www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


Om heil en genezing te vinden
de dienst der genezing en zijn plaats in instellingen van gezondheidszorg
Harmen de Vries
Uitg. Kok Kampen, 2006
9789043512916
620 blz. 34,90 euro.

De 'dienst der genezing', waarin met en voor zieken gebeden wordt om herstel naar lichaam, ziel en geest, is een kerkelijke praktijk met oude wortels. Zij gaat terug op het bevel van Jezus aan zijn leerlingen de zieken te genezen. In de Nederlandse hoofdstroomkerken heeft de dienst der genezing tot nu toe weinig ingang gevonden. Andere 'diensten', die eveneens teruggaan op een bevel van de Heer, zoals de dienst van het Woord, de dienst van de Tafel en de dienst der barmhartigheid, hebben sinds lang hun vaste plek gevonden in het leven van de christelijke gemeente, de dienst der genezing nog steeds niet, hoewel in ons land een voorzichtige kentering zichtbaar begint te worden.

Deze studie wil ter aanvulling op bestaande vormen van instituutspastoraat en de (para)medische zorg een aanzet geven tot een verantwoorde uitoefening van de dienst der genezing in zorginstellingen. De auteur wil een bijdrage leveren aan de theologische bezinning op de dienst der genezing in de gevestigde Nederlandse kerken en aan een zorgvuldige toepassing van deze dienst in het basispastoraat, als authentiek christelijk antwoord op de groeiende behoefte aan genezing.


1. Nederlands Dagblad - 12 juni 2006 - www.nd.nl 

'In elke kerk dienst der genezing'

Recensie door Aldwin Geluk

AMSTERDAM - De dienst der genezing zou een veel grotere rol moeten spelen in het pastoraat, zowel in de christelijke gemeente als in zorginstellingen. Dat pleidooi klinkt vandaag uit onverwachte hoek, uit de mond van dr. Harmen de Vries, predikant in het 'midden' van de Protestantse Kerk. 

Eigenlijk zou tijdens de zondagse kerkdienst, na de viering van het avondmaal, gelegenheid moeten zijn om zieken de handen op te leggen en te zalven. Daarvoor pleit de protestantse predikant Harmen de Vries in zijn proefschrift Om heil en genezing te vinden, waarop hij vandaag promoveert aan de Vrije Universiteit.

De Vries (48) is van oorsprong synodaal-gereformeerd predikant in Amsterdam en in werkte als geestelijk verzorger in verschillende zorginstellingen.

Al tijdens zijn theologische studie was hij geïnteresseerd in het onderwerp waarop hij nu promoveert. Hij studeerde in 1982 af met een scriptie over Lukas 10, waar Jezus zijn leerlingen de wereld instuurt met de opdracht zieken te genezen en het Koninkrijk van God te verkondigen. ,,Ik heb altijd al gevonden dat er een grote afstand zat tussen de praktijk in het Nieuwe Testament en wat wij daar in de kerk mee doen'', zegt hij nu.

In de gereformeerde wereld was lange tijd het 'dispensationalisme' - ook wel: 'streeptheologie' - gemeengoed: de opvatting dat de bijzondere gaven van de Geest (waaronder genezing en profetie) alleen toebehoorden aan Jezus en zijn apostelen, en niet aan de kerk van vandaag. ,,Maar die opvatting vond ik niet eerlijk tegenover de boodschap van het Nieuwe Testament. Uit 1 Korintiërs 13 blijkt heel duidelijk dat de gaven van de Geest zullen blijven tot aan de wederkomst'', zegt De Vries.

De theologie kwam voor hem tot leven toen in zijn eerste gemeente bij een 18-jarig meisje een agressieve vorm van kanker werd geconstateerd. De artsen hadden haar opgegeven en zij kreeg te horen dat zij nog enkele weken te leven had. ,,Toen dacht ik: wat wil de Here God hiermee? Dit kan toch niet zijn bedoeling zijn'', zegt de predikant. ,,Daarop hebben wij eerst met de hele gemeente een bidstond gehouden. De volgende dag ben ik, met een ouderlinge, naar haar toe gegaan in het ziekenhuis en heb haar gezalfd. Ik heb daarbij gezegd dat God heel dicht bij haar was en de hoop uitgesproken dat zij zou herstellen.''

Snel hierna begon de situatie van het meisje aanzienlijk te verbeteren. Zij keerde terug naar huis en is nu een gezonde vrouw. ,,De behandelend arts zei toen dat hij waarschijnlijk een verkeerde diagnose had gesteld. Wij wisten wel beter.''

De Vries merkte dat het wonder van een gemeentelid dat genas nadat hij had gebeden om genezing - want hij twijfelt er niet aan dat er een wonder was gebeurd - een brede impact had. ,,Dit bleef geen privézaak, ook in haar familie en in de gemeente heeft dit een grote uitstraling gehad. Als God zoiets doet, heeft hij daarmee een breder doel, merkte ik toen.''

Mede door deze ervaring besloot De Vries diepgaand onderzoek te gaan doen naar de dienst van genezing. Vandaag komt die studie tot een afronding, op zijn promotie.

