zo argumenteert hij, bijvoorbeeld weten dat geen enkele godsdienst de hele
waarheid kan zien tenzij
je zelf de superieure alomvattende kennis hebt? 'We zijn allemaal exclusivisten in onze godsdienstige overtuigingen. We zijn dat alleen
op verschillende manieren' Het is volgens Keller onmogelijk om je overtuigingen en diepste waarden thuis te laten als je je in het
publieke domein begeeft. Is het christendom intolerant, wreed, oorlogszuchtig? Volgens Keller beschikken christenen in hun
geloofssysteem juist over het sterkst mogelijke middel om opofferend te dienen, ruimhartig te zijn en vrede te stichten. In het hart van
hun werkelijkheidsbeschouwing staat namelijk een Man die voor zijn vijanden stierf en bad dat hun vergeven zou worden.
Lijden, ellende en onrecht zijn voor alle mensen een probleem, stelt Keller. Het christendom weet niet alleen dat God met ons is, maar
ook dat ons lijden nooit tevergeefs is. Het omhelzen van de christelijke leer over de vleeswording van God en het kruis biedt diepe
troost in situaties van lijden. Bevordert de kerk onrecht in de wereld? Kenmerkend voor Jezus en de oudtestamentische profeten is hun
kritiek op moralistische godsdienst, die altijd gekenmerkt wordt door ongevoeligheid voor sociale ongerechtigheid.
Nog een tegenzet van Keller: als je zegt dat alle waarheidsaanspraken machtsspelletjes zijn, geldt dat ook voor je eigen bewering. In
tegenstelling tot de gangbare opinie is het christendom juist geen westerse godsdienst die lokale culturen vernietigt. Het heeft juist
veel meer en uiteenlopender culturele vormen aangenomen dan andere godsdiensten.
Een ander punt van kritiek: het christendom zou de menselijke vrijheid vernietigen. Vanwege de verabsolutering van de eigen vrijheid
heeft men moeite met het bestaan van de hel en een God die (ver)oordeelt. Gods toorn is echter de keerzijde van zijn (verworpen) liefde,
zo betoogt Keller. Vrijheid is niet zozeer afwezigheid van beperkingen, maar het vinden van de juiste, bevrijdende beperkingen. Liefde
is het meest bevrijdende vrijheidsverlies. 'Om de vreugde en de vrijheid van de liefde te ervaren moet je je persoonlijke autonomie
opgeven.'
Keller ontkent de vaak als noodzakelijk geponeerde breuk tussen wetenschap en geloof (contra Richard Dawkins en anderen). Hij vindt dat
degenen die het christendom als geheel overwegen zich niet moeten afleiden door wat hij noemt een ‘intern debat' over Gn1. Zijn mening
is dat God een bepaald proces van natuurlijke selectie heeft geleid, maar tegelijk verwerpt hij het idee van de evolutie als
'Alomvattende Theorie'. Hij onderstreept de historiciteit en betrouwbaarheid van de Evangeliën. Hoe had anders het nieuwe geloof van
Jezus zich zo explosief kunnen verspreiden?
De kern van het christendom bestaat volgens Keller uit drie basisovertuigingen: de drie-ene God heeft de wereld geschapen, de mensheid
is gevallen tot zonde en kwaad en de mensheid wordt hersteld in Jezus Christus. Christenen vinden dat deze visie op de werkelijkheid de
wereld het beste beschrijft, verklaart en zin geeft. Een seculier perspectief is volgens Keller niet in staat om zoveel samenhang te
geven. Als er geen God bestaat, is het ook niet mogelijk om tussen moreel en immoreel te onderscheiden.
Keller poneert duidelijk de werkelijkheid van de zonde en haar sociale en kosmische gevolgen. Tegenover de zonde staat de genade. 'Het
christelijk Evangelie is dat ik zo slecht ben dat Jezus voor mij moest sterven, maar dat ik tegelijkertijd zo geliefd en waardevol ben
dat Jezus graag voor mij stierf.' Genade is alleen een bedreiging als we de illusie hebben dat we vrije, autonome mensen zijn. De enige
manier om het kwaad te overwinnen is de vergeving. De God van de Bijbel is niet uit om zijn wraak te stillen, maar offert zijn eigen
leven op om morele gerechtigheid en genadige liefde te leren. De vergeving van God is de diepste grond en bron voor de menselijke
vergeving. De aanwezigheid van het Kruis betekent dat de wereldlijke verheerlijking van macht, kracht en status aan de schandpaal is
genageld en verslagen.
