www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2
RECENSIES
Israël
bestáát
en is de meest legitieme natie ter wereld
Martien Pennings
284 blz.
Paperback
150x26x231
ISBN: 9789464247572
Uitgeverij Contour
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Martien Pennings schreef een indringend pleidooi tegen de onterechte aantijgingen rond Israël en een lofrede op deze meest democratische staat in het Midden-Oosten. Een 'must read' voor alle politiek geïnteresseerden die een tegenwicht willen tegen de destructieve waan van de dag. "Israël-bashing is de norm geworden in het Westen. Een gevaarlijk antisemitisme is het gevolg. Joden kunnen nauwelijks meer als zodanig herkenbaar over straat. Dit is niet alleen onacceptabel, het is historisch gezien ook heel wonderlijk. Er is namelijk geen staat op de wereld zo legitiem als juist de staat Israël. De wereld kent geen ander voorbeeld van het ontstaan van een land waar internationale organisaties en internationaal recht zich zo mee bemoeid hebben als juist met het ontstaan van Israël."
Wim van Rooy schreef het voorwoord. Een citaat daaruit: “In dit boek leest men het vernietigende oordeel over de vijanden van Israël, en dus van de Jood, gestoeld op rijk geschakeerde bronnen, men leest geschiedenis met achtergrond en context, con brio opgetekend door een man gebeiteld aus einem Guss, een ketter ( . . .) een dwaalgast in een dolende en pervers globaliserende wereld, een intellectuele plebejer met het hart op de juiste plaats en het verstand op scherp. ( . . .) Laat dit boek van Martien Pennings een rechtvaardiging zijn voor dat land, met objectieve informatie over het conflict, maar geschreven met de cassante verontwaardiging en de onversneden pen van Multatuli. Israel
redivivus.”
..
2. Bol.com Review van Leo Sar - 20 juli 2021 - www.bol.com
Recensie door Leo Sar
Dit boek vertelt de geschiedenis van Israël van de laatste honderd jaar. Vanwege de pogroms in Rusland en Polen (vanaf 1880) en geïnspireerd door de Zionistische beweging van Theodor Herzl (vanaf 1897) trokken Joden vanuit Europanaar Palestina, het land waarvandaan ze ooit verdreven waren en dat een belangrijke rol bleef spelen in de Joodse mythologie van de diaspora. Een deel van de Palestijnse Arabieren onder leiding van de Moefti van Jeruzalem, Aminal-Husseini, begon vanaf 1920 de Joden en ook de Arabieren die tot samenwerking met de Joden geneigd waren te terroriseren. “Israël bestáát” is een poging tot correctie van het “linkse” narratief dat de laatste 50 jaar media en politiek in de Noord-Atlantische wereld beheerst en waarin Israël, de Jood onder de naties, de schuld van zo’n beetje driekwart van alle internationale problemen krijgt.
De geschiedenis van Israël wordt in dit boek twee keer verteld. Een eerste maal“positief” vanaf 1880 tot in onze dagen, waarbij een aantal gruwel mythes (DeirYassin, “Apartheid”, Lydda, Tantura) wordt ontkracht. De Amerikaanse presidenten Obama, Trump en Biden passeren de revue en ook de New York Times bestseller van Ari Shavit “Mijn Beloofde Land” wordt geanalyseerd. Een tweede maal wordt de geschiedenis van Israël “negatief” verteld: de eenzijdigheden en verzwijgingen in een “links” boek, namelijk “Israël — een onherstelbare vergissing”( 2008) van Chris van der Heijden, worden systematisch aan de kaak gesteld.
