www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

10 RECENSIES


Vijf olifanten in de porseleinkast
Vijf brandende onderwerpen waarover christenen verdeeld zijn
Willem J. Ouweneel
Uitg. Medema, Vaassen 2009
136 blz. € 12,50 
9789063535773
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Vijf brandende onderwerpen waarover christenen verdeeld zijn
In Zuid-Afrika weet iedereen wat er met de big five wordt bedoeld. Het zijn de vijf indrukwekkendste dieren die in de wildparken rondlopen: de leeuw, de olifant, de neushoorn, de buffel en de panter. Deze dieren kunnen je behoorlijk in de weg staan!
In de christelijke wereld heb je ook ‘monsters’ die je voor de voeten kunnen lopen. Salomo spreekt in het Hooglied over de kleine vossen die de wijngaarden bederven – maar soms zijn die vossen bepaald niet zo klein…
Soms maken we van een mug een olifant. En soms zijn de geschilpunten zo groot als olifanten, rennend door onze christelijke porseleinkast. Over vijf van deze geschilpunten gaat dit boek: de schepping, homo(seksualiteit), de vrouw, de Geest en de doop.

Prof. dr. Willem J. Ouweneel (1944) is gepromoveerd in de biologie (1970), de filosofie (1986) en de theologie (1993). Hij is verbonden aan de Evangelische Theologische Faculteit (Leuven), de Evangelische Theologische Academie (Zwijndrecht) en hij is oud-docent van de Evangelische Hogeschool (Amersfoort). Hij heeft een omvangrijke predik- en schrijfbediening.

Lees meer: ND 25 november 2009 : Presentatie in de Amersfoortse St. Joriskerk...


Meer recensies:

Lees op WillemOuweneel.nl de
recensies/reacties van mensen die het boek gelezen hebben... ( Oproep... )


10. Kerkblad van het Noorden - 12 maart 2011 - www.kerkbladvoorhetnoorden.nl

Vijf olifanten in een porseleinkast

Recensie door N. Vennik

Ouweneel schreef ‘Vijf olifanten in een porseleinkast’. Het voorwoord is van de hand van ‘EO-dominee’ Arie van der Veer. Ouweneel zet in dit boek de – ik zou haast zeggen – bekende meningsverschillen tussen christenen op een rijtje. Het boek is prettig leesbaar en zet zaken op een rij. Om welke vijf verschillen gaat het? De problematiek rond schepping en evolutie. De visie op homoseksualiteit. Hoe er wordt aangekeken tegen de vrouw in het ambt. En als nummer vier en vijf de Geestesgaven en de doop.


Ouweneel typeert deze vijf als 'the big five'. In alle zoeken naar eenheid tussen de kerken dreigen deze vijf “de verschillende stromingen tegen elkaar op te zetten en steeds weer nieuwe kloven te slaan”. Doel van zijn boekje is om een bijdrage te leveren tot het beter begrijpen van elkaars standpunten. Daartoe geeft hij de verschillende opvattingen weer en doet hij een geslaagde poging de stand van het debat weer te geven. 

Kort stipt hij ook 'the small five' aan. Weliswaar is bij deze vijf sprake van verschil van inzicht maar zij “lijken in de gangbare discussies toch een geringere rol te spelen.” Het betreft hier de visie op Israël, de leer van de alverzoening, de leer van de (niet-)verliesbaarheid van het heil, de visie op het occultisme (wat is nu wel of niet occult?) en tenslotte de visie op de islam. Hoe behandelt Ouweneel de verschillende thema’s? Hij geeft bij elk van de vijf het ‘conservatieve’ en het ‘progressieve’ standpunt weer (bij homoseksualiteit 3 standpunten). Voor hem is conservatief niet per se beter dan progressief of andersom. 

Naar elkaar luisteren
Typerend vind ik wat hij schrijft op pagina 87. “Ten slotte herhaal ik het punt waarmee zo ongeveer elk hoofdstuk eindigt: laten conservatieven en progressieven ervan overtuigd zijn dat het de andere partij werkelijk gaat om het recht verstaan van de Schrift”. Respect voor elkaar en van elkaar willen leren spelen daarbij een belangrijke rol. Op pagina 103 verwoordt hij het anders, nl. dat conservatieven de Geest niet moeten uitblussen en dat de progressieven niet alles wat er blinkt als goud aanprijzen en daarmee het Woord uitblussen. 

Als het over de verbondsdoop en geloofsdoop gaat waarschuwt Ouweneel voor extremisme. Weinig mensen willen beweren dat iemands eeuwige behoudenis staat of valt met de wijze van dopen. “Toch hanteert men de eigen doopopvatting in extreme gevallen als een toetssteen van echte rechtzinnigheid”. Voor uitersten waarschuwt hij sowieso. Er zullen altijd christenen zijn die beweren dat het behoud van de ander op losse schroeven staat als je niet op hun manier gelooft, zo stelt de schrijver. 

Inzichtgevend vond ik wat hij schreef op pagina 124: “Luther en Calvijn hadden diepgaande verschillen van opvatting over het avondmaal; en samen hadden ze grondige meningsverschillen met Menno Simons over de doop. Moeten we nu aannemen dat hoogstens een van de drie in de hemel kan komen of gekomen is!?” 

Ontdekkend en om over na te denken is wat hij schrijft over wat hij noemt ‘selectieve verontwaardiging’ over homoseksualiteit. “Als homoseksualiteit de Here een gruwel is, weet dan dat zes, ja zeven dingen de Here een hartgrondige gruwel zijn: hoogmoedige ogen (zeg maar: arrogantie, verwaandheid), een valse tong, handen die onschuldig bloed vergieten (of mensen die niet hun best doen te voorkomen dat ánderen onschuldig bloed vergieten), een hart dat heilloze plannen smeedt, voeten die zich haasten om naar het kwade te snellen, een mens die leugens uitblaast als een vals getuige (zeg maar: een roddelaar) en die twist stookt tussen broeders” (Spreuken 6:16-19).

