www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


Dit boek bestellen...Engel naast God
Hoe goddelijk is Jezus?
André F. Troost
Boekencentrum, Zoetermeer 2010
208 pag., 16,50 euro
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Dit boek is het vervolg op 'Dat koninkrijk van U' en daarmee opnieuw een spannend theologisch boek over een van de kernthema’s uit het christelijk geloof.

In dit boek wordt een antwoord gezocht op de vraag wie Jezus is.
God zelf? De theologen die kanttekeningen maakten bij de Statenbijbel, zagen in de engel des Heren niemand minder dan Christus.
Op zoek naar de ware aard van Christus, bespreekt de auteur in dit boek de vele uitspraken van en over Jezus in het Nieuwe Testament. Als Jezus werkelijk de engel des Heren is, heeft de christelijke kerk dan niet eeuwenlang joden (en later ook moslims) ten onrechte ervan beschuldigd kritiek te hebben op de Drie-eenheid?

2 RECENSIES


2. Nederlands Dagblad - 24 december 2010 - www.nd.nl

Engel Gods uit Israëls oude dagen

Recensie door Dick Schinkelshoek

Jezus is niet ‘zonder meer God’, maar engel naast God. Dominee-dichter A.F. Troost schreef een boek dat in christelijk Nederland voor stevige deining zorgde. Hoe terecht is die onrust?

Het meest recente boek van – dichter, dagboekschrijver, dominee – André Troost is te lezen als een vervolg op Dat Koninkrijk van U (2008), waarin hij onder meer worstelt met de zogenoemde ‘termijnteksten’: als Jezus God is, waarom vergiste Hij zich dan in het tijdstip waarin het einde der tijden zou aanbreken? Jezus, vervolgt Troost in Engel naast God, kun je beter niet ‘zonder meer God’ noemen. Is het niet juister, preciezer, Bijbelser te spreken over Christus als Woord, als boodschapper, als Engel van God. De ‘Engel des Heren’ is immers door de Statenvertalers en anderen herhaaldelijk als de verschijning van Christus in het Oude Testament geduid. 

Bij het eerdere motief van Troost (een oplossing zoeken voor het probleem van de termijnteksten) voegen zich in dit boek een tweede en een derde. Het tweede: is het Nieuwe Testament zélf wel zo duidelijk over de godheid van Christus? Troost meent van niet. Zelfs de meest directe aanwijzing (de belijdenis van Tomas: ‘Mijn Heer en mijn God!’) kan volgens hem zo worden uitgelegd dat Tomas niet de opgestane Christus aanroept, maar over diens hoofd heen God de Vader. Er bestaat, betoogt Troost hoofdstukken lang, in het Nieuwe Testament, zélfs bij Johannes, een onderscheid tussen Jezus en God.

Ten slotte meent Troost dat de belijdenis ‘Jezus is God’ veel te massief heeft uitgewerkt, en Joden en moslims al bij voorbaat streng veroordeelt om hun gebrekkige visie op Jezus. Hij aarzelt niet om het een van de factoren te noemen die uiteindelijk, weliswaar indirect en via omwegen, leidden tot Jodenhaat en zelfs de Holocaust. Moeten we de kritiek van Joden en moslims niet serieuzer nemen in plaats van bij voorbaat afwijzen: geloven christenen wel echt in één God?

Direct na de verschijning van Engel naast God hebben in deze krant en elders verschillende mensen afwijzend op het boek gereageerd. Onder meer uit deze reacties blijkt dat het mogelijk is bij de ‘ontdekking’ van Troost indringende vragen te stellen. Toch past het niet om hem bij voorbaat weg te zetten als ‘onorthodox’ of ‘niet-rechtzinnig’. Laat niemand oordelen die het boek niet eerst van a tot z gelezen heeft, roept Troost aan het begin zijn lezers toe. Sommige felle reacties op Dat Koninkrijk van U zullen hem wijs hebben gemaakt. En inderdaad, niemand die het boek leest, kan tot de conclusie komen dat we met een – pak ‘m beet – nieuwe Kuitert te maken hebben. Dat beeld klopt gewoon niet. Troost spreekt hoog over Christus, en hij zingt Hem (onder meer op de laatste bladzijde van het boek) de lof toe op een toon die weinigen halen.

