www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
3 RECENSIES
Het badwater en de
kinderen
Gedachten over de doop
Bert Loonstra
Uitgeverij Boekencentrum
172 pag., € 14,50.
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Marloes
is als stralende baby gedoopt toen ze drie weken oud was. Zeventien jaar later raakt ze thuis verwikkeld in een heftige discussie: ze
wil zich – is het opnieuw? – laten dopen, tot verdriet van haar ouders. Dit dilemma komt onder steeds meer mensen voor. Bert
Loonstra wil de discussie een nieuwe impuls geven en schrijft daarom dit boek over de rechtmatigheid van de kinderdoop. Op de hem
typerende grondige en heldere manier analyseert hij de standpunten. Hij behandelt bijvoorbeeld de bijbelse gegevens en de
vroegchristelijke situatie, de verhouding tussen God en mens in de doop en de plaats van het verbond. Loonstra wil met dit boek de goede
voortgang van het kerkelijk leven dienen.
Lees ook de uitvoerige studie "Dopen... waarom eigenlijk?" door J.G.
Fijnvandraat...
3. Reformatorisch
Dagblad - 25 maart 2009 - www.refdag.nl
Alleen Schrift op tafel in doopdiscussie
Recensie door Drs. R. van Kooten
De discussie over het dilemma kinderdoop óf volwassendoop is eigenlijk geen discussie meer, maar een herhalen van de voor- en
tegenargumenten, zonder samen de Schrift te bestuderen. Dr. Bert Loonstra, christelijk gereformeerd predikant te Emmeloord, weigert te
accepteren dat dit gesprek stagneert.
Als aanleiding voor zijn boek ”Het badwater en de kinderen” beschrijft dr. Loonstra hoe in een gezin in zijn gemeente de oudste
dochter zich heeft laten overdopen. Hij schildert zowel de emoties van de dochter als die van de ouders. De dochter kan haar blijde
ervaring niet kwijt en de ouders kunnen dat met hun verdriet niet.
Hij tekent heel realistisch welke emotionele aspecten meespelen en wil zich inspannen om het gesprek weer terug te brengen naar de kern
van de zaak, namelijk: hoe valide zijn de argumenten over en weer in het licht van de Schrift? Hij spant zich in alle
vanzelfsprekendheden te vermijden en alle vooringenomenheid terzijde te schuiven. Zo komt hij in zijn boek niet in de eerste plaats over
als een verdediger van de kinderdoop, maar als een nauwkeurig onderzoeker die recht wil doen aan de gegevens van de Schrift zelf.
Juist omdat dr. Loonstra de argumenten over en weer heel nauwgezet onderwerpt aan de Schrift en van stap tot stap zijn weg gaat, is het
onmogelijk een samenvatting van de inhoud te geven. Om toch twee voorbeelden te noemen: in het Nieuwe Testament wordt nergens expliciet
vermeld dat kleine kinderen ook gedoopt werden, maar is daar alles mee gezegd? De jodenchristenen kenden van huis uit wel de
proselietendoop, namelijk het reinigingsbad dat heidenen na hun besnijdenis ondergingen, als zij zich openlijk tot de God van Israël
van bekeerden.
Wat betekent dit? Waarom drongen de judaïsten wel aan op de besnijdenis van de heidenchristenen, maar niet op hun reiniging? Werd hun
doop als zodanig ervaren? Maar wat kunnen we opmaken uit de geschriften uit de tijd direct ná de apostelen? Eerlijk wordt alles gewikt
en gewogen. Dr. Loonstra wil onder geen beding in zijn voordeel uitleggen wat ook anders uitgelegd kan worden....
Lees het hele artikel...
2. Nederlands
Dagblad - 2 januari 2009 - www.nd.nl
Het goed recht van doop van kinderen
Dopen en laten dopen
Recensie door Evert Jan Hempenius
Een aantal onderwerpen in de christelijke leer én de praktijk van het christelijk leven staat garant voor heftige en emotionele
gesprekken. Een daarvan is de doop van kinderen. Daarover heeft Bert Loonstra, christelijk-gereformeerd predikant te Emmeloord, een boek
geschreven: Het badwater en de kinderen. Gedachten over de doop. Het maakt deel uit van de reeks Boekencentrum Essay. Daarin presenteren
auteurs „een persoonlijk standpunt onder een positieve en creatieve benadering van de traditie".