Liefde en verdraagzaamheid
Dit boekje is niet geschreven om iedereen gelijk te geven. Maar wel om je eigen gelijk nog eens (biddend!) onder de loep te nemen. 
Het is een leerzaam boek waarin voor het ruimte geven aan elkaar een grote plaats wordt ingeruimd. Dat is positief te beoordelen. Tegelijkertijd riep het bij mij ook de vraag op of we elkaar in die ruimte dan nog wel tegenkomen. Gelukkig sluit Ouweneel een discussie niet uit! Die mag wat hem betreft zelfs pittig zijn. Als het in alle dingen maar gebeurt in liefde en verdraagzaamheid. Dit boekje biedt veel in 136 bladzijden.


9. NBG/Biblion - 4 juni 2010

Vijf olifanten in een porseleinkast

De auteur bespreekt voor een breed kerkelijk publiek vijf heikele onderwerpen, die in veel protestantse kerken breed uiteenlopende standpunten vertegenwoordigen. De onderwerpen zijn: het scheppingsverhaal, homoseksualiteit, de vrouw in het ambt, de Geestesgaven en de waterdoop. Elk onderwerp belicht hij eerst vanuit wat hij noemt het conservatieve standpunt, vervolgens vanuit het progressieve standpunt, met daarna een evaluatie. Het is een grondig betoog geworden, waarin de standpunten helder en formeel juist worden getypeerd. 

Ouweneel hoopt met zijn betoog bij beide partijen begrip en tolerantie jegens elkaars standpunt te bereiken, voor zover dat mogelijk is. Hoe objectief hij ook maar wil zijn, een duidelijke voorkeur hier en daar voor het progressieve standpunt is onmiskenbaar. 

Voor de gemiddelde kerkganger een treffend geheel en zeker voor de kerkenraad is het een boek om te bespreken en na te denken over een standpunt van een andere kerk.


8. Credo – maart 2010

Recensie door W.J.W. Scheltens

Vijf olifanten in een porseleinkast

Schepping, homoseksualiteit, vrouw in het ambt, Geestesgaven en waterdoop vormen de grootste knelpunten onder christenen. Israël, alverzoening, (on-)verliesbaarheid van het heil, occultisme en islam zijn vijf mindere knelpunten volgens dr. Ouweneel. Hij heeft het conservatieve en progressieve standpunt van de eerste vijf genoemde thema's in beeld gebracht en ook nog een tussenstandpunt. Hij vindt in deze methode argumenten om met elkaar te bespreken. Waar geen meningsverschil over mag zijn in zijn ogen, is de kern van het christelijk geloof, zoals: waarachtige godheid en mensheid van Christus, verzoenend werk van Christus, lichamelijke opstanding van Christus, Heilige Schrift als openbaring van God. 

Kernvraag in deze methodisch ontspannen en sterke invalshoek is: wie zou durven beweren dat je alleen in de hemel kunt komen als je zus en zo denkt over Schepping, positie van de vrouw, Geestesgaven of de doop. Praktiserende homo's in de gemeente is niet zo'n ontspannen te maken thema volgens Ouweneel. Hij wil duidelijk stellen dat samenlevende homo's niemand kwaad doen. En wie sociaal onrecht bedrijft, twistziek optreedt, medemensen manipuleert veroorzaakt voor een heleboel mensen schade. 

Kan iemand die voor een homoseksuele relatie in de gemeente ruimte wil toestaan, in de hemel komen? Kan iemand die voor zulke relaties in de gemeente geen ruimte wil toestaan, in de hemel komen? Het gaat Ouweneel om ware verdraagzaamheid over zaken die twijfelachtig zijn. Hij denk aan de Latijnse zin: In necessariis unitas, in dubiis libertas, in omnibus caritas = in noodzakelijke dingen eenheid, in twijfelachtige dingen vrijheid, in alle dingen genegenheid. 

Ouweneel pleit voor aandachtig luisteren, de theologische achtergrond opzoeken, argumenten tegen een mening vanuit het standpunt van de ander bedenken, erkennen dat de ander een punt heeft; aanvaard dat je verschillend kunt denken en toch één in Christus kunt zijn. Zo is dit een heel praktisch boek geworden.


7. G.T.S.V. Voetius - Vox Voetianorum – februari 2010

Recensie door Adriaan Molenaar

Vijf olifanten in de porseleinkast

In zijn niet-aflatende publicatiestroom heeft prof. Ouweneel in december 2009 een kort en boeiend boekje uitgebracht. De titel geeft al direct aan waarover het gaat: "vijf onderwerpen waarin een eventuele opwekking in Nederland direct zou verzanden". Er is in christelijk Nederland een aantal onderwerpen 'hot' in de zin dat ze voor verhitte discussies zorgen. Neem, voor u verder leest, tien seconden en probeer eens te bedenken welke dit zijn...!

Ouweneel beschrijft de vijf kwesties met het doel om begrip te kweken tussen christenen die er verschillende meningen over hebben. Hij ontkent niet dat er wezenlijke verschillen zijn, tussen de standpunten, maar hij vindt de vijf kwesties niet zó ernstig dat iemand die er anders over denkt geen broeder of zuster meer is, of anders gezegd: het zijn geen zaken waarvan iemands behoud afhangt. Om die reden vraagt Ouweneel om "begrip en tolerantie jegens elkaars standpunt" [43]. 
Het lijkt wel of ik een welzijnswerker uit mijn buurt hoor... maar ik vrees dat zijn pleidooi bepaald niet onnodig is onder christenen. Te vaak sluiten mensen of groepen zich op in hun eigen gelijk en worden anderen in een hokje gestopt zonder echt naar ze te luisteren!