Zo mag Christus in de opinie van Troost een engel zijn, maar niet zomaar eentje. Christus is niet geschapen, zoals Arius meende. En van een ‘weliswaar bijzonder maar verder gewoon mens’ is helemaal geen sprake. Aan het ‘gegenereerd (of: voortgekomen) uit de Vader’ houdt Troost gewoon vast. Hij kan zelfs schrijven dat Christus ‘in feite mede de Schepper zelf is’ en zegt over God en de Engel des Heren in het Oude Testament: ‘Die twee blijken elkaar aan te vullen en als uit één mond te spreken.’ Jezus is ‘engel naast God’, zo dichtbij dat je hen bijna met elkaar zou identificeren. Bijna. Want telkens als identificatie van Jezus met God dreigt, grijpt Troost in.

Meergodendom
Het maakt van Engel naast God een verwarrend en ongrijpbaar boek. Wat wil Troost nu? Niet afrekenen in ieder geval met het traditionele Jezusbeeld, hooguit met de omschrijving ‘zonder meer God’. Maar hoeveel meer dan een woordenkwestie wordt dat, als Troost Christus ongeschapen noemt, Hem náást de Vader ziet, en Hem belijdt als Middelaar tussen God en mensen? Bij mijn weten bestaat er in de theologie geen derde categorie naast Schepper en geschapene. Moslims zullen vermoedelijk het Jezusbeeld van Troost (dat nog steeds zo ‘hoog’ is als wat) weinig acceptabeler vinden dan het traditionele. Of om een meer theologische graadmeter te kiezen: het is maar zeer de vraag of het spreken over Gods eenheid met de ontdekking van Troost beter gewaarborgd wordt. 

De belijdenis ‘Jezus is God’, waarvoor exegetisch en theologisch dwingender redenen bestaan dan Troost suggereert, vindt juist haar grond in het strikte joodse monotheïsme. Er had in de antieke wereld geen snellere manier kunnen bestaan om tot een meergodendom te vervallen dan de belijdenis dat Jezus een hooggeplaatste figuur vlak onder of naast God was. Zou dat voor Troosts omschrijving van Jezus als ‘engel naast God’ niet ook kunnen gelden?

Geen paniek
Hoezeer je je misschien ook iets kunt voorstellen bij de motieven en de spirituele zoektocht van Troost, wat vooral verbaast, is het solistische ervan. Niet of nauwelijks gaat hij in gesprek met andere theologen. Dat zou nut hebben gehad, want hij is werkelijk niet de eerste die zich over ‘zijn’ problemen gebogen heeft. En het maakt duidelijker waar Troost precies zelf staat. Nu blijft de indruk hangen dat het vooral gaat om de gebruikte taal.

Mocht dat laatste waar zijn, dan is dat natuurlijk prima. Al roept het wel de vraag op of het boek dan ook alle onrust waard is en de auteur zijn eigen pretenties wel waarmaakt. Ik heb mensen in mijn omgeving, die leven met zijn dagboekjes, zich oprecht bezorgd horen afvragen of ‘hun’ Troost aan het afglijden is. Dergelijke paniek is volgens mij vooralsnog ongegrond – daarvoor gaan er in dit boek te weinig echte wissels om – maar het ontstaan ervan is Troost wel aan te rekenen.


1. Friesch Dagblad - 10 november 2010 - www.frieschdagblad.nl

Redenering voor ‘Jezus als engel’ rammelt
André Troost heeft voor nieuwste boek zijn huiswerk niet goed gemaakt

Hoe goddelijk is Jezus? Leert de Bijbel dat Jezus zonder meer God genoemd mag worden? Of is Hij de belangrijkste Engel, die weliswaar uit God is voortgekomen en goddelijke namen draagt, maar toch niet God Zelf is? Om die vraag cirkelt het nieuwste boek van de bekende dominee en dichter André Troost.

Recensie door Catherinus Elsinga

Aanleiding om Jezus als een engel te zien vindt de auteur van Engel naast God; hoe goddelijk is Jezus? in de teksten over een spoedige wederkomst. Jezus zegt in Mattheus 16:28 ‘Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn koninklijke waardigheid.’ Die voorzegging is niet uitgekomen; Jezus heeft zich - volgens Troost - vergist! Hij verkeek zich op Gods barmhartigheid. Gods geduld bleek groter dan Jezus vermoedde. Uit deze vergissing en uit Jezus’ onwetendheid omtrent de datum van de wederkomst concludeert Troost dat Hij niet zonder meer God is.




Kort door de bocht
Dat is wel erg kort door de bocht. Het is de vraag of Jezus wil beweren dat de wederkomst binnen enkele decennia plaatsvindt. Jezus maakt verscheidene keren gewag van het ‘uitblijven’ van de Heer. In een tekst als Mattheus 16:28 legt Jezus geen termijn vast waarbinnen de wederkomst plaatsvindt, maar vestigt Hij aandacht op ‘sommigen’, die de dood niet zullen ‘smaken’ voor de wederkomst. Dat zijn degenen die de Heer trouw blijven ook al verliezen ze daarbij hun aardse leven (vs. 26). De dood als eeuwig verderf zullen ze niet ‘smaken’; ze zullen de verheerlijkte Heer zien!

