www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu 1 RECENSIE Wordt vervuld
1 RECENSIE 1.
Ellips – juli 2010
Kritisch Dr. W. van Vlastuin, hersteld hervormd predikant, staat kritisch tegenover de charismatische beweging. Zo verwerpt hij een 'second blessing’, een extra pinksterzegen. De doop met de Heilige Geest is volgens hem een heilshistorisch gegeven (eenmalig en onherhaalbaar) en niet heilsordelijk. Het evangelie van het kruis is ook geen gepasseerd station, schrijft hij in zijn boek Wordt vervuld. 'Pinksteren voegt niets toe aan het kruisevangelie, maar stelt het kruisevangelie in het volle licht. Door de volheid van Pinksteren gaan we het kruisevangelie des te grondiger verstaan' (235). Wel herhaalbaar is de vervulling met de Geest. En die vervulling is onmisbaar. 'De Heilige Geest roept ons op om met Hem te worden vervuld. Blijkbaar verlangt Hij ernaar mensen te vervullen met Zichzelf' (237). Na Pinksteren is de heilsgeschiedenis in een nieuwe fase gekomen. Er is een vollere rijkdom van genade dan in het Oude Testament. Van Vlastuin: `We moeten ervoor waken om tevreden te zijn met een minimaal christendom. Zoals de Heere Zich in Pinksteren heeft gegeven, zo wil Hij Zich voor alle tijden geven' (242). Kernachtig citaat: 'Vandaar dat we ons steeds moeten afvragen hoe het geestelijk peil in onze ziel is. Daarom: Wordt vervuld met de Geest!' Van Vlastuin erkent bepaalde waarheidselementen in het `meer van de Geest'. Niet zozeer als een hogere trap van geestelijk leven, maar wel in de zin van een verdere groei van het geloof. 'In Christus hebben we deel aan alle geestelijke zegeningen. In het leven van het geloof gaan we als het ware dit cadeau van Gods genade uitpakken' (93). Er is sprake van een geleidelijk krachtiger onderwijs van de Geest. Van Vlastuin zegt dat we niet tevreden mogen zijn met weinig geloof en onze geringe vordering. 'Laat ons niet tevreden zijn met een geringe vordering in vernieuwing. We mogen en moeten heilig ontevreden zijn en ons uitstrekken naar meer gelijkvormigheid aan het beeld van Christus. Tot Zijn eer mogen we meer de kracht van de inwonende Heilige Geest begeren' (188). Tegelijkertijd geldt dat we in onszelf meer zonde dan heiligheid zien. |