www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2 RECENSIES
Gelukkig gereformeerd!
Jasper Klapwijk
Uitg. De Vuurbaak, Barneveld 2006
118 blz., 9,90 euro
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Gelukkig gereformeerd! is een persoonlijk en enthousiast geloofsgetuigenis van Jasper Klapwijk. In zijn directe stijl doorbreekt hij de
verwarring die bij velen is ontstaan rond het begrip 'gereformeerd'. Hij schrijft op een aansprekende manier over zijn herontdekking van
de inspirerende identiteit van het gereformeerde geloof.
2. Nederlands
Dagblad - 2 juni 2006 - www.nd.nl
Enthousiasme voor wie bevestiging zoekt
Recensie door WIM DEKKER
Gelukkig gereformeerd. En dat nog wel met een uitroepteken. Nieuwsgierig begon ik dit niet zo dikke boekje (118 bladzijden) te lezen.
Jasper Klapwijk introduceert zichzelf als een predikant in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), die vijftien jaar voor de zending
werkte op Curacao en bij zijn terugkeer in Nederland merkte dat het geestelijk klimaat, ook in zijn eigen kerken sterk veranderd was.
Het viel hem op dat er beweging op gang gekomen was die precies tegengesteld was aan de ontwikkeling die hijzelf doormaakte. Steeds
minder mensen bleken gelukkig te zijn met hun eigen gereformeerde traditie, terwijl hij juist zelf op Curacao in de ontmoeting met
pinksterchristenen gemerkt had hoe rijk en gelukkig bij zich voelde met zijn eigen gereformeerde basis.
Terug in Nederland wilde hij zijn ontdekking op Curacao graag delen in een klimaat waarin het gereformeerde geloven voor velen minder
vanzelfsprekend geworden is. Preken over de sola's van de Reformatie en cursussen over een gereformeerde manier van bijbellezen waren
het gevolg. De neerslag daarvan vinden we in dit boekje. Klapwijk hoopt dat velen, met name ook jongeren, voor het eerst of opnieuw
'gelukkig gereformeerd' zullen worden.
Met name jongeren dat wordt niet zo uitdrukkelijk gezegd, maar vanwege de aanspraak in het hele boekje met 'je' en 'jij', rijst dat
vermoeden als vanzelf. Maar wellicht gaat hij ervan uit dat cursisten het liefst allemaal zo aangesproken worden. Het geeft in ieder
geval iets populairs aan het boekje, hetgeen het als een soort catechisatieboekje wel geschikt maakt, maar tegelijk het betoog zwakker
maakt tegenover een kritische lezer met wat meer distantie. En ik vermoed dat die er ook zullen zijn. Of is het boekje alleen geschreven
voor hen, die eigenlijk heel graag overtuigd willen worden?
Communicatie
Klapwijk schrijft, dat er in zijn gemeente en omgeving sprake is van verrassing, dat het gereformeerde geloven ook zo fris kan zijn.
Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Er zijn niet zoveel predikanten meer, die met zoveel enthousiasme de in feite overbekende
thema's van de gereformeerde traditie uitdragen. Velen die het nog doen, doen het traditioneler en rationeler. Vele anderen staan hier
zelf niet meer voldoende achter, zijn meer eclectisch bezig. Dat kan boeiend zijn, maar is soms vlees noch vis. Dat is denk ik typerend
voor de overgang waarin de gereformeerde spiritualiteit zich bevindt. Ze is op drift geraakt door de secularisatie, allerlei nieuwere
theologie en vooral de evangelische en charismatische invloeden. Vaagheid, een onduidelijke mix van gedachten of een slap aftreksel van
wat ooit gereformeerd was, werken in ieder geval niet wervend. Dan wordt de slag al gauw gewonnen door een bezielde enthousiaste
evangelische voorganger. Wanneer daarentegen even bezield een gereformeerde voorganger zijn innerlijke overtuiging weet uit te dragen,
zal dat ook boeien. Het is echter de vraag of dan het specifiek gereformeerde boeit of dat het ook hier vooral te maken heeft met
communicatie. Klapwijk lijkt zichzelf deze vragen helemaal niet te stellen en ik ken hem persoonlijk niet, maar ik weet wel bijna zeker,
dat hij iemand is met sterke communicatieve gaven. Dat is mooi, maar dat zegt dan ook nog weer niet alles over de toe eigening van de
gereformeerde boodschap, die hij wil overdragen. Ik betwijfel of dat zo lukt. In ieder geval weet ik wel, dat wanneer ik dit boekje zou
bespreken met jongeren die minimaal een hbo opleiding hebben en sterk evangelisch beïnvloed zijn, de vragen niet van de lucht zouden
zijn.
