Christus ontvangen
Gereformeerd en charismatisch: leren van elkaar
Philip Troost
Uitvoering Paperback
Omvang 230 blz.
Verschenen februari 2006
ISBN 9789043512138
Prijs € 14,90
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Het is spannend in de kerk, want waar de een in de charismatische vernieuwing hét antwoord ziet
op de malaise van de kerk, ziet de ander daarin juist hét grote gevaar voor de kerk vandaag. Midden in deze spanning wil dit
boek een weg wijzen waarop gereformeerd en charismatisch niet tegenover elkaar worden gesteld maar verbonden. Deze weg wordt
zichtbaar vanuit de vraag of we Gods liefde in Christus écht kunnen en willen ontvangen in de diepte en concreetheid van onze
menselijke ervaring.
Veel christenen geloven wel oprecht, maar klagen erover dat ze zo weinig van God ervaren. Iets zit hen in de weg om een
intimiteit met God te ervaren waarbij Gods liefde en vervulling met de Geest hen echt helemaal bezielt.
Dit boek gaat in op hoe de heilige Geest werkt in het binnenste van onze ziel en hoe wij daarbij kunnen mee- of tegenwerken. De
combinatie van de gereformeerde geloofsovertuiging van de schrijver en zijn opgedane ervaringen in de charismatische
geloofscultuur maken dit boek verrassend anders dan wat tot nu toe over gereformeerd en charismatisch werd geschreven. Door de
persoonlijke kleur en praktische insteek zal dit boek velen inspireren op hun zoektocht naar een geloofsleven dat vol is van de
Geest van Christus.
Ds. Philip Troost (1959) is predikant binnen de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt) en momenteel
werkzaam als studentenpastor te Zwolle. Daarnaast werkt hij in een praktijk voor psychotherapie en pastoraat waar hij de
verbinding tussen geloven en ervaren vanuit de hulpverleningskant invulling geeft. Van hem verscheen eerder Open lijnen, een
cursus in omgaan met God en met elkaar, 5e druk 2004.
4. Bode – 30 augustus 2006
Christus ontvangen
Recensie door Raymond Hausoul
In de gereformeerde kringen zijn er de afgelopen jaren verschillende publicaties verschenen die waarschuwen tegen de
charismatische impact in de gemeente. Philip Troost erkent de waarde van zulke werken, maar koestert ook de diepe overtuiging
dat gereformeerde en charismatische christenen elkaar hard nodig hebben voor een gezonde bijbelse en tegelijk geestelijk
bezielde geloofspraktijk. In dit boek wil hij daarom stilstaan bij punten die gereformeerden van charismatischen kunnen leren.
Dat het werk van de Heilige Geest in dit boek op de voorgrond staat is natuurlijk voorspelbaar. Toch is dit boek anders dan
menig evangelisch boek over de omgang met de charismatische beweging. In het voorwoord wordt de lezer meteen op een aangename
wijze duidelijk gemaakt wat hem in dit boek te wachten staat. Het gaat de auteur niet primair om de Heilige Geest, maar om de
intimiteit van de christen met God. Gemotiveerd vanuit de nadruk die er op de intimiteit met God ligt binnen de charismatische
gemeenten, wil hij een ander zicht krijgen op onze verbondenheid met God. De titel van het boek is dan ook niet: 'De Geest
ontvangen', maar:'Christus ontvangen' (12).
De auteur richt zich daarbij zoals de ondertitel van het boek reeds aangeeft tot christenen uit de gereformeerde kringen. Dat
betekent niet dat evangelische christenen niets met het boek kunnen beginnen. Integendeel! De aspecten die beschreven worden,
zijn ook toepasbaar voor menig evangelisch christen. Wel moet men daarbij niet verwachten dat specifieke 'gereformeerde'
uitdrukkingen breed verklaard worden. Zo wordt er verondersteld dat de lezers bekend zijn met de verbondsgedachte en alle
invloeden van deze leer.
Intimiteit is de hoofdmoot van het boek. De relatie tussen de christen en Christus wordt daarbij vergeleken met de relatie
tussen een man en vrouw. Het hart van de christen wordt gevraagd in beweging te komen en niet langer afstandelijk te blijven van
Christus. Kennis en persoonlijke omgang horen, volgens de auteur, onlosmakelijk bij elkaar. We kunnen niet bezig zijn met Gods
Woord, zonder een echt contact met God te hebben (51).Vervulling met de Geest betekent dan ook: intimiteit met God. God wil ons
helemaal ver-vullen en binnendringen in elke hoek van ons leven (146).