“Israël bestáát” bevat twee kernstellingen. De eerste luidt: Israël is de meest legitieme natie ter wereld. Omdat de Joden al duizenden jaren in Palestina woonden. Omdat de komst van de Joden eerder een daad was van dékolonisatie en ontwikkelingshulp was dan van kolonisatie. Omdat die komst een einde maakte aan 12 eeuwen islamitische overheersing. Omdat de Joden vanaf 1880 welvaart, welzijn en fatsoen brachten naar een Palestina dat gebukt ging onder extreme achterlijkheid en armoede onder een wreed feodaal systeem van islamitische en absenteïstische landheren. Omdat de Joodse natie door een daad van zelfbevestiging en zelfhandhaving vanaf mei 1948 — meer is in het internationale recht niet nodig — in het kader van een wilsbeschikking van de daartoe gerechtigde Volkenbond werd gesticht. Omdat de Joden in Israël zich tot op de dag van vandaag zo humaan mogelijk handhaven tegen het grote gecombineerde kwaad van de islam en nazisme.
De tweede kernstelling luidt: de ellende rond Israël is uitsluitend te wijten aan de Palmaffia’s die vanaf 1920 de terreur tegen deJoden zijn begonnen en nu al honderd jaar compromisloos volhouden. Eerst onder de Moefti en vervolgens onder diens geestelijke erfgenamen Arafat, Abbas en Hamas. En wel met behulp van de islam, een geloof dat een-op-een alle wezenskenmerken met het nazisme deelt. De Moefti zelf was een groot Jodenhater en bondgenoot van Hitler en had in 1942 plannen klaar om middels via de nazi’s verkregen mobiele vergassingsinstallaties de Joden in Palestina massaal te vermoorden.
1. Verf
of Lood - 25 september 2021 - www.verenoflood.nu
Israël bestaat – Lieglasteren over de Palmaffia’s
Recensie door Victor Onrust
Victor Onrust heeft bedenkingen bij de bespreking van “Israël bestáát” vorige week door Kees Broer. Met deze bespreking hoopt hij het boek meer recht te doen.
Nut en absolute noodzaak van Israël Bestáát wordt door Wim van Rooy in zijn voorwoord goed samengevat:
Het narratief over Israël is zo verwrongen en bevooroordeeld en de modale kijker van het tv-journaal dermate eenzijdig geïnformeerd -als het werkwoord informeren hier nog van toepassing is – dat hij of zij zich bijna verplicht voelt partij te trekken voor de door zijn strot geramde ‘underdog’, wiens leugenachtige verhaal larmoyant in de verf wordt gezet. Altijd weer opnieuw het verhaal van de Palestijnse vluchtelingen, en de meer dan honderd resoluties erover in de VN sinds 1949, maar nooit dat van de negenhonderdduizend Joden die vanaf 1947 uit Irak, Egypte en Syrië moesten vluchten, met achterlating van have en goed, als ze al niet in een pogrom vermoord werden, en die zich in Israël en in andere landen settelden, zonder compensaties. Het is maar een voorbeeld.
Het boek staat ook online – overigens moeizaam navigeerbaar – dus u kunt daar verder lezen. De auteur kondigt aan veel in Multatuliaanse herhaling te vallen en daar is geen woord van gelogen. Gelukkig gebeurt dit met enige zelfspot waardoor het nog net verteerbaar is.
In dit boek worden twee termen van eigen maaksel veel gebruikt. 'Lieglasteren' lijkt duidelijk genoeg. Palmaffia(‘s) behoeft enige toelichting. De auteur toont op veel plaatsen aan dat “het Palestijnse Volk” ofwel de “Palestijnen” zoals dat permanent in het “Palestijns-Israëlisch” “conflict” ten tonele wordt gevoerd een fictie is. Een andere aanduiding voor deze verzameling individuen is daarmee geboden en aangezien ze zich vooral kenmerken door een permanente misdadige terreur tegen Israël en de Joden is de associatie met maffia niet vreemd. Toch wringt het, aangezien de maffia niet uit is op omverwerping van de staat of verovering daarvan, maar in het belang van de eigen groep uit is op illegaal gewin. Ik geef toe dat iets als Palterrors of Terreurpally’s minder lekker bekt.
H(oofdstuk) 1. Wie is toch de auteur van dit prachtboek?, is een sympathieke en ook wel humoristische autobiografie, die overigens beter aan het eind had kunnen staan als beloning voor degenen die de eindstreep van dit prachtige maar ook wel taaie boek gehaald hebben.
