www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
2
RECENSIES
De schorre laatste
bazuin
De theologie achter de
romanserie De laatste bazuin
Drs. W. Wierenga
Uitg. Woord en Wereld,
Haren 2011
128 blz. € 10,75
9789081686815
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Enkele jaren geleden verscheen in
Amerika de romanserie Left Behind, geschreven door Tim LaHaye en Jerry
B. Jenkins, die in veel talen is vertaald en ook is verfilmd. De
Nederlandse vertaling is uitgegeven onder de titel De laatste bazuin.
De beide auteurs zijn theoloog en behoren tot de beweging van de
dispensationalisten. Deze beweging begon in de negentiende eeuw met
J.N. Darby en heeft tot in onze tijd veel aanhangers. De
dispensationalistische leer is in de romanserie aangelengd met heel wat
fantasie, maar is terdege te herkennen als men op de hoogte is van de
theologische werken van dispensationalistische theologen.
Ds. Wierenga heeft hiervan studie gemaakt en die vindt haar weerslag in
dit boekje. Hij laat zien wat de leer van het dispensationalisme
inhoudt en weerlegt deze vanuit de Bijbel. Hiermee wil hij christenen
die in verwarring zijn geraakt bij het lezen van de romans, hulp
bieden. Hij trekt daarbij het oprecht christen zijn van de auteurs
ervan niet in twijfel, maar wil wel klip-en-klaar aangeven waarom er
sprake is van dwaalleer.
Ds. W. Wierenga is emeritus predikant van de Gereformeerde Kerk
(vrijg.) van Helpman en woont te Midlaren.
2.
Reformatorisch
Dagblad - 13 juli
2011 - www.refdag.nl
De schorre laatste bazuin” beschouwt theologie achter romanserie
Recensie door Dr. J. Hoek
De opname van de gemeente, de grote verdrukking, het duizendjarig rijk. Allemaal zaken die in de populaire romanserie ”De laatste bazuin” aan de orde komen. Hoe zit het eigenlijk met de theologie achter deze verhalen? Daarover schreef drs. W. Wierenga het boekje ”De schorre laatste bazuin”.
Er is veel goeds te zeggen van ”De schorre laatste bazuin”. Dat betreft dan met name de kritische houding waarmee de auteur, vrijgemaakt gereformeerd emeritus predikant, de toekomstverwachting van de zogenaamde dispensationalisten benadert.
De opvattingen van deze dispensationalisten hebben enorm aan populariteit gewonnen door de bekende romanserie ”De laatste bazuin” (oorspronkelijke titel: ”Left behind”), geschreven door de Amerikanen Tim Lahaye en Jerry B. Jenkins, die geheel op dit gedachtegoed stoelt.
Wierenga geeft in heldere stijl een goede weergave van de hoofdlijnen van de dispensationalistische leer, zoals deze met name in Amerika in het voetspoor van J. N. Darby (1800-1882) is ontwikkeld. Zo schrijft hij over de ”Opname van de gemeente”, over de komende ”grote verdrukking” na de opname, over de komst van het duizendjarig vrederijk enzovoort...........
Lees verder in het RD...
-------------
INGEZONDEN:
Wat Wierenga doet is natuurlijk ongehoord. Maar Hoek zit er tussenin. Hij veegt de bijbelse toekomstvisie van J.N. Darby (en van J. van Barneveld en miljoenen andere evangelischen) van tafel en blijft zelf het antwoord volkomen schuldig als hij zelf de vraag stelt welke rol Israel nog speelt in de geschiedenis: Wij kunnen Gods scenario niet invullen, heet het dan; heel bescheiden wil hij dan blijven. En terwijl hij Wierenga beschuldigt van de vervangingstheologie, hangt hij die zelf ook aan. Wierenga ontkent dat dus, zoals alle vervangingstheologen dat ontkennen, en Paul dus ook. Want Paul heeft wel ergens, hoe weet hij dus niet, een heel klein plekje voor Israel bewaard, want het zal nog tot bekering komen, d.w.z.: bij de kerk gevoegd worden. Maar in zijn visie gaan alle profetieen over een duizendjarig vrederijk voor Israel niet gebeuren. Het loopt alleen via de kerk.
Hoek geeft drie voorbeelden waarmee hij zijn anti-chiliastische visie sterk meent te onderbouwen. Hij noemt: het "ongerijmdheden, zoals het samenleven van gelovigen met een verheerlijkt lichaam met een andere grote menige van gelovigen in en om het aardse Jeruzalem die nog een sterfelijk lichaam hebben." - Maar waarom is het zo ongelooflijk dat Christus samen met zijn lichaam, de Gemeente, zal regeren over een vrederijk op aarde waar mensen met sterfelijke lichamen wonen? En bij Jeruzalem hoort volgens de profetieen echt wel een tempeldienst. Om dat alles in de profetieen te kunnen zien, is het wel nodig om ze niet met de vervangingsbril op te bestuderen.
Harry Sleijster | Heerde | 14 jul 2011 - 11:17
1. Nederlands
Dagblad - 3 juni
2011 - www.nd.nl
Een helder geluid
Recensie door Ab Noordegraaf
De romans van de serie ‘De laatste bazuin’ van Tim LaHaye
en Jerry B. Jenkins, gaan als warme broodjes over de toonbank. Niet
alleen in evangelische kringen, ook in de gereformeerde gezindte zijn
ze populair. Ze pretenderen immers betrouwbare informatie te geven over
wat er in de eindtijd zal gebeuren. Maar is dat zo?
Over die vraag gaat het boekje van de emeritus predikant drs. W.
Wierenga. De theologie achter de romans is de theologie van het
dispensationalisme, zoals die in de negentiende eeuw ontwikkeld is door
J.N. Darby.