Gesprek aangaan
Het sterke van het boekje is, dat het met overtuiging, in heldere taal het eigen verhaal vertelt. Het zwakke is, dat nergens serieus
met anderen in gesprek wordt gegaan. Nu hoeft zoiets niet altijd expliciet, want dat kan aan een boek ook iets vermoeiends geven, maar
een lezer moet dan wel merken dat de schrijver innerlijk zelf het gesprek is aangegaan. Daarvan heb ik echter weinig gemerkt. De
schrijver wekt eerder de indruk veel vragen langs zich heen te hebben laten gaan. De crisis in de gereformeerde spiritualiteit, waarin
zo'n verschuiving is opgetreden van het objectieve naar het subjectieve, waardoor men wel automatisch in de evangelische wereld
terechtkomt, heeft immers alles te maken met een cultuuromslag. De gereformeerde geloofsbeleving heeft alleen toekomst, wanneer ze deze
zal weten te verwerken. En de heilshistorische manier van bijbellezen, die ons, helemaal opgefrist, door de auteur wordt aangeboden als
remedie tegen het klakkeloos teksten citeren in evangelische kring, is in deze vorm toch ook tijdgebonden en wordt op het niveau van de
theologie weinig meer verdedigd.
Met andere woorden, om nieuwe generaties te boeien met de traditie van de Reformatie is heel wat meer nodig dan in dit boekje gebeurt.
De schrijver zal zeggen, dat hij helemaal niet zoveel pretenties heeft, dat hij slechts is gaan schrijven omdat velen daarop aandrongen.
Het boekje zal
dan ook zeker zijn weg vinden in gemeenten, waar men behoefte heeft aan een heldere en overtuigde uiteenzetting van de eigen traditie.
Maar wanneer mensen al wat kritischer zijn, kan men beter iets anders laten lezen. Dan zal veel van wat bier staat juist vooroordelen
bevestigen. Als het grootste vooroordeel zie ik dan: de gereformeerde traditie berust op een gereformeerde manier van bijbellezen, in
casu de 'heilshistorische’ en die is op z'n minst ook tijd en cultuurbepaaId.
Laten er derhalve andere boeken verschijnen, die deze lastige vragen oppakken.
Drs. Wim Dekker is studiesecretaris IZB voor zending in Nederland.
1. Nederlands
Dagblad - 1 mei 2006 - www.nd.nl
Boek van Jasper Klapwijk mag prullenbak in
Boekrecensie door onze redacteur Gerard ter Horst
WINSUM - 'Sorry hoor, maar ik ben gereformeerd.' Die houding van gereformeerde kerkgangers heeft ds. Jasper Klapwijk nog het meest
verbaasd toen hij na vijftien jaar zendingswerk terugkeerde in Nederland. Hij schreef een boek over de gereformeerde identiteit.
,,Stel je voor dat de plaatselijke voetbalvereniging een avond belegt over de vraag: wat is voetbal?
Moeilijk voor te stellen, maar dat is precies wat wij in onze kerken aan het doen zijn, we beleggen avonden over de vraag: wat is
gereformeerd?''
Ds. Jasper Klapwijk (46), predikant van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) in het Groningse Winsum, zegt het glimlachend en met een
licht-ironische ondertoon. Toen hij in de jaren tachtig als zendeling naar CuraËcao vertrok, beleefden de Gereformeerde Kerken
(vrijgemaakt) ,,de naweeën van de wij-zijn-de-ware-kerkhouding''. Toen hij in 2002 terugkeerde, was het heel anders: meer variatie,
verschillen en openheid, maar tot zijn verbazing ook een houding van 'sorry, ik ben gereformeerd'. En hij kwam regelmatig kerkleden
tegen die zeiden: ,,Noem mij niet gereformeerd, ik ben christen.''
