www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
4 RECENSIES
Jezus in ons
Een andere kijk op verzoening
Ton de Ruiter
Uitg. Kok, Kampen 2009
208 blz. € 17,50
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
4 RECENSIES
4. Reformatorisch Dagblad - 9 april 2010 - www.refdag.nl
Faillissement van de geloofszekerheid
Boekrecensie door ds. M. Klaassen
Boeken over de verzoening kunnen meestal op de nodige aandacht rekenen. Ook ”Jezus in ons” van Ton de Ruiter veroorzaakte de
afgelopen tijd de nodige deining.
Dat is niet vreemd gezien het feit dat de auteur vanwege verandering van inzicht over de verzoening zijn ambt als predikant binnen de
Gereformeerde Kerken vrijgemaakt neerlegde. De Ruiter rekent in zijn boek radicaal af met de traditionele visie op verzoening door
voldoening.
Al in zijn voorwoord zet hij de toon door het verhaal te vertellen van een gekwetste vader die, beschadigd door het gedrag van anderen,
zijn woede nota bene koelt op zijn eigen zoon. „Zo iemand lijkt psychisch gestoord.” Aan de hand van deze vergelijking stelt hij de
vraag waarom God Zijn Zoon zou moeten straffen vanwege de zonden van de mens. De Ruiter meent dat dit een vertekening is van het
Bijbelse verhaal: Gods gerechtigheid hoeft niet genoeg gedaan te worden.
Daar tegenover stelt De Ruiter een nieuwe kijk op verzoening: niet Gods toorn is het probleem, maar „ons egocentrisch denken en doen.”
Dit probleem wordt opgelost als mensen zich bekeren en door Jezus een en eensgezind met God worden. Vandaar de titel: Jezus in ons (in
plaats van: Jezus voor ons). God vergeeft zonder betaling en heeft daar het offer van Zijn Zoon niet voor nodig. De klassieke
verzoeningsleer gaat „werkelijk tegen alle verstand in en is onlogisch.”
Om deze radicale revisie te onderbouwen neemt De Ruiter de lezer mee in een toer door de hele Bijbel waarbij hij ‘gewoon’ de Bijbel
wil lezen. Bijbelboek na Bijbelboek wordt de vraag gesteld hoe hierin tegen verzoening wordt aangekeken. Telkens weer is de conclusie
van De Ruiter dat de Schrift geen plaats kent voor de gedachte van het plaatsvervangend lijden van Christus. Verzoening ontstaat ‘gewoon’
als mensen berouw hebben van hun misdaden en met hernieuwde toewijding voor God willen leven. „Leven in vertrouwen en gehoorzaamheid
is de weg tot vrede met God en dus tot verzoening.”
Hierbij neemt De Ruiter tevens afstand van de gereformeerde visie van de gebondenheid van de menselijke wil: mensen hebben volgens hem
de keuzevrijheid om al dan niet gehoor te geven aan Gods stem, ook na de zondeval.
Hoewel De Ruiter zijn visie presenteert als een nieuwe kijk op verzoening, is er weinig nieuws aan. Hij schaart zich in de lange rij van
dissidenten die voor hem afstand namen van deze leer. Zijn alternatieve visie van verzoening door wedergeboorte ligt in de lijn van het
liberale protestantisme van de 19e eeuw.
De Ruiter stelt –net als de socinianen in de 17e eeuw– dat de plaatsvervanging „niet logisch en niet te begrijpen is.” Hoezo zou
dat een criterium moeten zijn? Wie meent dat de logica het voor het zeggen moet hebben in de theologie, heeft geen ruimte meer voor het
mysterie en kan bijna alle kernen van de geloofsleer (zoals de triniteitsleer) wel van de hand wijzen. Is vanaf het begin van de
christenheid het kruis niet als een ergernis en dwaasheid ervaren (1 Kor. 1:23)?
Ik heb dit boek als zeer onbevredigend ervaren, niet alleen vanwege de inhoud die geen recht doet aan de Schrift, maar tevens vanwege de
wijze waarop De Ruiter dit doet. Wie een dergelijk gevoelig thema aan de orde stelt, moet zeer consciëntieus te werk gaan. De Ruiter is
op dit punt ernstig tekortgeschoten. Zijn exegese is vaak onvolledig en het lijkt alsof de conclusies van tevoren al vaststaan.
Alternatieve standpunten worden niet besproken.
Daarnaast toont hij geen enkele bekendheid met de relevante theologische lectuur vanuit de Angelsaksische wereld, waarin de houdbaarheid
van de klassieke verzoeningsleer vanuit de Schrift en de traditie recent op een fundamentele wijze is onderbouwd (onder anderen Morris;
Jeffery, Ovey en Sach; Marshall).
Het boek leest ook niet prettig: de toer door de hele Bijbel heeft iets vermoeiends. Bespreking van de kernteksten was beter op haar
plaats geweest. Waar De Ruiter dat wel doet, schiet hij ernstig tekort. Zo veegt hij Jesaja 53 als onderbouwing van de plaatsvervanging
op een naïeve, mijns inziens een theoloog onwaardige manier van tafel. Zelfs een moderne theoloog als Otfried Hofius, zelf absoluut
geen aanhanger van de leer van de plaatsvervanging, erkent dat Jesaja 53 wel degelijke het principe van de plaatsvervanging bevat.
