www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

4 RECENSIES


Godenstrijd
Kroniek van het begin
Evert Jan Ouweneel

KokBoekencentrum 
ISBN: 9789043534475
Pagina's: 176
189 blz., €19,99
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

In Godenstrijd vertelt Evert Jan Ouweneel het mythische verhaal van het vroegste begin. Zelfs van vóór dat begin, toen ook de engelen nog niet wisten welke taak hun in de kosmos was toebedeeld. Deze kroniek doet verslag van de strijd tussen het geslacht van de mensen en dat van de engelen. Met frisse literaire overmoed construeert Evert Jan Ouweneel een verhaal dat gebaseerd is op vele oeroude mythen en sagen. Het resultaat is een meeslepend verhaal, een nog nooit vertelde mythe.

..


4. Over boeken - 10 juli 2020 -  https://over-boeken.blogspot.com...

Godenstrijd

Recensie door Evelien de Nooijer Alting

Eva Meijer, zie mijn vorige blog, schrijft onder andere over het verlies van mythen en verhalen. Aan Evert Jan Ouweneel (1972), eveneens filosoof en zoon van mijn grote inspirator Willem Ouweneel, zal het niet liggen. In “Godenstrijd” vertelt hij het verhaal van Genesis opnieuw, maar nu uitgebreid met aanvullende informatie, die hij in allerlei mythen, sagen, legenden en joodse dan wel christelijke commentaren wist op te duikelen. Eigenlijk wil hij hetzelfde als Eva Meijer - zie met name het interview in de Groene Amsterdammer van 10-42019: “… De zin van dit boek zou deze kunnen zijn: dat het soms kan baten buitengewone (onvermoede, merkwaardige, vervreemdende, raadselachtige) wegen te bewandelen om hetzelfde met andere ogen te zien en in het oude nieuwe betekenissen te ontwaren….”. Hah, dat is een visie waaraan de vermoeide (christelijke) wereld sterk behoefte heeft, lijkt mij. Vergeleken met “Godenstrijd” is Genesis een heel summier verhaal. En dat is maar goed ook, want “Godenstrijd” is zelfs voor een getrainde lezer absoluut duizelingwekkend: een waar Tolkien-drama. Al is Tolkien natuurlijk fictie en wil “Godenstrijd” doorgaan voor non-fictie. Hoewel: Ouweneel beweert niet dat het zo ís gegaan, maar dat het zo heeft kúnnen gaan. Overigens, evenals Tolkien is Ouweneel christelijk.

Adam en Eva

Het volgende heb ik opgepikt uit zijn duistere verhaal. In het begin schept God de fijnstoffelijke wereld (“ … de hemelen en alle wezens die daar wonen…”) en de grofstoffelijke wereld (“… het heelal en alle wezens die daar wonen…”). De engelen en de mensen krijgen verschillende taken. Het is de bedoeling dat de engelen de schepping bewaken en de mensen de schepping bewerken..........  Lees verder...


3. Uitdaging - oktober 2020 - - www.uitdaging.nl 

Godenstrijd

Recensie door Jacco Strijkel

Filosoof Evert Jan Ouweneel heeft met 'Godenstrijd' een boek geschreven waarin hij het begin van de schepping beschrijft. Ouweneel heeft vijftien jaar gewerkt aan dit boek waarin de Bijbel (en met name de eerste hoofdstukken van Genesis) de basis is, aangevuld met Rabbijnse literatuur, pseudepigrafen (joodse literatuur geschreven onder de naam van een gezaghebbende figuur uit het verleden), maar ook andere bronnen zoals het Gilgamesj-epos. Met name uit de boeken Henoch en Jubileeën wordt rijkelijk geciteerd. Het doel van Ouweneel is om een mythe te presenteren van de oergeschiedenis. 

Wie de eerste hoofdstukken van de Bijbel leest, komt niet veel te weten over die geschiedenis. Het doel van het Bijbelse verhaal is te laten zien dat God de Schepper is, dat de mens heeft gezondigd en hoe God een uitweg biedt en daarbij uitkomt bij Abraham. 'Godenstrijd' gaat over de geschiedenis van de oertijd. Ouweneel verdeelt dat verhaal in drie delen: Goden, helden, mensen. Voor de zondvloed, na de zondvloed en ten tijde van Abraham.

Om Ouweneels verhaal te kunnen volgen, zijn wel een aantal dingen belangrijk. Het eerste deel, goden, gaat met name over de rol van engelen. In de eerste plaats een val van engelen die een herschepping van God noodzakelijk maakte (Gen. 1:3 en verder) en in de tweede plaats hoe engelen op aarde zich met mensen vermengden (Gen. 6:1-4) en de grote corrumperende invloed die zij hadden op aarde, samen met de reuzen, de kinderen van goden en mensen. In die tijd gaan de meeste mensen de kant op van deze afvalligen, al is er een kleine groep onder leiding van Adam en Eva die vasthoudt aan de
leiding van God. Adam en Eva zijn in Ouweneels visie niet de eerste mensen, maar mensen van een nieuw begin. De eerste mensen zijn naar de hemel gevlucht toen, na de opstand van de engelen, de aarde steeds meer ontaarde in chaos.

