www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


Toen de kracht Gods op mij viel
100 jaar pinksterbeweging in Nederland 1907 2007
Cees en Paul van der Laan
Uitgeverij Kok, Kampen, gebonden, 223 pag.
€ 27,50, ISBN 9789043513890
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Wie weet wat de pinksterbeweging eigenlijk inhoudt?
Wie globaal kijkt, ziet een kluwen van veelkleurige touwtjes die onsamenhangend met elkaar verbonden lijken. In dit boek wordt deze kluwen ontward. De geschiedenis van de beweging wordt op een rijtje gezet en afgewisseld met biografieën van markante persoonlijkheden. Daarnaast is er ruime aandacht voor specifieke onderwerpen zoals de pinksterleer, de charismatische beweging en migrantenkerken.
De auteurs lichten de beweging van binnenuit toe op een wijze die inzicht biedt aaninsiders zowel als belangstellende buitenstaanders. De vele illustraties bieden de geschiedenis een extra dimensie en maken deze jubileumuitgave tot een boek dat je steeds opnieuw pakt.

Cees en Paul van der Laan zijn beiden hoogleraar en de kenners bij uitstek op het terrein van de pinksterbeweging. In 1982 schreven zij bij het 75-jarig jubileum Pinksteren in Beweging.

Lees ook: Mijn Jezus, mijn redder...


2. Oogst - april 2008

Toen de kracht Gods op mij viel

Boekrecensie door Krijn de Jong

100 jaar pinksterbeweging in Nederland 1907-2007




Hij wordt in de meeste kerken nog voorgelezen of soms gezongen: de apostolische geloofsbelijdenis. Artikel negen luidt: Ik geloof in de Heilige Geest. Met dat deel van de belijdenis weet lang niet iedereen goed raad. God de Vader en Jezus Zijn Zoon, daar valt heel wat over te zeggen, maar over de Heilige Geest? De pinksterbeweging legde er alle nadruk op, soms bij het irritante af. Maar zodoende is ze wel tot zegen voor de kerk geweest. Niet dat het altijd werd gewaardeerd, integendeel, maar het heeft gaandeweg zijn vruchten afgeworpen. Helaas is voor veel kerkelijke gelovigen ‘pinksteren’ nog vooral een bedreiging.

Honderd jaar
In 2007 vierde de pinksterbeweging haar honderdjarig bestaan. Naar aanleiding van dit jubileum verscheen er een prachtige bundel: 100 jaar pinksterbeweging in Nederland 1907-2007. De auteurs van dit inspirerend stukje geschiedschrijving zijn de broers Cees en Paul van der Laan.

Ik was niet aan het lezen van dit boek toegekomen en ben dankbaar voor de hint die ik kreeg om aan het lezen te gaan. De titel deed bij mij gelijk zijn werk.  De melodie van de geciteerde liedregel (Toen de Geest Gods op mij viel / kwam er blijdschap in mijn ziel) schoot me direct te binnen, maar ook het gevoel, dat mengsel van verlangen en ervaren van de Heilige Geest.  

Persoonlijk heb ik veel aan pinksteren te danken. Zo’n vijfendertig jaar geleden ben ik met de pinksterbeweging in aanraking gekomen. Dat lukt niet echt van een afstandje. Pinksteren vraagt om participatie. ‘Bij de katholieken moet je  ijken, bij de protestanten moet je luisteren, maar bij de pinkstergemeente moet je meedoen.’ (De kerk leek me daarbij een veilige haven.) 

Naast meedoen kan ook lezen over pinksteren leerzaam zijn. Dat ervoer ik bij het lezen van dit boek. Het geeft een helder overzicht betreffende de ontwikkeling van pinksteren in Nederland. Drie pinkstergolven zijn er over ons land gegaan. Inderdaad over ons land. Nog nooit zijn er op het Malieveld in zo’n korte tijd zoveel mensen geweest als tijdens de Osborn-campagnes in 1958. In de laatste zes dagen namen 100.000 mensen aan de campagne deel.

De broers Van der Laan brengen in hun boek orde in de soms wanordelijke ontwikkelingen. Een enkele keer duizelde het me. Maar de (internationale) verbanden die ze telkens leggen zijn zeer verhelderend. De schrijvers hebben een grote mate van objectiviteit aan de dag gelegd. De lezer mag ook zelf nadenken.

Helaas horen bij deze geschiedschrijving ook veel droevige zaken. Alles wat overal elders waargenomen wordt, zoals rivaliteit, tweedracht, overspel en manipulatie, was ook bij honderd jaar pinksteren in ruime mate aanwezig. Met name veel leiders stelden teleur. Dat stemt verdrietig. Het is de menselijke, zondige realiteit waaraan geen kerk of groep (hoe enthousiast ook) lijkt te ontkomen.

Verzoening
Er zijn in 2007 naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van de pinksterbeweging verschillende verzoeningsmomenten geweest. Ook tussen pinksteren en de kerk (PKN). Eerlijk gezegd leverde deze op zichzelf positieve verzoening bij mij niet louter vreugde op. De kerk en de pinksterbeweging naderen elkaar. Maar hoe staan ze nu samen ten opzichte van allerlei actuele vragen en ten opzichte de dreiging van een nieuwe vrijzinnigheid? Een positieve verklaring daarover zou de blijdschap in mijn ziel zeker nog groter gemaakt hebben.