Daarnaast bevat het boek verschillende onjuistheden, zoals de bewering dat verzoening door voldoening pas sinds de Reformatie gangbaar
is geworden.
Mijn theologische bezwaren tegen dit boek zijn drieërlei: verzoening in de Schrift betekent niet, zoals De Ruiter meent, een tweespalt
tussen de Vader en de Zoon. Dat is de karikatuur van de toornende vader die zijn onschuldige kind in woede slaat. Verzoening is echter
het initiatief van de drie-enige God, de ultieme daad van liefde waarbij God Zelf, in Christus, de schuld op Zich neemt en de
verantwoordelijkheid draagt van het kwaad dat Hem door anderen is aangedaan.
Mijn tweede bezwaar is dat in de optiek van De Ruiter het forensische aspect van de verlossing (plaatsvervanging, toerekening)
uitgespeeld wordt tegen het aspect van de participatie (de gemeenschap met Christus). Had hij beter Calvijn gelezen, dan had hij gezien
dat hier helemaal geen sprake hoeft te zijn van een tegenstelling. Wie, net als Calvijn, denkt vanuit de gemeenschap met Christus kan
zowel recht doen aan het forensische aspect van de verlossing als aan de vernieuwing die volgt uit de gemeenschap met Christus. Zij
vormen een eenheid die hun samenhang vinden in Christus.
Mijn derde bezwaar is dat de visie van De Ruiter het faillissement betekent voor de zekerheid van het geloof. Het is niet wat Christus
in ons doet dat leidt tot „overtuigende zekerheid en rust.” Elke theologie die de gelovige terugwerpt op zichzelf in plaats van op
het volbrachte werk van Christus buiten ons, is misleidend en niet pastoraal.
Kortom: een onvolledig boek dat meer vragen oproept dan antwoorden geeft en dat in stijl en presentatie een theoloog onwaardig is. Wie
de gemeente Gods verwart op het punt van het enige fundament van de verlossing doet de kerk geen dienst.
3 . Nederlands Dagblad - 5 maart 2010 - www.nd.nl
Een andere kijk op verzoening
Recensie door Hans Burger
Ton de Ruiter was predikant, maar vroeg ontheffing uit zijn ambt, omdat hij de leer van de verzoening door voldoening niet langer kan
verkondigen, zegt de achterflap. Jezus in ons. Een andere kijk op verzoening is de verantwoording van zijn opvattingen. In twee zinnen
komt zijn boek hier op neer: God wil geen betaling van schuld en straf, maar liefde en toewijding. Liefde en toewijding zijn net als
verzoening mogelijk door wedergeboorte, dat wil zeggen doordat Jezus in ons komt wonen.
De Ruiter verzet zich tegen goedkope genade: de gedachte dat het in het evangelie om vergeving gaat en het niet uitmaakt hoe wij leven.
En tegen de overtuiging dat wij door onze zonde toch geen leven kunnen leiden van liefde en toewijding, alsof Jezus ons leven niet wil
vernieuwen door zijn Geest. De Ruiter schreef zijn boek om christenen in Nederland opnieuw te laten ontdekken hoe krachtig het nieuwe
leven is dat God ons door Jezus wil geven. Dit boek is een poging om de Bijbel met nieuwe ogen te lezen. De Ruiter onderzoekt hoe de
Bijbel spreekt over liefde en toewijding, over de inwoning van Jezus in ons, over wedergeboorte. Hij gaat de hele Bijbel door om af te
sluiten met een totaalvisie: verzoening door wedergeboorte. Zo haalt hij tegenover die goedkope genade mooie dingen naar voren over
toewijding en liefde voor God, over Jezus’ inwoning in ons.
Sympathie
Ik heb voor zijn zoektocht sympathie en ik herken er veel van. Hij legt terecht de vinger bij misverstanden die de leer van verzoening
door voldoening met de bijbehorende betalingsmetafoor oproept. Kan God pas vergeven nadat alle schuld betaald is? Wil God bloed zien?
Maar voor een nieuwe doordenking van de verzoeningsleer is een eerste opdracht: peilen waar het volgens die klassieke verzoeningsleer in
het evangelie om gaat.
Wat is er volgens die verzoeningsleer nodig om de zonde werkelijk uit de wereld weg te doen? Die poging om de intentie van de
betalingsmetafoor te peilen, mis ik in zijn boek. In het voorwoord wordt meteen al duidelijk dat De Ruiter vecht tegen een karikatuur
van de leer van verzoening door betaling van schuld: God die een boze God zou zijn die zijn woede op alle mensen afreageert op zijn
onschuldige Zoon, en Hem zelfs doodt. Die karikatuur wordt soms verdedigd door ‘orthodoxe’ christenen, maar is onjuist: dit is
inderdaad immoreel, maar wel een karikatuur van wat het evangelie van Christus zegt.
Zijn zoektocht is belangrijk. De Bijbel zegt meer dan ,,Jezus heeft voor mijn zonden betaald en nu wil God mijn zonden vergeven’’.
