www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

3 RECENSIES


Zo zijn onze manieren
Maar zijn onze kerkgebruiken zo bijbels als wij denken?
Frank Viola en George Barna

Gideon, 2017
384 blz.
9789059990838
Dit boek bestellen...

Heb jij je wel eens afgevraagd waarom we op zondag in de kerk doen wat we doen? Waarom trekken we zondagse kleren aan? Waarom is die preek zo belangrijk? Waar komen kerktorens, kerkbanken, kansels en koren vandaan? Waar in de Bijbel heeft God ons bevolen op deze wijze bij elkaar te komen?
     De auteurs Frank Viola en George Barna hebben in dit boek een verrassing voor je. Al die kerkelijke gewoonten zijn misschien wel veel minder volgens het Boek dan wij denken. Heidens christendom, durven ze het te noemen. En ze onderbouwen deze stevige uitspraak met overtuigend historisch bewijs. Tussen hun regels door lees je over een andere manier van kerk-zijn. Een manier die je ook tegenkomt bij Lucas en Paulus; de kerk als een lichaam, met Christus als hoofd.
     Het is niet nodig om verschillende vormen van kerk-zijn tegenover elkaar te plaatsen. Het is wel goed dat we ons in de 21e eeuw afvragen of de leegloop van onze kerken misschien mede veroorzaakt wordt door wat wij van kerk-zijn hebben gemaakt. Want uiteindelijk gaat het om het volvoeren van de Grote Opdracht die Jezus Zijn discipelen gaf: 'Ga heen, maak alle volken tot Mijn leerlingen.'
     Frank Viola en George Barna hebben de herkomst van onze kerkgebruiken onderzocht en de weerslag van dat onderzoek vind je in dit boek. Hun conclusies zijn scherp. Scherper misschien dan we gewend zijn. Maar met hen geloven wij dat het evangelie van Jezus Christus het beste gediend wordt als het lichaam van Christus functioneert zoals het volgens onze Leidsman behoort te gebeuren. Daarom willen we je uitnodigen het boek met een open hart en houding te lezen!

..


3. Boekhandel Westerhof - 8 november 2017 - www.boekhandelwesterhof.nl...

Zo zijn onze manieren – hoe de kerk moet veranderen

Recensie door ds. Jenno Sijtsma


 

Er is moed voor nodig om dit boek te lezen, zeggen de auteurs Frank Viola en George Barna, die voorstander zijn van een organische christelijke gemeente. Zoals de institutionele kerk nu reilt en zeilt heeft ze zich ver verwijderd van de gemeente zoals Jezus in Mattheüs 20 en 23 voor ogen staat. We zijn slachtoffers van het verleden geworden, zeggen de beide schrijvers. (Ik heb overigens het gevoel dat Viola de meeste teksten voor zijn rekening heeft genomen). Allerlei gebeuren binnen de kerk van vandaag zijn niet alleen ver verwijderd van wat Jezus voor ogen stond, maar hebben heel duidelijk een heidense oorsprong en zijn het gevolg van de macht die de kerk langzaam maar zeker naar zich toe getrokken heeft. Zo zijn onze manieren is de titel van hun spraakmakende boek.

Voorbeelden
Vaak hoor je spreken over het kerkgebouw als het huis Gods. Maar dat is niet Bijbels en bij enig nadenken is dat ook logisch. De apostel Paulus zegt duidelijk in 1 Timotheüs 3:15, dat het huis Gods de gemeente van de levende Heer is. Ook Petrus is diezelfde mening toegedaan, zoals we in 1 Petrus 4:17 lezen: Want het is nu de tijd dat het oordeel begint bij het huis Gods. En in dezelfde brief lezen we in hoofdstuk 2 vers 5 dat we opgeroepen worden ons te laten gebruiken als levende stenen voor de bouw van een geestelijk huis. Soms hoor je mensen spreken over wat ze allemaal voor de kerk hebben gedaan. Ik vernam van een predikant die in vijf plaatsen waar hij als voorganger had gewerkt een nieuwe kerk had gebouwd (en de gemeente met schuld had achter gelaten, denk ik dan). Maar zolang we niet beseffen dat elk pragmatisme ongeestelijk is, zijn we op de verkeerde weg. “Waarachtig geestelijk leven wordt gekenmerkt door het besef dat wij stervelingen in geestelijke zaken volledig afhankelijk zijn van de Heer. Jezus zei het zelf: ”Zonder Mij kunnen jullie niets doen” (Johannes 15:5). De vroege kerk kende geen geestelijkheid, geen gewijde gebouwen, geen zondagse kleding, geen voorganger die de diensten leidde (“In de RK-kerk komt de priester na God op de tweede plaats!”), en ook geen leken (Karl Barth was van mening dat de term “leek” een van de beroerdste woorden in het woordenboek van de godsdienst was en in het christelijke gesprek niet gebruikt zou mogen worden!). De gemeente was een priesterschap van alle gelovigen vol bezieling (een bezieling die Jezus kenmerkte!) waar goede onderlinge relaties bestonden en de liefde tussen de leden groeide (“Een kerk die geen gemeenschap is, is een karikatuur”), waar ieder de vrijheid had om iets bij te dragen als men samen kwam, waar Christus centraal stond en de Heilige Geest alle ruimte kreeg.