In zijn studie vraagt hij meer ruimte voor het genezende werk van Gods Geest. ,,Met Jezus' opstanding, als eerste realisering van het heil van de definitieve voleinding, komt nieuw leven vrij in het krachtenveld van zijn Geest, zodat beloofde tekenen en wonderen worden gerealiseerd'', schrijft hij.

God kan twee bedoelingen hebben met het op een wonderlijke wijze schenken van genezing: als middel bij evangelisatie, als genezing ,,de prediking van de komst van het Koninkrijk en de verschijning van de Messias begeleidt'' en ter opbouw van de christelijke gemeente, als ,,bemoedigend heilsteken in meer intern gemeentelijk verband''.



width="1" height="1"

Hij wijst er echter direct op dat God niet altijd geneest. Genezingswonderen zijn volgens De Vries tekenen van het koninkrijk van God, dat ,,reeds doorbreekt'' en waarvan Jezus' kruis en opstanding de grondslag vormen. Maar omdat dit Koninkrijk nog niet volledig is 'doorgebroken', behoudt genezing altijd het ,,karakter van voorlopigheid''. ,,Mede omdat het Koninkrijk in zijn uiteindelijke gestalte nog uitstaat, treedt genezing in het heden nog niet altijd op'', schrijft hij.

Er zijn wel evangelische theologen die een link leggen tussen het begaan van zonden en ziek worden. De Vries gaat hier slechts ten dele in mee. ,,In het Nieuwe Testament blijft een algemeen verband tussen ziekte en zonde bestaan, maar wordt op sommige plaatsen een persoonlijke en specifieke relatie tussen beide verbroken'', schrijft hij. ,,Naast ziekte voortkomend uit zonde, kent de Schrift bovendien een algemeen lijden, dat gerelateerd is aan de vergankelijkheid van de schepping.''

Op basis van zijn theologische bezinning komt de predikant tot een aantal conclusies over de praktijk van de dienst der genezing. ,,Afwijzing van medisch handelen en van gebruik van geneesmiddelen door werkers in de dienst der genezing is in strijd met het bijbelse getuigenis'', is een van die conclusies. ,,De medische wetenschap is een uiting van de genezende mogelijkheden die in de Schepping zijn overgebleven'', legt hij uit. ,,Daarom kun je heel goed voorbede doen voor de werking van medicijnen.''

Nog een conclusie: ,,Ziekte vergt in het licht van de komst van het Koninkrijk in eerste instantie de reactie van een gelovig gebed om genezing. Een pastorale oproep tot (vroegtijdige) berusting weerspreekt de dynamiek van de ingezette komst van het Koninkrijk.'' Maar tegelijk: ,,Mede omdat het Koninkrijk in zijn uiteindelijke gestalte nog uitstaat, is het eenzijdig wekken van genezingsverwachtingen vanuit een houding van triomfalisme principieel niet gepast.''

Bovendien waarschuwt hij pastores ervoor ,,pastorale brokken'' te maken door te suggereren dat ziekte altijd het gevolg is van zonden of demonische bezetenheid. ,,Een eenzijdige herleiding van ziekte tot ersoonlijke zonde of demonie doet geen recht aan het veelkleurige bijbelse beeld van de mogelijke oorzaak van ziekte.''


Vaste plaats
Het liefst zou De Vries zien dat de dienst der genezing een vaste plaats krijgt in de kerken. In de Anglicaanse kerk in Engeland is dit volgens hem al geruime tijd het geval. ,,De dienst der genezing vindt zijn basis in de plaatselijke gemeente. Zeker als je die ziet als vindplaats van het heil van Christus, zou het goed zijn om regelmatig, liefst na de viering van het avondmaal, gelegenheid te bieden om zieken de handen op te leggen, te zalven met olie en te bidden om genezing.''

Hij hoopt dat er ook in ziekenhuizen en andere zorginstellingen meer openheid komt voor gebedsgenezing. Hij realiseert zich wel dat dit niet zomaar te regelen is. De meeste geestelijke verzorgers in zorginstellingen doen niet aan ziekenzalving en de meeste artsen zijn niet gewend in hun behandeling samen te werken met geestelijken. ,,Bovendien zien artsen de dienst der genezing al gauw als een vorm van kwakzalverij'', zegt hij. ,,Ik hoop dat mijn boek zal bijdragen aan de bezinning hierover.''

Bovendien ziet De Vries heel geleidelijk verschuivingen. ,,Binnen de Protestantse Kerk komt er meer aandacht voor de dienst der genezing.''

De meeste voorgangers die aan ziekenzalving en gebedsgenezing doen, komen uit de evangelische hoek, die in de PKN een gezicht krijgt in het Evangelisch Werkverband. De Vries zegt zichzelf niet als evangelisch te beschouwen. ,,Ik sta uitdrukkelijk in het midden van de kerk. Ik vind de evangelische beweging soms te beperkt in haar denken. Met dit boek wil ik juist aantonen dat nadenken over de dienst der genezing niet is voorbehouden aan charismatische en evangelische gelovigen, maar dat dit in de breedte van de kerk mogelijk is.''

www.vergadering.nu