U hebt wellicht intussen geraden naar de vijf onderwerpen die ter sprake komen. Het zijn: het scheppingsverhaal, homoseksualiteit, de vrouw in het ambt, de Geestesgaven en de doop. Inderdaad vijf actuele onderwerpen, denk slechts aan de recente besloten bijeenkomst van de GB over schepping, of lees een willekeurig christelijk blad. Ouweneel verdeelt bij elk onderwerp de standpunten in twee groepen, die hij "conservatief” en "progressief” noemt. Deze namen zijn niet bedoeld als waardeoordelen, maar geven aan dat het ene standpunt vanouds werd aangehangen door de meeste christenen, terwijl er tegenwoordig dus ook mensen zijn die er anders over denken. Bij elk van de vijf onderwerpen zet Ouweneel de argumenten voor het conservatieve en progressieve standpunt uiteen, telkens gevolgd door een evaluatie. Hij probeert dit zo objectief mogelijk te doen en zegt niet wat zijn eigen mening is. Soms is die wel te raden, maar hij probeert niemand een mening op te leggen, slechts begrip te kweken. Het boekje sluit af met een aantal tips om een goed gesprek te bevorderen en een waarschuwing tegen biblicistisch met teksten gooien. 

Ouweneel gaat tenslotte nog wat dieper in op de christelijke preoccupatie met seksualiteit als zonde, waardoor (áls homoseksualiteit of -praxis zonde zou zijn) dergelijke zonde zwaarder wordt aangerekend dan bijvoorbeeld roddelen of materialisme.
Naar mijn mening heeft Ouweneel ditmaal een nuttig en evenwichtig boekje geschreven. Het is niet gericht op het uitlokken van discussie, want die is er al over elk van de onderwerpen, maar op het verhelderen van de verschillende standpunten en de achterliggende visies. Wat me opviel is dat het in alle gevallen ten diepste gaat over Schriftvisie en hermeneutiek. Het is echter niet zo dat het "conservatieve" standpunt het dichtst bij de letterlijke bijbeltekst blijft; bij de doop en de Geestesgaven lijkt het eerder andersom! Stof tot nadenken dus...

Voor geïnteresseerde gemeenteleden treft het boekje de juiste toon, voor theologen is het wel héél eenvoudig geschreven. Voetnoten en bronvermeldingen ontbreken geheel, dit is een bewuste keuze van de schrijver [17]. Als inleiding bij een bepaalde discussie is het echter wel handig. Verwijzing naar verdere literatuur zou daarbij erg handig zijn geweest ter verdieping, maar die wordt niet gegeven. Achterin staat alleen een lijst met boeken van Ouweneel zelf; dit viel me enigszins tegen. Ik kan me voorstellen dat dit boekje een goede basis is voor een studiekring, het heeft er juist het goede aantal hoofdstukken voor (beginavond + vijf onderwerpen). Verdere literatuur is dan wel nodig ter verdieping.


6. Uitdaging - mei 2010 - www.uitdaging.nl

Vijf brandende onderwerpen waarover christenen verdeeld zijn

Homoseksualiteit en de rechten van vrouwen in de kerk. Voor- en tegenstanders voeren over dit soort onderwerpen graag discussies. Meestal akelig verhit. In Vijf Olifanten in een Porseleinkast zet Willem Ouweneel deze, en drie andere, hete hangijzers op een rijtje. Hij geeft de meningen van verschillende christenen weer en pleit voor verdraagzaamheid.

Recensie door Rianne van der Molen

Voor een niet-christen is het soms onbegrijpelijk. Geen enkele kerk in Nederland, zelfs niet die kerken met hetzelfde stempel, lijkt hetzelfde. In de ene gereformeerde kerk wordt van vrouwen verlangd dat ze een rok dragen, in de andere geformeerde kerk maakt het niet uit. In de ene protestantse kerk mogen vrouwen voorgaan, terwijl de andere protestantse kerk enkel mannen toelaat op de kansel. Je zou er hoofdpijn van krijgen. De kerk in Nederland is in kleine deeltjes versplinterd en de verschillende gemeenten lezen allemaal op een andere manier de Bijbel. Ze hebben bovendien allemaal andere gedachten over de controversiële onderwerpen die momenteel spelen. Voor veel gelovigen zijn die ideeën al lastig om te volgen, maar hoe moet dat zijn voor iemand die nieuwsgierig is naar het christendom en een kerk wil binnenstappen?
Vooral de felle discussies zullen lastig om te volgen zijn. Het wordt tijd dat kerken nog meer naar elkaar toe groeien. De eerste stappen daarin zijn al gezet. Gemeentes hoeven niet direct elkaars standpunten over te nemen, maar begrip is noodzakelijk. Om samen te kunnen groeien in geloof.

Bioloog/filosoof/theoloog Willem J. Ouweneel schrijft in dit boekje over vijf brandende kwesties waar christenen verdeeld over zijn. De schepping, de rol van de vrouw in de kerk, homoseksualiteit, de doop en de geestesgaven. In heldere hoofdstukken behandelt hij deze onderwerpen. Hij staat stil bij de verschillende standpunten die er over de onderwerpen zijn en voegt het conservatieve en het progressieve standpunt toe. Aan de hand van Bijbelteksten valt te lezen waar verschillende christenen hun denkbeelden vandaan halen.

De mening van Ouweneel is hier en daar wel voelbaar, maar de schrijver geeft ook veel ruimte aan alle andere meningen. Hij benadrukt dat het niet heel relevant is wie de waarheid in pacht heeft. Dit boekje is niet bedoeld om voor eens en altijd de discussies rond eerdergenoemde onderwerpen op te lossen, maar juist om begrip te kweken voor andersdenkenden. Progressieve christenen kunnen hier leren waarom conservatieve gelovigen er bijvoorbeeld voor kiezen om de vrouw een kleinere rol dan de man in de gemeenschap te geven. Die meningen zijn misschien bekend, net als de Bijbelteksten die de verschillende gelovigen aanhalen, maar Ouweneel helpt om begrip te kweken voor beide standpunten.