Het laatste deel van het boek gaat met name over Nimrod en zijn koningin Semiramis, die sterk in verbinding staat met Naäma, de oermoeder van de reuzen. Zo verklaart Ouweneel ook de godendienst van het oude Babel. In deze tijd was Abraham één van de strijders voor het goede, voor God.

Kortom, als lezer moetje mee kunnen gaan in het belang van buiten-Bijbelse bronnen en de verregaande invloed van buitenaardse krachten op onze aarde. Verder legt Ouweneel personages Bijbelse citaten in de mond die uit de context gehaald zijn en die best lastig te plaatsen zijn. Ook is de stijl vaak nogal breedsprakig. Met name later in het boek begon mij dat wat tegen te staan. Ondanks deze opmerkingen, vond ik 'Godenstrijd' een interessant boek en met name in het begin ook fascinerend. Voor wie bijvoorbeeld de metahistorische trilogie van Willem Jan Ouweneel interessant vond, is 'Goden-strijd' een welkome aanvulling.

Evert Jan Ouweneel laat het aan de lezer in hoeverre dit boek historische feiten beschrijft (voor zover we dit überhaupt kunnen reconstrueren). Daarmee is dit boek ook een kroniek, of een mythe als je wilt. En niet zoals de meeste orthodoxe christenen de Bijbelse geschiedenis waarderen. Wie daarmee goed kan leven, heeft aan 'Godenstrijd' een interessant en lezenswaardig boek.


2. Trouw - 23 september 2020 - www.trouw.nl...

Als er een prijs bestond voor het meest bizarre theologische boek, zou ‘Godenstrijd’ winnen

Recensie door Wolter Huttinga

De auteur
Evert Jan Ouweneel is cultuurfilosoof. Hij werkt als spreker en als consultant voor tal van bedrijven en organisaties. Zijn achternaam zal bij velen een belletje doen rinkelen en inderdaad: hij is een zoon van theoloog Willem Ouweneel.

Thematiek
Hier wordt het al moeilijk. Hoe dit boek te omschrijven? Ouweneel waagt een soort hervertelling van pakweg de eerste helft van het bijbelboek Genesis, maar dan met gebruikmaking van werkelijk ieder denkbare bron van mythologie rond deze verhalen. Genesis zelf speelt zogezegd vrij rustig op het mythologische orgel, maar staat wel bol van de suggesties van, en verwijzingen naar oud-Oosterse mythen en sagen. In dit boek trekt Ouweneel alle registers open.

Bekender zijn Babylonische verhalen als Enoema Elisj of het Gilgamesj-epos, waarin je bijbelverhalen over schepping en zondvloed kunt herkennen, maar dan met een twist. Ouweneel pakt er meer bij: oud-rabbijnse geschriften met hervertellingen en interpretaties van Genesis, geschiedschrijving van de klassieke oudheid, apocriefe bijbelboeken, Het Boek der Reuzen, soera’s uit de Koran; alle teksten waarin je maar snippers van mogelijk oeroude vertellingen over het begin van de wereld terugvindt en die de mythische ‘leemtes’ van Genesis aanvullen.

Wat levert dat op?................... 
Lees verder...
 


1. WillemOuweneel.nl - 24 juni 2020 - www.willemouweneel.nl... 

Godenstrijd

Recensie door Willem J. Ouweneel

Op zijn 47ste schreef mijn vader, Evert Ouweneel, zijn eerste boek, dat hij de titel meegaf: Recht op vrijheid en geluk in een bezeten wereld. Hij vroeg aan mij, zijn 20-jarige oudste zoon, of ik het manuscript wilde doorlezen, wat ik een hele eer vond. Nu heeft mijn oudste zoon, Evert Jan Ouweneel, op zijn 47ste zijn eerste boek geschreven, dat hij de titel meegaf: Godenstrijd (uitg. KokBoekencentrum). Hij vroeg aan mij, zijn 75-jarige vader, of ik het manuscript wilde doorlezen, wat ik een hele eer vond.


De twee boeken zijn nogal verschillend van aard. Maar in één opzicht stemmen zij overeen, en dat is, negatief, dat wij in een ‘bezeten’ wereld leven, dat is een wereld waarin de ‘goden’, de geestelijke machten, het in belangrijke mate voor het zeggen hebben of lijken te hebben. (Het motto van Evert Jans boek is Efez. 6:12.) En positief is de boodschap van beide boeken dat de hoop van de wereld gelegen is in een Mens, die eens, na vele eeuwen, uit het geslacht van Adam, Noach en Abraham geboren is. Steeds weer verwijst Evert Jans boek daarnaar. Het werk van Evert was vooral evangelistisch, het werk van Evert Jan is vooral literair. Daartussenin zit het werk van zoon resp. vader Willem, die met zijn recente boek Het paradijs van zijn val tot zijn herrijzenis dezelfde boodschap probeert uit te stralen: uiteindelijk wordt het paradijs definitief gevestigd door toedoen van die ene Mens die uit Adam, Noach en Abraham geboren is. Het komt goed met de wereld, ondanks oorlogen, hongersnoden en epidemieën, en ‘daarachter’: het woeden van de geestelijke machten der duisternis (zie daarover ‘lang geleden’ mijn boek De negende Koning).

