3
RECENSIES
Oogst - december 1999
Als vervolg op zijn boek 'Water, wijn en waarheid: de uitdaging van het evangelie in een
postmoderne eeuw' schreef Medema het boek: Wie zou Jezus zijn? Het evangelie voor
postmoderne mensen na de verdwijning van God. Na de intrigerende proloog, waarin het verhaal van
een reiziger beschreven wordt op een postmoderne manier, beschrijft Medema het schilderij van de
gebroeders Eyck: de aanbidding van het Lam. Een afbeelding hiervan is weergegeven op de omslag van
het boek.
De auteur is verwonderd over Wie Jezus is. De titel is daarom een variatie op de woorden van de
letters die vele jonge mensen als armband dragen: WWJD (What Would Jesus Do? ofwel: Wat Zou Jezus
Doen?). De auteur neemt ons aan de hand door het beloofde land, op zoek naar de plaatsen waar
Jezus is geweest. Hij bespreekt Jezus' leven in Bethlehem (Hij kwam), Nazareth (Hij was er),
Kapernaüm (Hij sprak), Via Dolo-rosa (Hij ging) en Jeruzalem (Hij is verhoogd). Telkens weer
constateert Hij dat Jezus daar niet meer is. Als we Jezus willen vinden, hoeven we niet naar
Bethlehem, etc. 'Wie Hem zoekt, vindt Hem. Dat is het evangelie' (blz.54).
Terecht besteedt de auteur veel aandacht aan Jezus' verhoging. Heel treffend vind ik de verbinding
van Jezus op de Olijfberg met het verblijf van de Sjechina op diezelfde berg, zoals beschreven
staat in Ezechiël 11:23. Doordat ik zelf in Israël ben geweest, zijn de plaatsen die worden
beschreven heel herkenbaar. Het boek is echter niet bedoeld als reisgids voor Israël. Leerzaam is
de achtergrondinformatie die de auteur bij al die 'heilige' plaatsen geeft. Heel indrukwekkend
beschrijft hij de reactie van God op de zonde van de mens om als God te willen zijn. God werd
mens! Er is dus niets mis mee om mens te zijn. In elk hoofdstuk komt het thema: 'Jezus en de
(post)moderne mens' aan de orde. De auteur bespreekt vele (post)moderne boeken, films en andere
culturele zaken.
Ook toont hij aan dat wij als christenen beïnvloed zijn door de tijdgeest. We zijn behept met een
groot organiserend vermogen. Een voorbeeld hiervan is te vinden in onze samenkomsten. 'Het systeem
zit vaak best ingenieus in elkaar, maar voor spontane en enthousiaste aanbidding van god en dienst
aan elkaar blijft maar een zuinig stukje ruimte over' (blz. 31).
Elk hoofdstuk wordt besloten met een uitwerking van de vraag: 'De uitdaging van de eenentwintigste
eeuw: WWJD?' Het boek is een goede apologie geworden, in gesprek met de tijdgeest, boeiend van
begin tot eind. De uitgebreide noten geven een extra stuk diepgang aan het boek.
Tot slot een citaat: 'Alle wereldgodsdiensten kunnen worden samengevat in één woord: doen. Het
christendom kan ook (desnoods) worden samengevat in één woord, maar dat is dan een heel ander
woord: gedaan (blz. 197). Ter lezing en herlezing aanbevolen.
P. de B.
Reformatorisch Dagblad
Recensie door dr. W. H. Velema - 23 december 1999
Medema informeert postmoderne mens in wijdlopige (reis)gids
Uitdaging in de nieuwe eeuw
"Wie zou Jezus zijn?" De titel maakt nieuwsgierig. Bedoelt de schrijver, Henk P. Medema,
dat hij zelf niet weet wie Jezus is? Betekent zijn boek dat de auteur zelf op zoek is naar Jezus?
De ondertitel luidt: "Het evangelie voor postmoderne mensen na de verdwijning van God".
Medema heeft kennelijk een bepaald type mens als lezer op het oog. Niet iedereen zal zich tot de
postmoderne mensen rekenen. Of doet de schrijver dat wel?
Wat bedoelt de schrijver met de uitdrukking "na de verdwijning van God"? Is God
metterdaad en totaal uit onze samenleving verdwenen? Of zijn er (misschien wel veel) mensen die
Hem niet kunnen vinden; en die daarom denken dat God verdwenen is?
De titelbladzijde roept dus vragen op. Ik vat titel en ondertitel op als de verwoording van het
verlangen van de auteur in contact te komen met mensen die Jezus niet kennen en die van Zijn
relatie met God niets afweten. Dat zijn mensen uit onze tijd, die gekenmerkt wordt als
"postmodern".
Het boek telt vijf hoofdstukken, die worden toegelicht in de niet-genummerde inleiding. "Hij
Zelf". 1. Hij kwam; 2 Hij was er; 3 Hij sprak; 4 Hij ging; 5 Hij is verhoogd, gevolgd door
een epiloog van twee bladzijden.