Belangrijk is vooral de manier waarop we als christenen met elkaar omgaan. Verhitte discussies kunnen niet vermeden worden, maar het helpt al als iedereen zich meer gaat focussen op de overeenkomsten dan op de verschillen. Op redelijke wijze, zonder het eigen standpunt aan de ander op te dringen. Door te luisteren kunnen kerken en gelovigen dichterbij elkaar komen.

Vijf Olifanten in een Porseleinkast kan helpen bij het creëren van die houding. Het benadrukt tegelijk dat we als christenen kritisch mogen zijn en ons zorgen mogen maken over christenen die afwijken. Maar wel op een gezonde manier, in liefde en verdraagzaamheid. Dit helder geschreven boekje kan dienen als mooi opstartpunt voor christenen met verschillende achtergronden en meningen, die samen willen werken om verdere kerkscheuringen te voorkomen.


5 . Oogst - april 2010 - www.totheildesvolks.nl/de-oogst

Vijf olifanten in een porseleinkast

Recensie door Pieter Siebesma

Prof. dr. Willem Ouweneel gaat in op vijf grote onderwerpen waarover christenen vandaag de dag met elkaar van mening verschillen. Onderwerpen die naar zijn mening een obstakel vormen voor eenheid onder de gelovigen. Hij noemt ze de 'big five', naar analogie van vijf indrukwekkende dieren in de wildparken van Zuid-Afrika. Deze onderwerpen zijn: schepping versus evolutie, homoseksualiteit, de vrouw in het ambt, de Geestesgaven en de waterdoop.

Aan elk onderwerp besteedt Ouweneel een hoofdstuk, dat volgens een vaste structuur is opgebouwd: na de inleiding een puntsgewijze beschrijving van respectievelijk het conservatieve standpunt en het progressieve standpunt, en tot slot een evaluatie. Aan het eind van het boek doet hij een oproep aan de christenen in Nederland om met elkaar in gesprek te blijven en elkaar te (blijven) accepteren. Hoewel Ouweneel probeert zo objectief mogelijk te schrijven, is tussen de regels door wel op te maken waar zijn sympathie ligt. Dat komt onder andere tot uiting doordat hij de aanhangers van de conservatieve opvattingen af en toe onverdraagzaamheid verwijt.

Kanttekeningen bij deze recensie

Vragen
Prof. dr. Siebesma stelt aan het slot enkele 'vragen' of als vragen verpakte conclusies:

"Doet het er dan helemaal niet meer toe hoe je de Bijbel uitlegt?" - Maar heeft Ouweneel in dit boek iets dergelijks beweerd dan?
 
En dan deze nogal insinuerende vraag: "Bestaat er dus geen absolute waarheid meer?" - Ik vraag mij af: heb ik bij het lezen van het boek iets over het hoofd gezien? Of is dit een gewoon een persoonlijke conclusie van de recensent? Wil hij hiermee suggereren dat iets dergelijks in zijn boek beweerd wordt? Kwalijk is ook dat Siebesma met zo'n opmerking lijkt te suggereren de absolute waarheid op die vijf punten zelf wel in pacht te hebben. Nu is het evident dat er op alle punten een absolute waarheid bestaat, maar ook dat je hooguit weet dat jouw uitleg van bijv. die vijf punten volgens jouzelf de beste is. En op zich mag je daar best van overtuigd zijn. 

Recensent meent verder dat er niet meerdere standpunten naast elkaar zouden moeten bestaan. Want dan zouden we door de niet-christelijke wereld beïnvloed zijn. Maar... allemaal hetzelfde standpunt aanhangen... dat is toch wel een heel eenzijdige visie. En heeft dat ook maar iets te maken met beïnvloeding door de niet-christelijke omgeving? 

Tot slot lijkt Siebesma nog te suggereren dat als je van mening verschilt op die vijf punten, er geen sprake van christelijke eenheid zou kunnen zijn. 
De prangende vraag voor mij is of hij de bedoeling van het boek wel goed heeft begrepen. 
22-4-2010 - Harry Sleijster

Kort door de bocht
Hoewel ik dit boekje met veel interesse heb gelezen, liet het me toch met een onbevredigend gevoel achter. Ten eerste is de argumentatie soms wel erg kort door de bocht, met name in de hoofdstukken over homoseksualiteit, de vrouw in het ambt en de Geestesgaven. Bijvoorbeeld in het hoofdstuk over het (naar zijn mening) grootste struikelblok, homoseksualiteit, onderscheidt hij onder christenen drie standpunten. Volgens het conservatieve standpunt worden zowel de homoseksuele praxis als de homofiele geaardheid als zondig afgewezen. Binnen het zwak-progressieve standpunt gaat men ervan uit dat de Bijbel slechts over homoseksualiteit spreekt als onderdeel van de heidense cultische riten (1 Kor. 6:10) of in het kader van het gastrecht (Gen. 19). De homoseksuele praxis wordt afgewezen. Mijns inziens valt het niet hard te maken dat alle teksten in de Bijbel over homoseksualiteit uitsluitend over heidense cultische riten en dergelijke gaan.

Het sterk-progressieve standpunt accepteert wel een homoseksuele relatie, als het een duurzame relatie in liefde en trouw betreft. Ouweneel concludeert dan dat de Bijbel niets te zeggen heeft over duurzame seksuele relaties tussen twee mannen. Inderdaad wordt dat niet expliciet in de Bijbel genoemd, maar dat is geen argument. De Bijbel is over seksualiteit juist heel duidelijk: iedere seksuele relatie buiten die van een huwelijksverbond tussen een man en een vrouw is verboden, dus ook een homoseksuele relatie in liefde en trouw. Ouweneel verwijst in dit hoofdstuk opmerkelijk genoeg niet naar de schepping van de man en de vrouw (Gen. 2:24).