De omslag in denken is tegenovergesteld aan de ontwikkeling die Klapwijk zelf doormaakte. Het kerkelijke klimaat in de jaren tachtig
vond hij nogal benauwd. Maar op CuraËcao ontdekte hij de meerwaarde van het gereformeerde denken in een religieus klimaat met veel
rooms-katholieken en evangelischen, waar iedereen pretenteerde 'christelijk' en 'bijbels' te zijn.
Klapwijk woont alweer enkele jaren in Nederland, maar is naar eigen zeggen nog niet helemaal van de verbazing bekomen. Hij signaleert
dat tientallen orthodox-gereformeerden de kerk verruilen voor een evangelische gemeente, terwijl hij op CuraËcao juist de omgekeerde
beweging zag. En hij stelt vast dat de nieuwe openheid ,,over het algemeen niet heeft geleid tot een blijmoedige, missionaire,
gereformeerde uitstraling''. Klapwijk ging over de gereformeerde identiteit preken, sprak erover op speciale thema-avonden en heeft
daarop het boekje Gelukkig gereformeerd! geschreven.
Het is voor hem tasten naar de oorzaken van de huidige malaise onder gereformeerden, zegt hij. Is het gebrek aan kennis, zoals wel wordt
beweerd? ,,Nee, daar geloof ik niets van. Elke traditie heeft de neiging te verstarren, waardoor de beleving eruit gaat. Dan blijft
alleen de theorie over'', luidt zijn hypothese. Daardoor blijven typisch gereformeerde begrippen als 'heilshistorische prediking' of
'rechtvaardiging door het geloof' volgens hem hol. Klapwijk wijst ook op moralisme, traditionalisme en wetticisme die mee zijn gelift in
de vrijgemaakt-gereformeerde zuil. ,,Ik denk dat de huidige situatie daar een tegenreactie op is.''
Op avonden waar hij sprak, stelde hij aan het publiek - soms jong, soms bejaard, soms gemengd - vragen als: zijn we een kerk van genade
of van regels, zijn we een kerk van mogen of van moeten, bent u er zeker van dat als u vandaag zou overlijden u in de hemel komt?
,,Daaruit bleek dat velen de kerk koppelen aan 'moeten' en aan 'regels'. En zo vond op een jongerenavond 98 procent dat de kerk vooral
druk is met de randzaken.''
Zorgwekkend? Klapwijk schudt het hoofd. ,,Ik vind het voor een kerk wel ongezond om in een identiteitscrisis te verkeren. En ik denk dat
het niet hoeft: onze identiteit kunnen we ontlenen uit het leven van genade, onze identiteit zit in de kern van het evangelie. Als we in
onzekerheid verkeren, moeten we daarnaar terug.''
In zijn boek is hij duidelijk over die kern: ,,Gereformeerd is gaaf, niet omdat ik vind dat wij het als gereformeerden zo prima doen,
maar omdat ik vind dat het in het geloof maar om één ding draait en dat is dat onze Heer het zo prima gedaan heeft. (...) Steeds meer
beseffen dat je zondiger en gebrekkiger bent dan je ooit hebt kunnen geloven en tegelijk je meer geliefd en bemind weten dan je ooit
hebt durven hopen.''
Terug naar de basis, én tegelijk meer naar buiten, vindt de predikant. ,,Als je missionair bent, word je vanzelf met je eigen
identiteit geconfronteerd. Ben je naar binnen gericht, dan gaat het al snel over bijzaken. De kracht van onze traditie wordt alleen
getest in de confrontatie met anderen.''
Wat komt een gereformeerde tegen als hij terugkeert naar de basis? Klapwijk grijpt terug naar zijn werk
op Curacao. ,,Een pinksterbijbelschool vroeg mij of ik er les wilde geven. Waarover? Doe maar over Genesis, daarmee kon ik als
gereformeerde theoloog niet zoveel schade aanrichten. Ik begon dus in mijn lessen bij de moederbelofte en vertelde dat vandaaruit een
lijn door de hele Bijbel loopt. Nou, de studenten, die de Bijbel echt ontzettend goed kenden, deden toch een geheel nieuwe ontdekking.''
Ander voorbeeld: het verschil tussen evangelischen en gereformeerden als het om de positie van Israël en de komst van een duizendjarig
rijk (chiliasme) gaat. ,,Dat kun je geloven, maar dan gaan er opeens heel veel teksten in de Bijbel over je heen richting Israël en
richting dat duizendjarig rijk. Maar de profetieën willen je niet naar Palestina, maar naar Jezus leren kijken.''