De geschiedenis is in te delen in een aantal perioden of bedelingen,
dispensaties genoemd, zoals die van de onschuld (paradijs), het
geweten, de overheid of de regering, het geloof, de wet, de genade en
het duizendjarig rijk als een zaak van de toekomst. Elke bedeling wordt
gekenmerkt door een bijzondere relatie tussen God en mens.
Een kernmoment in deze leer is het leerstuk van de opname van de
gemeente voor de grote verdrukking; in de romans wordt dit zeer
concreet getekend. Ook gaat men uit van een strenge scheiding tussen
Israël en de kerk. Ten aanzien van de Bijbeluitleg hanteert men
een letterlijke interpretatie van de profetieën en is men wars van
elke vorm van symbolisch spreken.
Faire discussie
Dat Wierenga tegen deze leer grote bezwaren heeft, blijkt al
uit de titel van zijn boek. De bazuin geeft volgens hem geen helder
geluid, maar klinkt schor. Wierenga bedoelt dat niet denigrerend. Op
een faire manier voert hij de discussie door zorgvuldig in te gaan op
de argumenten van de dispensationalisten. Aan de hand van een beknopte
uitleg van de Schriftgegevens probeert hij ze punt voor punt te
weerleggen.
Of het de aanhangers van de door hem afgewezen visie zal overtuigen is
voor mij de vraag. Daarvoor zijn de hermeneutische uitgangspunten,
anders gezegd de manier waarop je de Bijbel leest en interpreteert, te
verschillend.
Ik heb dan ook de indruk dat het Wierenga er ook meer om gaat de
kerkleden uit de kerken van gereformeerde gezindte te waarschuwen voor
wat in zijn ogen niets anders is dan een dwaalleer die mensen
vervreemdt van de weg van het evangelie.
In een aantal opzichten vind ik zijn betoog overtuigend. De gedachte
van de opneming van de gelovigen voor de grote verdrukking berust op
inderdaad op een foutieve exegese van 1 Tessalonicenzen 4. Dat de
auteur allerlei chiliastische speculaties afwijst deel ik eveneens met
hem. Terecht legt hij er de vinger bij dat de scherpe scheiding tussen
Israël en de kerk de eenheid van het verbond van God op losse
schroeven zet.
Een mooi hoofdstuk is gewijd aan de betekenis van de prediking van het
Koninkrijk van God in het Nieuwe Testament. Toch heb ik al lezend ook
een aantal vragen overgehouden. Ten aanzien van het duizendjarig rijk
verdedigt Wierenga de uitleg, dat het gaat om de periode tussen
hemelvaart en wederkomst. Maar is daarmee alles gezegd? Kun je
volhouden dat in een wereld waarin zoveel gruwelen gebeuren (de
Holocaust, de Goelag archipel, Rwanda, enz.) de satan gebonden is? Ligt
het allemaal niet wat ingewikkelder?
Is het waarheidsmoment van het chiliasme toch niet dat er in het
voorlaatste van de geschiedenis adempauzen zijn en dat de geschiedenis
het terrein blijft van Gods handelen? Het is jammer dat de schrijver
voorbijgaat aan de visie van Miskotte en Van Niftrik en dat hij ook het
boek van Jan Hoek, Hoop op God, niet in zijn overwegingen betrekt.
Gods trouw
Ook de visie van de auteur op Israël roept vragen op. Ik
kan me de bezwaren van de schrijver tegen een regelrechte
verbindingslijn tussen de profetische beloften en de huidige politieke
situatie goed indenken, maar vervalt de auteur niet in het andere
uiterste? Tegenover de scheiding die de dispensationalisten aanbrengen
tussen Israël en de gemeente en tegenover de opvattingen van de
Christenen voor Israël verdedigt Wierenga dat alle profetische
beloften in Christus vervuld zijn. Maar van Versteeg heb ik geleerd dat
de vervulling van een profetische belofte tot een nieuwe belofte wordt,
die in de toekomst zijn definitieve vervulling ontvangt. Bij Wierenga
staat de geschiedenis van God met zijn oude volk sinds Christus’
komst als het ware stil. Op grond van Romeinen 9-11 is er echter meer
te zeggen.
Datzelfde geldt ook de landbelofte. Mogen we in het gebeuren van 1948
niet de hand van God zien? Is de oprichting van de staat Israël in
het land der vaderen niet een teken van Gods trouw? En worden de volken
niet in Israël ingelijfd dankzij het werk van de Messias Jezus, de
Koning van de Joden? Terecht verdedigt de auteur het getuigenis
tegenover de Joden, maar ik vind het jammer dat hij blijft vasthouden
aan de term ‘Jodenzending’.
Smal pad
Afgaande op de literatuurlijst bewandelt de schrijver een
smalsporig pad. Ik mis de aandacht voor de Israëltheologie zoals
die na 1945 in de Hervormde Kerk is ontwikkeld door theologen als Van
Ruler, Berkhof, Gerssen en anderen, alsook de recente publicaties van
het Centrum voor Israëlstudies. Kortom: ik mis het zicht op de
blijvende trouw van God jegens Israël, de oudste broeder in het
verbond. Ik vind dat daarom jammer omdat de auteur het risico loopt dat
zijn terechte bezwaren en kritische geluiden niet gehoord zullen worden
of afgedaan zullen worden als de zoveelste variant van de
vervangingstheologie. Dat zou te betreuren zijn omdat Wierenga in zijn
afwijzing van de theologie van de laatste bazuin wel degelijk een punt
heeft. Gemeenteleden die door de lezing van de romans van Tim LaHaye in
verwarring dreigen te raken, doen er daarom goed aan van dit boekje
kennis te nemen, ook al is het betoog van de auteur niet in alle
opzichten overtuigend.
|