Maar daarmee wordt meteen ook duidelijk waar wat mij betreft het tweede probleem van dit boek ligt: zegt de Bijbel meer, of iets anders?
Ik meen dat het eerste het geval is, De Ruiter het tweede. En daardoor vliegt hij in zijn gedrevenheid aantoonbaar uit de bocht, al moet
je soms goed lezen om te ontdekken waar het nu precies fout gaat, omdat De Ruiter veel Bijbels materiaal aanreikt. In reactie op de ene
eenzijdigheid (goedkope genade), vervalt hij in een nieuwe eenzijdigheid (alleen wedergeboorte en de inwoning van Jezus in ons).
Plaatsbekleding
Wat ontbreekt in De Ruiters boek is een goed begrip van plaatsbekleding. Plaatsbekleding is meer dan verzoening door voldoening.
Plaatsbekleding wil zeggen: op onze plaats leidt Jezus een eerlijk en aan God toegewijd leven, om ons te bevrijden uit onze zonde en om
ons een eerlijk en God toegewijd leven te geven. Jezus neemt onze failliete boedel over, om het faillissement af te handelen en ons door
goed crisismanagement weer een plek te geven in een bloeiend bedrijf.
Ik kan hier slechts twee voorbeelden geven om te illustreren hoe De Ruiter de mist in gaat, doordat hij geen goed begrip van
plaatsbekleding heeft. Als eerste: Jesaja 53 en de aanhaling daarvan in 1 Petrus 2.
De Ruiter stelt dat ‘de knecht van de HEER’ Israël is, of het vrome deel van Israël. De zonden van de zondige Joden treffen het
rechtvaardige deel, die dat kwaad absorberen door er liefdevol op te reageren. Maar God zal nooit iemands straf aan een ander opleggen.
Bij Jezus en zijn leerlingen zie je dit patroon terugkeren. De striemen van Jezus maakten dat Hij groeide in liefde. Die kracht en
liefde zijn nu in ons. Jezus kruisigde alle aardse verleidingen en begeerten. Met Jezus in ons gaan wij ook onze zonden kruisigen.
In Jezus vind je dus een in ons herhaalbaar patroon, geen plaatsbekleding.
Een andere lezing doet echter meer recht aan 1 Petrus 2,24. Zoals het vrome Israël plaatsbekledend optrad voor het hele volk, zo treedt
Jezus als enig overgebleven vrome op voor zijn volk. Wat Hij zo ondergaat, heeft gevolgen voor ons. Jezus heeft onze zonden in zijn
lichaam het kruis op gedragen. Als gevolg daarvan zijn wij dood voor de zonde en krijgen een rechtvaardig leven.
Als tweede: volgens De Ruiter zegt Paulus in Galaten 2,19-20 dat hij wil sterven aan zichzelf en zo echt voor God wil leven. Zoals Jezus
gestorven is en opgestaan, zo wil Paulus het ook. Doordat Jezus in hem woont, kan dit ook. De Ruiter spreekt hier van samenwerking. Het
wordt zo een crisisloos groeiproces van boven de wet uitgroeien, lees de vergelijking in voetnoot 7 op pagina 210: vroeger was ik onder
de ‘aap-noot-mies-wet’ om te leren lezen en schrijven, nu ben ik daar bovenuit gegroeid en voor de ‘aap-noot-mies-wet’
gestorven.
Maar wat is hier de gedachtegang van Paulus? Van samenwerking kan juist geen sprake zijn: door de wet worden we niet gerechtvaardigd,
maar veroordeeld. Ik kan niet boven de wet uitgroeien, maar de wet veroordeelt mij tot de doodstraf – door de wet sterf ik. En hoe
bijzonder: Christus heeft zich één gemaakt met mij en die doodstraf ondergaan. Het terechte oordeel over mij (‘bestaansrecht
verspeeld – naar het kruis’) doorstaat Hij voor mij. Paulus zegt niet dat ik nu ook moet sterven of aan het sterven ben. Paulus
zegt: door de wet ben ik voor de wet gestorven, met Christus ben ik gekruisigd, ik leef niet meer. Gelukkig kan een doodstraf kan maar
eenmaal uitgevoerd worden. Daardoor ben ik vrij van de wet. Nu mag ik onbekommerd leven als nieuwe mens, door geloof in Jezus die in mij
woont. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij. De dood van de plaatsbekleder geldt als mijn dood, het leven van de plaatsbekleder
maakt mijn nieuwe leven mogelijk.
Herschepping
Kan God dan pas vergeven nadat onze schuld betaald is? Gods omgang met ons is toch persoonlijk en liefdevol, en God kan toch zo ook wel
vergeven? Natuurlijk kan God ‘zo’ vergeven, zonder voorwaarden vooraf. Je kunt de betalingsmetafoor opvatten als het stellen van
voorwaarden vooraf, maar dat is niet de intentie ervan. Want wat is vergeven? Wat is er nodig om de zonde met al haar gevolgen werkelijk
weg te doen, zodat er niets meer aan herinnert?
