www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
3
RECENSIES
Het paradijs
van zijn val tot zijn herrijzenis - Het verhaal van Eden
Willem J. Ouweneel
Gideon, 2020
gebonden
Prijs € 24, 95
220 blz.
ISBN: 9789059991606
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
De heilsgeschiedenis heeft vele echte ‘Edens’ (paradijzen) gekend. In dit boek worden maar liefst zeven ervan beschreven, vanaf het hemelse Eden in Ezechiël 28, via de Hof van Eden in Genesis 2-3 tot het laatste Eden in Openbaring 2:7 en 22:1-5.
De paradijsgeschiedenis is een droevig verhaal, doordat Eden vanaf Genesis 2 voortdurend bedreigd is geweest. Hetzij van binnenuit door het falen van zijn bewoners, of van buitenaf (te beginnen met de slang), of allebei. Maar het is een verhaal met een gelukkige afloop – en trouwens ook met schitterende momenten onderweg, vooral in Mozes’ tabernakel en Salomo’s tempel, maar ook in het ‘paradijselijke’ Beloofde Land en de Tuin van Jozef, waar Jezus’ opstanding plaatsvond.
Het Edenverhaal is een drama, dat echter positief eindigt: met een koninklijk feestmaal, een hemels banket. Eten en drinken, maar ook de huwelijksvreugden, spelen in Eden een belangrijke rol. ‘Eet’, zei de slang in het eerste aardse Eden tegen Eva, en Eva zei het tegen Adam (Gen. 3:1-6). ‘Neem, eet!’ zei Jezus in de laatste nacht van zijn aardse leven, in een totaal andere zin (Matt. 26:26). ‘Kom, koop en eet’, zal God aan het eind zeggen; zie Jes. 55:1 (vgl. vs12v.). ‘De HEERE zal Sion troosten, Hij zal al haar puinhopen troosten. Hij zal haar woestijn maken als Eden, haar wildernis als de hof van de HEERE. Vreugde en blijdschap zal daarin gevonden worden, dankzegging en luid psalmgezang’ (Jes. 51:3).
..
3.
- 18 augustus 2021 - https://libris.nl/westerhofboeken-jufferenwal/
Boekrecensie door Jenno Sijtsma
Als professor dr. Willem Ouweneel een nieuw boek geschreven heeft is het voor mij elke keer weer spannend. Voortdurend komt hij met informatie die mij bijna versteld doet staan van de kennis die hij weet te etaleren. Zo ook in dit boek dat volgens zijn zeggen vertelt hoe de mensheid Eden is kwijtgeraakt, maar ook hoe het
Eden-ideaal door de eeuwen heen bleef bestaan in de harten van mensen, en speciaal van Gods
volk: na de zondvloed, in het Beloofde Land als zodanig, in de tabernakel en de tempel, in de persoon van Jezus Christus, in de Gemeente (bezien door Gods ogen), in het Johannëische idee van het
'eeuwige leven', in het Messiaanse rijk en in de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde. Het gaat er dus om dat de mensheid op weg is naar dat betere en ultieme Eden, maar dat deelname daaraan uitsluitend verkregen zal worden door de weg van inkeer en geloofsovergave. Het uiteindelijke doel van de schepping is het ultieme Eden: Het Koninkrijk van God, dat aanbreekt bij Jezus’ wederkomst waarin Hij zal heersen. Daarom wordt het ook wel het Messiaanse rijk genoemd
Houten
Bovenstaande wordt uitgewerkt tot op een diep niveau. Dat is het belangrijkste gedeelte van dit boek. Maar daarnaast speelt het feit dat de auteur sinds een paar jaar woont in de gemeente Houten, in de buurtschap Loerik en wel in het wijkje dat ze hier
'de Tuinen’ noemen. zo zegt hij. Het boek is dan ook een soort eerbetoon aan ons wijkje. Want als je een boek schrijft over de tuin van Eden dan kun je er niet omheen dat je zelf in
'de Tuinen’ woont. Daar, in 'de Tuinen’’ in Houten citeert Ouweneel aan het begin van elk hoofdstuk uit een van zijn lievelingsboeken
'Oud- Achterhoeksch Boerenleven'. Dat boek is geschreven door 'schoolmeester, ouderling, streekhistoricus en volkskundige' Hendrik Willem Heuvel, en het beschrijft het vroegere boerenleven in de Achterhoek, waar het grootste deel van het voorgeslacht van Ouweneels moeder vandaan komt. Dat citaat is als het ware een stille, doorleefde mijmering over Eden en de beleving van de natuur en de schepping.