Vragen
Voorts bepleit Ouweneel dat we van de andere standpunten dienen te accepteren dat ze ook Bijbels kunnen zijn. Dat roept bij mij vragen op. Doet het er dan helemaal niet meer toe hoe je de Bijbel uitlegt? Bestaat er dus geen absolute waarheid meer? Zijn we al zo door onze (relativerende) niet-christelijke omgeving beïnvloed geraakt, dat er meerdere standpunten naast elkaar kunnen bestaan? Wanneer is er sprake van christelijke eenheid? Begrippen als wedergeboorte en overgave aan God spelen geen rol in dit boek.


4 . De Band - 15 februari 2010 - www.filadelfia-zending.nl 

Recensie door Barend Verkerk

Ondanks diverse kritische reacties op dit boek, die ik in allerlei artikelen op internet tegenkwam ("hier heeft Willem allang over geschreven" of "hier blijkt weer hoe ruim zijn eigen standpunten zijn geworden'), vind ik dit boekje wel een waardevolle aanvulling op het onderwerp. Als u een antwoord wilt op wat de Bijbel nu echt zegt over de vijf splijtzwammen in de kerkgeschiedenis (hoewel 'geschiedenis'?) is dit niet het juiste boek, maar als u de uiteenlopende standpunten of Bijbeluitleggingen over deze onderwerpen op een rijtje wilt, zodat u er nog eens rustig over na kunt denken, dan is dit boek wel geschikt voor u.

lk heb het in ieder geval met plezier gelezen. Vooral ook omdat we worden opgeroepen om voorzichtig te zijn in ons oordeel. En als er iets is wat we goed kunnen als christenen van diverse denominaties, dan is het wel elkaar 'verketteren'. Het zijn ook nogal een paar onderwerpen die Willem Ouweneel hier noemt: schepping, homo, vrouw, geest en doop. Hij bespreekt de gedachten die zogenaamde conservatieve en progressieve christenen hierover hebben (naar hun eigen zeggen 'volgens de Bijbel'). 

Tussen de regels door kun je inderdaad soms wel lezen hoe de schrijver er zelf in staat (of is komen te staan!), maar hij probeert wel objectief te blijven. Voor wie er van houdt de dingen op een rijtje te zetten is dit een heel nuttig boek. Nuttig ook om eens eerlijk te bekijken waar je als lezer zelf staat. Of waar je mee worstelt, bijvoorbeeld in verband met je eigen gemeente. 

De kern van het boek wordt mijns inziens verwoord in een aan Augustinus toegeschreven uitspraak. "ln noodzakelijke dingen eenheid, in twijfelachtige zaken vrijheid, in alle dingen genegenheid."  


3 . EO-Visie - 12 december 2009
 


2. Nederlands Dagblad - 28 november 2009 - www.nd.nl 

De vijf olifanten van Willem Ouweneel 
Geloofseenheid die uitdooft

Boekrecensie door Koert van Bekkum 

In tijden die vragen om meer eenheid, biedt een gezamenlijk ervaren geloof een kans. Maar eenzijdige nadruk op onderling begrip wordt zomaar een dekmantel. 

Het is niet goed dat christenen zo verdeeld zijn. Sterker nog, in het licht van het evangelie is het een volstrekt drama. Terwijl de volgelingen van Jezus worden geacht één gezin te vormen, lukt het niet samen naar de kerk te gaan, het woord te horen en het brood te breken. Dit doet afbreuk aan de boodschap richting niet-gelovigen en leidt tot schade aan de ziel van velen. 

Sommige landen spannen de kroon als het om kerkelijke breuken gaat. In Schotland gaat het verhaal dat een landgenoot die op een onbewoond eiland terechtkwam en er na een jaar weer vanaf werd gehaald, twee kerken had gebouwd. “Waarom heb je dat gedaan?”, vroegen zijn redders. “Omdat er ook een kerk moet zijn waar ik níet heenga”, was het antwoord.

In Nederland gaat het net zo, bleek vorig jaar een serie interviews van Andries Knevel met elf voorgangers van verschillende kerken uit de gereformeerde traditie. Iedereen zegt te streven naar kerkelijke eenheid. Maar als het erop aankomt, is het echt lastig open door te praten over de eigen theologische stellingnames. En de vraag dringt zich op of het eigen smaakje in feite niet van doorslaggevend belang is. Intussen vormen christenen in Nederland steeds meer een minderheid. Door de individualisering kiezen leden van hetzelfde gezin in de loop van hun leven voor uiteenlopende kerken. 

Tegelijk worden gelovigen zelfbewuster en is er een algemene afkeer gegroeid van al te vrijzinnige standpunten. Geen wonder dat orthodoxe gelovigen elkaar meer ontmoeten en opzoeken. Globaal genomen deelt men hetzelfde algemene katholieke geloof. Ook maatschappelijk gezien zijn er gedeelde belangen. En telkens weer is de vraag: wat delen we nu precies? Welke verschillen zijn werkelijk kerkscheidend en welke niet? 

Sinds halverwege de jaren negentig is deze beweging door de Evangelische Omroep benoemd als de ‘oecumene van het hart’. Tegelijk zijn er ook steeds meer institutionele vormen van toenadering. De vorming van de Protestantse Kerk in Nederland. Toenadering van deze kerk tot pinksterkerken. Voortgaande serieuze gesprekken tussen de drie kleine gereformeerde kerken. Een aankomende Nationale Synode. En nieuwe verkenningen in evangelische kring. 

Het punt is alleen dat dit niet opschiet. Bovendien wordt orthodox-christelijk Nederland ook telkens weer verscheurd door hevige debatten over tal van zaken, waarbij nieuwe verkettering en verwijdering optreden. Vandaar dat zich sinds kort een nieuwe vorm van initiatief tot kerkelijke samenwerking en eenheid voordoet. Die van het onderlinge geloofscontact, van herkenning, vriendschap, begrip en gemeenschappelijk gebed. Dit is de toon in het recente manifest Wij kiezen voor eenheid. Het kwam vorige week naar voren als de uitkomst van een gezamenlijke retraite van voorgangers, die beloofden in het vervolg elkaar rechtstreeks aan te spreken en in het openbaar alleen ‘zegenend’ en ‘gunnend’ over elkaar te spreken. En het is de doorgaande lijn in het nieuwe boek van de theoloog en publicist Willem Ouweneel, Vijf olifanten in de porseleinkast. 