Hoe nu verder
Het is boeiend om te lezen hoe de kerkvaders als Tertullianus, Ignatius van Antiochië en Cyprianus van Carthago en anderen mede verantwoordelijk zijn voor de institutionalisering van de gemeente van Christus. Door de Grieks-Romeinse cultuur, waarin de vroege christenen woonden, werd het tempo waarin de kerk een hiërarchische structuur aannam, versneld. Toen nieuwe bekeerlingen de kerk binnenkwamen met hun eigen culturele bagage nam hun invloed toe in de geloofsgemeenschap. Het kwam zover, dat in de vierde eeuw de ooit zo levendige en pastorale gemeenschap, “met haar functionele, door de Geest geleide, organische en door iedereen gedeelde bediening, een verharde organisatie was geworden. In de vijfde eeuw was er van het priesterschap van alle gelovigen niets meer over en toegang tot God stond nu onder controle van de geestelijkheid”. 

Uitvoerig informeren de auteurs hoe door allerlei heidense invloeden het in 2000 jaar tot de kerk als instituut is gekomen (Citaat: “We zijn slachtoffers van het verleden geworden”). Steeds opnieuw formuleren de auteurs dat de hedendaagse, geïnstitutionaliseerde kerk moet leren dat het niet om status gaat, maar om dienstbaarheid, een gemeenschap waar de aanbidding dé levensstijl is en meer en meer wordt. Nu wordt er van de voorgangers veelal zoveel gevraagd dat hun identiteit verstrengeld raakt met hun positie. Bovendien word je na de theologische opleiding met alle “geleerdheid” op een bepaald moment toegelaten tot het ambt. Maar geestelijke vorming en geestelijk inzicht, of om het anders te zeggen: stille tijd en tijd doorbrengen met de Heer, leren zijn kruis te dragen, leven in echte gemeenschap en mede daardoor de geestelijke intuïtie aanscherpen en van binnenuit door Hem geleid te gaan leven, meer en meer, dat zijn zaken die in die opleiding niet of nauwelijks aan de orde komen. 

Ik ervaar het zelf, dat je door al die studie niet beseft dat je kind van God bent en in afhankelijkheid van Hem alleen maar je werk en leven kunt beleven. Het gaat door alles heen om af te zien van jezelf en het van Hem alleen verwachten. Want Jezus heeft het zelf gezegd, wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden. 

Als we, door alles wat dit boek aanreikt, willen leren en bovenal afleren, kan er groei ontstaan naar een organische kerk, met een levendig, bloeiend en authentiek gemeenschapsleven, waarin de onderlinge liefde tussen de leden groeit. En bovenal, een kerk waar Christus Koning is en de Heilige Geest in dé waarheid leidt.

Het is een indrukwekkend boek, dat oproept ernst te maken met het geloven en beleven in de kerk, zoals de eerste christengemeenten dat ervoeren om meer en meer gemeente van Christus te worden en te zijn. Daar is veel moed voor nodig, maar bovenal veel overgave en gebed!


