www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2
RECENSIES
Opwekkingen in de geschiedenis
door Theo Veldhuis
172 blz., prijs € 14,50
Uitgeverij Herstel team, Beverwijk, 2004. Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Oogst – februari 2005
Recensie door H. Frinsel
Opwekkingen in de geschiedenis
'Opwekking in de geschiedenis' is een heel nuttig boekje over opwekking. Het beschrijft met kennis van zaken een aantal opwekkingen, maar wel op heel beknopte wijze. Het voordeel is dat dit vlot leesbare boek daardoor toegankelijk is voor een groot publiek en dat is een goede zaak.
Het boek vertelt in het kort wat opwekking is en wat de kenmerken van echte opwekking zijn. Die beknoptheid betekent jammer genoeg ook een beperking. Na de opwekking van Handelingen 2 wordt direct de sprong gemaakt naar de Nijkerker beroeringen (rond 1750). Voor een goed historisch besef is dat wel erg mager. Daarna worden de opwekking van de hernhutters in Duitsland en de grote opwekkingen in de Angelsaksische wereld besproken. De schrijver stelt dat sinds de Nijkerker beroeringen Nederland geen echte nationale bekeringsopwekking meer heeft gezien en ziet pas op het Malieveld (Osborn, 1958) weer iets dat op opwekking lijkt. Dat is toch wel erg kort door de bocht, want daarmee negeert hij het Reveil geheel.
Toegegeven, het Reveil kende geen massabekeringen en was wellicht een 'elite opwekking', maar dit ontwaken heeft wel degelijk grote gevolgen voor het geestelijk leven in Nederland gehad. Het was de wieg van de evangelische beweging, maar introduceerde ook een sterke maatschappelijke bewogenheid in de kerk. De schrijver distilleert uit de beschreven opwekkingen de kenmerken van ware opwekking. Wat alle opwekkingen gemeen hebben is dat ze beginnen met een diep zondebesef, verootmoediging en bekering. Het kruis stond altijd centraal. Dat is, denk ik, een uitermate belangrijke les voor onze generatie. Vreemd is het daarom ook dat aan het eind terloops de zgn. Toronto beweging als een opwekking genoemd wordt. In deze beweging ontbraken ten ene malen die kenmerken van een ware opwekking, zoals dit boekje deze zelf benoemt. Verootmoediging ontbrak daar juist geheel en de nadruk lag uitsluitend op het zoeken naar uiterlijk spectaculaire verschijnselen; een namaak opwekking, zoals David Wilkerson het eens classificeerde. Een mooi en nuttig boek dat het verlangen naar Gods tegenwoordigheid zal stimuleren.
2
RECENSIES
Uitdaging – januari 2005
Opwekkingen in de geschiedenis
door Theo Veldhuis
uitgave Herstel, Beverwijk, 177 pagina's, € 14,50. ISBN 90 77476 02 4
Theo Veldhuis komt met mooi historisch overzicht van opwekkingen
door Eric Leijenaar
Overmoed. trots, maar ook hoe men reageert op kritiek. kan leiden tot het soms voortijdig stoppen van een opwekking.
Dat schrijft Theo Veldhuis in Opwekkingen in de geschiedenis. In dat boek geeft hij een beschrijving van een aantal opwekkingen, vat vervolgens de gemeenschappelijke kenmerken er van samen, en besteedt aandacht aan wat hij noemt 'opwekkingsremmers'.
Opwekkingen in de geschiedenis (uitgave Herstel, Beverwijk, 177 pagina's, € 14,50. ISBN 90 77476 02 4) is een boek dat zich met gemengde gevoelens laat lezen. Enerzijds geeft Veldhuis een prachtig beschreven overzicht van een aantal opwekkingen, anderzijds gaat hij af en toe flink de mist in, vooral waar het zijn eigen beschouwingen betreft. Een enkele keer spreekt hij zichzelf ook nog eens flink tegen.
Zo beweert hij dat kritiek een opwekking kan afremmen of zelfs helemaal kan doven. Als voorbeeld geeft hij de Toronto Blessing (die hij aldus schaart in het rijtje van opwekkingen). Hij zegt dat in de hoogtijdagen van de Toronto Blessing de winkels vol lagen met boeken van voor en tegenstanders. Om er in één adem aan toe te voegen dat de opwekking in Toronto daardoor niet is gestopt, maar dat er wel veel mensen door in verwarring zijn gebracht.