Afgezien van de exegese rammelt naar mijn mening de redenering van Troost. Hij meent dat Jezus zich vergist, maar stelt tegelijkertijd dat Jezus zijn voorzeggingen ontvangt van ‘de Eeuwige’. Hoe zit dat? Geeft God dan onjuiste informatie door? Zelfs God maakt volgens Troost wel eens een inschattingsfout, bijvoorbeeld bij de aankondiging van het oordeel over Nineve door de profeet Jona. Maar waarom wordt Jezus’ ‘gebrekkige kennis’ dan als reden aangevoerd om Hem niet zonder meer God te noemen?

De betiteling van Jezus als de gevolmachtigde Engel ontleent Troost aan de kanttekeningen bij de Statenvertaling. In het Oude Testament is verscheidene malen sprake van de ‘engel des Heren’, die vervolgens aangeduid wordt als de Here Zelf. Zo spreekt de engel des Heren Hagar aan als ze de woestijn in is gevlucht; gaandeweg blijkt deze engel de Here Zelf te zijn (Genesis 16:7-13). De kanttekenaren vermelden bij deze engel des Heren: ‘Dat is, het hoofd der engelen, de Heere Christus, die daarom ook HEERE genoemd wordt..’. Die laatste woorden zijn essentieel. Het feit, dat de engel des Heren als de Here Zelf wordt aangeduid maakt dat de kanttekenaren in hem de Here Christus herkennen. Hij die in het Nieuwe Testament de gestalte van een mens aanneemt, verschijnt reeds in het Oude Testament als de engel des Heren.

Troost neemt echter afstand van de goddelijkheid van Jezus. Volgens hem verschijnt de Here Christus in het OT niet slechts als engel, maar ís Hij een engel. Weliswaar de hoogste engel, uit God voortgekomen, maar toch niet God Zelf. Daarmee vervalt echter de cruciale link tussen de engel des Heren in het OT en Jezus Christus in het NT. Die bestaat immers daarin dat zowel Jezus als de engel des Heren met de Here Zelf gelijk gesteld worden! Het voortdurende beroep van Troost op de kanttekenaren is daarom loos en misleidend.

Gezien het bovenstaande hangen de hoofdstukken 3 tot en met 8 van het boek in de lucht. Troost toetst daarin naar eigen zeggen ‘de gedachte van de kanttekenaren dat de engel des Heren uit het OT dezelfde is als Jezus Christus in het NT’. In werkelijkheid probeert hij slechts aan te tonen dat Jezus nergens met God gelijkgesteld wordt. In vijf hoofdstukken onderzoekt hij de teksten uit het Nieuwe Testament waarin de verschillende titels van Jezus genoemd worden: Zoon van God, Mensenzoon, de eerste, Messias, en rechter. Steeds trekt Troost uit ‘aandachtige en onbevangen lezing van de teksten’ de conclusie, dat ‘er geen blokkade is’ voor de gedachte dat Jezus de engel des Heren is, maar niet God zelf.

Ik deel die conclusie niet. Er is in het hele NT niet één tekst te vinden die Jezus aanduidt als (belangrijke) engel. Keer op keer breekt in de evangeliën - en niet alleen bij Johannes - de erkenning door dat in Jezus God Zelf naar zijn volk toekomt. In Jezus wordt vervuld wat in het Oude Testament beloofd is. Zijn verlossingswerk betekent niets minder dan dat Gods verbondsbelofte - dat Hij Zelf zal wonen bij de mensen - vervuld wordt. Zijn naam is Immanuël, God met ons (Mattheus 2:23) ‘Wie kan zonden vergeven dan God alleen?’ (Marcus 2:7) En wie kan wind en water met gezag zijn wil opleggen dan de Here Zelf? ‘Die in het schip waren, vielen voor Hem neer en zeiden: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon’ (Matth. 14:33).