2.   indekerk.be Blog - 19 december 2017 - www.uitdaging.nl 

Zo zijn onze manieren

Recensie door Raymond R. Hausoul


In dit boek kijken de auteurs vrij kritisch naar de kerkelijke praktijken van vandaag. Waar zijn de kerken in het land mee bezig en waarom doen ze de dingen die ze doen? Dat is de vraag die door het boek heen loopt. De rode draad daarbij is de voortdurende oproep om alles eraan te doen om de geestesgaven in je kerk niet te beperken. Dat is namelijk wat er volgens de auteurs al vroeg in de geschiedenis gebeurde. Het priesterschap van alle gelovigen raakt dan bedolven door de éne voorganger, priester of dominee die op zondag de dienst bepaalt en invult. Daar willen Viola en Barna radicaal mee breken. In alle scherpte keren ze zich tegen het kerkgebouw, de preek, de invulling van waterdoop en avondmaal, de kerkkledij, de muziekleiders, de tienden, de zondagsklas, de liturgie en vele andere elementen in de kerk.

De auteurs pleiten hierbij voor een bijna vrije inbreng van alle leden tijdens samenkomsten in de huiskamers. Christenen komen dan net als de eerste christenen samen in groepen van maximaal vijftig personen in kleine huiskerken. Daar wordt de dienst door alle aanwezigen bepaald. Concreet betekent dit dat er meer uiting komt voor de gaven van de Geest. Mensen dragen hieraan samen bij. Er ontstaan in de samenkomst nieuwe geïnspireerde liederen, waar allen mee beginnen te zingen. Inzichten en bemoedigingen vanuit de Bijbel worden gedeeld en gezamenlijk besproken. Op die wijze willen de auteurs de tradities waaraan de huidige kerken vastgebonden zijn, doorbreken en meer uiting geven aan het algemeen priesterschap.

In het boek vermelden de auteurs voortdurend de nadelen van het huidige kerk-zijn en wijzen ze op de heidense achtergrond ervan. Voor velen zal dat even slikken zijn. Vooral omdat de uitwerking van een nieuw model niet sterk naar voren komt. Hoewel de auteurs pleiten voor een terugkeer naar de eenvoud van de vroegere tijd, zijn er betrekkelijk weinig bronnen die hierin echt inzicht bieden. We weten niet hoe samenkomsten in de vroege kerk functioneerden. Wat we hebben zijn fragmenten van waaruit we een groter geheel vormen. Die tonen echter dat ook de eerste christenen kinderen van hun tijd waren. De cultuur van het land bepaalde hun diensten. Een samenkomst in Jeruzalem zag er anders uit dan een samenkomst in Korinthe of Filippi. 

Het is daarom terecht om de vraag te stellen of het NT ons aanspoort om die vroegere kerkcultuur (welke?) te kopiëren naar vandaag of dat het NT ons wil aanmoedigen om een eigen stijl te ontdekken die past in de cultuur van vandaag.

Vooral in de eigen Belgische kerkcontext kennen we weinig kerken die met meer dan vijfhonderd kerkleden zijn. Vele kerken in ons land zijn juist klein en lijken op de grootte van de huiskerken waarvoor Viola en Barna pleiten. Door kritische voetnoten bij de geschiedenis te plaatsen, maken ze ons er alert voor om ons niet te snel door de grote kerken te laten bepalen. De kerk mag in haar eenvoud kracht ontdekken.


1. Over Boeken, enzo - 1 november 2017 - http://over-boeken.blogspot.nl...

Zo zijn onze manieren

Recensie door Evelien de Nooijer Alting


Degenen die niets met de kerk hebben kunnen deze blog gewoon overslaan. Ik heb dat wel, omdat ik in een kerk ben opgegroeid. Ik kreeg dit boek opgestuurd van de uitgever en vond het ontzettend boeiend om te lezen. De schrijvers zijn twee christelijke Amerikanen die nagaan waar onze religieuze kerkgebruiken eigenlijk vandaan komen. Wat blijkt: zelden uit de Bijbel. De schrijvers hebben het dan ook ronduit over ‘heidens christendom’. Met heidens bedoelen ze natuurlijk niet iets als slecht of zondig of zo, maar niet-christelijk. Uit de leegloop van de kerken kun je constateren dat de huidige manier van kerk-zijn hedendaagse mensen niet meer zo aanspreekt – zachtjes uitgedrukt. Om maar te zwijgen over al degenen die het vanwege het vele machtsmisbruik helemaal gehad hebben met het geloof. Als onze kerkelijke tradities veelal zijn overgenomen uit de historische volkscultuur zijn ze niet onaantastbaar. Wordt het daarom niet eens tijd na te denken over hoe het misschien anders kan? In twaalf hoofdstukken houden de schrijvers twaalf kerkelijke issues tegen het licht. Ik ga ze allemaal even na.........Lees verder...


www.vergadering.nu