Waarom uitgerekend de Toronto Blessing als enige voorbeeld geven van kritiek die een opwekking kapot kan stoppen, om vervolgens te zeggen dat 'Toronto' niet gestopt is? Bovendien: De verwarring die rond de Toronto Blessing ontstond, afschuiven op de vele boeken van voor en tegenstanders, is wat al te kort door de bocht. Veeleer waren die boeken een gevolg van het feit dat de Toronto Blessing al vanaf het eerste moment voor verwarring zorgde. De 'uitingen' van Toronto (lachen, brullen, achterover vallen, etc.) waren het die leidden tot verwarring bij velen en vervolgens tot heftige reacties van voor en tegenstanders. Pas daarna kwamen de boeken.
Die 'misser' van Veldhuis is jammer, want voor de rest is Opwekkingen in de geschiedenis een heel aardig boek, Zij het dat de titel enigszins misleidend is. Wie meent met een compleet overzicht van doen te hebben, komt bedrogen uit. Veldhuis beschrijft slechts enkele opwekkingen.
Te beginnen bij de Nijkerkse Beroeringen die in de periode 1749 1753 het Gelderse dorp in z'n greep hielden. Vervolgens de opwekking in Herrnhut (1727), de huifkaropwekking in Amerika, de,transformatie in Noord Ierland, William Booth en het Leger des Heils, natuurlijk de opwekking in Wales, begin twintigste eeuw, en de pinksteropwekking van Azusa Street, zo rond dezelfde tijd. Ten slotte aandacht voor de gebedsstrijders van Korea en de opwekking in Kwa Sizabantu.
Dat is dus geen uitputtend overzicht. Heel wat opwekkingen ontbreken. Maar Veldhuis heeft ook niet gestreefd naar een totaaloverzicht. Het boek bevat een aantal (bewerkte en uitgebreide) verhalen die eerder in het blad Herstel hebben gestaan. Die prachtige serie in Herstel loopt nog steeds. In het jongste nummer staat bijvoorbeeld een verhaal over Charles Finney. Alle kans dus dat er een tweede deel van Opwekkingen in de geschiedenis komt. Dat zou zo gek nog niet zijn, want ondanks de punten van kritiek, hierboven genoemd, is het een prettig geschreven boek. Een boek dat moed geeft aan de velen die ook in Nederland trouw bidden om een opwekking. Een boek vol hoop.
Herstel - oktober 2006
De opwekking in Nederland (1749-1753)
Veel mensen verlangen naar een opwekking in Nederland. Niet verwonderlijk, want sinds de zogeheten 'Nijkerkse beroeringen' in de 18e eeuw heeft Nederland geen echte, nationale bekeringsopwekking meer gezien. (Wel kennen we natuurlijk de geestelijke opleving die in 1958 op het Malieveld in Den Haag startte met de Osborn-campagnes.) In bijgaand artikel leest u over deze bijzondere opwekking, die vanuit Nijkerk Nederland in vuur en vlam zette, maar waar slechts weinig christenen vandaag nog van weten. Aan dit artikel is ook een korte impressie toegevoegd van de opwekking in de Alblasserwaard van 1752.
Door: Theo Veldhuis
In het Nijkerk van anno 1749 gaat het leven zijn gewone gangetje. De meeste mensen werken op het boerenland en verdienen hun boterham met de opbrengsten van het land en de veehandel. Er heerst onrust. De omstandigheden worden er niet beter op nu her en der de veepest is uitgebroken, en het instorten van de tabaksindustrie vormt een donkere wolk boven het Gelderse dorp aan de rand van de Veluwe. Ondanks deze tegenslagen lijken de mensen niet van zins om God te zoeken. O ja, iedereen bezoekt de Nederlands Hervormde kerk, maar het zondagse pak verdwijnt na de kerkdienst samen met het geestelijk leven in de kast om er de volgende week weer te worden uitgehaald.