Zonde heeft in de Bijbel iets van een substantie, iets dat alles doortrekt, een ziekte van slechtheid en vergankelijkheid, een bestaan
onder een vloek. Dat er betaald moet worden, is een manier om aan te duiden: de zonde grijpt diep in onze bestaansstructuren in, en al
die zonde wil God weg hebben. Waarom vergeeft God ons door ons te verlossen in Jezus Christus? Omdat Jezus Christus zich één maakt met
ons vervloekte bestaan en daar alle gevolgen van onze zonde wegdraagt en opruimt, en zo mogelijk maakt dat wij écht met een schone lei
kunnen beginnen. Het bewijsmateriaal dat tegen ons spreekt, het doodvonnis dat klaar ligt om uitgevoerd te worden, de schade die wij
hebben aangericht, onze eigen wonden, onze gevangenschap – alles zal straks weg zijn. Daar gaat het om in de betalingsmetafoor: er kan
nooit meer een aanklacht boven tafel komen die herinnert aan mijn schuldige verleden.
Echte vergeving bevrijdt van dat zondige verleden en geeft echt bevrijd nieuw leven. Vergeving is zo bezien hetzelfde als herschepping
en niet los te zien van opstanding. Daarom wist de vroege kerk: alleen God kan ons verlossen.
Het is jammer om te zien hoe Ton de Ruiter in zijn zoektocht niet heeft geprobeerd te peilen waar het in de betalingsmetafoor om gaat,
en niet uitkomt op verbreding: het evangelie is meer dan betaling van schuld, meer dan vergeving.
In dit boek vervangt hij de ene eenzijdigheid door de volgende. Terwijl God in Christus verlossing van schuld geeft, én onze doodstraf
ondergaat, én ons met Christus laat sterven en opstaan, én Jezus’ Geest in ons komt wonen, én Christus steeds meer gestalte in ons
krijgt. Dan is er echt nieuw leven voor vrije blije kinderen van God.
2. CV-Koers - februari 2010
Droeg Christus de straf voor onze zonde?
Aan het kruis droeg Jezus onze straf: Hij stierf in plaats van zondaars. Een onbijbels idee vindt oud-predikant Ton de Ruiter. Hij gaat
in debat met Arnold van Heusden, directeur van de Evangelische Alliantie. Jezus stierf voor mij - dat neem ik gelovig aan en het gaat
mijn pet te boven."
Recensie door Tjerk de Reus
De visie van Ton de Ruiter
In zijn boek ‘Jezus in ons’ bepleit theoloog Ton de Ruiter een andere kijk op verzoening. Hij neemt afstand van de gedachte
dat Gods toorn gestild moest worden door Jezus' kruisdood.
Volgens hem heeft God geen 'betaling' nodig om te vergeven. De Ruiter beschouwt Jezus als de ware mens, die onrecht en zelfs de
dood beantwoordde met liefde. In Hem breekt het Koninkrijk door, dat gericht is op vernieuwing van mensenlevens.
In zijn boek loopt De Ruiter vrijwel de gehele Bijbel door. Steeds is zijn vraag: hoe 'werkt' verzoening en wat werkt het uit? Met
de antwoorden die hij vindt, neemt hij afstand van Luther, Calvijn en de hoofdstroom van de protestantse traditie na hen. Ook
wijst hij de denkbeelden ten aanzien van de verzoening af van hedendaagse theologen als Willem Ouweneel, John Piper en Tim Keller. |
Goede Vrijdag en Pasen komen eraan. Traditiegetrouw herdenken christenen dat Jezus 'in onze plaats ging staan'. Hij leed
plaatsvervangend, Hij onderging de dood in plaats van mensen en overwon. De redding die Hij realiseerde, kostte Hem zijn leven. Wie
enigszins bekend is met het christelijk geloof, weet dat dit door miljoenen christenen wordt geloofd en uitgedragen. Ontelbare
kerkliederen bezingen deze kern van het geloof.
Toch is het een foutieve bijbelinterpretatie, vindt Ton de Ruiter. Hij stelt dat de leer van verzoening op grond van Jezus'
plaatsvervangend 'straftijden' niet in de Bijbel staat. De Ruiter: „God koelde zijn woede niet op Jezus. Jezus bewees op Golgota -
maar ook al tijdens zijn hele leven - dat Hij trouw was aan God en waarachtig mens kon zijn. Daarmee verwierf Hij het Koningschap. Nu
stelt Hij na Pinksteren zijn liefde en trouw van Golgota beschikbaar aan ons. Dat betekent een ongekende impuls voor vernieuwing van
mensenlevens. Dáár gaat het God om: vernieuwing en heiliging, van binnenuit."
Ton de Ruiter is een gepassioneerd theoloog. Wie hem 's nachts wakker maakt, zal in no time een gesprek met hem op touw kunnen zetten
over fundamentele geloofsvragen. Tegelijk dient de gedachte aan tragiek zich aan. Met zijn nieuwe kijk op kruis en opstanding maakte hij
geen vrienden in de gereformeerde kerken vrijgemaakt. Hij was er predikant, maar legde in 2008 zijn ambt neer: zijn visie en de
gereformeerde belijdenisgeschriften bleken onverenigbaar. Hij kwam alleen te staan, stuitte op onbegrip. Nu ligt zijn boek in de winkel,
waarin hij zijn persoonlijke visie op Jezus uiteenzet: Jezus in ons.
Kort en goed: hoe kwam u tot uw visie en wat is de basis van uw denken?