Vijf kwesties 

Niet elke nieuwe publicatie van Ouweneel vormt een momentum. Dit boek echter wel. Niet alleen omdat het tot stand kwam in samenspraak met mensen van de EO en de Evangelische Alliantie. Maar ook omdat het een duidelijke keuze maakt: de vijf brandende kwesties rond schepping, vrouw, homo, Geest en doop zijn ernstig, maar níét wezenlijk. Dat is nogal wat.

In het boekje doet Ouweneel een terechte en opvallende constatering. De scheidslijn rond de hete kwesties die de porseleinkast van christelijk Nederland momenteel het meest verdelen, loopt veelal dwars door de kerken. In fraaie bewoordingen spreekt hij vervolgens zijn verdriet uit over de verkettering en de verdeeldheid die hij op deze terreinen tegenkomt. Waarom is er niet wat meer begrip? Waarom steeds die etikettering? Snapt dan niemand dat de andere partij zich met enig recht op de Bijbel beroept? 

Vervolgens doet Ouweneel waar hij al jaren vermaard om is. Als fenomenaal Bijbelleraar zet hij rond elk van de thema’s de voornaamste gegevens op een rij. Hij zet Bijbelteksten in hun context, standpunten worden fair neergezet en hij velt zo min mogelijk een oordeel. Alleen aan de plek die hij inruimt voor wat hij de ‘progressieve’ standpunten noemt, valt te zien dat hijzelf vaak in de hoek heeft gezeten waar de klappen vallen. Telkens als hij van mening veranderde – en dat is nogal eens gebeurd – kreeg hij te horen dat hij een Bijbels standpunt verkwanselde. Vandaar dat ook de conclusie niet echt verrast: christenen zouden wat meer begrip voor elkaar moeten hebben. Vandaar ook dit boekje. Dat het moge bijdragen aan eenheid.


Daar zit je dan als lezer. Klopt dit? Meer begrip kan nooit kwaad. En onnodige verkettering is altijd fout. Bij de presentatie plaatste de Kamper hoogleraar Ad de Bruijne een theologische kanttekening bij dit beeld. Ouweneel heeft het bij elk van de punten over het verschil tussen ‘conservatieve’ en ‘progressieve’ visies. Dat is vreemd, want de kwesties rond doop en geestesgaven spelen al eeuwen. Hoe kun je dan spreken over behoudend en vooruitstrevend? Een groter probleem is dat de tijd zo een norm op zich wordt. Iedereen beweegt. De conservatief alleen wat trager dan de progressief. Hoe kun je de Bijbel dan nog het laatste woord geven? 

Ouweneel kan hierop antwoorden dat je niet moet doen alsof je de Bijbel zomaar opnieuw kunt lezen. Dat kan niemand. En daar heeft hij gelijk in. Als het goed is, doen het geheel van de Schrift en de traditie altijd mee. Alleen op die manier is er beweging mogelijk én spreekt de Schrift kritisch op de cultuur in. 

Waarom vandaag? 

Vreemd genoeg laat het boek het juist op dit punt afweten. De cruciale vraag bij de vijf olifanten – schepping, vrouw, homo, Geest en doop – laat Ouweneel namelijk liggen. Namelijk: waarom zijn dit vandáág de grote vijf kwesties? En zegt dat iets over de manier waarop het evangelie kritisch op de cultuur inspreekt? 

Wie de vijf olifanten plaatst binnen de context van de wereldkerk, doet een opvallende ontdekking. Ze komen alleen in deze combinatie voor in de westerse cultuur. Oftewel: op plekken waar God niet vanzelfsprekend is. En waar vanwege welvaart en individualisering alle nadruk ligt op zelfexpressie en zelfverwerkelijking. Blijkbaar twijfelen ook christenen aan het bestaan van God. Ze zoeken naar concrete aanwijzingen voor zijn aanwezigheid: in scheppingsdagen van 24 uur, in gaven van de Geest en een ervaarbaar doopritueel. En ze voelen zich ongemakkelijk of gaan op een extreme manier op de bres staan bij punten waar de Schrift het eigen gevoel lijkt te weerspreken: de vrouw in het ambt en homorelaties. 

Leg hier de doorgaande lijn van de Schrift eens naast. Geloven is Christus omhelzen en al zijn weldaden aannemen. Maar het definitieve herstel van de wereld blijft nog uit. Geloven is daarom soms ook: niets ervaren en beknot worden in je mogelijkheden tot zelfontplooiing. Dat is niet gemakkelijk. Gedreven door de cultuur zoekt het geloof immers wanhopig naar zelfexpressie. En de neiging is groot het kwaad in jezelf te relativeren en de ‘zonde’ vooral buiten jezelf te plaatsen. Ouweneel heeft dus gelijk dat de vijf olifanten ongezond tekeer gaan in de kwetsbare porseleinkast van het hedendaagse christendom. Maar het is onzin en zelfs gevaarlijk te stellen dat ze niet wezenlijk zijn. In het gedoe rond de vijf olifanten is immers een geding gaande rond de geest van deze eeuw. 

Eenzijdige nadruk 

De tijden vragen om meer geloofseenheid. Het is goed daarbij het uitgangspunt te nemen in het katholieke geloof. Er is niets mis met ontmoeting, vriendschap en gezamenlijk gebed. Maar het is zeer de vraag of het naar het evangelie is eenzijdig de nadruk te leggen op onderling begrip en bepaalde actuele uitwerkingen van het katholieke geloof bij voorbaat te bestempelen als niet wezenlijk. Dan verwordt de kans van de beleefde geloofseenheid tot een dekmantel. Een dekmantel waaronder de Evangelische Omroep en de Evangelische Alliantie wellicht goed functioneren. Maar tegelijk een dekmantel die de geest van de profetie monddood maakt. 