Als de jonge dominee Gerardus Kuijpers in april 1749 zijn intrede doet als predikant van de hervormde kerk in Nijkerk, lijkt het erop dat hij een zware taak zal krijgen om de kerkgangers te leiden in hun leven met God. Toch leeft er hoop in zijn hart. Er komen van over de hele wereld berichten dat God bezig is opwekking te brengen. Als een golfbeweging gaan de opwekkingen over de hele wereld. In Schotland en Engeland zijn diverse opwekkingen uitgebroken, die geleid worden door John Wesley en George Whitefield. In de Verenigde Staten is de eerste 'Great Awakening' uitgebroken, onder leiding van de beroemde theoloog Jonathan Edwards, en ook George Whitefield is hierbij betrokken. De jonge kolonies aan de oostkust van Amerika worden op machtige wijze bezocht door de kracht van God. De wereld staat in brand voor Jezus. En als het aan Kuijpers ligt, is Nederland nu snel aan de beurt voor een bovennatuurlijk bezoek van God.
Gerardus Kuijpers
Op 11 oktober 1722 wordt Gerardus Kuijpers geboren. Zijn ouders zijn godvruchtige mensen, die Gerardus opvoeden in een leven dat is toegewijd aan God. Hij is al jong geboeid door geestelijke zaken en besluit theologie te gaan studeren. Met name de oude Oosterse talen hebben zijn aandacht en hij leert Gods Woord vanuit die oorspronkelijke talen kennen. In 1744 begint hij zijn bediening als hulppredikant in de hervormde gemeente van Amsterdam. Kuijpers geniet van de bijbel. Dag en nacht zit hij in zijn studeerkamer gebogen over Gods Woord en ontdekt dat het echte leven met God heel anders moet zijn, dan datgene wat hij om zich heen ziet. De predikingen van Kuijpers zijn indringend en meeslepend en roepen de mensen op om zichzelf te onderzoeken en te breken met de zonde. Hierdoor vindt er een kleine geestelijke opleving plaats in de kerk van Amsterdam. In het dorpje Jutphaas krijgt Kuijpers de gelegenheid om zelf een gemeente te leiden. In de gesprekken die hij voert met de oude weduwe Mientje, wordt Gerardus voorbereid op de taak die God voor hem heeft. Hij besluit zich volledig over te geven aan God. Het komt vaak voor dat Kuijpers biddend en worstelend tot diep in de nacht zijn preken voorbereidt.
Als Kuijpers in 1749 wordt beroepen naar 'Nieuwkerk' is hij zich bewust van de afhankelijkheid van de Heilige Geest en vaak bidt hij voor een krachtige werking van Gods Geest in de harten van de Nijkerkers. Hij is bewogen met de mensen, en ziet de geestelijke armoede die er heerst, maar voelt zich machteloos staan. Wanhopig blijft hij bidden. Samen met zijn collega Roldanus roept hij de mensen op om een leven te leiden dat overeenstemt met Gods bedoelingen, en langzaam maar zeker begint de Geest van God de harten van de mensen te bewerken.
De opwekking breekt uit
Aan het einde van de zomer van 1749 beginnen steeds meer mensen zich zorgen te maken over hun geestelijke toestand. Elke samenkomst wordt bepaald door deze vraag: "Hoe kan ik zeker zijn van mijn redding?" Omdat het aantal bezoekers nu snel toeneemt, besluit Kuijpers iets wat in de bestaande kerkstructuur revolutionair is: hij zet lekepredikers (niet opgeleide predikers) in bij de huissamenkomsten, die in aantal explosief groeien. Dit oogst veel kritiek van zijn collega's omdat in die tijd de dominee geacht wordt al het werk te doen. Deze heeft er immers voor gestudeerd. Ook zijn collega, dominee Roldanus heeft kritiek op dit besluit van Kuijpers, maar omdat hij de vruchten in de mensen ziet, smelt zijn kritiek grotendeels.
Inmiddels zijn de huissamenkomsten het gesprek van de dag geworden. Zelfs in de kroegen worden diensten gehouden. Gerardus is verbijsterd als hij ziet dat de mensen zo bezig zijn met hun redding en als hij 's avonds na een huissamenkomst thuis komt, ontdekt hij dat alle kamers van zijn huis tjokvol zitten met mensen die niet weten waar ze met hun zonden heen moeten.