Keller eindigt zijn boek In alle redelijkheid met de wereldhistorische betekenis van de opstanding. De diepste werkelijkheid is een
gemeenschap van personen die elkaar kennen en liefhebben. Mensen zijn geschapen om te delen in Gods liefde en vreugde, om bevrijd te
worden uit zelfgerichtheid en angst. God is niet alleen onze Schepper, maar is ook onze Redder, maar dat betekent wel dat wij 'onze
fundamentele loyaliteit omzetten naar Jezus'. Het eerste wat de mens moet doen is zich bekeren, erkennen dat zijn voornaamste zonde zijn
eigen zelfbehoudproject is. Geloof richt zich op Christus, waarbij het niet de kracht van het geloof is dat redt, maar het object van
het geloof.
Keller erkent dat de grootste problemen die mensen met het christendom hebben veel meer te maken hebben met de kerk dan met Jezus. Zij
hebben te veel slechte ervaringen met de kerk. Ja, kerkgangers zijn volgens hem over het algemeen in moreel en psychologisch opzicht
zwakker dan mensen die niet naar de kerk gaan. Maar er is zeker geen alternatief van geloof buiten de gemeente. Keller leert in alles de
prioriteit van de genade. God roept ons op tot zoeken en kloppen, en dan zien mensen die een relatie met God zijn aangegaan terugkijkend
dat het Gods genade was die hen heeft gezocht.
De vrijgevige God
Een even intrigerend boek van Keller is De vrijgevige God: Recht naar het hart van het
christelijk geloof. Centraal staat hier de gelijkenis van de verloren zoon in het Evangelie. Eigenlijk moet de gelijkenis als titel
hebben: de twee verloren zonen. De beide zonen staan namelijk voor twee manieren om van God vervreemd te raken én voor twee manieren om
toegang te zoeken tot het koninkrijk der hemelen. De evangelist Lucas onderscheidt twee groepen mensen: de zondaars en tollenaars aan de
ene kant en de Farizeeën en schriftgeleerden aan de andere kant. De eerste leidden een losbandig leven, hielden zich niet aan de Bijbel
en de Joodse leefregels, de tweede groep vertegenwoordigde de traditionele moraal. De doelgroep van de gelijkenis wordt volgens Keller
niet gevormd door 'dwalende zondaars', maar door gelovige mensen die alles doen om de Bijbel te volgen. Jezus richt zich niet tot morele
outsiders als wel tot morele insiders. Jezus' boodschap is dat zowel religieuze als onreligeuze mensen geestelijk verloren zijn.
Onthullend is zowel het egocentrisme van de jongste zoon als het moralisme van de oudste zoon.
Onreligieuze mensen werden steevast aangetrokken door Jezus' onderwijs, terwijl de bijbelgelovige, religieuze mensen van die dagen zich
eraan stoorden. Dat geldt ook voor vandaag: losbandige en vrijgevochten, marginale typen vermijden de kerk, terwijl veelal
conservatieve, moralistische mensen de kerkbanken bezetten. Keller: 'Als onze kerken geen jongste zonen aanspreken, dan moeten er in de
kerken meer oudste zonen zitten dan we willen weten.'
Jezus gebruikt de twee zonen als illustratie van de twee hoofdwegen waarlangs mensen geluk en vervulling najagen: de weg van moreel
conformisme en de weg van zelfontdekking. En de onthullende afloop is: de slechte zoon, die liederlijk leefde, gaat naar het feest
waartoe zijn vader hem uitnodigde, maar de goede zoon wil niet. 'De hoerenloper wordt gered, maar de man van morele onberispelijkheid is
nog steeds verloren.'
Keller peilt de werkelijkheid van de zonde diep. De definitie van zonde is voor velen: het breken van een aantal regels. Zonde is echter
volgens Keller jezelf in de plaats van God stellen als Verlosser, Heer en Rechter. Hij ontmaskert op scherpe wijze het radicale egoïsme
van het menselijk hart, ook in de kerken. Hij wijst op het feit dat veel kerken geteisterd worden door roddel en twist. Veel morele
mensen lijken een kuis leven te leiden, maar vervallen plotseling tot de schandaligste zonde. 'Achter de schijn van onbaatzuchtigheid
heerst groot egoisme.'
Keller houdt ons in dit boek een indringende spiegel voor als het gaat om het leven uit de bron. Leven wij werkelijk uit de kracht van
Gods liefde? Hij beschrijft een christentype waarin Gods liefde abstract is en weinig kracht vertoont. De mens probeert het knagende
gevoel van zijn geweten door berouw te verhelpen, maar hij weet nooit of dit diep genoeg is. Het duidelijkste symptoom van gebrek aan
zekerheid is een dor gebedsleven. Hoe dieper echter de liefdesrelatie, des te meer persoonlijke lofprijzing. Jezus ontmaskert het type
van de oudste zoon omdat deze zo gevaarlijk is. De jongste zoon wist dat hij van de vader vervreemd was, maar de oudste wist dat niet.