De eigenlijke inhoud
Dat Ouweneel een nauwgezet man is blijkt ook nu weer in dit boek: elk van de negen hoofdstukken is onderverdeeld in evenzovele paragrafen. En aan het eind van elk
'hoofdstuk is er voor liefhebber en kenner van klassieke muziek een onderdeel met gegevens over de muzikale voorsmaak van Eden. De hoofdstukken dragen de titel: van tuin tot tuin, de eerste drie Edens, de tabernakel, het Beloofde Land, Zeven (anti) Edense bomen, de tuin van Jozef, de Edense Gemeente, Eden en het hiernamaals, het Laatste Eden. Steeds weet Ouweneel de lezer te boeien door een wereld aan
details die het geheel zo verfraaien. Als ik het boek doorblader en mijn vele aantekeningen lees valt op hoe belangrijk eten en drinken in het paradijs de eeuwen door is geweest. Niet voor niets staat paradijs voor een willekeurige boomgaard of lusthof. Adam en Eva vielen door het eten van de verboden vrucht, Noach door het teveel drinken en Israël viel
'door het eten en drinken van de afgoden’. Het volk Israël wordt een land overvloeiende van melk en honing beloofd en Jezus at en dronk met zoveel genoegen op
'paradijselijke wijze’ dat zijn vijanden hem typeerden als een `gulzigaard en wijndrinker’ De auteur noemt onder de kenmerken van het ultieme Eden niet voor niets genot, aanliggen en eten. Als een mens geniet van eten en drinken is dat volgens de spreukendichter een geschenk van God. Helder wordt ook verwoord hoe het falen van de mens de eeuwen door er is geweest en merkt Ouweneel
op: "Als het om eten gaat, is één droeve zaak deze, dat de Reformatoren al gauw fundamentele meningsverschillen kregen, juist over het Heilig Avondmaal".
De twee slothoofdstukken
Niets ten kwade van de eerdere hoofdstukken, maar de laatste twee hoofdstukken lijken mij voor een breed publiek het meest aansprekende. Hier gaat het over het feit dat veel christenen geloven dat ze na het sterven naar de hemel gaan, maar het Nieuwe Testament zegt nooit dat de gelovige bij zijn sterven
'naar de hemel gaat’. Het is juist zo, dat 'het Nieuwe testament alleen een Eden verkondigt dat pas aanbreekt wanneer Christus zal terugkeren, en de gelovigen uit de doden zullen opstaan’. Het vele gebruik bij begrafenissen van de vele woningen in het Huis van mijn Vader uit Johannes 14 gaat helemaal niet over het hiernamaals, maar over de wederkomst van Christus. Ook de moordenaar aan het kruis die vraagt aan Jezus of Hij aan hem denken wil als Hij zijn koninkrijk binnenkomt, stelt die vraag in overeenstemming met de oudtestamentische verwachting van het Messiaanse rijk. Het wonder, zo schrijft Ouweneel, dat zich voltrok in de boosdoener aan het kruis was dat de Heilige Geest zijn ogen geopend had voor het feit dat Jezus deze Messias was. Hij begreep, bewust of half onbewust, dat Jezus door de dood heen zou gaan en op een dag zou terugkeren. Zijn vraag was bedoeld dat Jezus hem dan niet vergeten zou. Het sterven van een christen – die niet doodgaat! – betekent met Christus zijn (Filippenzen 1: 23). Ook alle nadenken over het ultieme paradijs wil zonder meer zeggen dat Jezus daar zal zijn, maar misschien is het nog juister om te zeggen: waar God of de Zoon van God is, daar is het paradijs. Daarom is het zo belangrijk wat Ouweneel de lezer mee wil geven: “Niet vergeving en verzoening zijn het hoogste doel in het christendom. Vergeving en verzoening zijn een middel, niet een doel. Via de vergeving en verzoening wordt de deur geopend tot een domein dat gekenmerkt wordt door het ware goddelijke leven, waarin Christus zelf de bron en fontein van het leven is”. Kortom, ook hier en nu al bestaat eeuwig leven: Het is een levende relatie met God in Christus. Dit is immers het eeuwige leven, zegt Jezus, dat zij U kennen en Hem die U gezonden hebt. Kennen is dus een levende, doorleefde relatie. Die relatie zal pas (!) tot volle bloei komen in de toekomstige wereld, het Koninkrijk van God, ultieme paradijs.
2. -
juni
2020 -
www.uitdaging.nl
De geschiedenis van het paradijs
Boekrecensie door Jacco Stijkel
Veelschrijver Willem J. Ouweneel heeft een nieuw boek geschreven over een bijzonder onderwerp: de geschiedenis van het paradijs. Een verhaal dat begint met de Hof van Eden in Genesis 2 en eindigt met het laatste Eden in Openbaring 22. Eden is een plek die God heeft gemaakt voor de mens. Om te genieten van al het goede dat God hem gegeven heeft en nog wel het meest om te genieten van God zelf, in Christus.
Ouweneel onderscheidt zeven Edens. Natuurlijk de Hof van Eden in Genesis 2, maar ook de tabernakel, het beloofde land, de tuin van Jozef van Arimathea, de Gemeente, het 'hiernamaals' en het uiteindelijke heerlijke Eden van Openbaring 22. In de kern gaat het erom dat een heilig God bij de mens wil wonen en zich op een bijzondere manier in verbinding stelt met de mens. In de heilsgeschiedenis doet God dit op verschillende manieren: van een draagbare tent naar de inwoning in de gelovige door de Heilige Geest.