H 3-8 geven een goed en gedetailleerd overzicht over ontstaan, bestaan en legitimiteit van Israël van 1880 tot en met 2020. Vooral de belangrijke periode 1920-1950 wordt goed gedocumenteerd en uitgebreid behandeld. Behandeling van De Jom Kippoer oorlog van 1973 ontbreekt. H 9 is geheel gewijd aan het weerleggen van de beschuldiging van apartheid. H 10 aan de weerlegging van de beschuldiging van “genocide” in 1948 in het dorp “Deir Yassin”, misschien wat overdreven voor een apart hoofdstuk.
In H 2 wordt het “lieglasteren” van de media kort beschreven. Wat te kort zelfs, gezien de vele blogs die Pennings daar terecht aan gewijd heeft, bijvoorbeeld de achtdelige serie
Raoul Heertje gaat namens de NPO kritisch naar Israël kijken. Gelukkig! Eindelijk eens een ander geluid! . In H 11-13 worden de “intellectuelen” waar de media op steunen aangepakt. Zeer uitgebreid in de vorm van een filering van “Mijn Beloofde Land” van Ari Shavit (2013) in H 11-12 en “Israël – een onherstelbare vergissing” van Chris van der Heijden (2008) in H 13. Dit laatste wordt door Pennings in de inleiding als volgt aangekondigd:
Heel veel woorden zijn bijvoorbeeld gewijd aan een kritiek op het lieglasterboekje van Chris van der Heijden: “ISRAËL – een onherstelbare vergissing” (2008) dat een belangrijk hoofdstuk van mijn boek vormt. Zonder die close-read-filering van deze Israël-irrationalist zou dit boek vele pagina’s minder hebben kunnen tellen. Het voordeel van die filering is overigens dat de lezer een tweede keer een soort korte geschiedenis van Israël krijgt voorgeschoteld maar dan via het chronologisch weerleggen van die lieglaster. Een topdeskundige inzake Israël als ikzelf vond het zelfs heel leerzaam. Dat het boek van Van der Heijden een juiste keus was, blijkt uit het feit dat nu in de meidagen van 2021 de terreur van Hamas weer voluit op Israël neerdaalt en Israël gedwongen is te antwoorden, de centrale stelling ervan steeds meer als ondertoon in de nee-mainstream-pers weerklinkt: Israël heeft eigenlijk geen recht van bestaan.
Prachtig allemaal, maar dit had wel een onsje of twee korter gekund zonder al te veel schade aan de inhoud. Ik moet toegeven dat ik, moe van de vele herhalingen en reeds bekend met het schrijven van Pennings, hier en daar wat heb overgeslagen.
Antisemitisme
Wat Van der Heijden betreft vraagt Pennings zich aan het begin van dit hoofdstuk af of die een antisemiet is. Aan het eind volgt geen antwoord op deze vraag. Ik ben zo vrij om deze vraag bevestigend te beantwoorden. Het antizionisme is dé (post)moderne vorm van antisemitisme en daarmee is van der Heijden een antisemiet. Ook op veel andere plaatsen wordt er terecht van antisemitisme gesproken.
Hier lijkt een lacune in het boek. Het islamitische antisemitisme komt aan de orde als een opsomming van kenmerken. Het (post)moderne westerse antisemitisme komt ook aan de orde maar wordt evenmin geanalyseerd. Dat lijkt mij wel van belang, aangezien het een onderdeel van de verklaring is voor het succes van het antizionisme. Ik veroorloof mij een uiteenzetting.
De “wereld” heeft een vijand nodig. En sinds het begin van de 20e eeuw is die wereld-vijand de Jood. Het antisemitisme is met de Protocollen van Zion geëvalueerd van beschuldigingen van eenvoudige slechtheid zoals kindermoord naar een bedreiging van de wereldorde en daarmee een bedreiging van de individuele natiestaat.