En dat is fataal, omdat oudste zonen nooit om vergeving smeken!
De stem van Keller is de moeite waard om gehoord te worden. De kracht van Keller is dat hij niet apologetiek bedrijft vanuit een ivoren
toren. Hij beargumenteert het christendom op een wijze die recht doet aan serieuze kritiek van niet-christenen en is tegelijkertijd ook
kritisch naar eigen kring. Ook christenen moeten hun eigen fundament beproeven. Echte kritiek kan immers tegen een stootje. Ook houdt
hij ons scherp het oudstezoon-type van de moralistische kerkganger voor die uit gewoonte mee hobbelt, maar in wie de kracht van de
liefde verdwenen is. Des te gevaarlijker omdat de nood en het gebrek niet gezien worden! Het mes van Keller snijdt aan twee kanten. En
daarmee weerspiegelt het de Bijbel zelf, die van zichzelf getuigt dat het scherper is dan enig tweesnijdend scherp zwaard.
3. De Band -
1 november 2009 - www.filadelfia-zending.nl
Traditioneel staan de bestsellerslijsten vol met boeken van welwillende twijfelaars. Maar wat gebeurt er
als je gaat twijfelen aan je twijfels? Inderdaad verschijnen er de laatste tijd heel wat boeken van mensen die schrijven over hun
worstelingen met (schijnbare?) tegenstellingen in de Bijbel en de, zo lijkt het, onverenigbare kloof tussen wat we altijd geleerd hebben
over de Bijbel en de bevindingen van de wetenschap. Televisieprogramma's, preken en tijdschriften doen er nog een schepje bovenop en de
lezer/luisteraar, al dan niet opgevoed met het geloof ziet door de bomen het bos niet meer.
Jarenlang heeft Tim Keller een lijstje bijgehouden met meest geuite 'twijfels' die sceptici meebrachten naar zijn Manhattan Church in
New York. En in dit boek, In alle redeliikheid, ontmantelt hij ze één voor één.
- Waarom is er lijden in de wereld?
- Hoe kan een liefhebbende God mensen naar de hel sturen?
- Waarom zou het christendom de waarheid in pacht hebben?
- Waarom worden er in de naam van God zoveel oorlogen gevoerd?
Dit zijn een paar vragen waar zelfs orthodoxe gelovigen vandaag de dag mee worstelen.
In dit boek gebruikt Tim Keller voorbeelden uit de literatuur, filosofie en zelfs popcultuur om uit te leggen dat geloven in een
christelijke God een rationele religie is van intellectueel integere mensen.
Boeiend en overtuigend geschreven. Een boek dat ook op de bestsellerslijsten is terecht gekomen. Ik heb het met genoegen gelezen en ik
denk dat het bijdraagt aan een stevige basis voor je geloof dat niet afhangt van bewijzen, maar er wel door gesteund wordt.
2. Reformatorisch Dagblad - 25 september 2008 - www.refdag.nl
Antwoord aan een scepticus
Boekrecensie door J. M. Stolk
Jarenlang hield Tim Keller, predikant van de Redeemer Presbyterian Church in New York, een lijstje bij met de meest geuite twijfels over
het christelijk geloof. Hoe kan een goede God lijden toestaan en mensen naar de hel sturen? Het kan toch niet zo zijn dat er maar één
ware godsdienst is? En kun je de Bijbel wel letterlijk nemen?
In ”The Reason for God” gaat Keller in op vragen en twijfels van ongelovigen. Het boek kwam in februari uit en stond lange tijd in
de top tien van The New York Times. Deze week verschijnt de Nederlandse vertaling: ”In alle redelijkheid. Christelijk geloof voor
welwillende sceptici”.
In de eerste helft van het boek bespreekt Keller zeven van de meest voorkomende bezwaren tegen het christelijk geloof. Bij ieder bezwaar
wijst hij de geloofsopvattingen aan waarop de tegenwerping gebaseerd is. In de tweede helft van het boek onderzoekt hij zeven redenen om
wél geloof te hechten aan de claims van het christendom.
„Het christelijk geloof is niet onredelijk”, zegt Keller. „Ik gebruik het woord redelijkheid om mensen die zeggen dat sceptici
rationeel zijn en christenen niet, op andere gedachten te brengen.”