De exegese in dit boek vind ik een schoolvoorbeeld van het inlezen van de eigen opvatting in de teksten. Om enkele voorbeelden te noemen: Als Jezus in Johannes 5:17 zegt ‘Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook’ willen de Joden Hem doden. Dat Jezus God zijn eigen Vader noemt betekent immers dat Hij Zich met God gelijkstelt. Troost stelt echter doodleuk dat de Joden het verkeerd zien: ‘Wie God zijn Vader noemt, pretendeert toch niet gelijk zelf God te zijn?’ Ik zou zeggen, lees het commentaar van prof. H. Ridderbos op Johannes 5 eens door!
In Johannes 20:28 lezen we na de verschijning van Jezus aan Thomas: ‘Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en mijn God!’ Jezus wordt hier duidelijk als God beleden. Troost meent echter dat het geen belijdenis, maar een uitroep van ‘gelovige verbazing’ is, ‘in feite gericht aan de Eeuwige’. Tja, leuk bedacht, maar ongeloofwaardig. Jezus zegt in Lucas 18:19 tot de rijke jongeling: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed dan God alleen.’ Troost maakt hieruit op, dat Jezus de typering ‘goed’ exclusief reserveert voor de Eeuwige en voor zichzelf resoluut afwijst. Maar wil Jezus de rijke jongeling niet juist de ogen openen voor het feit dat hij in Jezus God Zelf ontmoet - en dat dáárom de keuze om Jezus te volgen zo beslissend is?

Afgezien van de gebrekkige exegese begeeft Troost zich volledig buiten het godsgeloof van het Oude Testament. De belijdenis dat God één is verdraagt zich niet met de gedachte dat Jezus slechts een ‘goddelijke’ engel is. De aanbidding en de eer die Jezus bewezen worden betekenen immers dat Hij dan een goddelijk tussenwezen, een soort halfgod, moet zijn. Zo’n halfgod past wel in het Griekse pantheon, maar absoluut niet bij de Joodse belijdenis ‘de HERE is één’. Troost vergroot eerder de afstand tot de Joden dan dat hij de tegenstelling tussen christenen en Joden overbrugt.

Verklede god
De leer van de drie-eenheid dat Vader, Zoon en Geest één van wezen zijn neemt daarentegen het misverstand weg, dat we in Jezus en in de Geest met (half)goden náást God te maken hebben. Opmerkingen van Troost dat de drie-eenheid zou leiden tot de gedachte dat Jezus ‘een soort tweede God’ is of dat Hij Zichzelf dan zou moeten zien ‘als een in mensenlijf verklede god op aarde’ zijn misplaatst. De leer van de drie-eenheid is niet bedoeld om Gods wezen ‘op formule’ te brengen, maar om recht te doen aan Gods openbaring en tegelijkertijd zijn ondoorgrondelijke majesteit te eerbiedigen. Ze beoogt zowel recht te doen aan de eenheid van God als aan het evangelie dat God Zelf in Christus naar de wereld heeft omgezien en woning maakt in wie in Hem geloven. Er staat dus heel wat op het spel. Wie vraagtekens plaatst bij de drie-eenheid moet zijn huiswerk in ieder geval beter maken dan ds. Troost.

    Catherinus Elsinga is predikant te Den Ham


Eerdere ND-artikelen:

8 oktober 2010 - Nederlands Dagblad

Vragen over Jezus als ‘Engel naast God’ blijven
In zijn nieuwe boek Engel naast God houdt dr. A.F. Troost zich bezig met de vraag 'hoe goddelijk is Jezus'. In deze krant werd geconcludeerd dat hij daarmee het goddelijke wat wil afzwakken. Maar tegen die lezing verzet Troost zich (ND 5 oktober). Toch blijven er vragen: doet hij Jezus Christus in zijn boek wel genoeg recht?
Dr. A.F. Troost wil naar eigen zeggen de positie van Jezus Christus geenszins afzwakken. Ik vraag me echter af, of hij dit in zijn oprecht bedoelde boek Engel naast God voldoende waarborgt. Hij haalt een omstreden figuur als Arius aan, tegen wie de geloofsbelijdenis van Nicea (325 na Chr.) zich keert. En hij legt de nodige nadruk op de ondergeschiktheid van de Zoon aan de Vader. Daardoor laadt hij toch de verdenking op zich dat hij bakens verzet.
Lees verder...