1. Bodem - 5 januari 2010 - www.bodem-online.nl

Vijf olifanten in de porseleinkast

Thema-artikel in de Bodem door Willem J. Ouweneel

Het jaar 2009 was in allerlei opzichten een gedenkwaardig jaar. Het was het jaar waarin het boek Wij kiezen voor eenheid verscheen. In dat boek sprak een aantal geestelijk leiders op persoonlijke titel uit dat zij, zonder hun onderlinge verschillen te miskennen, toch verlangen naar christelijke eenheid en zich daarvoor graag met alle kracht willen inzetten. Tegelijk leek in 2009 de eenheid onder de christenen op bepaalde punten ernstig bedreigd te worden. Het was zowel een Calvijn- als een Darwinjaar, en dat hebben we geweten. Er zijn weer eens felle discussies losgebrand over de evolutieleer en over de interpretatie van Genesis 1 en 2. Maar het was ook een jaar waarin christen-creationisten én christen-evolutionisten in een verklaring samen eendrachtig hun geloof in God als Schepper beleden. En in een conferentie dit jaar in Nijkerk konden christen-creationisten en christen-evolutionisten plus de aanhangers van allerlei tussenstandpunten op broederlijke toon met elkaar van gedachten wisselen.

Vervolgens heb je natuurlijk de homokwestie, vermoedelijk de grootste van de ‘grote vijf’ die christelijk Nederland verdelen. De Nederlands Gereformeerde Kerk van Utrecht sprak uit dat zij praktiserende homo’s tot het ambt van diaken en ouderling zou willen toelaten, maar veel Nederlands Gereformeerde Kerken willen daar niets van weten. En dan de vrouwenkwestie: de protestantse gemeente in de Jacobikerk (Gereformeerde Bond), alweer te Utrecht, gaf te kennen vrouwen te willen toelaten tot de ambten, terwijl veel andere Gereformeerde Bondsgemeenten daar vierkant op tegen zijn. De anglicaanse kerkgemeenschap raakte diep verdeeld over de homokwestie na de aanstelling van een homoseksuele bisschop in de VS en het besluit homostellen in de kerk te gaan inzegenen, ook in de VS. En in Zuid-Afrika werden vrouwen in de Nederduits Gereformeerde Kerk toegelaten tot alle ambten, maar de (lang geleden daarvan afgesplitste) ‘Gereformeerde Kerke’ besloten in 2009 de vrouw alleen toe te laten tot het ambt van diaken.

Dan hebben we het nog niet eens over de verdeeldheid die in gereformeerde én evangelicale gemeenschappen teweeggebracht wordt door de discussie over de Geestesgaven en de waterdoop. Nederlands gereformeerden en christelijk gereformeerden zijn elkaars geestverwanten, zou je denken, en dat is in veel opzichten ook zo. Maar de eersten hebben de New Winebeweging in het leven geroepen die grote belangstelling heeft voor charismatische fenomenen, terwijl een christelijk gereformeerde als Hans Maris en een vrijgemaakt gereformeerde als Henk ten Brinke er niets van moeten hebben.

Wat de waterdoop betreft: het is wel aardig dat in sommige delen van Duitsland de Lutherse kerk het jaar 2009 heeft uitgeroepen tot Jahr der Taufe (‘jaar van de [kinder]doop’). Dat zal wel niets te maken hebben met het feit dat het in ditzelfde jaar vierhonderd jaar geleden is dat het baptisme ontstond. In ditzelfde jaar 2009 leek er beweging te komen in de standpunten van zowel baptisten als calvinisten. Baptistenvoorganger Jelle Horjus stelde voor een soepeler houding aan te nemen tegenover hen die zich bij de baptisten willen voegen maar vasthouden aan hun babydoop, terwijl, alweer in 2009, de Nederlands gereformeerde predikant Jan Mudde voorstelde een soepeler houding aan te nemen tegenover hen die zich laten ‘overdopen’ en toch gereformeerd willen blijven. Dat klinkt eenheid-bevorderend! Echter, zowel onder baptisten als onder gereformeerden stuitten deze respectieve voorstellen op verzet.

Eenheid én verdeeldheid
Enerzijds tekent zich in 2009 een opmerkelijk streven naar eenheid af, dat dwars door alle kerken en gemeenten heen gaat. Anderzijds dreigen de ‘grote vijf’ – het scheppingsverhaal, homoseksualiteit in de gemeente, de vrouw in het ambt, de Geestesgaven en de waterdoop – de verschillende stromingen tegen elkaar op te zetten en steeds weer nieuwe kloven te slaan. Hoe voorkomen we dat? We leven gelukkig in een tijd waarin christenen meer geneigd zijn te letten op wat hen samenbindt dan op de theologische verschillen waarover ze vroeger zo graag ruziemaakten. Dat is winst. Maar intussen laten die verschillen zich toch bepaald niet onder de tafel werken! Wat schepping en evolutie betreft, ach, als het Darwinjaar voorbij is, zal de woordenstrijd wel weer voor een poosje wegebben. Maar het achterliggende verschil in schriftbeschouwing laat zich niet zo gemakkelijk wegwerken.

Een dergelijk verschil in schriftbeschouwing lijkt ook een rol te spelen bij de vragen rond homo’s en vrouwen in het ambt. Voor de een gaat het om ‘simpele gehoorzaamheid aan klare en duidelijke schriftuitspraken’: homoseksuelen zijn de Here een gruwel (Leviticus 18:22; 20:13), en de vrouw moet zwijgen in de gemeente (1 Korintiërs 14:34v.; 1 Timoteüs 2:11v.). Basta. Voor de ander betekent een dergelijke ‘simplistische’ geesteshouding een vorm van biblicisme of fundamentalisme waarmee hoognodig gebroken moet worden: de homofiele broeder of zuster moet net als alle andere broeders en zusters in Christus worden aangenomen (Romeinen 15:7), man en vrouw zijn één en gelijkwaardig in Christus (Galaten 3:28). In feite kan dat trouwens net zo goed neerkomen op een simplistische verwijzing naar een paar bijbelteksten.