Voor menig lezer kan de wijze waarop de auteur de intieme nabijheid van de christen met God benadert, nieuw en vreemd zijn.
Ondanks de confrontatie die de lezer hierdoor zou kunnen krijgen, moet toegegeven worden dat Troost deze intimiteit steeds op
een eerbiedige wijze beschrijft. Later in het boek noemt de auteur de verschillende uitingsvormen van onze ziel
(55).Verschillende aspecten worden daarbij in een ander perspectief geplaatst. De auteur wil er hartgrondig voor pleiten dat de
aandacht voor de gewone menselijke kant van onze ziel in de preek en het pastoraat weer hoog op de agenda komt te staan
(100).Troost neemt de lezer daarbij mee in de zoektocht naar een evenwichtig mens en Godsbeeld en de verhouding tussen deze
twee. Mannelijk en vrouwelijk zijn daarbij niet alleen een kenmerk van de mens, maar ook van God. Juist de pinksterbeweging zou
er wel eens in het begin van de vorige eeuw voor gezorgd kunnen hebben dat ons al te 'mannelijk' beeld van het christendom
aangevuld werd met het 'vrouwelijk' deel van het christendom (110). In onze generatie merkt men dan ook dat het
verlichtingsdenken ('Ik denk dus ik ben') plaats moet bieden voor het huidige 'Ik voel dus ik ben' (111). Hierbij verwerpt de
auteur het rationele aspect van het christen-zijn niet. Hij wil er juist voor zorgen dat dit rationele aspect van het christen
zijn weer opnieuw wordt aangevuld met het verworpen gevoelsaspect van het christen zijn. Het 'ik denk‘ hoort samen te gaan met
het 'ik voel'. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Om tijdens het lezen verdere verdieping te krijgen is ervoor gekozen om elk hoofdstuk af te sluiten met groeps en persoonlijke
verwerkingsvragen. Daarnaast wordt ieder hoofdstuk afgesloten met een routebeschrijving die het hoofdstuk nog eens samenvat en
een verband legt met de omliggende hoofdstukken. Verder worden belangrijke statements uit het boek groot weergegeven in kaders,
wat handig kan zijn bij het zoeken naar bepaalde tekstgedeelten. Het boek zelf is van harte aanbevolen aan iedere christen
(gereformeerd of evangelisch) die opnieuw een frisse kijk op de intimiteit in zijn geloofsleven wil ontvangen.
3. CC – 5 mei 2006
Christus ontvangen
Recensie door CC
Vanuit de diepe overtuiging dat gereformeerde en charismatische christenen elkaar hard nodig
hebben voor een gezonde bijbelse en geestelijk bezielde geloofspraktijk,heeft studentenpastor Philip Troost het boek Christus
ontvangen geschreven. Door Gods liefde in Christus te ontvangen in de diepte en concreetheid van onze menselijke ervaring zou de
verbondenheid tussen gereformeerden en charismatischen zichtbaar moeten worden.
Troost gaat in dit boek diep in op hoe de Heilige Geest in ons leven werkt en hoe wij daarbij
kunnen mee- of tegenwerken. Doordat Troost open en eerlijk kijkt naar zijn eigen gereformeerde achtergrond en zijn opgedane
ervaringen in de charismatische geloofscultuur,is dit boek verrassend anders dan wat tot nu toe door gereformeerden en
charismatischen (over elkaar!)is geschreven.
De persoonlijke insteek van de auteur is ontwapenend: ‘Elke keer weer als ik gereformeerde
christenen ontmoet die lonken naar of al overgestapt zijn in de groene weiden van de evangelische geloofscultuur,merk ik bij
mezelf een dubbel gevoel. Aan de ene kant voel ik jaloersheid. Ik vind het namelijk zelf ook lastig met mijn geloofsbeleving
aansluiting te vinden bij de geloofscultuur in een traditionele kerk.’ Is er in de traditionele kerk misschien rond een
gezonde geloofsleer een ongezonde geloofscultuur ontstaan? vraagt Troost zich hardop af. Het gaat om het ontvangen van Christus.
In een samenvattend nawoord spreekt Philip Troost het verlangen uit waarin we elkaar moeten
herkennen:‘dat ik Christus moge winnen ’ (Fil.3:7-8).
