www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
1
RECENSIE
Aanbidding
waar God naar zoekt
- ontdekkingstocht naar oprechte aanbidding
David Ruis
Vineyard Music & Inside Out Publishers
ISBN: 9077992022
€ 13,95, 130 pagina's.
1.
Uitdaging -
december 2007
Aanbidding waar God naar zoekt
Is aanbidding meer dan muziek of liederen zingen? Wel degelijk! Oprechte
aanbidding is meer dan een geestelijke uitvlucht op zondag, maar begint en
eindigt bij God. Een ontdekkingstocht.
Boekrecensie door Ronald Koops
Voor veel kerken en gemeenten is de tijd gekomen om de aanbidding die God
centraal stelt te herontdekken. Herontdekken? Ja, wél als aanbidding niet op
God gericht is, maar een uiting is van onze emoties en gevoelens. Aanbidding
in de gemeente mag namelijk nooit naar ons verwijzen, maar altijd naar de
Vader. Het mag nooit een doel op zichzelf zijn, maar mag heenverwijzen naar
de verheerlijkte Christus die aan de rechterhand van de Vader zit. Om het
anders te zeggen: Aanbidding is niet voor ons, maar voor God. Als we Hem uit
het oog verliezen en als aanbidding alleen maar gaat over wat wij voelen,
wat wij ervaren, wat wij denken, dan verliest aanbidding de essentie.
Openbaring 4:11 zegt het kernachtig: "U komen alle lof, eer en macht toe,
Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van
alles wat er is." Bij aanbidden wordt de aandacht dus niet op ons gelegd,
maar op God.
Ook het leven van Christus leidt ons tot de Vader. Wat was zijn doel in Zijn
leven hier op aarde? Niet om Zichzelf te verheerlijken, niet om goodwill te
creëren bij de mensen, maar zijn levensdoel bestond slechts uit één ding: De
wil te doen van Zijn vader. In Filippenzen 2 staat het prachtig
geformuleerd, als er een krachtige oproep wordt gedaan om dezelfde
gezindheid als Jezus aan te nemen: Hij deed afstand van Zijn heerlijkheid en
werd gelijk aan een mens. Met één doel: gehoorzaamheid aan de Vader, tot in
de dood toe. De bediening van Christus, leidt ons tot de Vader en Hij maakt
in Johannes 4 heel duidelijk dat ware aanbidders, degenen die Gods wil
ernstig zoeken, als grondtoon van hun leven de Vader aanbidden en uitroepen:
'Abba, Vader!' Als deze vertrouwensband tussen ons en God de Vader verstoord
wordt en wij geen vrijmoedig 'Abba' kunnen zeggen, droogt de aanbidding op.
Alleen het werk van de Geest kan deze relatie met God opnieuw tot stand
brengen: door de Geest roepen wij 'Abba Vader'. Dat is het hart van
aanbidding: erkennen dat Hij God is, dat Hij Abba is, dat Hij goed is. We
begrijpen misschien niet alles en er zijn misschien zorgen of problemen,
maar we richten onze aandacht op Jezus en Zijn goedheid, Zijn heerlijkheid,
Zijn glorie en we erkennen en belijden dat Hij goed is.
Hij is weliswaar goed, maar we leven temidden van gebrokenheid. Aanbidding
bevat daarom altijd een kern van spanning. We zien Gods heerlijkheid op
plaatsen van zwakheid en lijden. Daarom is aanbidding geen uitvlucht, maar
ons perspectief. Met aanbidding geef je uitdrukking aan je verlangen, aan je
hoop. Aanbidding laat het eeuwige en blijvend krachtige licht van Christus
schijnen op ons tijdelijke en door lijden gekenmerkte leven, het geeft
letterlijk een andere lichtval.
God heeft onze wereld zo liefgehad dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven.
Wat mag onze reactie zijn? Proberen dat wonder te doorgronden? Dat zal ons
niet lukken. Proberen het te geloven? We kunnen het proberen. Toch geloof ik
dat de enige juiste houding van een mens naar Christus een houding van
knielen is, van overgave, van liefde, van gehoorzaamheid, van aanbidding.
Christus volgen is niet alleen in Hem geloven (doet satan dat niet ook?), of
veel over Hem weten (kennis zou hoogmoedig kunnen maken), maar Hem
liefhebben. Niet voor niets heeft het woord aanbidding in het Grieks
meerdere betekenissen zoals: 'kussen, knielen, een houding van diep respect
aannemen'. Ware aanbidding is een uiting van overgave, gehoorzaamheid en
liefde, als reactie op Zijn liefde. Je moét Hem niet volgen, je wilt het. Je
móet Christus niet liefhebben, je wilt het. Je móet Hem niet verhogen, je
wilt het. Uit dankbaarheid, uit liefde. Petrus had Jezus drie keer
verloochend en tot drie keer toe vroeg Hij aan hem: Heb je me lief? Ik
geloof dat dat Gods diepste vraag is aan de kerk van alle tijden, aan Zijn
kinderen aan u en aan mij: Heb je me lief? Als we Zijn grote liefde
doorgronden, ook al is het maar een beetje, dan kunnen we niets anders dan
onze knieën buigen en Hem aanbidden.
|