Wie het boek Genesis leest, wordt gemakkelijk getroffen door de vele historische vragen die het boek oproept en die door het boek zelf niet beantwoord worden, zoals: waardoor was de geschapen aarde al direct ‘woest en ledig’? Waar kwam de macht vandaan die door de slang in het paradijs werd gerepresenteerd? Oftewel: hoe ging de val van de satan in zijn werk? Wie zijn de ‘cherubs’ in hoofdstuk 3:24? Hoe zat het nu precies met die nazaten van Kaïn en de beschaving die zij hebben opgebouwd? We zouden er graag heel wat meer van willen weten. En hoe zat het met die ‘zonen van God’ die zich met ‘dochters van mensen’ verbonden, wat leidde tot de geboorte van ‘reuzen’ (de zg. Nephilim)? Genesis vertelt hun mysterieuze verhaal in vier verzen (6:1-4), maar we zouden er heel wat meer van willen weten. En hebben ze iets te maken met de reus Enak (zie met name Num. 13:33)? En wat de tijd na de zondvloed betreft: we zouden veel meer willen weten van de torenbouw van Babel én van de volken die zich over de aarde verspreid hebben (Gen. 10 en 11) én van Amrafel, Kedorlaomer en de andere koningen die met hun koninkrijken in Genesis 14 genoemd worden. Er zijn ook namen die in Genesis niet voorkomen, maar wel lijken te dateren uit de vroegste tijden, zoals Azazel (Lev. 16 NBG, NBV), Rahab (Job 9:13; 26:12; Ps. 89:11; Jes. 51:9), en de geheimzinnige ‘Wachters’ in Dan. 4:13,17,23.

Wie kennisneemt van de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus (eerste eeuw n.C.), merkt tot zijn verbazing dat hij enorm veel meer van de geschiedenis van Genesis lijkt te weten dan Genesis zelf vertelt. Waar heeft hij dat allemaal vandaan gehaald!? Hetzelfde geldt voor allerlei antieke joodse geschriften, zoals diverse apocriefe en pseudepigrafische geschriften, vooral het boek Jubileeën, dat door Ethiopische christenen als min of meer canoniek wordt beschouwd. En dan zijn er natuurlijk de Talmoed en vooral de Midrasjim, die ons onnoemelijk veel over de Genesisperiode vertellen. Zelfs de grote middeleeuwse rabbijnen zoals Maimonides, Nachmanides, Rasji en Ibn Ezra, lijken soms uit oude bronnen te putten die ons niet meer bekend zijn.

Als je al die joodse bronnen bestudeert, dan zie je dat er vele overleveringen uit de oudste tijden onder Israël bewaard gebleven moeten zijn die niet in de Bijbel zijn terechtgekomen. De kernvraag, waarover al vele wetenschappers zich het hoofd gebroken hebben, is: wat is er in deze verhalen authentiek en wat is er door de vrome fantasie bij verzonnen? Het precieze antwoord zullen we nooit weten. Maar Louis Ginzberg geeft vele van die verhalen bijeengebracht in zijn buitengewoon boeiende serie boeken getiteld The Legends of the Jews (1909).

Dan zijn er nog allerlei niet-joodse bronnen, zoals het Gilgamesj-epos en de Enoema Elisj, die over dezelfde antieke tijden spreken, alsmede andere Egyptische, Soemerische, Assyrische en Babylonische teksten, die soms opvallende parallellen met Genesis vertonen. Zo herinnert de Soemerische godin Tiamat, die de ‘oeroceaan’ representeert, direct aan Tehom, het Hebreeuwse woord voor de ‘oervloed’ die in Genesis 1:2; 8:2 genoemd wordt. En vervolgens zijn er nog de antieke geschiedschrijvers en dichters die dingen vertellen die direct met de Genesistijd te maken lijken te hebben, zoals de Grieks schrijvende Herodotus, Hesiodus en de Latijn schrijvende Ovidius.

Evert Jan heeft zich bewust niet gewaagd aan de historische betekenis van deze bronnen, dat wil zeggen met de vraag wat daarin ‘echt gebeurd’ is. Wie zou dat ook precies kunnen weten? Evenmin gaat hij in op de theologische betekenis die deze bronnen zouden kunnen hebben voor het verstaan van Genesis. Zijn doelstelling is zuiver literair: probeer, uitgaande van Genesis, al deze bronnen in elkaar te schuiven en maak er één verhaal van, met zo min mogelijk fragmenten die aan eigen fantasie ontsproten zijn. En daarin is hij volgens mijn subjectieve mening voortreffelijk geslaagd. Laat het verhaal voor zichzelf spreken en laat elke lezer maar voor zichzelf uitmaken wat hij ermee aan moet. Het verhaal wordt hem in de schoot geworpen; eventuele betekenissen mag de lezer er geheel zelf aan verlenen.

 

www.vergadering.nu