Lees ook het artikel in De Oogst van april 2008 p.16 en 17: De plaats van Jezus bij 'Pinksteren'...

 


1. Uitdaging - 1 november 2007

'Als de eigenheid maar blijft’
Boek over 100 jaar `Pinksteren`

De honderdjarige geschiedenis van de pinksterbeweging is minstens zo gecompliceerd als die van de protestantse kerken. Qua scheuringen en theologische verdeeldheid doen zij niet voor elkaar onder. In pinksterkringen meenden de aanstichters dat God hen door profetieën en visioenen zélf op een nieuw spoor zette. Inmiddels gaf de charismatische dimensie heel de kerkelijke kaart van Nederland een extra kleurtje.

Boekrecensie door Johan Th. Bos

Het boek ‘Toen de kracht Gods op mij viel’ gaat over de groei en toenemende invloed van de pinksterbeweging, die lang kerkelijk werd weggemoffeld als onbeduidende (en gevaarlijke!) sekte. Het is geschreven door de pinkstertheologen dr. Cees en dr. Paul van der Laan. De titel is ontleend aan een vroeger in pinksterkringen veel gezongen lied uit de nu door Opwekkingsliederen verdreven bundel Glorieklokken van pinksterzendelinge Margaretha ('moesje') Alt. Een boeiend jubileumboek, zeker voor wie een deel van de turbulente historie van dichtbij meemaakte en allerlei situaties en voormannen (en vrouwen) zal herkennen.

In 1982 verscheen van dezelfde auteurs ‘Pinksteren in beweging’. Veel daarvan kwam in dit nieuwe boek terecht, maar ook moest stevig worden geschrapt, onder meer om ruimte te geven aan de ontstaansgeschiedenis van nieuwe pinksterdenominaties zoals Rafaël en het alweer uiteengevallen Beréa gedurende de jongste kwart eeuw.

Pinkstergelovigen beschouwen zich graag als directe opvolgers van de eerste in het Nieuwe Testament beschreven christelijke gemeente. Dat geconstateerd hebbende, menen de auteurs toch dat de beweging waarin zij gepokt en gemazeld zijn geen 'carbonkopie is van de eerste gemeente, maar geworteld is in tweeduizend jaar kerkgeschiedenis'.


Geestesgaven zoals klanktaal (zij vermijden de woorden 'tongen' en 'tongentaal'), profetie en genezing kwamen volgens hen door de eeuwen heen voor. Die gaven, gekoppeld aan de ervaring van 'de doop in de Heilige Geest' vormen de essentie van de pinksterdoctrine.

Na een opmaat in de negentiende, kwam begin twintigste eeuw de opwekkingsbeweging op gang die in het ontstaan van pinkstergemeenten zou uitmonden. In Nederland was Gerrit Polman, voormalig heilsofficier, de pionier. Hij kwam via zijn commandant in contact met gebedsgenezer John Alexander Dowie. Die had bij Chicago de 'stad' Zion gesticht voor zijn kerkleden, om de wereld en haar 'gruwelen' buiten te sluiten. Polman en zijn vrouw woonden er twee jaar. Terug in Amsterdam begonnen zij een gebedskring. Daaruit ontstond de eerste vaderlandse pinkstergemeente. Die beschikte vrij snel over een eigen pand, met daarin ook een zendingsschool. Tal van zendelingen reisden naar verre oorden als China en Nederlands Indië.

Toen er veel meer pinkstergemeenten kwamen, liepen pogingen die onder één koepel te verzamelen herhaaldelijk stuk. In de tweede helft van de vorige eeuw werd dat nog lastiger, doordat allerlei nieuwe stromingen ontstonden, zoals de op bevrijding van demonen gerichte en erfzonde ontkennende groepen rond het blad Kracht van Omhoog en Stromen van Kracht, dat door Karel Hoekendijk werd geleid. Recent verenigden de Broederschap van Pinkstergemeenten en de (jongere) Volle Evangelie Gemeenschap Nederland zich in de Verenigde Pinkster en Evangeliegemeenten (VPE). Daarnaast bestaan er diverse andere koepels en vooral door de toevloed van immigranten zelfstandige gemeenten met een charismatische signatuur.

Met de groei van de beweging nam de verwarring toe, constateren de auteurs. De laatste decennia vond vooral de boodschap van genezing mede door het optreden van de Amerikaanse evangelist T.L. Osborn in 1958 ook in traditionele kerken weerklank. Daar ontstond een binnenkerkelijke charismatische stroming.

De auteurs constateren dat de laatste 25 jaar de emancipatie van de pinksterbeweging zich doorzette. Zij vergelijken de relatie met de kerken met een wip: wisselend keken kerken en 'Pinksteren' op elkaar neer. Rond het eeuwfeest vroegen vertegenwoordigers van PKN en VPE elkaar vergeving. De pinksterbeweging, wereldwijd de sterkst groeiende christelijke stroom, raakte steeds meer geaccepteerd. De auteurs zien dat als een van de meest kenmerkende ontwikkelingen van de laatste decennia. Maar de eigenheid van leer en beleving mag daarin niet oplossen, waarschuwen zij. Het doet mij denken aan wat Emmanuël Schuurman, derde voorganger in rij van de door Polman gestichte Amsterdamse gemeente, eens zei: "Als iedereen je accepteert, is de vraag of je nog de goede boodschap brengt."

www.vergadering.nu