Er vallen een paar dingen op aan dit boek. In de eerste plaats: wie geďnteresseerd is in het Joodse denken, kan zijn of haar hart ophalen. In 'Het paradijs' haalt Ouweneel regelmatig stof aan uit de (buiten Bijbelse, Rabbijnse) Joodse geschriften die verdieping aanbrengen in het verhaal van Ouweneel. Ook het boek Hooglied wordt vaak geciteerd, en ging voor mij op een nieuwe manier leven als een 'Edens' boek.
Een heel interessant hoofdstuk vond ik 'Eden en het hiernamaals' waarin Ouweneel betoogt dat 'naar de hemel gaan' geen Bijbelse gedachte is. De Bijbel spreekt over de zegeningen van Christus' wederkomst, het Messiaanse rijk en de eeuwige toestand'; niet zozeer dat de gelovige naar de hemel gaat. Dit is een geluid dat vandaag de dag vaker klinkt. Erg mooi vond ik hoe Ouweneel erop wijst dat het niet gaat om 'waar' maar om 'Wie': de hemel is dat wij als gelovigen altijd bij de Heer mogen zijn.
Wat het boek nog beter leesbaar maakt, is dat Ouweneel duidelijk zijn betrokkenheid toont bij dit onderwerp door persoonlijke verhalen en zijn eigen familiegeschiedenis. Verder komen in dit boek gedachten voor die met name in zijn metahistorische trilogie ook te vinden zijn, in het bijzonder 'De zevende koningin'.
Als ik een kritisch punt mag noemen, vind ik het af en toe wel wat gekunsteld. Als voorbeeld noem ik dat Ouweneel zeven seizoenen koppelt aan de geschiedenis van Israël.
Het neemt niet weg dat 'Het paradijs' een mooi boek is. Vanuit een fris uitgangspunt wordt gekeken naar de heilsgeschiedenis. De hardcover uitvoering en de luistertips om Eden nog meer te ervaren, geven het boek extra cachet.
1. indekerk.be Blog - februari
2020 - indekerk.be...
Het paradijs
Boekrecensie door Raymond R. Hausoul
Op een bijzondere manier kiest de schrijver er in dit boek voor om zijn lezers mee te nemen in het verhaal van Eden. Het boek wil zichtbaar maken hoe de kenmerkende beschrijvingen van het paradijs in latere Bijbelteksten terugkeren en herinneringen oproepen. Om dat gemakkelijk te kunnen vatten, start het boek met twee hoofdstukken die nader ingaan op de tuin van Eden. Daarin wordt zichtbaar dat Genesis 2 de hof in Eden als een heiligdom voorstelt, waarin de mens een priesterdienst voor God had.
Vanuit deze gegevens trekt Willem Ouweneel lijnen vanuit Eden door naar: de tabernakel en tempel van Salomo (hfst. 3), het land Kanaän (hfst. 4), bomen die aan Eden herinneren (hfst. 5), de graftuin (hfst. 6), de gemeente (hfst. 7) en het hiernamaals (hfst. 8+9). Telkens brengt de auteur op een heldere manier naar voren hoe het verhaal van Eden op talrijke plaatsen in de Bijbel terugkeert. Het paradijs gaat daardoor niet enkel over het begin. Het gaat ook over het einde. Bijbelse beschrijvingen van priesterdienst, Gods aanwezigheid, flora
en fauna en de taal die daarmee verbonden is, herinneren de oplettende lezer van de Bijbel terug aan Eden.
Voor de lezer is het waardevol dat de auteur de betekenis van Eden ook met het christelijke leven verbindt. Willem Ouweneel doet dat in de terminologie van de profeten, Jezus en de apostelen. Er is sprake van het ‘vrucht dragen’ in het leven, zoals God in Genesis 1 de bloemen en planten opdraagt om vrucht te dragen. Allerlei termen in het Oude en Nieuwe Testament herinneren hierbij aan het paradijs waarmee de heilige Schriften beginnen.
Wat ikzelf als enig nadeel in deze beschrijvingen ervaar, zijn de momenten waarop de auteur talrijke Bijbelteksten achter elkaar plakt. In zulk gevallen moet je extra gefocust zijn om naast het lezen van de volledige Bijbelteksten niet de aandacht van het boek te verliezen. Dat lukt niet altijd. Allerlei zaken die niet nodig zijn om het punt te volgen dat Willem Ouweneel wil maken, roven dan snel de aandacht. Dat wordt nog uitdagender als er tussen de vele citaten aan Bijbelteksten nog allerlei ditjes-en-datjes de revue passeren die van ondergeschikte orde zijn aan het thema dat de auteur wil verduidelijken. De helderheid van het betoog wordt hierdoor verzwakt. Conclusies of samenvattingen zouden dit voor de lezer wat hebben opgevangen.
Wat mij dan weer aanspreekt zijn de prachtige kleine foto’s van schilderijen over Eden die er in het boek voorkomen. Ze mochten gerust wat groter in het boek worden geplaatst. Ook de lijsten met muziekstukken zijn inspirerend en via de huidige media gemakkelijk terug te vinden. Dat het boek een afgewerkte harde kaft kreeg is daarbij nog een mooie afwerking.
( Boekbespreking
van Raymond Hausoulp op video...
)
|