Maar, voegt hij er in een adem aan toe, orthodox-gereformeerden doen er verstandig aan hun kracht niet in de afwijzing van andere
denklijnen te zoeken, maar door de eigen visie duidelijk en doorleefd te brengen. ,,Veel jongeren hier in het noorden voelen zich
aangesproken door de vrije baptisten. Het gaat hen niet om de leer maar om de beleving.''
Hoe krijgt die beleving een plek in het gereformeerde leven? Klapwijk: ,,Door ons de rijkdom van ons geloof persoonlijk toe te
eigenen.'' En door missionair te zijn. ,,Als je in een huis woont waar alles van goud is, maar je komt nooit buiten, dan besef je nooit
de rijkdom ervan. Is de kerk echt een plaats waar niks mag, zoals veel jongeren vinden? Laat de kerk de plaats zijn waar het getuigenis
klinkt van mensen die tot geloof zijn gekomen. Dat inspireert. Dat gold bijvoorbeeld voor de belijdenisdiensten op CuraËcao. Iemand die
ervan getuigt hoe het evangelie van genade zijn leven totaal heeft veranderd, daar kun je bij wijze van spreken in geen halfjaar tegenop
preken.''
Beschouwend: ,,We leven in een postmoderne gevoels- en belevingscultuur. Wat dat betreft is de vorm van onze kerkdiensten nog te veel
'modern', passend in het 'moderne denken', sterk gericht op een rationele overdracht. Dat we daarin niet cultureel denken, dus rekening
houden met de cultuur die ons omringt, laat volgens mij zien dat we te weinig zendings- en missionair bewust zijn.''
Genade
Op de avonden en gesprekken over gereformeerd-zijn bespeurde Klapwijk een tendens naar wetticisme. ,,Dat is de grootste vijand voor een
leven van genade. Dan moeten we het toch weer zelf doen.'' Voorbeelden genoeg. ,,Een catechisant zei eens: ik geloof wel, maar zoals ik
nu leef, denk ik dat ik niet in de hemel kom. Of een gemeentelid die tegen me zegt: ik ga niet aan het heilig avondmaal, want ik heb al
drie maanden niet uit de bijbel gelezen of gebeden. Uit beide voorbeelden proef ik een wetticistische benadering. Reageren mensen zo,
dan moet je niet de moraal nog eens duidelijk neerzetten, maar dan moet je juist uitleggen wat leven uit genade is.''
Klapwijk verzet zijn stoel nog eens en moet op voorhand lachen: ,,Tijdens de avonden begon ik met de vraag wat de aanwezigen onder
gereformeerd verstaan. De antwoorden zette ik op een flap-over. Daar kwamen dan termen op te staan als 'zeven kinderen en een orgel',
'genade', 'King-pepermunt', 'twee diensten op een zondag', enzovoort. Daarna vroeg ik: waar kan een streep door, zonder dat het
gereformeerde karakter in gevaar komt. Dan zette ik bewust een streep door die twee kerkdiensten, en dat leidde altijd tot reacties in
de trant van: 'als we de tweede dienst loslaten, zijn we verloren'. Een typisch wetticistische benadering: het handhaven van de norm.
Zoek je je houvast daarin, of ga je genade prediken? Vaak krijg je dan als tegenreactie: maar we moeten, want de kerkenraad roept ons.
Nou, als dat onze motivatie is om een tweede kerkdienst bij te wonen, vind ik dat een absoluut verkeerd signaal.''
Voor de predikant ligt een belangrijke sleutel bij het 'gewoon' lezen van de Bijbel. ,,Ik denk dat als de Bijbel zelf weinig meer
opengaat, je de lijn zomaar kwijtraakt. Dan bestaat het gevaar dat je zeer beïnvloed wordt door enkele teksten. Ik zeg vaak: doe nou
toch eens al die boekjes weg en ga gewoon bijbellezen.'' Inderdaad, ook zíjn boek mag daartoe de prullenbak in.
N.a.v. Gelukkig gereformeerd!, Jasper Klapwijk, Uitg. De Vuurbaak, Barneveld 2006, 118 blz., 9,90 euro.
|