www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2
RECENSIES
Geworteld in Zijn liefde
- Leven en werken van Andrew Murray
door
L.J. van Valen
uitg. De Banier, Bunnik, 2008
ISBN 9789033607653
419 blz.; € 19,90. Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Andrew Murray (1828-1917), een Zuid-Afrikaanse predikant met Schotse Wortels, was een boeiende persoonlijkheid. Hij was een van de leiders van de opwekkingsbeweging in Zuid-Afrika en is van grote betekenis geweest voor de zending en evangelisatie in zijn land.
In deze biografie komt naar voren wat het geheim was van zijn geloofsleven en hoe hij op vele terreinen zijn Bijbelse visie in praktijk bracht. Murray is voornamelijk bekend geworden vanwege zijn visie op de heiliging. In zijn theologie komen verschillende lijnen samen: het Schotse en het Nederlands calvinisme, terwijl hij ook grote waardering had voor mystieke auteurs. Zijn leven is een getuigenis van de wonderen van de Allerhoogste.
2
RECENSIES
2.
Ellips – juli 2010
(Een gedeelte uit het artikel: Opwekking in de kerk - Verlangen van puritanisme én pinksterbeweging)
Door dr. Klaas van der Zwaag
Murray
Het gematigde calvinisme zoals dat bij Spurgeon functioneerde, komen we ook tegen bij de Zuid-Afrikaanse predikant Andrew Murray (1828-1917), over wie de kerkhistorisch publicist L.J. van Valen een toegankelijke biografie schreef. Murray ondervond in Zuid-Afrika kritiek van een Nederlands georiënteerde orthodoxie die vond dat hij te weinig de soevereiniteit van God en de verkiezing benadrukte en feitelijk arminiaans was. Hier wreekte zich volgens Van Valen een conflict tussen de gereformeerde orthodoxie en de Schotse opwekkingsbeweging in welke traditie Murray stond. De Schotse stroming kenmerkte zich volgens Van Valen door een mild calvinisme, met veel aandacht voor opwekking en een onvoorwaardelijk aanbod van genade. Murray legde inderdaad meer de nadruk op de vrije wil. Hij stond echter wel achter de calvinistische leer van de uitverkiezing, maar vond het niet nodig om deze leer aan ongelovigen te preken. Van Valen merkt op dat in de Engelse traditie, waarin Murray zich bevond, een vloeiende lijn is geweest vanuit het puritanisme naar de opwekkingsbeweging, waartoe ook het methodisme behoorde.
Kenmerkend voor de bediening van Spurgeon en Murray is het verlangen naar opwekking. Er waren tekenen van opwekking in hun tijd, maar er was tegelijkertijd een verlangen naar méér. Volgens Spurgeon was de échte geestelijke opwekking nog aanstaande, bij al het goede dat hij had meegemaakt. Hij was niet tevreden met de revival die zijn gemeente had meegemaakt. Hij schreef: 'Wanneer zal er een grotere zegen komen? Hoe kunnen wij haar verkrijgen? Wanneer zullen we de grote massa van de goddelozen onder de indruk krijgen?' Dat zien we ook bij Murray. Hij was intens betrokken bij de nieuwe initiatieven op het gebied van de (wereld)zending. De kerk zou de hele wereld moeten bereiken met het evangelie!
Heiliging
Een belangrijk aspect van Murrays denken betrof het vraagstuk van de heiliging. Murray miste in de eerste jaren van zijn predikantschap de kracht om in heiliging toe te nemen. Hij verdiepte zich in werken over de praktijk van een heilig leven. Veel waardering had hij voor het boek van de evangelische puritein Walter Marshall over de evangelische heiligmaking. Marshall benadrukte daarin dat de heiliging in de eerste plaats een zaak is van geloof en dat groeien in de genade alleen kan worden verkregen vanuit de geloofsvereniging met Christus.
Hiermee is de kern van Murrays visie gegeven. Bij hem stonden de rechtvaardiging en het geloof centraal, maar tegelijkertijd is er méér dan dat te krijgen. Dat `meer' wil niet zeggen dat het eerste niet genoeg was, integendeel. Cruciaal is voor Murray de rechtvaardiging door het geloof en de vergeving der zonden. Tegelijkertijd verlangde hij ook naar de kracht om het inwonende verderf te boven te komen. Murray voelde in zijn bediening dat hij geen kracht had tot de dienst in Gods koninkrijk.
Hij dacht na over de doop van de Geest. Hij vatte die op als het vervuld worden met de Heilige Geest, die immers in de gelovige woont. Murray mediteerde eens over Gl.5:25: 'Indien wij door de Geest leven, zo laat ons ook door de Geest wandelen. Murray constateerde dat veel christenen nog onder de maat leefden. Hij benadrukt de algehele overgave, de krachtige tegenwoordigheid van de Geest. 'Velen van Gods kinderen kennen weinig meer dan een leven van "eindeloos dalen en rijzen". Waar is de kracht van de Geest? En hoe is het met predikanten, professoren en studenten? De belijdenis over de Heilige Geest is rechtzinnig, maar waar is de kracht?'