„In mijn Bijbellezen stuitte ik steeds op het gegeven dat in het Nieuwe Testament de vernieuwing of heiliging van het leven een
allesbepalende rol speelt. Veel sterker in elk geval dan de zogenoemde 'rechtvaardiging van de zondaar door Jezus' bloed'. Ik heb er
veel studie naar gedaan en ontdekte dat het in de Bijbel nooit gaat om verzoening door strafbetaling, maar om verzoening door eensgezind
te worden met God, om levensvernieuwing door de kracht van de Geest. Jezus stierf niet om de schuld te vereffenen of de straf te dragen.
God vergeeft altijd als mensen berouw hebben. Dáár heeft Hij geen offer voor nodig!"
„Deze kijk op de Bijbel heeft als voordeel dat de verzoening niet meer een onbegrijpelijk en onhelder gebeuren is. Je kunt het
uitleggen aan buitenstaanders, die nu vaak aanhikken tegen een God die in hun ogen eerst 'bloed wil zien'. Bovendien denk ik dat de
foutieve concentratie op vergeving de vernieuwing van het leven belemmert. Als gevolg hiervan blijven mensen te veel in hun zondige
bestaan zitten. Het gaat God erom dat wij zonde uit ons leven wegdoen. Dat kunnen we ook, want er is kracht beschikbaar. Begrijp me
goed, vergeving van schuld is voor mij onmisbaar. Maar het drááit niet om de vergeving! Het gaat om de vernieuwing van je bestaan en
om de doorwerking van het hemelse leven."
Is het niet verbijsterend voor u om te beseffen dat in de geschiedenis van twintig eeuwen christendom nauwelijks iemand te vinden is
die exact dezelfde dingen beweert als u?
„De verzoening door voldoening is pas sinds Luther en Calvijn gangbaar geworden - vóór die tijd heersten andere uitleggingen van
Golgota. Dat kun je lezen in iedere dogmatiek. Altijd weer is er gevraagd waarom Jezus in onze plaats de straf zou moeten dragen. Daar
is mijns inziens nooit een helder antwoord op gegeven. Daarom blijft die vraag. Maar het is waar, je komt alleen te staan. Dat is niet
gemakkelijk. Ik heb daarmee geworsteld en in gebed aan God gevraagd: 'Zoek alstublieft iemand anders om dit inzicht uit te dragen.'
Anderzijds is het genade om meer inzicht te ontvangen."
Zonde is complex
Voor orthodoxe christenen is de zienswijze van De Ruiter amper te snappen, vervreemdend - of op
z'n minst verrassend. Hoe las Arnold van Heusden het boek van De Ruiter?
Van Heusden: „Zijn warme pleidooi voor de heiliging heeft mij positief getroffen. Ik denk dat mensen te gemakkelijk zeggen: 'We doen
toch allemaal wel eens iets wat niet door de beugel kan?' Dat past niet bij het leven met God. Wie verlangt naar leven met Jezus, wil
heilig leven."
Tegelijk zie ik bij De Ruiter een te simpele opvatting van wat zonde is. Als je iets van psychologie afweet, kun je eenvoudig
vaststellen dat zonde vaak diep zit bij mensen en lang niet altijd volledig bewust is. Als ik zelfreflectie pleeg, ontdek ik al heel
snel dat ik soms met goede dingen toch mijzelf op het oog had. Zonde is een complex iets. De Ruiters benadering ervan vind ik nogal eens
te oppervlakkig."
De Ruiter: „Mijn punt is: het is ongezond om vaag te doen over zonde. Wees eerlijk tegenover jezelf! Zonde die ik in mijn leven zie,
kan ik aanpakken."
Van Heusden: „Tot op zekere hoogte heb je gelijk. Tegelijk zeg ik: we leven in een diffuse wereld, waarin onze eigen motieven lang
niet altijd duidelijk voor ons zijn. Daar moet je mee rekenen. Bovendien kun je mensen geweldig klemzetten met de eis dat zij volmaakt
moeten zijn en voor honderd procent schone handen moeten hebben. We leven in een onvolmaakte wereld en ik vind dat jij daar onvoldoende
recht aan doet.'
De Ruiter: Ik erken dat zonde vaag of onduidelijk voor je kan zijn. Maar zonde waarvan ik mij bewust ben, moet ik wegdoen uit mijn
leven. Belangrijk is het verschil tussen onbewust of onopzettelijk zondigen en welbewust voor zonde kiezen. Tegen zonde die ik als zonde
herken in mijn leven, kan ik door Gods genade 'nee' zeggen en die overwinnen."
Arnold van Heusden: „Jouw conclusies vind ik te snel getrokken, te automatisch. Jezus was volledig mens, maar ook een bijzonder mens.
Wij snappen niet alles van Hem" Je legt grote nadruk op zondeloosheid en Geestvervuld leven. Als een gelovige zondigt en eigenlijk
wel wist: dit is niet goed – trek je dan de conclusie dat hij of zij niet wedergeboren is?
De Ruiter: „Iemand kan uit de wedergeboorte gestapt zijn. Ik zie het leven van mensen niet als statisch, maar als dynamisch.
Toegewijde gelovigen kunnen zich van de genade verwijderen."
