www.vergadering.nu
Recensie-index
www.vergadering.nu
1
RECENSIE
Maarten Verkerk en Nienke Verkerk-Vegter
--------------------------------------------------------------------------------
Titel:
M/V - Mens en relaties in de eenentwintigste eeuw
Uitgeverij: Buijten en Schipperheijn, Amsterdam, 1999, Pagina's: 223
Reformatorisch Dagblad
Recensie op 29 maart 2000
M/V-verschillen blijven boeien
Maarten Verkerk en zijn vrouw Nienke Verkerk-Vegter hebben een boeiend boek geschreven over
onder meer de relatie van man en vrouw in het huwelijk, de plaats van man en vrouw in de
maatschappij en, breder, de roeping van christenen in deze tijd. "M/V - Mens en relaties in
de eenentwintigste eeuw" tekent geen ideaalbeelden, maar zoekt naar reële mogelijkheden om
bijbelse inzichten gestalte te geven.
Het sterke van dit boek is dat de schrijvers een scherp oog hebben voor wat ze noemen "het
maatschappelijk decor", de huidige situatie in de cultuur en samenleving. Daarnaast buigen
ze voor het gezag van de Schrift. Een derde kenmerk is een bijzondere gevoeligheid voor de
waardigheid van de vrouw en anderzijds een antenne voor allerlei vormen van onderdrukking van de
vrouw die soms heel subtiel plaatshebben onder bijbelse dekmantels.
Het leven van de gelovige staat in het teken van de dienst aan God. God roept mannen en vrouwen,
elk met hun eigen gaven. Mensen zijn geroepen te antwoorden op de roep van de Schepper.
We kunnen in dat kader profiteren van de bezinning die in vroeger eeuwen heeft plaatsgevonden.
Christine de Pisan en Herman Bavinck worden als voorbeelden genoemd. Christine was als
christenvrouw in de jaren 1405-1407 haar tijd ver vooruit met haar werk "Het boek van de
stad der vrouwen". Bavinck voerde als lid van de Eerste Kamer een pleidooi voor het
vrouwenkiesrecht, dit tot grote schrik van zijn partij, de toenmalige ARP. Door adhesie te
betuigen aan deze denkers, alsook aan Mary Barger, Josephine Butler, Elaine Storkey, jonkvrouw
Asch van Wijck en Lucie Bremmer-Lindeboom, bepalen de auteurs meteen ook hun eigen positie.
Verschillen
Persoonlijk kan ik me daarin goed vinden, al rijst bij mij soms de vraag of de verscheidenheid
van man en vrouw binnen het kader van hun principiële gelijkwaardigheid wel voldoende aandacht
krijgt. Er had in dat opzicht naast de vergaande waardering fundamenteler kritiek kunnen worden
geuit op de feministische vrouwen die in hoofdstuk 5 aan het woord komen. Het is overigens juist
dat deze feministen wanverhoudingen hebben gesignaleerd die christenen zijn ontgaan.
Terecht wordt geconstateerd: "Verschillen tussen de seksen horen bij de veelzijdigheid van
de schepping. Deze verschillen moeten we niet verdoezelen, maar ook niet verabsoluteren. De
discussie over man-vrouwverschillen is eindeloos." Maar zou het toch niet zo zijn dat ook
de natuur al aanwijzingen geeft dat de vrouw, die toch haar kindje maandenlang in haar
moederschoot heeft gedragen, de eerst aangewezene is om als moeder haar jonge kind te verzorgen?
Kan hier niet van een regel gesproken worden die uiteraard wel uitzonderingen toelaat, maar die
toch in het met de schepping gegeven onderscheid van man en vrouw verworteld is?
Het is waar dat man en vrouw samen de voortplantings- en cultuuropdracht hebben ontvangen en dat
daarom de zorgplicht van de vader binnen het gezin niet veronachtzaamd mag worden. Binnen de
gezamenlijke opdracht van vaders en moeders kunnen echter wel verschillende accenten worden
gelegd. Helaas hebben mannen vaak met een onjuist beroep op de Bijbel een heerszuchtige positie
ingenomen binnen de gezinnen en, breder, in kerk en samenleving, en zo geen recht gedaan aan de
gelijkwaardigheid en aan de begaafdheid van de vrouw.
Praktische lijnen
Na het meer principiële eerste deel tekenen de schrijvers in het tweede stuk op concrete,
aansprekende wijze de praktijk van relatievorming, verkering, huwelijk, single-zijn, omgaan met
seksualiteit. Ik vind het een sterk punt de auteurs hier geen ideaalbeelden tekenen, maar
behoedzaam zoeken naar reële mogelijkheden om bijbelse inzichten in de vaak weerbarstige
praktijk gestalte te geven. Een ideaalbeeld waarin geen plaats is voor de praktijk van vallen en
opstaan, zodat christenen er niet aan kunnen voldoen, kan onbarmhartig zijn.
Heel concreet wordt geschreven over seksualiteit binnen het huwelijk: "De gerichtheid op
elkaar is een absolute voorwaarde voor het ontwikkelen van een goede seksuele relatie." Het
boek gaat evenwichtig in op de vragen rond omgaan met vruchtbaarheid en het afwegen van
verschillende verantwoordelijkheden. De auteurs voeren een krachtig pleidooi voor een
herwaardering op maatschappelijk niveau van de zorg binnen het gezin. Wanneer er niet een
maatschappelijk kader komt waarin zorg een even belangrijke rol krijgt als werk, zullen we niet
kunnen voorkomen dat het gezinsleven ondersneeuwt.
Het laatste hoofdstuk, "Man en vrouw in de kerk", draagt belangrijke gegevens aan om
de plaats van de vrouw in de kerk meer dan tot nu toe in de gereformeerde traditie het geval is
geweest, de volle bijbelse ruimte te geven. Hier liggen de bekende vragen rond het thema van de
vrouw in het ambt. Die discussie is zeker met de bijdrage van de Verkerks niet afgerond. Ze gaan
op dit punt naar mijn smaak wel wat te kort door de bocht, maar benadrukken intussen volkomen
terecht dat we veelal het zicht zijn kwijtgeraakt op de gaven die de Geest aan de vrouw geeft.
Het is een uitdaging voor de gemeente om de gaven die de Geest uitdeelt zo tot hun recht te
laten komen dat alle gelovigen als profeet, priester en koning in de gemeente kunnen
functioneren.
De auteurs verdienen erkentelijkheid voor hun helder geschreven en inspirerende boek.
|