2. CV-Koers – mei 2006
Christus ontvangen
Philip Troost
Recensie door Tjerk de Reus
Philip Troost (1959),studentenpastor te Zwolle, vindt dat de relatie tussen God en mens inhoud moet hebben. In zijn
geloofstraditie, de Gereformeerd Kerken (vrijgemaakt), is de verhouding tussen God en mens vooral bepaald door het verbond dat
God met de gemeente heeft gesloten: het genadeverbond. Dat is op zich heel bijbels, vindt Troost, maar hoe het er aan toegaat
binnen die verbondsrelatie, bleef veelal buiten beeld. En dat terwijl deze relatie toch een liefdesrelatie genoemd moet worden!
Dit is een diagnose van Troost die hout snijdt en ook ruimere betekenis heeft dan alleen in Troosts kerkelijke context. Veel
mensen in de breedte van de protestantse kerken hebben 'op papier' een relatie met God, maar weten in de praktijk niet hoe ze er
vorm aan moeten geven en hoe het inhoud kan krijgen.
De vraag is vervolgens: wat zou er anders moeten? Het antwoord van Philip Troost valt te lezen in zijn nieuwe boek, Christus
ontvangen. Hij stelt dat er veel meer oog moet komen voor de werkzaamheid van Gods Geest in je innerlijk, in je gevoelsleven, in
je geest en in je ziel. De werkzaamheid van Christus door de Geest moet in het innerlijke leven ruim baan krijgen. Psalm 25
spreekt over 'vertrouwelijke omgang’ tussen God en mens. Met minder mag je als gelovige geen genoegen nemen, vindt Troost.
Hij signaleert ook dat de gereformeerde theologie, zoals die functioneert in prediking en gemeenteleven, lang niet altijd de
vertrouwelijke omgang met God bevordert. Zelf denkt hij dat gereformeerden veel kunnen leren van charismatische christenen, bij
wie hij hoge verwachtingen aantreft jegens God; hij treft er een 'zich uitstrekken naar de Geest' aan. Kernwoorden waarmee
Troost invulling geeft aan het intieme geloofsleven zijn: ontvankelijkheid, je openstellen, toelaten, verwachten, laten
gebeuren. Dat zijn kenmerken van een houding die Troost als 'vrouwelijk` aanduidt.
In de gereformeerde geloofstraditie staat deze houding niet hoog genoteerd, terwijl dat juist wel zou moeten. Want de Geest
werkt voor zover Hij toegelaten wordt, stelt Troost. Gelovigen mogen ontvankelijkheid leren. Dat betekent dus meteen dat je dit
alles niet wettisch moet invullen. Troost legt daarop grote nadruk, door niet het woord moeten, maar juist het woord ontvangen
als een sleutelterm naar voren te schuiven. Duidelijk is ook dat hij met zijn pleidooi voor het charismatische niet zozeer de
bijzondere gaven op het oog heeft, zoals tongentaal, profetie en genezing. Het gaat hem om de werkzame aanwezigheid van God in
je hart. Dat zal een sterke en vruchtbare oriëntatie op God teweegbrengen - en eventueel ook resulteren in tongentaal of
genezing. Als manifestaties van de Geest aanvaardt Troost deze laatste zaken dankbaar, maar hij vindt dat je er niet op gefocust
moet zijn of er op een eisende manier mee zou moeten omgaan.
Troost is zich goed bewust van de kritische stemmen die zich zullen verheffen bij zijn
opvattingen. Hij doet wat je het beste kunt doen: hij maakt tegenwerpingen meteen expliciet en gaat er op in. Duidelijk wordt
dat hijzelf vele gereformeerde inzichten als onopgeefbaar beschouwt, maar charismatische aspecten niet zou kunnen missen. Soms
krijgt het boek hierdoor een sfeer van enerzijds-anderzijds, waarin van elke traditie wel iets goeds en iets fout te melden valt
- vaak binnen het bestek van één zin. Een nadeel van het boek zijn ook de vele overeenkomsten tussen de hoofdstukken. Hoe
verder je bent in het boek, hoe vaker je denkt: dit is al besproken.