INGEZONDEN:

Reactie door HarryS (08 oktober 2010 11:59 uur)


Hebreeen 1 legt expliciet uit dat Jezus geen engel is, maar de Zoon, God, de Schepper. Het idee dat Jezus een engel zou zijn, is gebaseerd op de verschijningen van de 'Engel des Heren'. Als Jezus Heer is, dan is de engel des Heren door Hem uitgezonden en spreekt en handelt namens Hem. Door de wijze van spreken van de engel kan de indruk ontstaan dat God zelf spreekt en dat de engel Jezus zelf is, maar dat is een menselijke conclusie die veel te ver weg ligt. God (JHWH) manifesteerde zich in deze engel. De omkering dat God of Jezus dan een engel zou zijn past niet. Zelfs als Jezus in de gedaante van een engel of boodschapper zou hebben optreden, of zal optreden (in Openbaring), wil dat nog niet zeggen dat Hij een engel IS. De kern van het probleem lijkt mij veeleer te liggen bij de visie die iemand heeft op Jezus als de eeuwige Zoon van God c.q. God zelf of JHWH zelf. Daar lijkt A.F.Troost, mede door vele andere uitspraken, iets vanaf te willen doen, ook al zegt hij van niet. Zie ook het ND-artikel van 22 sept. waarin hij erover spreekt dat Jezus zich vergist zou hebben, en over zijn feilbare menselijkheid, en dat Thomas' uitspraak (mijn Heer en mijn God) onwaar zou (kunnen) zijn.

Lees meer ingezondens...


22 september 2010 - Nederlands Dagblad

Troost noemt Jezus ‘Engel des Heren’
ZOETERMEER - Lieddichter en protestants predikant André F. Troost gaat door met het aanpassen van de klasssiek-christelijke visie op Jezus Christus. Christus is niet ,,zonder meer God'', stelt hij in zijn nieuwe boek.
Met het boek Dat Koninkrijk van U (2006) nam Troost al een afslag. Hij gaat voort op die weg in zijn nieuwe boek Engel naast God (Boekencentrum, Zoetermeer), met als ondertitel de vraag 'hoe goddelijk is Jezus?'. De klassiek-christelijke leer belijdt dat Jezus zowel God als mens is. Troost wil het goddelijke van Jezus wat afzwakken. Hij meent dat dit wel de uitkomst moet zijn van een ,,aandachtig en onbevangen lezing van de teksten die in het Nieuwe Testament iets zeggen over de positie van Jezus ten opzichte van zijn hemelse Vader''.

Verwijzend naar de kanttekeningen die in de zeventiende eeuw bij de Statenvertaling gezet zijn, noemt hij Jezus ,,Engel des Heren''. Troost hanteert deze aanduiding om de goddelijkheid van Jezus ,,minder massief''' op te vatten dan de christelijke traditie. Christus is volgens hem een bijzondere engel, die zich ook weer van 'de engelen' onderscheidt. Christus zou dan uit God zijn voortgekomen, terwijl gewone engelen door God zijn geschapen, en die geschapen engelen gehoorzamen aan één Engel die niet geschapen is. Tegelijk had ,,de kerk der eeuwen alle recht'' om in Jezus God zelf te zien, tekent hij erbij aan. ,,In Christus komt God naar ons toe!''

Toontje lager
Troost vindt het hoog tijd dat christenen ,,een toontje lager'' gaan zingen in hun relatie met joden en moslims. ,,Al te gemakkelijk hebben wij de suggestie gewekt te geloven in drie goden.'' De kerk heeft dat ,,nooit officieel geleerd'' en ,,in feite nooit beleden'': ,,Toch hebben we altijd op een wijze over Jezus gesproken die meer deed denken aan die van een god dan aan die van een profeet of een engel.''
Lees verder...

INGEZONDEN:

HarryS (22 september 2010 13:50 uur):

Dat JHWH zich manifesteerde in de "Engel des Heren", wil nog helemaal niet zeggen dat de Engel des Heren dan ook JHWH of Jezus Zelf is. Jezus' godheid staat vast op geheel andere bijbelse gronden, o.a. Thomas' getuigenis tot Jezus. Meer bewijsteksten heb ik al eens verzameld op www.vergadering.nu/brlist/eeuwigzoonschapteksten.htm. Waar Troost de mist in gaat is bij zijn aannames dat "Jezus zich vergist heeft", en dat het "feilbare menselijkheid" was, en dat het koninkrijk "niet doorging". Deze drie zaken zijn gewoon onwaar. Het is ongeloof dat hier spreekt. Evenzo als hij geheel ten onrechte meent dat een uitspraak van Tomas onwaar zou kunnen zijn, terwijl Jezus erbij staat en die uitspraak volledig accepteert. Het is so wie so twijfelachtig als we de waarheid van de Schrift ophangen aan de persoon die gesproken of geschreven heeft. Treffend vind ik ook de opmerking "zoals hij vaak vragenderwijs zijn suggesties doet in het boek". Blijkbaar een boek met een overdaad aan vraagtekens. Zo zaaien theologen twijfel. Maar dit geeft ook wel weer veel duidelijkheid.

Lees meer ingezondens...

www.vergadering.nu