Het is 17 november 1749. Dominee Kuijpers preekt die zondag over Psalm 72:16 - "Een overvloed van koren zij in het land; op de toppen der bergen golve zijn vrucht als op de Libanon, en de stedelingen mogen opbloeien als het kruid der aarde." De kerk is vol. De mensen zijn overal vandaan gekomen. De Nijkerkse beroeringen zijn begonnen. Terwijl Kuijpers Gods Woord uit Psalm 72 brengt, beginnen overal mensen te beven en te huilen. De verslagenheid als gevolg van zondebesef is algemeen. In de kerk beginnen mensen te roepen om Gods genade. Het gekerm en geroep is zo groot dat Kuijpers zich bijna niet meer verstaanbaar kan maken.
Tijdens de latere preekbespreking raakt iedereen overtuigd van zonde. Sommigen vallen plotseling op de grond, alsof ze zijn bezweken onder een last die niet te dragen is. Anderen vallen op hun knieën en huilen luid om hun zonden. Er is een diepe honger naar het levendmakende woord van God. Kuijpers spreekt over de werking van Gods Geest in het mensenhart, en als hij uit de bijbel begint te lezen, breekt een niet te stoppen gehuil uit. Kunnen de mensen verlost worden van hun torenhoge zonden? Als Kuijpers aan het einde van de dienst de zegen meedeelt aan de mensen, valt een aantal van hen op de grond. Mensen kunnen niet meer spreken vanwege hun zondebesef. Er woedt een geestelijke strijd om mensenzielen. Tot diep in de nacht gaat het door en de mensen leren dat er verlossing en vergeving is voor zondaren. De oogsttijd is nu begonnen. Alles in Nijkerk staat op het punt om totaal getransformeerd te worden.
Nijkerk verandert. In plaats van getier en gevloek, komen uit alle huizen geluiden van psalmgezang en gebed. Kinderen zijn in een hoekje zacht aan het bidden en overal krijgen mensen belangstelling om de bijbel te bestuderen. Zelfs in de kroegen komen mensen samen om God te zoeken, totdat er uiteindelijk nog maar één kroeg overblijft. Daar zitten de mensen die niets van God willen weten. Maar ook hier gaan de zaken slecht, want het gros van Nijkerks bevolking is bevlogen met een passie voor God. De jongeren praten niet meer over de jaarlijkse kermis en de gokspelletjes. Ze zoeken naar Gods wil voor hun leven en gaan naar de samenkomsten. De kerk zit overvol. Soms drommen meer dan 2.500 mensen samen en de meerderheid moet blijven staan.
Vanuit het hele land komen mensen naar Nijkerk. Het vuur verspreidt zich dan ook snel naar de omliggende dorpen en steden. Putten en Amersfoort kennen ook de verschijnselen van opwekking en dominee De Roy in Aalten kan zich na een serie predikingen over de wedergeboorte niet meer verstaanbaar maken door het luide gehuil, dat huizenver te horen is. Ook in Aalten breekt een opwekking uit.
Kuijpers is zelf niet blij met de heftige manifestaties die in de diensten plaatsvinden. Liever had hij ze niet gehad, maar hij wil God niet in de weg staan. "Ik wilde wel dat ik het tumult kon verminderen, maar de bekering van zielen heeft mijn volle aandacht", zegt hij in een reactie aan zijn collega's. Kuijpers is er namelijk van overtuigd dat het Gods werk is. Wie anders zou mensen zo diep tot bekering brengen? Ook vindt de beweging internationaal aansluiting; Jonathan Edwards onderhoudt contact met Kuijpers en nodigt hem uit deel te nemen in de kring van Amerikaanse en Britse voorgangers die zich regelmatig afzonderen voor gebed en vasten voor de uitbreiding van Gods koninkrijk.
Vanaf de kansel wordt er echter vaak opgeroepen tot kalmte, want Kuijpers overtuiging is dat als het Woord niet gebracht kan worden, het tumult niet mag worden geaccepteerd. Een zacht gezucht en gekreun is dan het enige hoorbare geluid. Als in de loop van 1750 de kerkenraad besluit om de manifestaties niet langer toe te staan, beginnen de diensten weer rustig te verlopen, hoewel er zo af en toe nog diepe zuchten te horen zijn. De opwekking wordt hierdoor echter niet geremd.
