www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


Goeie genade
Hoogstpersoonlijk
Herman van Veen
Uitg. Kok, Kampen 2007
159 blz. € 14,50 
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Op het toneel weet Herman van Veen wereldwijd velen te boeien met zijn teksten, muzikaliteit en stem. Hij betovert het publiek met poëzie, milde humor en de nodige zelfspot.
Zo diepzinnig, wijs en gevoelig hij dit in het theater doet, zo klinkt het ook in de boek, waarin hij vertelt over zijn leven, zij relatie met God en over de vraag wat hem na de dood te wachten staat, en wat dat kost.
“Ik zie in jou de wijsheid van een hofnar, de brutaliteit van een moralist, terwijl je ons ten diepste alleen maar wilt vermaken.” (Georges Moustaki)

Herman van Veen (1945) is zanger en schrijver van liedjes, sprookjes en vertellingen. Met de figuur van Alfred Jodocus Kwak werd hij ook bekend als kinderboekenauteur. Hij is ambassadeur van Unicef en heeft diverse stichtingen opgericht die zich inzetten voor het welzijn van kinderen.


1. Nederlands Dagblad - 1 februari 2008 - www.nd.nl

Weerzin tegen een al te kinderlijk christendom

Recensie door Stefan Paas

Zanger, cabaretier, dichter, schrijver van kinder en andere boeken, muzikant, activist voor kinderrechten en sinds kort ook schilder: Herman van Veen is een duizendpoot. Of een rupsje nooitgenoeg, het is maar hoe je het bekijkt.

En nu is er een persoonlijk boekje. Met een beeld dat de schrijver zelf gebruikt: het is een lange rij veelkleurige en verschillend gevormde kledingstukken aan een oude waslijn. De waslijn bestaat uit teksten en passages uit de oude Bijbel die een erfgoed is in de familie Van Veen. En het wasgoed wordt gevormd door een reeks herinneringen, anekdotes en beschouwingen.

De grootouders en ouders van Herman van Veen spelen er een belangrijke rol in. Opa was pinksterpredikant en werd door Hermans moeder betiteld als 'christelijk hysterisch'. Van Veen zelf werd niet gelovig opgevoed, maar opa las hem wel te pas en te onpas voor uit de Bijbel. Bovendien voorzag hij hem van theologische gedachten, die Herman als kind al onwaarschijnlijk vond. Alles wat gebeurt, is de wil van God dat soort dingen.




Is het boek boeiend, aardig om te lezen? Voor de fans ongetwijfeld. Zoals in de aanbiedingstekst van de uitgever staat: 'Zo diepzinnig, wijs en gevoelig als Van Veen in het theater is, zo klinkt het ook hier in dit boek'. Maar zonder de prachtige stem en de authentieke kop van Herman van Veen blijven toch niet alle teksten overeind. Vooral de eerste helft van het boekje kon me maar matig boeien. Het geheel blijft dan toch te fragmentarisch en associatief. En als taalkunst vond ik het weer niet spannend genoeg.

In de tweede helft komt de schrijver meer op dreef. Er komen dan meer uitgewerkte verhaaltjes en betogen en ook vallen de woorden beter op hun plek. Van Veen schrijft over de oorlog (zijn vader zat in het verzet), over ervaringen in hotels, over Wim Kan (een goede vriend) en over het lot van een miljard kinderen in de wereld. Is het boek daarmee 'diepzinnig, wijs en gevoelig'? Soms wel, wat mij betreft. Het verhaal 'Dat kan geen kwaad' vond ik een mooi en ontroerend stuk. Maar de speelse en buitelende schrijftrant van Van Veen leidt ook weleens tot wolligheid en semi-diepzinnigheid.

Alziend oog
En de Bijbel? Wat betekent die voor Herman van Veen? Aan de ene kant
toont Van Veen zich een typisch kind van de babyboomgeneratie (hij is van 1945). De Bijbel zit vol tegenstrijdigheden, wie zich letterlijk op de Bijbel baseert, is een gevaar voor de mensheid, het is een in elkaar geknutseld boek uit allerlei bronnen enzovoort.

Als Van Veen iets zegt over het christelijk geloof, doet hij dat altijd over kinderlijke vormen van geloof zoals bijna alle schrijvers van zijn generatie. Het gaat dan over het alziend oog van God, over een God die wil dat kinderen doodgaan aan ernstige ziektes, over geloof dat vijandig staat tegenover gezonde menselijke verlangens naar seks en geluk.
Droogstoppelig, naïef en moralistisch, dus. Van Veen concludeert: 'Ik las het en heb het niet begrepen'. Rationeel kan hij er niets mee.

Maar er is ook een andere kant. 'Bijbelse verhalen zijn van dezelfde aard als sprookjes', zegt Van Veen. Niet sprookjes in de zin van irrationele en kinderlijke fantasieën, maar sprookjes in de zin van archetypen. Diepe en in het onbewuste verscholen menselijke waarheden. In dit andere register komen teksten en verhalen uit de Bijbel voortdurend bij Van Veen binnen en blijven ze hem inspireren. Bijbelverhalen herinneren hem aan wat hij eigenlijk, diep van binnen, al wist. De waarheid in sprookjes en in Bijbelverhalen is de waarheid in onze verbeelding. Of, met het citaat van Marguerite Yourcenar waarmee het boek begint: 'Je weet altijd van tevoren wat God gaat zeggen'. Op die manier raken Bijbelteksten hem: ze geven hem toegang tot de onontgonnen lagen van zijn eigen innerlijk.

Dit is ongetwijfeld spiritueel, op de manier waarop veel mensen dit tegenwoordig definiëren. Spiritualiteit is het vergroten van je 'zelf’ en niet zozeer de ontmoeting met een Ander, die groter is dan jezelf. Voor echte transcendentie is hier weinig plaats. Als categoriseren zin heeft, zou je Herman van Veen waarschijnlijk een ietsist kunnen noemen.

De weerzin tegen een al te kinderlijk christendom heeft bij tallozen van zijn generatie geresulteerd in atheisme of ietsisme. Dat er ook zoiets is als een volwassen christelijke spiritualiteit iets met navolging, hoop en kruis dragen dat is een veel moeilijker boodschap dan die andere drie.

www.vergadering.nu