Daarmee komt het moderne antisemitisme dicht bij het islamitische antisemitisme, dat in het niet-geloven in Allah een bedreiging ziet voor de gewenste islamitische wereldheerschappij. Een bedreiging die groter is dan die van ongelovige christenen omdat er in het jodendom sprake is van uitverkorenheid en ook wel van oudtestamentische strijdbaarheid in plaats van christelijke weekheid. Misschien zijn die elementen wel door de islam overgenomen.
Hoe de constructie van het moderne antisemitisme met het ontstaan van de Protocollen van Zion plaats heeft gevonden wordt meesterlijk uiteen gezet door Umberto Eco in
De Begraafplaats van Praag (2011). De fictieve hoofdpersoon Simonini verzint de “Protocollen van Zion” die gezien kunnen worden als het handboek van het moderne antisemitisme. De Russische geheim agent Rachcovsky die Simonini aanzet tot de voltooiing van de Protocollen geeft op pagina 380 goed aan wat de kern van het moderne antisemitisme is en hoe dat antisemitisme bruikbaar is voor de
macht:
… ik kan de brave Russische onderdaan niet vertellen dat de Joden op de Messias wachten, want dat is iets wat noch de moezjick noch de grootgrondbezitter ook maar iets interesseert. Als ze op de Messias wachten, dan moet dat worden verklaard in relatie tot hun portemonnee.
Maar waarom richt u uw pijlen speciaal op de Joden?-
Omdat er in Rusland Joden zijn. Als ik in Turkije was, zou ik mijn pijlen op de Armeniërs richten. …
Ik wil de Joden niet vernietigen, ik zou zelfs durven beweren dat de Joden mijn grootste bondgenoten zijn. Mij gaat het om het moreel van het Russische volk: ik wil niet – of beter, de mensen die ik wil plezieren willen niet – dat het volk zijn ontevredenheid projecteert op de tsaar. Dus heeft het een vijand nodig. Het heeft geen zin naar vijanden te zoeken onder weet ik het, de Mongolen of de Tataren, zoals alleenheersers in het verleden dat deden. Om herkenbaar en schrikwekkend te zijn moet een vijand zich in ons eigen huis bevinden, of op de drempel er van staan. Vandaar dat ik de Joden heb gekozen. De Goddelijke Voorzienigheid heeft ze aan ons gegeven, laten we ze dan goddomme ook gebruiken, en laten we bidden dat er altijd Joden zullen zijn om te vrezen en te haten. Er is een vijand nodig om het volk hoop te geven.
Verderop nog meer uiteenzettingen onder andere de introductie van de wereldwijde macht van het Joodse kapitaal en de ondermijning van de volksgeest die aan de Joden wordt toegeschreven.
In A scary view on the roots of anti-Semitism wordt een algemene visie op de verhouding tussen het idealistische joodse geloof en “het volk” (inclusief Joden) als grondoorzaak gesuggereerd. Een uitgebreide beschouwing van Koen Haegens over het antisemitisme binnen links is te vinden in
Antisemitisme, een oude bekende van
links.
Het postmoderne antisemitisme dat zich verschuilt onder de vlag van antizionisme is een “terugval” in de zin dat Joden “slechts” als fascisten en racisten en niet meer als bedreiging van de wereldorde worden afgeschilderd. De Palmaffia’s zelf blijven overigens het nieuw-ouderwetse Islamitische antisemitisme aanhangen.
Israël bestáát is een zeer noodzakelijk boek en zou eigenlijk tenminste tien jaar lang voorgeschreven literatuur in het hoger onderwijs in de gammawetenschappen moeten zijn, in ieder geval in de journalistenopleiding. En ook verplichte kost voor alle journalisten en redacteuren van de mainstream media die zich met berichtgeving over Israël bezig houden. Misschien iets voor Martin Bosma om daar een motie over in te dienen. Martien Pennings zou een fatsoenlijke beloning voor zijn nuttige werk moeten krijgen. Van de opbrengsten van dit boek, waarvan hij de uitgave zelf bekostigd heeft, zal hij dankzij de schurkachtige uitgever geen cent terugzien.
|