Kritiek op de opwekking
Zoals op elk werk van God, is er ook veel kritiek op de gebeurtenissen in Nijkerk. Als Kuijpers in de eerste maand van de opwekking een brief naar zijn vader schrijft over de gebeurtenissen, wordt deze brief door mensen overgeschreven en gepubliceerd. Hierdoor ontstaat er veel kritiek op de opwekking. Delegaties van professoren en dominees bestempelen de manifestaties als duivelswerk. De grootste criticus beweert dat de troon van satan is opgericht in Nijkerk. Kuijpers verliest enkele van zijn beste vrienden door zijn betrokkenheid bij de opwekking. Er zijn ook mensen die de gebeurtenissen in Nijkerk proberen te kopiëren door ook te preken over Psalm 72:16 of de manifestaties na te bootsen. Dit levert waanzinnige taferelen op in een kerk in Hoogeveen, waar de politie eraan te pas moet komen om de orde te herstellen. Dit is natuurlijk olie op het vuur van de critici. De commotie is groot, maar de mensen blijven toestromen. Het vuur van God brandt in het hart van Nederland. In 1953 komt er echter een einde aan. Op last van Stadhouder Willem IV voert de synode een verbod in op de 'uitingen' (manifestaties) in de Kerk. Deze stap zorgt ervoor dat het opwekkingsvuur niet langer om zich heen grijpt, maar langzaamaan dooft.
Nawoord
Rond het jaar 1750 vonden er overal in de wereld opwekkingen plaats zoals die in Nijkerk. John Wesley en George Whitefield preekten wereldwijd in de open lucht en brachten overal opwekking mee. Het belangrijkste kenmerk van deze opwekkingen is dat de uitstorting van Gods Geest een diep zondebesef teweegbracht, waardoor mensen het gingen uitschreeuwen om Gods genade. Hiermee greep God in in een wereld, die steeds goddelozer werd. Het was niet zozeer de mate van voorbede en wanhoop waardoor de opwekkingen uitbraken. Het had meer te maken met God die hongerige mensen bracht op een plaats van verootmoediging, waardoor Zijn Woord veranderend effect kreeg in mensenharten. De opwekking in Nederland was dan ook een onverwacht ingrijpen van God, waardoor een ingeslapen kerk weer wakker werd geschud.
Opwekking in de Alblasserwaard 1752
In 1752 werd een boekje uitgegeven door D. Balk, uitgever te Workum, Friesland, met de titel: 'Kort verhael van eenige ongewoone gemoedsbewegingen, onder de inwoners van verscheiden dorpen in de Alblasserwaard'. Het boekje beschrijft de krachtige opwekking, die in 1752 door de Zuid-Hollandse dorpen waaide.
In januari 1752 worden Hardinxsvelt en Giessendam door God bezocht. De opwekking begint niet in de kerk, maar op de scholen onder kinderen van 5 en 6 jaar. Zonder dat er enige aanleiding voor is, beginnen de kinderen luidkeels te roepen en te huilen. Hun lichamen beginnen te schokken en ze worden zo overmand door zondebesef dat ze het uitroepen: "Weg duivel, weg, weg; ik heb u lang genoeg gediend. Ik moet de Here Jezus hebben". Sommige kinderen vallen plotseling op de grond en worden zo hard door elkaar geschud dat er soms 5 of 6 volwassen mannen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de kinderen zich niet bezeren. Als het kind rustig wordt, valt het op de knieën en begint onder tranen te bidden om bekering en genade. In plaats van spelen, beginnen de kinderen voor elkaars bekering te bidden.
Al snel worden de omliggende dorpen ook bezocht door deze bijzondere werking van Gods Geest. In Schoonhoven en Nieuwpoort worden soms meer dan 100 kinderen aangeraakt door God. De opwekking begint zich nu ook te verspreiden in de kerken. Het duurt niet lang of de kerken zitten overvol en de kroegen staan leeg en nutteloos langs de straat. Als de kerkdiensten voorbij zijn, liggen de straten nog urenlang vol met mensen, die huilend bidden om bekering.
Natuurlijk zijn er ook mensen die de opwekking zien als het werk van satan. Maar als duidelijk wordt dat overal waar mensen door elkaar worden geschud, bekering plaats vindt, moet er toch gezegd worden dat de duivel mensen niet tot bekering kan laten komen. Toen er op een dag een tweetal spotters naar een kerkdienst kwamen om de boel belachelijk te maken, werden ze dusdanig door God aangeraakt dat ze onder groot zondebesef kwamen en 4 dagen en nachten, zonder eten of drinken, op de grond lagen te roepen om genade. God bezocht ons volk in deze tijd, zodat de kerken weer vol zaten met toegewijde christenen.
|