Specifiek
Het is duidelijk dat de auteur met deze vijf hoofdstukken de geboorte, het leven, de prediking van
Jezus, Zijn lijdensweg en Zijn verhoging beschrijft. Hij doet dat op een geheel eigen manier. Elk
hoofdstuk begint met de beschrijving van een plaats (of meer plaatsen) uit Israël, waar zich het
specifieke van het hoofdstuk afspeelt. Men kan het een beschrijving uit een reisgids noemen, een
verslag over het aspect van Jezus' leven dat in het hoofdstuk aan de orde komt.
De tweede paragraaf gaat in op de gegevens in de Evangeliën over Jezus' leven, spreken,
lijdensweg en verhoging. Daarna komt in elk hoofdstuk als derde paragraaf: Jezus en de
(post)moderne mens. Welke gedachten heeft deze mens over zichzelf, over de wereld, over God en
godsdienst? Een soort confrontatie van wat in de tweede paragraaf (van elk hoofdstuk) staat met
ervarings- en voorstellingswereld van de (post)moderne mens.
De laatste paragraaf luidt steeds: "De uitdaging van de eenentwintigste eeuw". Hierin
behandelt de schrijver wat het thema van het hoofdstuk aan de moderne mens heeft te zeggen. Hij
gaat in op hun vragen, legt de bijbelse boodschap uit en licht haar toe.
Dogma
Het valt op dat de schrijver van de leer en van het dogma niet veel moet hebben, al bestrijdt hij
het dogma niet. Het gaat om persoonlijke beleving, om de praktijk van het christen-zijn. Het
accent van Medema hierop vind ik nogal eenzijdig. Ik heb geen moeite met de vraag naar de
persoonlijke beleving. Die vraag is zelfs noodzakelijk, maar niet ten koste van de leer, het
verkondigde Evangelie.
Er zit in het boek natuurlijk toch een heel stuk onderricht (leer), ten dele door verwijzing naar
andere geschriften van de auteur.
Ik ontdek in elk hoofdstuk eigenlijk vier lagen. Allereerst een soort beschrijving van een toerist
die Israël 'doet'. Daarna een toelichting op wat de Evangeliën zeggen over Jezus' komst,
woorden, lijden en verhoging. Dan een confrontatie met de postmoderne mens, met diens inzichten en
ideeën, om ten slotte de boodschap toegelicht en toegespitst op de gesprekspartner door te geven.
Formulering
Dat is een originele aanpak. Boeiend, soms toch wat vragen oproepend. Waarom mag de verkondiging
van de kerk niet duidelijk uitgesproken worden, tot in de formuleringen van het dogma toe? Moeite
heb ik aan het slot met de nadruk op de gemeente als het Evangelie van God. De schrijver legt de
achtergrond van deze stelling niet bloot, maar verschuift de aandacht van het Woord naar de
beleving van het christen-zijn in de gemeente. Hier zou ik de prioriteit van het Woord voorop
willen stellen.
Het is een boek dat wat wijdlopig is, maar zich goed laat lezen. De invalshoek is een heel eigene.
Voor mensen die graag op een nieuwe manier de oude Bijbel met zijn vertrouwde boodschap willen
lezen, is dit een interessante (reis)gids. Of mensen buiten de kerk en de Vergadering der
Gelovigen erdoor aangesproken worden, blijft voor mij een vraag. Het lijkt me geen boek dat binnen
de kerk gemakkelijk als thema voor een gespreksgroep zal dienen. Het is meer voor persoonlijk
gebruik.
Zwolsche Courant, 1 april 2000
Recensie door Ds. Jenno Sijtsma
Wie zou Jezus zijn? door H.P. Medema (Medema)
De ondertitel luidt: het evangelie voor postmoderne mensen na de verdwijning van God. De gemeente
heeft te veel van de tijdgeest van de twintigste eeuw overgenomen en Medema laat zien wat de
gevaren zijn voor de gemeente in deze nieuwe eeuw, maar ook voor welke uitdaging zij staat.
Van de waarheid van de theologen 'moeten we heel weinig verwachten, maar heel veel van de
werkelijkheid van Christus', zo betoogt hij. Nauwgezet beschrijft de auteur hoe de evangeliën
informeren over geboorte, leven, spreken, gaan, sterven en de opstanding van Jezus, zodoende 'de
lezer meenemend naar de plekjes waar de grond nog nagloeit van Jezus' aanwezigheid'.
Met nadruk stelt hij, dat ook al is de gemeente 'gelijkvormig aan de wereld geworden', het 'onze
taak is in ons onderling functioneren, in Gods gemeente, de Goddelijke warmte en het Goddelijke
licht te laten zien waardoor mensen zeggen: ik ga hier weg, zo kan het niet blijven, ik moet bij
God zijn van Wie ik ben weggelopen'. Het is een schitterend boek, mij uit het hart gegrepen.
|