Van Heusden: „Dat vind je zo niet in de Bijbel: uit de wedergeboorte stappen. Erin en er dan weer uit? Waar haal je dat vandaan?
Wedergeboorte is toch veel meer een toestand dan een dynamiek."
De Ruiter: „De Geest kan van je wijken, leert de Bijbel duidelijk. Dat is een werkelijkheid."
Van Heusden: „Akkoord, ik denk dat er een uiterste mogelijkheid bestaat dat een gelovige zich welbewust met zijn hele hebben en houden
afkeert van God. Maar over wat er dan gebeurt, oordelen wij als mensen niet. Bij een begane zonde kun je niet zeggen: nu wordt de
wedergeboorte teruggedraaid. Dat lees ik nergens."
Is strafbetaling nodig?
Laten we naar de kern van De Ruiters betoog kijken. Jezus zorgt ervoor dat mensen die falen bij
God terechtkunnen: op grond van zijn plaatsvervangende kruisdood. Dat stelt het klassieke christendom. De Ruiter zegt: God heeft die
`voldoening' of betaling niet nodig, Hij vergeeft zó wel.
Van Heusden: „De Ruiter leest de Bijbel anders dan ik. Dat bemoeilijkt dit gesprek. Ik heb al aangegeven dat ik warme gevoelens
heb bij zijn kijk op levensvernieuwing. Maar ik zie niet in waarom het plaatsvervangend lijden van Jezus hier niet bij zou passen. De
eerste Adam is gevallen in zonde, de tweede Adam - Jezus Christus - draagt het oordeel en herstelt zó de breuk. Jezus heeft een
toekomst voor mensen veiliggesteld. Zijn Geest leidt mensen in een weg van heiliging en toewijding. Ik kom dit overal in de Bijbel
tegen."
De Ruiter: „Mijn punt is: waarom moet de eer van God door strafbetaling worden gered? Want dat is de gedachte achter de
plaatsvervanging. Maar het is juist Gods heerlijkheid dat Hij vergeeft zonder dat daarvoor betaald moet worden! Ik durf zelfs te stellen
dat vergeven helemaal niet moeilijk is voor God. Voor Hem is het geen punt! Wat Hem wel moeite kost, is mensen uit hun zondige gewoontes
trekken. Want mensen houden daar van nature graag aan vast."
Van Heusden: „Wat jij nu zegt is de kern van je verhaal. En je komt er voortdurend op terug. Als het niet zo flauw was, zou ik zeggen:
dit rationalisme doet me wat vrijgemaakt aan. Alles moet helder en rationeel inzichtelijk zijn. Voor mij hoeft dit niet. Dat God mens
werd is een verbijsterend feit waar mijn gedachten maar zeer ten dele grip op hebben. Ook heb ik moeite met de manier waarop je over
vergeving spreekt, als iets wat God geen moeite kost. Zo werkt het tussen mensen ook niet. Vergeven is moeilijk en kost je iets. Ook
God."
De Ruiter: Ik ben ook verwonderd over Gods liefde. Ik kan zijn onmetelijkheid niet bevatten. Maar zou zijn daad om mij te verzoenen
onbegrijpelijk zijn? Zou God dat werk voor ons niet inzichtelijk laten zijn? Overigens stem ik ermee in dat vergeving schenken een zware
taak kan zijn. Maar dat laat onverlet dat er geen betaling vereist is, voordat vergeving tot stand kan komen."
Is dat een voorwaarde voor u: alles moet per se rationeel helder zijn te maken?
De Ruiter: „Nee, dat is geen vooronderstelling; er zijn verborgenheden. Maar juist het reformatorische denken gaat uit van een
vooronderstelling: Jezus sterft plaatsvervangend. Men leest dat overal in. Zo doen Luther en Calvijn, John Piper en Tim Keller - ze doen
het bijna allemaal en dan wordt de Bijbel moeilijker dan die is. Ik wil zo onbevooroordeeld mogelijk lezen. Wat staat er echt? Ik kom
tot de conclusie dat het heel helder ligt in de Bijbel. Je leest geen ingewikkelde theorieën over God die een offer eist als betaling.
Wel is er een grote mate van duidelijkheid: God wil met mensen op weg en maakt door Jezus het koninkrijksleven van toewijding mogelijk
door wedergeboorte."
U lijkt het onverteerbaar en onlogisch te vinden dat een liefdevolle Vader zijn Zoon laat sterven. Maar in uw visie sterft de Zoon
nog steeds en dat had betekenis voor de Vader. Dan blijft het bezwaar overeind.
De Ruiter: „Nee, want het gaat erom dat Jezus vrijwillig het mens-zijn op zich nam en als mens gehoorzaamheid moest leren. Dat kostte
Hem alles. Hij verdroeg dood en onrecht als beproeving en bleef trouw. Maar God had Jezus' dood niet nodig om zijn toorn te kunnen
stillen."
Jezus moest zijn ego kruisigen
Toch stelt u: Jezus' gruwelijke dood verheerlijkte God. Dat blijft lastig uitleggen aan niet-christenen. Vindt u het zoveel
'logischer' dat God de Vader deze proeve van bekwaamheid van Jezus - zijn eeuwige Zoon - nodig had?