Dit boek is geschreven tegen de achtergrond van kerkelijk leven waarin het geloofsleven niet tot bloei komt, maar verkommert of
zelfs nauwelijks kansen krijgt. In dat kader is het van grote waarde - zonder dat daarmee gezegd is dat alles wat Troost
aanreikt kritiekloze acceptatie vereist. Troost kent ook z'n eenzijdigheden en wordt in zijn vraagstellingen bepaald door de
tijd waarin wij leven. Toch zou het onverstandig zijn dit boek daarmee terzijde te schuiven. Troost heeft veel waardevols te
zeggen. De kwetsbare wijze waarop hij een en ander ter sprake brengt, maakt hem tot een niet te negeren gesprekspartner.
1. Nederlands
Dagblad - 24 maart 2006 www.nd.nl
'In verbond leren van evangelischen'
van onze redactie kerk
ZWOLLE - God wil binnen het verbond intiem met ons omgaan, zoals in een huwelijk tussen man en vrouw. Op dit gebied van de
persoonlijke spiritualiteit kunnen gereformeerden leren van evangelischen.
Dat beschrijft ds. Philip Troost in zijn pas verschenen boek Christus ontvangen. Gereformeerd en
charismatisch: leren van elkaar (Uitgeverij Kok, Kampen 2006). Troost is vrijgemaakt-gereformeerd studentenpastor in Zwolle en
werkt in een praktijk voor psychotherapie en pastoraat. Zijn boek verschijnt op een moment dat in gereformeerde kring volop
discussie gaande is over het werk van de Heilige Geest. Daarbij verlangt de een naar charismatische vernieuwing en maken anderen
zich grote zorgen over 'evangelicalisering' van het gereformeerde denken.
Intimiteit tussen God en mens, via het werk van de Heilige Geest die ons met Christus verbindt, is volgens Troost bij
gereformeerden in de loop der tijd ondergesneeuwd. ,,Door de kerkelijke en theologische discussies gedrongen, kwam alle nadruk
te liggen op het juridische karakter van het verbond. De rechtspositie van de verbondspartners, de wederzijdse trouw, de
constructie van belofte en eis en de verbondswraak waren de aspecten die alle aandacht opeisten. Maar hoe het er nu toeging
tussen die twee 'gehuwden', daarvoor werd niet veel geschreven, gepreekt en getheologiseerd.''
De studentenpastor heeft zijn boek vanuit de context van de vrijgemaakt-gereformeerde kerken geschreven. Hij vraagt zich af of
op deze manier rondom een gezonde gereformeerde geloofsleer misschien een ongezonde geloofscultuur is ontstaan, ,,die het voor
een heel aantal mensen moeilijk maakt echt contact met God te vinden?''
Troost is opgevallen dat gereformeerden die vervolgens hun heil bij een evangelische gemeente of op een charismatische
conferentie zochten, echt werden aangeraakt, ,,soms voor het eerst, soms op een nieuwe diepere manier''. Doe dat niet af met
oppervlakkige analyses als 'alleen maar beleving en gevoel' of 'de mens komt in het middelpunt in plaats van God', waarschuwt
hij. ,,Er zijn te veel gereformeerde christenen die dankzij de charismatische bevruchting een diepe en blijvende verandering van
hun geloofsleven hebben meegemaakt. (...) Maar waarom heeft de kerk dit zelf niet in huis?''
Bij deze vraag neemt Troost zijn vertrekpunt bij het verbond: ,,dé bijbelse aanduiding voor de relatie tussen God en de mens,
tussen de Heer en zijn volk. De verbondsomgang is zó echt en zo intiem, dat je dáárvoor in ieder geval je gereformeerde
wortels niet hoeft los te laten''.
Als het om intimiteit gaat, legt Troost naast de liefde van God nadruk op 'ontvankelijkheid' van de mens. ,,Dan bedoel ik het
vermogen en de bereidheid om die liefde van God in Christus ook echt toe te laten in de diepte van ons menselijk zijn en
ervaren. Dat we Christus niet voor onze neus laten staan, maar ook ontvangen in onze ziel.''
Die benadering is riskant in gereformeerde kring, beschrijft hij; al snel wordt erop gewezen dat de mens met zijn geloof en
ervaring centraal komt te staan. Troost heeft daar begrip voor, maar: ,,Hoe verschillend mensen ook zijn, voor ons allemaal
geldt dat de binnenkant van je geloof er echt toe doet, en dat je bij jezelf te rade hebt te gaan hoe de vlag van jouw omgang
met God erbij hangt.''
|