Ook bij de Geestes- en de waterdoop lijkt het soms om eenvoudig geloof in schriftuitspraken te gaan. Voor de een geldt: ‘tongen zullen ophouden’ (1 Korintiërs 13:8), en: wondertekenen zijn die ‘van de apostel’ (2 Korintiërs 12:12). Ze horen dus bij de apostolische tijd. Vandaag de dag dus niks geen bijzondere Geestesopenbaringen, alleen het Woord. Voor de ander geldt: wie niet in tongen spreekt, is niet gedoopt met de Heilige Geest, in welke eeuw je ook leeft (Handelingen 1:5; 2:4; 10:44-46; 19:6). Voor de een geldt: de waterdoop is het teken van het verbond (Kolossenzen 2:11), en het verbond is ook voor de kinderen (Handelingen 2:39). Voor de ander geldt: geen doop zonder geloof, dus baby’s kunnen niet gedoopt worden (Marcus 16:16; Handelingen 2:38).

Verdeeldheid
Het gaat heden ten dage dus om de volgende vijf geschilpunten:
(1) Schepping vs. evolutie. Hierbij gaat het ten diepste niet om puur natuurwetenschappelijke vragen, maar om een theologisch probleem, en wel om de vraag hoe wij Genesis 1(-3) moeten interpreteren. En dáárbij gaat het ten diepste vooral om de achterliggende schriftbeschouwing. 
(2) Homoseksualiteit. Ook hier gaat het maar niet simpelweg om de exegese van enkele bijbelteksten, maar om de achterliggende schriftbeschouwing. De progressieven verwijten de conservatieven dat zij homofilie, dus de homofiele geaardheid, inlezen in de Bijbel, terwijl die daarin volgens hen helemaal niet voorkomt. Conservatieven vinden dat een ongeoorloofde inperking, die de Schrift volgens hen zelf niet maakt; zij menen dat de Bijbel eenduidig álle vormen van homoseksueel gedrag veroordeelt.
(3) De vrouw in het ambt. De progressieven gaan volgens de conservatieven in tegen de klare uitspraken van de Schrift, vooral 1 Korintiërs 14:34v. (vrouwen moeten zwijgen in de gemeente) en 1 Timoteüs 2:11v. (vrouwen mogen geen onderwijs geven en niet heersen over de man). De progressieven zelf vinden dat de anderen zulke teksten niet correct c.q. niet in de context van het totaal van de schriftopenbaring hebben gelezen en dat een nieuwe exegese dus broodnodig is.
(4) De Geestesgaven. De progressieven spreken in tongen, ontvangen beelden en profetieën en leggen zieken de handen op, of strekken zich op zijn minst daarnaar uit. Er is een krachtige tegenbeweging opgekomen, die zich uit in ernstige waarschuwingen tegen wat men als ‘uitwassen’ op dit terrein ziet. De conservatieven huldigen het traditionele standpunt dat de Geestesgaven uitsluitend bedoeld waren voor de begintijd van de Kerk, in ieder geval voor de tijd dat de canon van de Schrift nog niet voltooid was. Veel progressieven moeten ook niets van de ‘uitwassen’ hebben; wie wil immers ‘extreem’ zijn? De conservatieven echter lijken alles op dit terrein tot de ‘uitwassen’ te rekenen.
(5) De waterdoop. De spanning daarover is ontstaan doordat binnen de gereformeerde wereld steeds meer gelovigen, zelfs sommige predikanten, de geloofsdoop door onderdompeling ondergaan. Omgekeerd pleiten sommige evangelicalen voor een tolerantere houding tegenover hen die vasthouden aan hun kinderdoop, wat tot verdeeldheid in eigen kring leidt.

Het is boeiend – en soms schokkend – te zien hoe de Schrift in al deze geschilpunten gehanteerd wordt. Vaak gaat het zoals gezegd om losse bijbelteksten waarmee men de tegenstander bekogelt, zonder dat men zelf deze teksten in hun samenhang en binnen het geheel van de goddelijke openbaring heeft bestudeerd. Vaak gaat het ook om puur traditionalistische, óf juist progressivistische redeneringen, waarvan de uitkomst bij voorbaat al vaststaat, maar waar de Bijbel bij de haren bijgesleept wordt.

Hoe doorbreken we zulke scherpe, maar toch wel wat simplistische stellingnames? Het is primair de Heilige Geest die ons daarin moet helpen en de harten zacht moet maken jegens de ander (Efeziërs 4:1-3; Filippenzen 2:1v.). Maar christenen hebben daarbij wel hun eigen verantwoordelijkheid. We hoeven het niet allemaal met elkaar eens te worden over alle theologische leerstellingen, als er maar wel meer begrip en verdraagzaamheid komt ten opzichte van de ander. Dat geldt met name als de ander echt probeert zijn standpunt breed te funderen in de Schrift. We moeten ophouden te denken dat die ander zo dwaas en onbijbels is als het op het eerste gezicht misschien lijkt. Als we dát denken, zegt dat wellicht meer over onszelf dan over die ander. Een ieder moet niet alleen op zijn eigen mening letten, maar ook op die van een ander (vrij naar Filippenzen 2:3v.). Luister eerst eens beter naar hem. Probeer serieus te begrijpen wat hij precies zegt. Probeer te snappen waarom zijn stellingname voor hem de meest bijbelse is. Dat zou de praktische eenheid zeer bevorderen.


Lees veel meer over dit boek en diverse artikelen over 'eenheid' op:

03-12-2009 ND: Vijf olifanten blokkeren getuigenis over Jezus...

25-11-2009 ND: Boekpresentatie - Ouweneel beschrijft de vijf neteligste onderwerpen...

www.vergadering.nu

Counter