De Ruiter: „Jezus moest Koning worden van het Koninkrijk. Bij een positie hoort een voorbereiding. Jezus moest het leren om mens te
zijn naar Gods standaard. Dat kostte Hem alles. Beproeving, scholing is de normale weg voor mensen. In Genesis 1 begint het al: Adam en
Eva moeten hun trouw aan God bewijzen door niet te eten van de boom. Ook Abraham wordt beproefd als vader van alle gelovigen. Zo met
heel Israël. Dat loopt niet goed af. Dan komt Jezus: Hij brengt het mens-zijn tot vervulling en maakt zo de krachten vrij van het
Koninkrijk van God. Hij brengt sinds Pinksteren zijn kracht in mensen, die zo in staat worden gesteld Hem te volgen. Sterker nog: Hij
gaat in hen wonen om hen van binnenuit overwinnaars te maken over de zonde. Dankzij Jezus' werk is het nieuwe leven beschikbaar. Als jij
vraagt: is dit logisch, dan zeg ik: ja, dit is begrijpelijk en helder - en je kunt er enthousiast van worden. Van een onbegrijpelijke
visie op de verzoening worden mensen niet enthousiast. En het belemmert het leven uit de kracht van de Geest."
Van Heusden: „Jezus was ook mens. Daar heb je een punt. Ik zou best willen toegeven dat in de protestantse traditie Jezus te weinig is
gezien als volledig mens. Tegelijk houd ik reserves. Ik kan Jezus' mens-zijn niet doorgronden. Ik vind het bijvoorbeeld moeilijk te
spreken over zijn karakter."
De Ruiter: Toch kan het. Want Hij is ons volledig gelijk geworden. Zijn godheid had Hij afgelegd en Hij was net zo afhankelijk als wij
zijn. Ook Hij moest leren afzien van de begeerte van zijn lichaam. Hij moest zijn `ego' kruisigen. Dat is de weg waarop de mens faalde,
maar Jezus niet! Dankzij de Geest van Jezus hoef ook ik niet meer te falen. Ook wij kunnen in alles overwinnen, zoals Paulus zegt."
Van Heusden: Toch zou ik liever terughoudend zijn. God in het vlees: een mysterie dat ik gelovig aanneem. Hij moest zijn ego kruisigen?
Dat staat nergens zo te lezen. Dan moet je het ook niet zeggen. Je moet de Bijbel respecteren in wat verzwegen wordt."
De Ruiter: „Toch staat er dat Jezus onwil voelde toen de kruisiging naderde. Was dat zonde? Nee, ons lijf wil geen pijn. Jezus wilde
ook geen pijn. Hij voelde de onwil, maar kruisigde zijn vlees! Het gaat erom welke keuzes wij maken."
Van Heusden: „Kijk, precies met dit soort redeneringen heb ik moeite. Ik vind het bijna plat. Ik ben best voor populaire verkondiging
en gewonemensentaal als we het Evangelie communiceren. Maar jouw conclusies vind ik te snel getrokken, te automatisch. Jezus was
volledig mens, maar ook een bijzonder mens. Dus niet zomaar met ons vergelijkbaar. Wij snappen niet alles van Hem."
De Ruiter: „Hij werd 'een van ons', lees ik in de Bijbel. Hij voelde wat ik voelde. Ik vind dat een geweldig rijke gedachte."
Zijn er conclusies te trekken? De afstand tussen jullie beiden blijft groot.
De Ruiter: „Het verschil in zienswijze is duidelijk. Tegelijk ben ik blij met de herkenning. Beiden zien we het grote belang van
groeien in Jezus. Ook Van Heusden ziet niets in beperking van de levensheiliging tot een `klein beginsel' zoals de Heidelbergse
Catechismus zegt. Dat ervaar ik als samenbindend."
Van Heusden: Ik herken bij De Ruiter de verlegenheid: hoe leg je vandaag het geloof uit? Ik herken ook veel in zijn pleidooi voor
toewijding aan Jezus. Maar de weg die hij kiest is de mijne niet. Ik had liever een boek gelezen waarin de plaatsvervanging van Jezus
gecombineerd zou zijn met een bredere opvatting van levensheiliging."
1. Nederlands Dagblad - 6 december 2008 - www.nd.nl
Eenzijdige kijk op Jezus aan het kruis
Boekrecensie door Jaap Oosterhuis
Betaalde Jezus niet voor de zonden? ,, Misschien moeten we de Here Jezus zelf maar eens aan het woord laten’’
Dominee Ton de Ruiter vroeg ontheffing als vrijgemaakt-gereformeerd predikant vanwege zijn standpunt dat Jezus niet hoeft te betalen
voor onze zonden om verzoend te kunnen worden met God. Maar aan hoeveel teksten gaat hij dan voorbij?
Ton de Ruiter staat open voor correctie als het gaat om zijn huidige visie op de boodschap van het kruis ( Nederlands Dagblad , 5
december). Deze opmerking siert hem en heel graag wil ik een poging doen om iets te corrigeren in zijn theologische denken.