Wat wilt u dan met dit boek bereiken?
„Het is vooral bedoeld om niet-gelovigen te helpen een stap in de richting van het christelijk geloof te zetten. Christenen kunnen
er bovendien van leren hun eigen overtuiging beter te begrijpen. In die volgorde.”
Wat is de kern van uw boodschap?
„Alle twijfels over het christelijk geloof zijn ook een vorm van geloof. Je kunt het christelijk geloof wel in twijfel trekken,
maar je moet dan wel inzien dat alle mensen uitgaan van een aantal alternatieve veronderstellingen over de werkelijkheid. Ook die kunnen
niet bewezen worden. Op het moment dat je inziet dat jouw opvattingen ook grote ”geloofssprongen” zijn, lijken de twijfels over het
christendom ook niet zo geweldig groot of onoverkomelijk meer.”
U zegt het niet moeilijk te vinden om te weerleggen dat er geen God is of dat alle godsdiensten gelijk zijn.
„Het argument dat alle godsdiensten in wezen hetzelfde zeggen, is gewoon niet sterk. In het eerste hoofdstuk van mijn boek maak ik
duidelijk dat wanneer je een algemene uitspraak doet (dat niemand de enige ware godsdienst heeft bijvoorbeeld), je eigenlijk een heel
bijzondere zienswijze hebt. Dan zet je jouw visie boven die van de zogenoemde exclusivisten en daarmee doe je precies wat je anderen
verbiedt. Elke claim, zelfs de claim ”er is geen waarheid”, is onvermijdelijk exclusivistisch.”
Welke bezwaar tegen het christendom was voor u het moeilijkst te weerleggen?
„Twijfel aan het bestaan van God vanwege het kwaad en het lijden in de wereld. Ik heb geprobeerd te laten zien dat als je géén
goede reden kunt bedenken waarom God iets laat gebeuren, dit nog niet betekent dat er geen goede reden kan zijn. Kwaad en lijden zouden
trouwens ook een bewijs vóór God kunnen zijn. Op welke basis oordeelt een atheïst dat de natuurlijke wereld oneerlijk en
onrechtvaardig is?
Degene die niet in God gelooft, zo schrijf ik in mijn boek, heeft geen goede basis om woedend te zijn over onrecht dat, zoals C. S.
Lewis zegt, de voornaamste reden was om tegen God bezwaar aan te tekenen. Als je overtuigd bent van het onrecht en het kwaad in deze
natuurlijke wereld, veronderstel je het bestaan van een buiten- of bovennatuurlijke standaard aan de hand waarvan jij je oordeel velt.”
”Onversneden christendom” van C. S. Lewis is volgens u niet altijd even toegankelijk. Ziet u zichzelf als een nieuwe Lewis?
„Als schrijver verdien ik het niet om in één zin met C. S. Lewis genoemd te worden. Ik schreef mijn boek niet om met hem te
concurreren, maar omdat ik erachter kwam dat tegenwoordig veel mensen zijn argumentatie niet meer kunnen volgen. Ik heb een eenvoudiger
boek willen schrijven, geen beter.”
Lees
hier verder...
1. CV-Koers - september 2008
In alle redelijkheid
Recensie door Tjerk de Reus
De NewYorkse dominee Tim Keller wist de afgelopen jaren talloze seculiere stadsgenoten te overtuigen van de unieke waarde van het
christelijk geloof. Wie het recept wil weten van de ongehoorde bloei van zijn Redeemer-gemeente — van waaruit nog steeds nieuwe kerken
worden gesticht in New York en elders — kan terecht in zijn boek The Reason for God. Komende maand verschijnt de Nederlandse
vertaling.
Tim Keller is een fenomeen, zoveel is duidelijk. Niet alleen groeide zijn gemeente in het seculiere NewYork de afgelopen jaren als kool,
ook zijn boek The Reason for God steeg dit jaar naar een top-tien-notering op de bestsellerlijst van de New York Times. Talloze mensen
kopen en lezen dit boek. Dat is bijzonder, want het boek laat zich het best typeren als `onversneden christendom' – om een titel van
een van C.S. Lewis' boeken te citeren. Keller staat pal voor het robuuste christendom dat de eeuwen door mensen raakte, veranderde en
tot bevrijding bracht. Wie zoekt naar een speciaal kenmerk van Kellers theologie als verklaring van zijn succes, komt enigszins bedrogen
uit. Want Keller heeft op de keeper beschouwd niets eigens – en dat is precies zijn kracht.