Er is al zo lang en zo veel discussie gevoerd en alles wat gezegd kan worden is al eens gezegd, maar daar wil Loonstra zich niet bij
neerleggen. Hij wil de discussie weer op scherp stellen en oude argumenten samen laten gaan met nieuwe gezichtspunten en actuele
probleemformuleringen. Echt nieuwe gezichtspunten en actuele probleemformuleringen
heb ik niet kunnen ontdekken, maar dat doet niets af van de waarde van dit boek dat voor de ingevoerde lezer veel bevat.
Loonstra bespreekt de doop in het brede kader van koninkrijk en verbond, wedergeboorte en geloof, verbondenheid met Christus en de
Geest, het Oude Testament (besnijdenis) en het Nieuwe. Hij heeft de meest actuele Nederlandstalige boeken over de doop verwerkt
(uitgebreide literatuurlijst). Voor verwijzingen maakt hij (helaas) gebruik van twee methoden. Ze staan of in de tekst, of in de
voetnoten. In een aantal gevallen ontbreekt de verwijzing, waar die voor de geïnteresseerde lezer wel van belang is, zoals vindplaatsen
bij oudchristelijke schrijvers. Hiervoor zal de lezer dus moeten googelen. Helaas klopte het register van aangehaalde Bijbelteksten niet
helemaal.
Emoties
Hij begint met de doop van de kleine Marloes, maar, als Marloes zeventien is, bezoekt zij met vriendinnen enkele keren een
vrije-baptistengemeente. Daar ervaart zij vreugde, spontaniteit en hartelijkheid. Nadat zij bij de doop van een vriendin is geweest, wil
zij zelf ook de doop op geloof ontvangen. Dit leidt tot twistgesprekken thuis en het gesprek met de dominee loopt uit op een
patstelling. Marloes wil niet breken met de gemeente van haar ouders. Ze wil ook niet ongehoorzaam zijn aan Christus. Ze is negentien
wanneer zij zich laat dopen op geloof door onderdompeling. Haar moeder is erbij, haar vader niet.
Loonstra besluit zijn boek met een e-mail en vraagt Marloes de doop die zij als kind heeft ontvangen opnieuw te waarderen.
In hoofdstuk 1 vraagt hij waarom het gesprek tussen voor- en tegenstanders van de doop aan kleine kinderen zo vruchteloos blijft. Hij
wijst erop dat emoties een belangrijke rol spelen. Argumenten overtuigen dan niet. Ook zijn loyaliteiten aan de eigen gemeenschap een
grote factor. Bijvoorbeeld, wanneer een baptistengemeente het goed recht van de doop van kleine kinderen erkent, vervalt tegelijk haar
bestaansrecht. Hij noemt verder verschillen in omgang met de Bijbel en in theologische totaalvisies. “Misschien moesten we in het
gesprek minder de bedoeling hebben elkaar te overtuigen en meer eropuit zijn ons samen te bezinnen op wat de Bijbel ons leert".
Daarnaast luistert hij naar de (oude) kerkgeschiedenis en bespreekt hij discussies in de Nederlandse context, zoals de veronderstelde
wedergeboorte als grond voor de doop (Kuyper) en de relatie tussen doop en uitverkiezing (Kersten).
Hoofdstuk 2 gaat over „het zwijgen van het Nieuwe Testament" over de doop van kinderen. Mede op basis van de proselietendoop (de
doop die niet-joden ondergingen om toe te treden tot het jodendom) ' en het oud-christelijk getuigenis stelt hij voorzichtig dat het
zwijgen van het Nieuwe Testament over de doop van kleine kinderen" wijst „in de richting van een praktijk waarin vanzelfsprekend
ook kleine kinderen werden gedoopt". Zijn bespreking had volgens mij aan kracht gewonnen wanneer hij begonnen was met „wat de
Bijbel ons leert" en vooral Matteüs 28:18-20.
Volk
Ik durf namelijk te stellen dat het Nieuwe Testament niet zwijgt over de doop van kinderen. Alleen spreekt Christus daar niet over,
zoals wij dat graag zouden horen. In een recensie is dit een gewaagde stelling. Ruimte voor een uitwerking is er niet. Toch een enkele
opmerking. Bert Loonstra had volgens mij goed kunnen beginnen met Matteüs 28:18-20. Nu komt dit pas in hoofdstuk 10 echt aan de orde.
Het loont volgens mij de moeite om na te denken over het feit dat Jezus spreekt over 'volken' die de doop ontvangen, zoals Loonstra
terecht opmerkt.