Murray is met het offer van Jezus voldaan, maar weet tevens dat de openbaring van de overvloedige rijkdom van zijn genade 'oneindig voller en heerlijker kan zijn’. Het gaat om een verdieping die op de eerste bekering volgt. Volgens Murray was het mogelijk om tot een leven in onafgebroken gemeenschap met God in Christus te komen. Evenals Spurgeon beklemtoonde Murray de waarde van het gebed. Zonder gebed geen opwekking. Murray belegde gebedsbijeenkomsten, ook speciale diensten voor degenen die God nog niet kenden. Murray: 'Er kan geen sprake zijn van een hoger en dieper geestelijk leven zonder gebed. Het ontbreken van gebedskracht maakt de christen en de kerk weerloos.
Heiligingstheoloog
Murray was geen pinkstertheoloog, noch een echte calvinist. Hij stelde dat de Geest van Pinksteren ook in de huidige kerk werkzaam kan zijn en dat de bijzondere gaven, zoals gebedsgenezing, niet beperkt mogen worden tot de vroegchristelijke kerk, zoals onder meer Calvijn had beweerd. 'In de kerk behoort het alle dag pinkstertijd te zijn. Prof. J.W. Maris omschrijft Murray zo: 'een gereformeerde Zuid-Afrikaan als heiligingstheoloog'. Van Valen ziet Murray ondanks zijn sterke nadruk op Pinksteren niet als een directe voorloper van de pinksterbeweging; wel had hij invloed op deze beweging. Het is te gemakkelijk om Murray te beschuldigen van ongereformeerd denken, zoals dr. P. de Vries doet in een bespreking van Van Valens boek. Hij plaatst het enthousiasme van Van Valen voor Murray in het kader van de `sluipende relativering van de gereformeerde belijdenis' en stelt daartegenover de lovende woorden van Heidelbergse Kohlbrugge over de Heidelbergse Catechismus, een gereformeerd belijdenisgeschrift uit de zeventiende eeuw. Maar ook Van Valen erkent dat Murray voor deze gereformeerde confessies weinig oog heeft. `Murray heeft weinig oog gehad voor de geestelijke rijkdom die de reformatorische belijdenisgeschriften van zijn kerk bevatten, vooral de Heidelbergse Catechismus; schrijft hij letterlijk.
Het gevaar is wel bij Murray dat de Geest losgemaakt wordt van het Woord. Bij Murray is er een duidelijke meerwaarde van de ervaring. Dat verklaart Murrays waardering voor de mystiek, het innerlijke werk van de Heilige Geest. De innerlijke Christus, de Christus in ons, krijgt een meerwaarde ten opzichte van de Christus buiten ons. Op dit punt heeft Van Valen ook zijn (voorzichtige) kritiek.
1.
Reformatorisch Dagblad
- 13 mei 2009 - www.refdag.nl
Vraagtekens bij een overwinningsleven
Boekrecensie door Dr. P. de Vries
Andrew Murray (1828-1917) is een van de bekendste Zuid-Afrikaanse theologen. Het gedachtegoed van deze predikant, die zijn leven lang de Nederduits Gereformeerde Kerk, diende, is een van de wortels van de theologie van de Pinksterbeweging.
In het bijzonder de hervormde dr. J. H. Gunning (1858-1940), een vertegenwoordiger van de rechtervleugel van de ethische richting in de Hervormde Kerk heeft zich beijverd om de geschriften van Murray in Nederland bekendheid te geven.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Haagse pinksterevangelist Johan Maasbach (1918-1997) vele boeken van Murray laten uitgeven. Ook uitgeverij De Banier publiceerde een aantal boeken van Murray. Bij deze uitgeverij verscheen een uitgebreide biografie van Murray van de hand van L. J. van Valen. In deze biografie wordt het leven van Murray geplaatst in de context van de theologische, kerkelijke en politieke ontwikkelingen van Zuid-Afrika. De meeste nadruk valt echter op het (geestelijke) leven van Murray.
Murray had, zoals zijn naam verraadt, Schotse wortels. De komst van zijn vader als predikant naar Zuid-Afrika had te maken met het feit dat de Kaapkolonie sinds 1806 onder Engels bestuur stond. Andrew was de tweede zoon in dit predikantsgezin. Net als zijn broer John volgde hij zijn middelbare schoolopleiding in Aberdeen in Schotland en studeerde hij theologie aan de universiteit van Utrecht.
In Schotland waren de broers getuige van de opwekking waarbij William Chalmers Burns, vriend van Robert Murray McCheyne, betrokken was, terwijl zij in Nederland in contact kwamen met de kringen van het Réveil. Zij voelden zich vooral tot de zogenaamde ethisch-irenische richting aangetrokken. Een vertegenwoordiger daarvan is Nicolaas Beets, in de literatuur bekend als de schrijver van ”Camera Obscura”.......
Lees hier het hele artikel...
|