Het is duidelijk dat er meer van het kruis te zeggen valt dan dat Jezus plaatsvervangend stierf voor onze zonde. Overwinning van de
kwade machten, zoals de Ruiter het noemt, is een belangrijk aspect dat misschien wel wat ondergesneeuwd is in de gereformeerde traditie.
Maar is het werkelijk zo dat de betalingsleer wordt 'ingelezen' en niet te onderbouwen valt? Ik geloof daar niets van. Misschien moeten
we de Here Jezus zelf maar eens aan het woord laten. Op de avond van zijn gevangenneming gaf Hij ons zijn eigen visie op zijn dood.
Toen Hij tijdens de pesachviering brood en wijn uitdeelde zei Hij het volgende: ,,Dit is mijn lichaam, ...dit is mijn bloed dat voor
velen vergoten wordt tot vergeving van zonde....doe dit telkens opnieuw om Mij te gedenken.'' De pesachviering was een joods feest dat
de exodus in herinnering hield. Dit feest draaide echter niet alleen om bevrijding/overwinning maar ook om 'plaatsbekleding'.
Tenzij er een lam werd geofferd en bescherming werd gezocht achter het bloed van het lam zou ook in de huizen van de Israëlieten de
oudste zoon sterven (Exodus 12:13-14). De boodschap is duidelijk: het lam komt in plaats van een mens.
Jezus' woorden
Tegen deze achtergrond kunnen Jezus' woorden bij de instelling van het avondmaal niets anders betekenen dan dit: 'Ik geef mijn bloed
in plaats van jullie bloed, en dat mag je nooit vergeten'. Dat dit geen inleeskunde is, blijkt hieruit dat Jezus op verschillende
plekken in het Nieuwe Testament lam of paaslam wordt genoemd (1 Kor. 5:7; Joh. 1:29). Zo wil Hij in de eerste plaats herinnerd worden:
Het paaslam dat plaatsvervangend zijn leven offerde tot vergeving van zonde.
Wat hield dit plaatsvervangend sterven in voor Jezus? Geen mens kan dat volledig bevatten, maar zijn worsteling in de hof van Gethsemane
maakt wel iets daarvan duidelijk.
Jezus is daar letterlijk doodsbang, terwijl Hij toch tegen zijn leerlingen had gezegd: ,,Wees niet bang voor hen die alleen maar het
lichaam kunnen doden, wees liever bang voor Hem die lichaam en ziel kan laten omkomen in de hel'' (Mat. 10:28).
Wanneer we deze woorden van onze Here met zijn eigen doodsangst willen rijmen kunnen we maar één conclusie trekken: Jezus zag de
verschrikkingen van de hel naar zich toekomen! De Vader met wie Hij van eeuwigheid innig verbonden was, had zich van Hem losgescheurd.
Godverlatenheid heeft alles te maken met oordeel over zonde (zie bijv. Jesaja 59:2: Jullie wangedrag is het dat jullie en je God uit
elkaar heeft gedreven, door jullie zonden houdt Hij zich verborgen en wil Hij niet meer horen).
Hoe aanstootgevend het ook is dat een rechtvaardige als een onrechtvaardige wordt veroordeeld, dat is toch echt wat is gebeurd op
Golgotha.
Veroordelen
De teksten die de Ruiter noemt waarin het veroordelen van een rechtvaardige wordt afgewezen veranderen hier niets aan. Sterker nog,
het Oude Testament heeft ons hier al op voorbereid. Wat had de profeet Jesaja ook al weer geschreven over de lijdende knecht?
Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen (!). Hij heeft nooit onrecht begaan, maar offerde toch zijn leven voor de schuld van
anderen, liet zich tot zondaars rekenen en droeg de schuld van velen (Jesaja 53). Dat deze profetie betrekking heeft op Jezus, daar laat
het Nieuwe Testament geen twijfel over bestaan (zie bijv. 1 Petrus 2:23-25).
De apostelen hebben tijd nodig gehad om te peilen wat er aan het kruis is gebeurd, de Here Jezus is blijkbaar sober geweest in zijn
woorden hierover. Maar dát de eerste christenen het hebben begrepen, wordt volstrekt duidelijk in teksten als 2 Korintiërs 5:21 ('Hem
die geen zonde heeft gekend, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt zodat wij rechtvaardig voor God konden worden') of Galaten 3:13
('Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van de vloek door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder
die aan een paal hangt'). Hoe kunnen we deze teksten lezen zonder aan plaatsvervanging te denken?
De Ruiters zorg over gebrek aan levensheiliging deel ik, maar anders dan hij wijd ik dit niet aan de leer van de plaatsvervanging en ik
voel me niet aangesproken als hij het heeft over 'inlezen'.
Ik denk eerder dat er bij De Ruiter sprake is van 'uitlezen'. Dat is erg jammer, want het gaat hier over het hart van het evangelie. Ik
hoop dat hij terugkomt op zijn eenzijdige visie op het kruis. Wellicht is er dan ook meer ruimte voor hem om ons te onderwijzen over het
verbreken van de macht van de zonde en de kracht van 'Jezus in ons'. Want dat hij ons op die punten iets te vertellen heeft, ook dáár
twijfel ik niet aan.
Jaap Oosterhuis is vrijgemaakt-gereformeerd predikant in Wetsinge-Sauwerd en Winsum.
|