Let wel: over Kellers benadering valt van alles te zeggen en er valt ook veel van te leren. Maar alle inzichten die hij te berde brengt
behoren al eeuwenlang tot het hart van de christelijke geloofstraditie. Niet voor niets verwijst Keller naar C.S. Lewis en Jonathan
Edwards als zijn belangrijkste inspiratiebronnen. Keller heeft ten opzichte van deze voorgangers helemaal niets nieuws te melden. Hij
vertelt eenvoudigweg waar de kracht ligt van het Evangelie en waarom dat vandaag nog even vitaal is als altijd. God redt ons, betrekt
ons in een relatie van liefde; zónder dat zijn we overgeleverd aan de diepste onzekerheid, twijfel en eenzaamheid. Leven zonder God is
leven zonder hoop. Het is geen heksentoer om dit ter sprake te brengen in de context van vandaag, zo blijkt uit Kellers betoog. Het ligt
eerder voor de hand om bijvoorbeeld de vraag naar identiteit, die steeds weer bovendrijft in ons maatschappelijke en culturele getij, te
bespreken vanuit een gelovig perspectief.
Bezwaren tegen het christendom
Wat doet Keller in dit boek? Hij bespreekt in het eerste deel zeven bezwaren die vaak worden ingebracht tegen het christelijk geloof
(de prekenserie die Keller hierover hield bij het schrijven van dit boek, kon u vorig jaar al lezen in CV•Koers, maart t/m oktober
2007, zie cvkoers.nl). Bijvoorbeeld: geloof is een keurslijf dat je beknelt, de wetenschap heeft aangetoond dat het christelijk geloof
onjuist is en de kerk is verantwoordelijk voor veel kwaad en onrecht in de geschiedenis. Ook behandelt hij vragen als: Hoe kan een goede
God lijden toestaan? Kan een liefdevolle God mensen naar de hel sturen? Stuk voor stuk gaat hij erop in.
Hij peilt wat ermee bedoeld wordt en bekijkt de bezwarende constatering van alle kanten. Hij speelt de bal ook terug naar degene die het
bezwaar oppert: als jij vindt dat onrecht niet wordt rechtgezet of gestraft door God, kun je dan nog wel een leefbare kijk op moraal
ontwikkelen? Als je zegt dat niets zeker is, hoe weetje dan dat die uitspraak zeker is?
Het is apologetiek van het beproefde soort die Keller hier ten beste geeft. De argumentatie komt vaak neer op het trekken van
consequenties uit iemands zienswijze. Keller beoefent deze kunst ogenschijnlijk op het niveau van het gezonde verstand. Dat maakt zijn
denkexercities heel aansprekend voor een breed publiek. Tegelijk is duidelijk dat hij put uit een brede belezenheid en kennis van de
hedendaagse cultuur en de belevingswereld van niet-christenen.
Onversneden Evangelie
In het tweede deel van het boek bedrijft Keller geen apologetiek, maar bouwt hij op. Hij ontvouwt de kernen van het christelijk
geloof. De scherpe argumentatie uit deel 1 maakt plaats voor meer kwetsbare uitleg en verkondiging. Toch bepaalt apologetiek ook hier de
sfeer voor een aanzienlijk deel, in die zin dat hij ook hier ingaat op bezwaren. Maar vooral laat hij zien wat de unieke betekenis is
van Jezus' dood en opstanding. Hoewel het Evangelie haaks staat op de wereldreligies en in zeker opzicht ook regelrecht ingaat tegen ons
zelfbesef, benadert Keller de geloofsinhoud als `redelijk': als iets waarvan je kunt inzien dat het goed en noodzakelijk is, dat het een
rijke inhoud biedt die je leven betekenis geeft. Redelijkheid kan gemakkelijk een valkuil zijn, evenals een poging aan te sluiten bij de
ervaring van mensen vandaag. Maar bij Keller is dit nooit een echt risico, omdat zijn betoog verankerd is in de Bijbel en de
geloofstraditie (de grote geloofsbelijdenissen).
Over de vraag wat we precies kunnen leren van Kellers benadering moeten predikanten en gemeenteleden zich maar buigen – het boek laat
zich uitstekend gebruiken in lees-en gesprekskringen. Maar het antwoord op die vraag lijkt in de buurt te moeten liggen van Kellers
gewoonheid: hij staat met beide benen op de grond, voert een gesprek in woord en wederwoord en in alle redelijkheid. Gaandeweg wordt
duidelijk waarom hij zo vrij en kwetsbaar te werk kan gaan: hij staat met zijn rug geleund tegen een ferme rots. Is Keller een uniek
fenomeen? Allerminst, hij weet eenvoudigweg dat geloof een ander woord is voor `leunen op'.
|