'Volk' is een zogenaamd inclusief woord. Het omvat (groot)ouders en (klein)kinderen. Volk is hier vergelijkbaar met `huis' (`familie' in
de Nieuwe Bijbelvertaling). Daarover schrijft Loonstra: „Bij de verdediging van de doop van kleine kinderen wordt doorgaans een beroep
gedaan op het gemeenschapskarakter van de doop. Daarbij spelen de zogenaamde huisteksten een centrale rol, en ook de analogie van
Israël als volk". Hij noemt Israël als volk dus een analogie. Ik wil een stap verder gaan. 'Volk' is fundamenteel, zowel in het
Oude als het Nieuwe Testament, zoals 1 Petrus 2:9-10 (Zie Exodus 19:5-6 en Hosea 1:6-2:3). Heel mooi komt dit naar voren in Joël 2:16:
„Breng het volk bijeen, laat heel Israël zich reinigen. Breng de oude mensen tezamen, verzamel de kinderen, ook de kleintjes aan de
borst." Voor de Joden aan wie Matteüs schrijft, is 'volk' zonder kinderen ondenkbaar. Zij lieten de kinderen waarschijnlijk niet
op de oever achter om zelf de doop te ontvangen.
Verder heb ik de notie dat Abraham vader is van alle gelovigen (Romeinen 4:11,12) gemist. Dit is een belangrijke zin in het formulier
voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen.
Aan het einde heeft schrijver nog een paar praktische overwegingen. Zo pleit hij ervoor dat de doopnaam en de roepnaam dezelfde zijn.
Deze willen nog wel eens verschillen en dan ontstaat de vreemde situatie dat de doopnaam (=roepnaam voor Christus) verschilt van de
dagelijkse roepnaam.
Bert Loonstra schrijft prettig, niet overal eenvoudig, en biedt veel stof tot nadenken.
1. CV-Koers - december 2008
Het badwater en de kinderen
Recensie door Tjerk de Reus
De controverse kinderdoop-volwassenendoop is al oud, maar juist vandaag weer actueel. Naarmate de evangelische beweging meer en meer een
redelijk alternatief werd voor de traditionele kerken (beide tradities zijn feitelijk naar elkaar toegegroeid), ervaren veel mensen de
'plicht' tot herdoop als storend: „Waarom moet ik me laten overdopen? Ik ben toch al gedoopt?!" Anderzijds willen evangelische
kerken hun `handelsmerk' niet graag opgeven, gezien hun identiteit en geschiedenis.
De christelijk-gereformeerde predikant Bert Loonstra werd geconfronteerd met jongeren die zich laten `overdopen' en zag in het pastoraat
welke gevoelens dat losmaakt bij ouders. In zijn boek Het badwater en de kinderen gaat hij de uitdaging aan om de afweging
volwassenendoop-kinderdoop opnieuw te maken. Hij wil argumenten van beide kanten tegen het licht houden en zoeken naar de bijbelse lijn.
Hij geeft toe dat hij als dominee in een traditioneel kerkverband bevooroordeeld is. Maar zijn lezers zullen hem kunnen nageven dat hij
een eerlijk betoog heeft opgezet. Hij rekent zich niet rijk met redeneringen die vertrouwd klinken maar op de keeper beschouwd
inhoudelijk weinig bieden. Zonder twijfel schreef Loonstra een van de betere boeken over deze thematiek.
Niemand hoeft het met Loonstra eens te zijn, maar hij is een integere gespreksgenoot die heel precies zegt wat hij bedoelt en reëel
afweegt hoe sterk zijn eigen argumenten zijn.
Het boekje bestaat uit twaalf hoofdstukken. In sommige gaat Loonstra rechtstreeks in op bepaalde vragen, in andere probeert hij bijbelse
lijnen in beeld te krijgen. Hij bekijkt daartoe zowel het Oude als het Nieuwe Testament. De notie van het verbond duikt op, evenals die
van het Koninkrijk. Overtuigend laat Loonstra zien dat de doop geen handeling is die op zichzelf staat, maar ingebed is in het bredere
handelen van God. De nieuwtestamentische gemeente staat in het perspectief van Israël; hoewel er sprake is van verbondsvernieuwing, is
er ook continuïteit. Het zwijgen over de doop van kinderen verklaart Loonstra uit de vanzelfsprekendheid ervan, waarbij hij verwijst
naar de proselietendoop én de gangbaarheid van de doop in de vroege eeuwen van het christendom.
Kortom, wie het hoe en waarom van de kinderdoop wil begrijpen, zal veel baat hebben bij dit boek.
|